Regeling vervallen per 23-01-2013

Marktverordening gemeente Roermond 2007

Geldend van 23-01-2013 t/m 22-01-2013

Intitulé

Marktverordening gemeente Roermond 2007

DE RAAD DER GEMEENTE ROERMOND,

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van , raadsvoorstel no. van 2007;

mede gezien het advies van de commissie voor economische zaken van ;

mede gezien het advies van de marktcommissie van .

gelet op de artikelen 149 en 160 van de Gemeentewet;

Overwegende dat het wenselijk is regels te stellen voor een ordelijk verloop van de markten;

b e s l u i t :

vast te stellen de navolgende Marktverordening 2007.

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a.

markt:

de warenmarkt die plaatsvindt op de, bij of krachtens artikel 1.2 vastgestelde dag, tijd en plaats;

b.

marktterrein:

de gehele openbare of voor het publiek toegankelijke grond, die krachtens artikel 1.2 is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;

c.

het college:

het college van burgemeester en wethouders;

d.

standplaats:

de ruimte die voor de duur van de markt op het marktterrein door het college, aan de vergunninghouder, de standwerker of de vergunninghouder voor een dagplaats, is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;

e.

vaste plaats:

de standplaats die op een markt voor onbepaalde tijd door het college ter beschikking wordt gesteld aan de vergunninghouder;

f.

dagplaats:

de standplaats die per marktdag beschikbaar wordt gesteld aan een vergunninghouder, omdat deze standplaats tijdens de marktdag niet als vaste plaats is toegewezen dan wel wordt ingenomen;

g.

standwerken:

de activiteit waarbij de vergunninghouder publiek om zich heen verzamelt, over het door hem te verkopen artikel een aansprekende uiteenzetting houdt en ten slotte tracht een aantal personen gelijktijdig tot aankoop van dat artikel te bewegen.

h.

standwerkersplaats:

de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld om te standwerken;

i.

vergunninghouder:

degene aan wie door het college vergunning is verleend voor het innemen van een standplaats;

j.

wachtlijst:

de lijst van gegadigden voor een vaste plaats;

k.

anciënniteitslijst:

de lijst van vergunninghouders van een vaste plaats;

l.

marktmeester:

de persoon, die als zodanig is aangewezen door het college van burgemeester en wethouders;

m.

branche-indeling:

de indeling in artikelengroepen en het maximale aantal standplaatsvergunningen dat per artikelengroep mag worden afgegeven;

n.

levenspartner:

de persoon met wie de vergunninghouder met het oogmerk duurzaam samen te wonen een gemeenschappelijke huishouding voert, hetgeen blijkt uit een actuele schriftelijke verklaring van de burgerlijke stand van de woonplaats van de vergunninghouder.

Artikel 1.2 Dag, tijd en plaats van de markt

  • 1 De markt vindt plaats op een door het college te bepalen dag, uur en plaats.

  • 2 Het college kan op grond van dringende redenen, in afwijking van het eerste lid, bepalen dat de markt tijdelijk zal plaatsvinden:

    • a.

      op een andere dag;

    • b.

      op een andere tijd;

    • c.

      op een andere plaats.

  • 3 Het college is bevoegd te bepalen dat de markt tijdelijk zal plaatsvinden op een andere dag, indien de in het eerste lid bedoelde dag samenvalt met één van de in artikel 2, eerste lid, onder b, van de Winkeltijdenwet genoemde dagen.

Artikel 1.3 Inrichting van de markt; branche-indeling

  • 1 Het college bepaalt ten aanzien van de markt:

    • a.

      het aantal standplaatsen;

    • b.

      de afmetingen van de standplaatsen;

    • c.

      de opstelling en indeling van de markt;

    • d.

      welke standplaatsen worden toegewezen als vaste plaats en als standwerkersplaats.

  • 2 Het college kan voor de markt:

    • a.

      een lijst met artikelengroepen (branches)vaststellen;

    • b.

      een maximumaantal standplaatsen per branche vaststellen.

Artikel 1.4 De marktcommissie

  • 1 Het college kan een commissie van advies instellen die tot taak heeft het college te adviseren inzake marktaangelegenheden.

  • 2 Het college kan nadere regels stellen met betrekking tot de samenstelling en werkwijze van deze marktcommissie.

Artikel 1.5 Nadere regels

Het college is bevoegd nadere regels te stellen betreffende het bepaalde in deze verordening.

Artikel 1.6 Voorschriften en beperkingen

  • 1 Het college kan voorschriften en beperkingen verbinden aan een krachtens deze verordening verleende vergunning of ontheffing, ter bescherming van de belangen in verband waarmee de vergunning of ontheffing is vereist.

  • 2 Degene aan wie krachtens deze verordening een vergunning of ontheffing is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen in acht te nemen.

Hoofdstuk 2 Bepalingen over het aanvragen en verlenen van de vergunning

Paragraaf 1 algemene bepalingen

Artikel 2.1 Vergunning voor innemen standplaats

Het is verboden een standplaats op een markt in te nemen zonder vergunning van het college.

Artikel 2.2 Toewijzing standplaatsen

Een standplaats wordt door het college toegewezen als vaste plaats, dagplaats of standwerkersplaats.

Artikel 2.3 De vergunningaanvraag

Voor een vergunning om een standplaats op de markt in te mogen nemen komt uitsluitend in aanmerking een handelingsbekwaam natuurlijk persoon die een schriftelijke aanvraag voor een vergunning heeft ingediend bij het college en die daarbij tevens aantoont dat hij persoonlijk voldoet aan alle publiekrechtelijke verplichtingen op het gebied van bedrijfsuitoefening en bedrijfsorganisatie, inhoudende het overleggen van een bewijs van inschrijving bij de Kamer van Koophandel, alsmede het kunnen overleggen van een geldige CRK-kaart.

Artikel 2.4 Intrekking vergunning

  • 1 De vergunning voor het innemen van een vaste plaats wordt ingetrokken:

    • a.

      op schriftelijk verzoek van de vergunninghouder;

    • b.

      bij overlijden van de vergunninghouder, tenzij de vergunning op grond van artikel 2.10 wordt overgeschreven en degene op wie een vergunning wordt overgeschreven, niet reeds een vergunning heeft voor een andere vaste plaats op dezelfde markt.

  • 2 Het college kan een vergunning intrekken:

    • a.

      indien ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;

    • b.

      indien de vergunninghouder niet meer voldoet aan de in artikel 2.3 genoemde vereisten voor het toewijzen van een standplaats.

    • c.

      indien de vergunninghouder vanwege arbeidsongeschiktheid gedurende een tijdvak van 2 jaar gebruikt heeft gemaakt van een hem verleende ontheffing van de verplichting om zijn standplaats feitelijk in te nemen, dan wel persoonlijk te bezetten en de arbeidsongeschiktheid nadien blijft voortduren en de vergunning niet conform artikel 2.10 is overgeschreven.

Paragraaf 2 Vaste plaatsen

Artikel 2.5 Inhoud vergunning

Indien een vaste plaats kan worden toegewezen, verleent het college een vergunning waarin in ieder geval is bepaald:

  • a.

    de naam en voorletters, de geboortedatum en -plaats, het adres en de woonplaats van de vergunninghouder;

  • b.

    een duidelijke omschrijving van de toegewezen vaste plaats met vermelding van het nummer en de afmetingen daarvan;

  • c.

    de verkoopmaterialen die de vergunninghouder bij het innemen van de plaats mag gebruiken;

  • d.

    de artikelen (branche) die de vergunninghouder mag verhandelen;

  • e.

    de datum waarop aan de vergunninghouder voor het eerst vergunning is verleend en zijn volgnummer op de anciënniteitslijst

  • f.

    de voorwaarde dat de vergunninghouder zelf zorg draagt voor inzameling en afvoer van zijn afval en dat hij zijn standplaats schoon oplevert;

  • g.

    de naam van degene of de instantie van wie de vergunninghouder zijn elektriciteit betrekt;

  • h.

    of en welke geluidsapparatuur op de standplaats is toegestaan;

  • i.

    of en zo ja welke kook-, bak- en verwarmingsapparatuur is toegestaan.

Artikel 2.6 Inschrijving op de anciënniteitslijst

Vergunninghouders van vaste plaatsen worden met vermelding van en in volgorde van de datum, waarop aan hen voor het eerst een vaste plaats is toegewezen, op een doorlopend te nummeren lijst ingeschreven. Bij deze inschrijving wordt tevens vermeld welke artikelen de vergunninghouder mag verhandelen.

Artikel 2.7 Inschrijving op de wachtlijst

  • 1 Het college schrijft de aanvrager in op de wachtlijst, indien:

    • a.

      de aanvrager voldoet aan het bepaalde in artikel 2.3, maar aan hem geen vaste plaats kan worden toegewezen en;

    • b.

      de aanvrager heeft aangegeven dat hij op de wachtlijst geplaatst wil worden.

  • 2 Het college verstrekt de aanvrager een schriftelijk bewijs van inschrijving op de wachtlijst en vermeldt bij de inschrijving in ieder geval:

    • a.

      de naam en voorletters, de geboortedatum en -plaats, het adres en de woonplaats van de aanvrager;

    • b.

      de datum waarop de aanvraag door hem is ontvangen;

    • c.

      de artikelen (branche) die de aanvrager wil verhandelen;

    • d.

      de verkoopmaterialen die de aanvrager wil gebruiken.

  • 3 De inschrijving op de wachtlijst blijft gehandhaafd, indien deze door de ingeschrevene jaarlijks voor 1 januari van het jaar daarop volgend schriftelijk wordt verlengd.

Artikel 2.8 Doorhalen van inschrijving op wachtlijst

De inschrijving op de wachtlijst wordt doorgehaald:

  • a.

    indien de ingeschrevene zijn inschrijving niet jaarlijks voor 1 januari heeft verlengd;

  • b.

    op schriftelijk verzoek van de ingeschrevene;

  • c.

    bij overlijden van de ingeschrevene;

  • d.

    wanneer aan de ingeschrevene een vergunning voor een vaste plaats is verleend, tenzij hij deze op grond van bijzondere omstandigheden niet aanvaardt;

  • e.

    indien niet meer aan de vereisten van artikel 2.3 wordt voldaan.

  • f.

    indien de ingeschrevene zich schuldig maakt aan intimidatie dan wel een poging tot omkoping van de marktmeester of een andere toezichthouder.

Artikel 2.9 Volgorde toewijzing vaste plaatsen

  • 1 Indien voor de toewijzing van een beschikbare vaste plaats meer aanvragers in aanmerking komen, wordt de plaats achtereenvolgens toegewezen aan:

    • a.

      de vergunninghouder van een vaste plaats die aan het college schriftelijk de wens te kennen heeft gegeven van standplaats te willen veranderen, in volgorde van plaatsing op de anciënniteitslijst

    • b.

      degene die zich op de wachtlijst heeft laten inschrijven in volgorde van inschrijving op deze lijst, met in achtneming van de brancheindeling.

Artikel 2.10 Overschrijving vergunning

  • 1 De vergunning voor de vaste plaats kan worden overgeschreven in geval van;

    • -

      overlijden van de vergunninghouder;

    • -

      blijvende arbeidsongeschiktheid van de vergunninghouder;

    • -

      terugtrekking uit de ambulante handel van de vergunninghouder wegens pensionering.

  • 2 De overschrijving kan plaatsvinden op:

    • -

      de (achterblijvende) echtgenoot;

    • -

      de geregistreerde partner of de levenspartner van de vergunninghouder;

    • -

      een medewerker van de vergunninghouder, mits wordt aangetoond dat deze medewerker minimaal drie jaar onafgebroken in loondienst van het marktbedrijf van de vergunninghouder heeft gewerkt;

    • -

      aan een persoon waarvan wordt aangetoond dat deze gedurende drie jaar als mede-eigenaar (bijvoorbeeld vennoot of aandeelhouder) in het bedrijf van de vergunninghouder heeft gefunctioneerd.

  • 3 Een aanvraag tot overschrijving wordt ingediend binnen twee maanden na het overlijden van de vergunninghouder, dan wel binnen twee maanden nadat de blijvende arbeidsongeschiktheid is vastgesteld, dan wel binnen twee maanden na het tijdstip waarop de vergunninghouder zich wegens pensionering uit de ambulante handel heeft teruggetrokken.

  • 4 De vergunning kan niet worden overgeschreven indien degene op wie de vergunning moet worden overgeschreven reeds een vergunning heeft voor een andere vaste plaats op dezelfde markt.

  • 5 Het college is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken van het bepaalde in dit artikel.

Artikel 2.11 uitbreiding wijziging assortiment

  • 1 Op aanvraag van de vergunninghouder kan het assortiment gewijzigd dan wel uitgebreid worden en/ of de omvang van de standplaats uitgebreid worden.

  • 2 Een aanvraag als bedoeld in het eerste lid wordt afwezen indien de branche-indeling zich hiertegen verzet of indien de standplaatsverdeling dit naar het oordeel van het college niet toelaat.

Paragraaf 3 Dagplaatsen

Artikel 2.12 Toewijzing dagplaats

  • 1 Toewijzing van een dagplaats geschiedt door afgifte van een vergunning door het college indien de vaste standplaats bij aanvang van de markt nog niet is ingenomen en de vergunninghouder nog geen verzoek als bedoeld in artikel 3.4, lid, 4 van deze verordening bij de marktmeester heeft ingediend.

  • 2 Toewijzing van een dagplaats geschiedt telkens voor een dag.

  • 3 Om voor een dagplaats in aanmerking te komen, dient de aanvrager op de in artikel 2.7 van deze verordening, bedoelde wachtlijst te zijn ingeschreven.

  • 4 De dagplaats wordt met in achtneming van het bepaalde in lid 5 van dit artikel toegewezen overeenkomstig de plaats op de wachtlijst van de gegadigden die zich daarvoor op de dag zelf een half uur vóór aanvang van de markt aanmelden bij de marktmeester.

  • 5 Mocht bij de gegadigden voor een dagplaats iemand zijn die een product wil verkopen dat nog niet op de markt ter verkoop wordt aangeboden geniet deze ongeacht zijn plaats op wachtlijst voorrang.

  • 6 Geen dagplaats wordt afgegeven indien dit strijdig is met de vastgestelde branche-indeling of dit tot gevolg heeft dat er hinder of overlast ontstaat voor de vergunninghouder van een vaste standplaats.

  • 7 Indien meer gegadigden voor de toewijzing van een dagplaats in aanmerking komen, beslist het lot omtrent de toewijzing.

  • 8 De vergunninghouder voor een dagplaats mag slechts het door hem bij aanmelding opgegeven artikel verkopen.

Paragraaf 4 Standwerkersplaatsen

Artikel 2.13 Toewijzing standwerkersplaats

  • 1 Het college wijst een standwerkersplaats toe door middel van loting.

  • 2 Het is een ingeschrevene op de wachtlijst niet toegestaan, deel te nemen aan de loting voor een standwerkersplaats, zolang deze inschrijving niet definitief is vervallen.

  • 3 Indien een standwerker zich wil doen bijstaan, meldt hij dit vooraf aan de marktmeester onder vermelding van degene die hem zal bijstaan.

  • 4 Degene die hem zal bijstaan mag niet op eigen naam deelnemen aan de loting.

  • 5 Degene die een standwerkersplaats krijgt toegewezen dient deze standplaats uitsluitend en daadwerkelijk te gebruiken om te standwerken

  • 6 Om aan de loting te kunnen deelnemen moet de gegadigde kunnen aantonen dat hij/zij in de uitoefening van de markthandel uitsluitend en daadwerkelijk als standwerker pleegt op te treden.

  • 7 Tevens moet de standwerker voor de loting een uittreksel van de inschrijving bij de Kamer van Koophandel dat niet ouder is dan 1 jaar kunnen tonen, alsmede een geldige CRK-kaart

  • 8 Indien aan een gegadigde bij loting een standwerkerplaats is toegewezen mag deze niet geweigerd worden en dient deze plaats dus ook daadwerkelijk te worde ingenomen.

  • 9. De standwerker mag slechts het door hem bij loting opgegeven artikel verkopen.

Hoofdstuk 3 Bepalingen over het gebruik van de standplaats

Artikel 3.1 Persoonlijk innemen standplaats

  • 1 De vergunninghouder neemt de standplaats die hem is toegewezen persoonlijk in. Hij mag de standplaats niet aan een ander afstaan of in gebruik geven.

  • 2 De vergunninghouder mag zich op de standplaats doen bijstaan.

  • 3 De standwerker mag zich alleen doen bijstaan door degene die hij overeenkomstig artikel 2.14, derde lid bij de marktmeester heeft aangemeld

  • 4 Ingeval van ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden kan het college op aanvraag van de vergunninghouder van een vaste plaats hem op een daartoe schriftelijk ingediend verzoek ontheffing verlenen van de in lid 1 opgenomen verplichting om persoonlijk een standplaats in te nemen.

Artikel 3.2 Feitelijk innemen standplaats

  • 1 Een vergunninghouder van een vaste standplaats is gehouden om iedere marktdag, waarop de markt, waarvoor hem een vaste standplaats is toegewezen wordt gehouden deze standplaats in te nemen, behoudens de in lid 2 genoemde gevallen.

  • 2 Een vergunninghouder van een vaste standplaats die wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden verhinderd is zijn vaste plaats in te nemen, deelt dit schriftelijk mee aan het college. Bij vakantie geeft hij aan hoe lang zijn afwezigheid duurt.

  • 3 De schriftelijke mededeling wordt tijdig voor de betreffende marktdag gedaan. Plotselinge verhindering wordt mondeling of telefonisch aan de marktmeester gemeld, gevolgd door een schriftelijk bevestiging daarvan aan het college.

    Bij langdurige afwezigheid wegens ziekte overlegt de vergunninghouder als bewijs van ziekte iedere drie maanden een geneeskundige verklaring aan het college, tenzij het college hiervoor ontheffing verleent.

Artikel 3.3 Legitimatie en identiteit vergunninghouder

  • 1 Degene die een standplaats op de markt inneemt of wenst in te nemen, dient op eerste aanvraag van de marktmeester aan te tonen dat hij de vergunninghouder is.

  • 2 De vergunninghouder dient bij zijn standplaats duidelijk zichtbaar zijn naam en bedrijfsnaam aan te geven.

Artikel 3.4 Tijdstip innemen standplaats/aan- en afvoer goederen.

  • 1 Het is verboden voor vergunninghouders op door het college te bepalen tijdstippen voor aanvang en na afloop van de markt, op het marktterrein met een voertuig of met goederen of anderszins ruimte in te nemen dan wel goederen aan of af te voeren.

  • 2 De vergunninghouder is verplicht zijn standplaats tot de sluitingstijd van de markt te blijven innemen. Het college kan van deze verplichting ontheffing verlenen.

  • 3 Indien de vergunninghouder zijn vaste plaats niet bij het aanvangstijdstip van de markt heeft ingenomen, wordt de betreffende plaats voor die dag als dagplaats aangemerkt.

  • 4 Het bepaalde in het derde lid is niet van toepassing indien de vergunninghouder de marktmeester vóór dit tijdstip, onder opgave van een geldige reden die hem belet tijdig aanwezig te zijn, heeft verzocht de plaats vrij te houden.

Hoofdstuk 4 Straf-, overgangs- en slotbepalingen

Artikel 4.1 strafbepaling

Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste twee maanden en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 4.2 Intrekking vergunning en schorsing vergunninghouder vaste standplaats

Het college kan een vergunning voor een vaste plaats al dan niet voorwaardelijk intrekken dan wel de vergunninghouder voor een nader te bepalen periode schorsen, indien de vergunninghouder of degene die hem bijstaat:

  • a.

    het bepaalde bij of krachtens deze verordening overtreedt;

  • b.

    zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

Artikel 4.3 Uitsluiting dagplaatshouder en standwerker

Het college kan een vergunninghouder van een dagplaats of standwerkersplaats van de toewijzing van een dagplaats of standwerkersplaats uitsluiten voor een nader te bepalen tijdsduur indien zich één van de in dit lid onder a tot en met d genoemde feiten voordoet dan wel heeft voorgedaan:

  • a.

    de vergunning- of standplaatshouder overtreedt het bepaalde bij of krachtens deze verordening;

  • b.

    de vergunning- of standplaatshouder maakt zich schuldig aan wangedrag of bedrog;

  • c.

    de standwerker is niet als zodanig actief op een hem toegewezen standwerkersplaats;

  • d.

    de standplaatshouder heeft minimaal één maal tijdens een periode van één jaar voorafgaande aan de loting een hem toegewezen standwerkersplaats niet ingenomen,

Artikel 4.4 Onmiddellijke Verwijdering

Onverminderd het bepaalde in artikel 125 van de Gemeentewet kan het college, indien het dit noodzakelijk acht, een vergunninghouder of standwerker gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen, indien hij:

  • a.

    het bepaalde bij of krachtens deze verordening overtreedt;

  • b.

    zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

  • c.

    niet als standwerker actief is op een hem toegewezen standwerkersplaats.

Artikel 4.5 Toezichthouders

  • 1 Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de marktmeester en de bij besluit van het college aangewezen personen.

  • 2 Aanwijzingen die door de toezichthouders in het belang van een verantwoorde voortgang van de markt worden gegeven, dienen door een ieder die zich op de markt bevindt te worden opgevolgd.

Artikel 4.6 Intrekking oude verordening.

De Marktverordening gemeente Roermond 2003, vastgesteld door de gemeenteraad op 16 april 2003, wordt per 1 januari 2007 ingetrokken.

Artikel 4.7 Overgangsbepalingen

  • 1 Vergunningen en ontheffingen - hoe ook genaamd - verleend krachtens de Marktverordening 1986 blijven - indien en voor zover het gebod of verbod waarop de vergunning of ontheffing betrekking heeft, ook vervat is in deze verordening - van kracht tot de termijn waarvoor zij werden verleend, is verstreken of tot dat zij worden ingetrokken.

  • 2 Voorschriften en beperkingen opgelegd krachtens de Marktverordening gemeente Roermond 2003 of Marktverordening gemeente Swalmen 2004, blijven - indien en voor zover de bepalingen ingevolge welke deze verplichtingen zijn opgelegd, ook zijn vervat in deze verordening - van kracht tot de termijn waarvoor zij zijn opgelegd, is verstreken of tot dat zij worden ingetrokken.

  • 3 Vergunningen en ontheffingen bedoeld in het eerste lid en verplichtingen bedoeld in het tweede lid, worden geacht vergunningen, ontheffingen en verplichtingen in de zin van deze verordening te zijn.

  • 4 indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de Marktverordening gemeente Roermond 2003 of Marktverordening gemeente Swalmen 2004 is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 4.8 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag die gelegen is 6 weken na de dag van publicatie en bekendmaking van de verordening.

Artikel 4.9 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: “Marktverordening gemeente Roermond 2007”.

Ondertekening

Gedaan in de openbare vergadering van .

De raad voornoemd,

De griffier
De voorzitter