Regeling vervallen per 01-01-2015

Handhavingsverordening gemeentelijke uitkeringen 2013

Geldend van 01-01-2015 t/m 31-12-2014

Intitulé

Handhavingsverordening gemeentelijke uitkeringen 2013

DE RAAD VAN DE GEMEENTE ROERMOND,

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 5 februari 2013,

raadsvoorstelnummer 2013/021/01;

gezien het advies van de cliëntenraad WWB van 28 januari 2013;

gezien het advies van de commissie Burgers en Samenleving van 26 maart 2013;

gelet op artikel 8 lid 1 van de Wet werk en bijstand (WWB), artikel 35 lid 1 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ).

overwegende dat het noodzakelijk is om bij verordening regels te stellen met betrekking tot de uitvoering van de WWB, de IOAW en de IOAZ;

Handhavingsverordening gemeentelijke uitkeringen 2013

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze verordening wordt verstaan onder:

a.

afstemmingsverordening:

de verordening gebaseerd op artikel 35 lid 1 onder d van de IOAW en de IOAZ en de verordening gebaseerd op artikel 8 lid 1 onder b van de WWB;

b.

benadelingsbedrag

Het bedrag als bedoeld in artikel 18a lid 2 van de WWB of artikel 20a van de IOAW en de IOAZ;

c.

bestuurlijke boete:

de boete, bedoeld in artikel 20a van de IOAW en IOAZ en 18a en 47g van de WWB;

d.

college:

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roermond;

e.

hoogwaardig handhaven:

een mix van preventieve en repressieve maatregelen om in een zo vroeg mogelijk stadium en op basis van maatwerk misbruik van uitkeringen tegen te gaan;

f.

inlichtingenplicht:

de verplichtingen genoemd in artikel 13 lid 1 van de IOAW en de IOAZ, artikel 17 lid 1 van de WWB;

g.

IOAW:

de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

h.

IOAZ:

de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

i.

nulfraude:

het niet of niet behoorlijk nakomen door de belanghebbende van artikel 17 van de WWB of artikel 13 lid van de IOAW en IOAZ zonder dat dit een benadelingsbedrag tot gevolg heeft.

j.

uitkering:

de uitkering of inkomensvoorziening op basis van een van de wetten;

k.

verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive:

de verordening gebaseerd op artikel 8 lid 1 onder i van de WWB;

l.

WWB:

de Wet werk en bijstand;

m.

wetten:

de IOAW, IOAZ en WWB.

Artikel 2 Afstemming en boete

  • 1.

    Bij ten onrechte ontvangen uitkeringen ten gevolge van het schenden van de inlichtingenplicht alsmede bij misbruik en oneigenlijk gebruik van de wetten legt het college een bestuurlijke boete op op grond van artikel 18a en 47g van de WWB en artikel 20a en 29 van de IOAW en de IOAZ of verlaagt het college de uitkering conform hetgeen hierover is bepaald in de van toepassing zijnde afstemmingsverordening.

  • 2.

    De onverschuldigd uitgekeerde bedragen worden teruggevorderd of verhaald conform de door het college vastgestelde beleidsregels.

  • 3.

    Het college stelt nadere beleidsregels op voor het opleggen van de boete bij nulfraude en voor het opleggen van de boete bij verminderde verwijtbaarheid.

Artikel 3 Verrekening bestuurlijke boete bij recidive

Het college maakt gebruik van haar bevoegdheid om in de WWB de beslagvrije voet tijdelijk buiten werking te stellen bij de verrekening van de recidiveboete als gevolg van fraude overeenkomstig de Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive.

Artikel 4 Opschorten, herzien en intrekken van uitkering

Het college maakt gebruik van zijn bevoegdheid inzake het opschorten, het herzien en het intrekken van de uitkering zoals bedoeld in de wetten.

Artikel 5 Nadere regels herzien, terugvorderen en verhalen van kosten van uitkeringen

  • 1.

    Het college stelt nadere beleidregels op voor het herzien en terugvorderen van uitkeringen zoals bedoeld in de wetten en voor het verhalen van de kosten van uitkeringen als bedoeld in de WWB.

  • 2.

    In de beleidsregels bedoeld in het eerste lid worden tenminste regels gesteld op grond waarvan geheel of gedeeltelijk van verdere terugvordering en verhaal kan worden afgezien, voor zover dit niet wettelijk geregeld is

Artikel 6 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De Handhavingsverordening 2012 vastgesteld bij besluit van 16 februari 2012, 2012/006/2 wordt ingetrokken.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 mei 2013.

  • 3. Deze verordening kan worden aangehaald als de ‘Handhavingsverordening gemeentelijke uitkeringen 2013’.

Toelichting bij de Handhavingsverordening gemeentelijke uitkeringen 2013

Toelichting algemeen

Met deze verordening wordt invulling gegeven aan de in de IOAW, IOAZ en WWB gegeven wettelijke opdracht aan de gemeenteraad om regels te stellen met betrekking tot het bestrijden van misbruik en oneigenlijk gebruik van uitkeringen of inkomensvoorzieningen.

Het vaststellen van handhavingsregels is verplicht gesteld om het onderwerp handhaving onder de aandacht van de gemeenteraad te brengen en te houden. Het algemene doel van deze verplichting is een bewustwording van de gemeenteraad van handhaving in het algemeen en fraudebestrijding in het bijzonder. De afzonderlijke wetten bepalen dat de gemeenteraad de kaders voor het eigen handhavingsbeleid op hoofdlijnen vaststelt in een handhavingsverordening. Mede gelet op de grote verwantschappen tussen de IOAW, IOAZ en WWB is het handhavingsbeleid in één verordening opgenomen.

Hoogwaardig handhaven

De term handhaving wordt gehanteerd in plaats van fraudebestrijding omdat handhaving een ruimer begrip is. Handhaving heeft betrekking op álle aspecten van het voorkomen en bestrijden van misbruik en oneigenlijk gebruik van uitkeringen om enkel uitkeringen te kunnen verstrekken aan die personen die hierop recht hebben. Fraude verstoort deze balans en is derhalve maatschappelijk onaanvaardbaar. Het ideaalbeeld is dat burgers spontaan regels begrijpen en uit eigen beweging naleven. Dit is echter niet de realiteit van alle dag. De inspanningen van de overheid moeten wel primair gericht zijn op stimulering van deze spontane naleving. Daar waar dit niet lukt, wordt repressief opgetreden. Handhaving betreft alle activiteiten van de overheid die er op gericht zijn dat regels worden nageleefd. In het geval van de gemeentelijke uitkeringen gaat het erom dat misbruik en oneigenlijk gebruik zoveel mogelijk wordt voorkomen. Handhavingsbeleid bestaat uit preventief en repressief beleid.

Preventie is een belangrijk onderdeel van handhaving, immers, voorkomen is beter dan genezen.Voorkomen moet worden dat mensen de wetten misbruiken, dan wel oneigenlijk gebruiken. Preventie is ook belangrijk bij de poortwachtersfunctie: nadat voldoende informatie vooraf is verstrekt, moet nagegaan worden of degene die inkomensondersteuning vraagt inderdaad recht heeft op een gemeentelijke uitkering en of de hoogte hiervan correct kan worden vastgesteld.

Repressie heeft betrekking op de activiteiten die verricht worden nadat het misbruik is vastgesteld: hetverlagen van de uitkeringen of het opleggen van een boete wanneer de uit de wet voortvloeiende verplichtingen niet zijn nagekomen en het terug- en invorderen van ten onterecht uitbetaalde bedragen. Een goed handhavingsbeleid is onontbeerlijk voor een rechtmatige en doelmatige uitvoering.

Hoogwaardig handhaven betreft een mix van preventieve en repressieve maatregelen om in een zovroeg mogelijk stadium en op basis van maatwerk misbruik van gemeentelijke uitkeringen tegen te gaan. Het gaat hierbij om duidelijke voorlichting, optimale dienstverlening, zorgvuldige controle en maatwerk bij fraudeopsporing. Bij maatwerk in fraudeonderzoek kan gedacht worden aan onderzoek op basis van risicoprofielen of een thematisch onderzoek. Ten slotte gaat het om actieve terugvordering en incasso van teveel verstrekte uitkering en eventueel afstemming door een tijdelijke verlaging van deze uitkeringen of verhaal van kosten van de uitkering, naast het verplicht opleggen van een bestuurlijke boete.

Toelichting artikelsgewijs

Artikel 1 Begripsomschrijving

De begrippen die in deze verordening worden gebruikt hebben een gelijkluidende betekenis als de omschrijvingen in de IOAW, IOAZ en WWB.

Artikel 2 Afstemming en boete

Op 1 januari 2013 is de ‘Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving in werking getreden. Deze wet heeft de bestuurlijke boete bij een schending van de inlichtingenplicht geïntroduceerd per 1 januari 2013. Voor gedragingen die plaatsvonden vóór de inwerkingtreding van deze wet en waarbij sprake is van een benadelingsbedrag als gevolg van de schending van de inlichtingenplicht kan het college de bijstand verlagen conform de in de Afstemmingsverordening opgenomen regels.

In lid 3 is geregeld dat het college nadere beleidsregels stelt voor de gevallen dat de schending van de inlichtingenplicht een belanghebbende niet geheel aan te rekenen is en er reden is om de boete te matigen. Verder wordt in dit lid geregeld dat het college nadere beleidsregels stelt voor die gevallen waarin het schenden van de inlichtingenverplichting geen geldelijke nadeel voor de gemeente met zich meebracht.

Artikel 3 Verrekening bestuurlijke boete bij recidive

Indien het college een boete oplegt dient deze boete met de lopende uitkering te worden verrekend. In beginsel moet bij deze verrekening de bescherming van de beslagvrije voet in acht genomen worden. Is er sprake van een bestuurlijke boete wegens recidive, dan kan het college in de WWB besluiten gedurende maximaal 3 maanden met de beslagvrije voet te verrekenen. Dit artikel regelt dat het college gebruik maakt van deze bevoegdheid en dat hierover in een verordening nadere regels over worden gesteld.

Artikel 4 Opschorten, herzien en intrekken van uitkering

In genoemde artikelen is de bevoegdheid neergelegd om het recht op uitkering op te schorten, indien de belanghebbende de voor de verlening van de bijstand van belang zijnde gegevens of de gevraagde bewijsstukken niet, niet tijdig of onvolledig heeft verstrekt en hem dit te verwijten valt, dan wel indien op andere wijze onvoldoende medewerking is verleend. Ook regelt dit artikel de bevoegdheid tot herzien en intrekken van uitkeringen.

Artikel 5 Nadere regels terugvorderen, herzien en verhalen van kosten van uitkeringen

In de Beleidsregel herziening, terugvordering en verhaal WWB worden nadere regels gesteld over het terugvorderen en verhalen van kosten van bijstand en onder welke voorwaarden van terugvordering of verdere terugvordering wordt afgezien.

De IOAW en IOAZ kent geen bevoegdheden om de kosten van deze uitkeringen te verhalen. In de beleidsregel Herziening en terugvordering IOAW en IOAZ worden nadere regels gesteld over het terugvorderen van uitkeringen en onder welke voorwaarden van terugvordering of verdere terugvordering wordt afgezien.

Daarnaast wordt in een heronderzoeksplan nader uitgewerkt hoe de gemeente periodiek onderzoek doet naar de invorderingsmogelijkheden.

Artikel 6 Inwerkingtreding en citeertitel

Dit artikel behoeft geen toelichting.