Regeling vervallen per 01-01-2012

Uitvoeringsbesluit gesubsidieerde arbeid 2009

Geldend van 04-02-2009 t/m 31-12-2011 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2009

Intitulé

Uitvoeringsbesluit gesubsidieerde arbeid 2009

Uitvoeringsbesluit gesubsidieerde arbeid 2009

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1 Alle begrippen die in dit uitvoeringsbesluit worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Reïntegratieverordening Wet Werk en Bijstand.

  • 2 In dit uitvoeringsbesluit wordt verstaan onder:

    • a.

      arbeidsovereenkomst: een overeenkomst als benoemd in artikel 7: 610 Burgerlijk Wetboek;

    • b.

      beleidsregels: de beleidsregels in- en doorstroombanen WWB-1, d.d. 6 juni 2005 (nr. 050606/602);

    • c.

      detachering: een voorziening, als bedoeld in artikel 8, waarbij de kandidaat in dienst is van de uitvoerende organisatie en werkzaamheden verricht tegen een inleenvergoeding, met als doel uitstroom naar reguliere arbeid te verkrijgen;

    • d.

      dienstbetrekking: de overeengekomen verplichtingen van de werknemer in de arbeidsovereenkomst waarvoor de werknemer loon ontvangt;

    • e.

      inlenende werkgever: de werkgever waar de kandidaat op basis van een inleenovereenkomst werkzaamheden verricht;

    • f.

      IOAW: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

    • g.

      IOAZ: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

    • h.

      jongere: uitkeringsgerechtigde of een niet-uitkeringsgerechtigde jonger dan 23 jaar;

    • i.

      kandidaat: de persoon die in aanmerking komt voor, of deelneemt aan, een voorziening zoals in dit uitvoeringsbesluit beschreven;

    • j.

      kandidaat in een detachering: kandidaat in een voorziening, als genoemd in artikel 8, waarbij de kandidaat in dienst is van de uitvoerende organisatie en werkzaamheden verricht tegen een inleenvergoeding, met als doel uitstroom naar reguliere arbeid te verkrijgen;

    • k.

      kandidaat in een werkervaringsbaan: kandidaat in een voorziening, als bedoeld in artikel 13, eerste lid, waarbij de kandidaat in dienst is van de uitvoerende organisatie en werkzaamheden verricht met als doel werkervaring op te doen om de afstand naar de arbeidsmarkt te verkleinen;

    • l.

      loon: Het bruto contractloon op het niveau van het minimumloon;

    • m.

      minimumloon: het minimumloon per maand, bedoeld in artikel 8, eerste lid, onderdeel a, van de Wet minimumloon of, indien het een werknemer jonger dan 23 jaar betreft, het voor zijn leeftijd geldende minimumloon per maand, bedoeld in artikel 7, derde lid van de genoemde wet, beide vermeerderd met de daarover berekende vakantietoeslag, bedoeld in artikel 15 van die wet;

    • n.

      niet-uitkeringsgerechtigde: personen als bedoeld in de WWB, artikel 6 onder a, woonachtig in Gemeente Roermond;

    • o.

      uitkeringsgerechtigden: personen die een uitkering op grond van de Wet Werk en Bijstand, IOAW of IOAZ van de Gemeente Roermond ontvangen;

    • p.

      uitvoerende organisatie: de organisatie die de voorziening detachering en de werkervaringsbanen uitvoert voor de gemeente Roermond;

    • q.

      uitvoeringsbesluit: dit uitvoeringsbesluit gesubsidieerde arbeid 2009;

    • r.

      verordening: de reïntegratieverordening Wet Werk en Bijstand van de Gemeente Roermond;

    • s.

      voorziening: een voorziening, bedoeld in artikel 7 eerste lid onder a van de wet, de verordening en het beleidsplan als bedoeld in artikel 3 eerste lid van de verordening;

    • t.

      werkervaringsbaan: een voorziening, als bedoeld in artikel 13, eerste lid waarbij de kandidaat in dienst is van de uitvoerende organisatie en werkzaamheden verricht met als doel werkervaring op te doen om de afstand naar de arbeidsmarkt te verkleinen.

    • u.

      werkgever: een natuurlijk persoon of rechtspersoon die op basis van een arbeidsovereenkomst, als bedoeld in artikel 7:610 van het Burgerlijk Wetboek, of een publiekrechtelijke aanstelling, loon verstrekt aan de persoon die arbeid verricht;

    • v.

      werknemer: de persoon die op basis van een arbeidsovereenkomst arbeid tegen loon verricht;

    • w.

      werknemers in gesubsidieerde arbeid: werknemers als bedoeld in artikel 10, tweede lid van de wet;

    • x.

      de wet: de Wet werk en bijstand;

Hoofdstuk 2 Voorzieningen

Artikel 2 Doelgroep

De doelgroep van dit besluit betreft die persoon, voor wie de Gemeente Roermond heeft vastgesteld dat de voorziening noodzakelijk is voor arbeidsinschakeling, en die:

  • 1.

    uitkeringsgerechtigde is, zoals beschreven in artikel 1, tweede lid, onderdeel o van dit besluit;

    of

  • 2.

    niet-uitkeringsgerechtigde is, zoals beschreven in artikel 1, tweede lid, onderdeel n van dit besluit, en jonger dan 23 jaar is;

    of

  • 3.

    kandidaat in detachering is, zoals beschreven in artikel 1, tweede lid, onderdeel j van dit besluit;

    of

  • 4.

    kandidaat in werkervaringsbaan is, zoals beschreven in artikel 1, tweede lid, onderdeel k van dit besluit.

Artikel 3 Loonkostensubsidie

  • 1. De Gemeente Roermond kan een voorziening, in de vorm van een loonkostensubsidie, inzetten om de werkgever te stimuleren uitkeringsgerechtigden, niet-uitkeringsgerechtigden, kandidaten in detachering of kandidaten in werkervaringsbaan een arbeidsovereenkomst aan te bieden.

  • 2. De Gemeente Roermond verleent de loonkostensubsidie, als bedoeld in het eerste lid, aan de werkgever die een arbeidsovereenkomst aangaat met een persoon als bedoeld in artikel 2, mits voldaan wordt aan de voorwaarden genoemd in artikel 6.

Artikel 4 Hoogte van de subsidie

De loonkostensubsidie, als bedoeld in artikel 3 bedraagt;

  • a)

    € 500,- per maand voor een dienstbetrekking van minimaal 36 uur per week,

    waarbij de totale loonkostensubsidie per kandidaat per werkgever maximaal € 3000,- kan bedragen.

  • b)

    € 400,- per maand voor een dienstbetrekking van 28 tot 36 uur per week;

    waarbij de totale loonkostensubsidie per kandidaat per werkgever maximaal € 2400,- kan bedragen.

  • c)

    € 300,- per maand voor een dienstbetrekking van 20 tot 28 uur per week;

    waarbij de totale loonkostensubsidie per kandidaat per werkgever maximaal € 1800,- kan bedragen.

  • d)

    € 150,- per maand voor een dienstbetrekking van 12 tot 20 uur per week.

    waarbij de totale loonkostensubsidie per kandidaat per werkgever maximaal € 900,- kan bedragen.

Artikel 5 Duur van de subsidie

  • 1. De duur van de loonkostensubsidie is niet langer dan de duur van de arbeidsovereenkomst.

  • 2. De duur van de loonkostensubsidie is maximaal zes maanden.

  • 3. De loonkostensubsidie wordt in tijdvakken van een maand toegekend aan de werkgever door de Gemeente Roermond.

Artikel 6 Voorwaarden van de subsidie

  • 1. De werkgever en de kandidaat gaan een arbeidsovereenkomst aan met een minimale duur van zes maanden.

  • 2. De kandidaat voor wie loonkostensubsidie wordt aangevraagd, behoort in de periode direct voorafgaand aan de aanvang van de arbeidsovereenkomst tot de doelgroep als benoemd in artikel 2.

  • 3. Voor de kandidaat die behoort tot de doelgroep als benoemd in artikel 2, tweede lid, moet de Gemeente Roermond voor aanvang van de dienstbetrekking hebben vastgesteld dat de voorziening, in artikel 3 van het besluit, noodzakelijk is om arbeidsinschakeling van de kandidaat in een reguliere dienstbetrekking te realiseren.

  • 4. In de arbeidsovereenkomst is de duur van de arbeidsovereenkomst vastgelegd en duidelijk en eenduidig vastgelegd hoeveel uur de kandidaat arbeid dient te verrichten.

Artikel 7 Verplichtingen verbonden aan de aanvraag van de subsidie

  • 1. De aanvraag van de loonkostensubsidie wordt schriftelijk ingediend binnen een maand na de aanvang van de arbeidsovereenkomst.

  • 2. De aanvraag als bedoeld in het eerste lid wordt vergezeld van een door kandidaat en werkgever ondertekende arbeidsovereenkomst met een minimale duur van zes maanden.

  • 3. De Gemeente Roermond stelt de loonkostensubsidie, genoemd in artikel 3, vast nadat de periode van 6 maanden is verstreken. De werkgever overlegt hiertoe een kopie van de loonspecificaties van de kandidaat van de periode waarop loonkostensubsidie betrekking heeft.

Artikel 8 Detachering

  • 1. De Gemeente Roermond kan een voorziening, in de vorm van detachering, inzetten om de werkervaring van uitkeringsgerechtigden, niet-uitkeringsgerechtigden, of kandidaten in een werkervaringsbaan te vergroten, met als doel uitstroom uit de reguliere arbeid te verkrijgen.

  • 2. Bij detachering is de kandidaat in dienst van de uitvoerende organisatie en verricht werkzaamheden tegen een inleenvergoeding, met als doel uitstroom naar reguliere arbeid te verkrijgen.

  • 3. De Gemeente Roermond zet de detachering, zoals genoemd in het tweede lid, in voor een persoon als bedoeld in artikel 2 eerste, tweede of vierde lid.

  • 4. De Gemeente Roermond wijst een organisatie aan die als uitvoerende organisatie optreedt bij de voorziening detachering.

Artikel 9 Hoogte van de vergoeding voor detachering

  • 1. De Gemeente Roermond betaalt de uitvoerende organisatie een vergoeding voor de detachering, mits voldaan is aan de voorwaarden zoals benoemd in artikel 11.

  • 2. De vergoeding van de detachering, als benoemd in het eerste lid, is het loon plus de verplichte werkgeverslasten minus de inleenvergoeding.

  • 3. De Gemeente Roermond vergoedt de uitvoerende organisatie de aanvulling aan de kandidaat die de uitvoerende organisatie aan de kandidaat heeft verstrekt voor de uitvoering van artikel 11, derde lid.

Artikel 10 Duur van de vergoeding voor detachering

  • 1. De duur van de vergoeding voor detachering is maximaal een jaar per kandidaat.

  • 2. De gemeente Roermond kan de duur van de vergoeding met één maal maximaal één jaar per kandidaat verlengen.

  • 3. De uitvoerende organisatie dient de aanvraag voor verlenging van de vergoeding van detachering, minimaal 2 maanden voor het einde van de arbeidsovereenkomst met de kandidaat, in bij de gemeente Roermond.

  • 4. De uitvoerende organisatie geeft bij de aanvraag, als bedoeld in het derde lid, gemotiveerd aan waarom de verlenging van detachering voor deze kandidaat noodzakelijk is als middel voor arbeidsinschakeling in een reguliere dienstbetrekking.

  • 5. De Gemeente Roermond beoordeelt of verlenging van de vergoeding voor detachering noodzakelijk is en kent in die gevallen een verlenging toe.

  • 6. De vergoeding voor de detachering wordt niet langer verstrekt dan de duur van de arbeidsovereenkomst van de kandidaat.

  • 7. De vergoeding voor detachering wordt in tijdvakken van een maand toegekend aan de uitvoerende organisatie door de Gemeente Roermond.

Artikel 11 Voorwaarden van de vergoeding voor detachering

  • 1. De uitvoerende organisatie en de kandidaat gaan een arbeidsovereenkomst aan met een minimale duur van zes maanden.

  • 2. De kandidaat, genoemd in het eerste lid, behoort in de periode direct voorafgaand aan de aanvang van de arbeidsovereenkomst tot de doelgroep, als benoemd in artikel 2, eerste, tweede of vierde lid, en wordt door de Gemeente Roermond voorgedragen aan de uitvoerende organisatie.

  • 3. In de arbeidsovereenkomst is de duur van de arbeidsovereenkomst vastgelegd en duidelijk en eenduidig vastgelegd hoeveel uur de kandidaat verplicht wordt arbeid te verrichten en tegen welk loon.

  • 4. De uitvoerende organisatie betaalt 100% van het minimumloon aan de kandidaat.

  • 5. De uitvoerende organisatie sluit een inleenovereenkomst voor de individuele kandidaat met een inlenende organisatie.

  • 6. In de inleenovereenkomst is het aantal uur en de termijn beschreven dat de kandidaat arbeid voor de inlenende werkgever verricht.

  • 7. De uitvoerende organisatie heft een tarief, de inleenvergoeding, bij de inlenende werkgever.

  • 8. De uitvoerende organisatie heft in het eerste jaar een inleenvergoeding van 30% van het minimumloon.

  • 9. Indien de arbeidsovereenkomst met de uitvoerende organisatie voor de duur van een jaar verlengd is, conform artikel 10 tweede lid, heft de uitvoerende organisatie een inleenvergoeding van 50 % van het minimumloon.

  • 10. Voor die kandidaat die werkzaam is in een fulltime dienstbetrekking en die samenwoont als echtpaar of anderszins een gezamenlijke huishouding voert, als genoemd in artikel 3 WWB, en van wie de minst verdienende partner geen recht heeft op teruggave van de algemene heffingskorting, als genoemd in de Wet Inkomstenbelasting 2001, vult de uitvoerende organisatie het inkomen aan, zodat de kandidaat het recht op uitkering op grond van de wet, IOAW of IOAZ verliest.

  • 11. De uitvoerende organisatie kan ondersteuning aan de kandidaat bieden bij het verbeteren van de kwalificaties voor de arbeidsmarkt.

  • 12. De Gemeente Roermond kan aanvullende afspraken maken met de uitvoerende organisatie over de ondersteuning van de kandidaat bij het verbeteren van de arbeidsmarkt kwaliteiten.

Artikel 12 Verplichtingen verbonden aan de aanvraag voor de vergoeding voor detachering

  • 1. De aanvraag voor de vergoeding voor detachering wordt schriftelijk ingediend binnen een maand na de aanvang van de arbeidsovereenkomst.

  • 2. De aanvraag als bedoeld in het eerste lid wordt vergezeld van een door de uitvoerende organisatie en de kandidaat ondertekende arbeidsovereenkomst.

  • 3. De uitvoerende organisatie verstrekt aan het einde van de dienstbetrekking, uiterlijk 2 maanden na beëindiging van de dienstbetrekking, per kandidaat een schriftelijke eindafrekening, waarin minimaal opgenomen de loonkosten en de begin- en einddatum van het dienstverband en de al door de gemeente verstrekte vergoedingen voor de detachering.

  • 4. De uitvoerende organisatie verstrekt aan het einde van het kalenderjaar, uiterlijk vóór 1 april van het daaropvolgende kalenderjaar een goedkeurende accountantsverklaring waaruit blijkt dat het uitvoeringsbesluit door de uitvoerende organisatie correct is uitgevoerd.

Artikel 13 Werkervaringsbanen

  • 1. De Gemeente Roermond kan een voorziening, in de vorm van een werkervaringsbaan, inzetten om de werkervaring van uitkeringsgerechtigden te vergroten, met als doel de afstand tot de arbeidsmarkt te verkleinen.

  • 2. Bij de werkervaringsbaan is de kandidaat in dienst van de uitvoerende organisatie met als doel de kandidaat de gelegenheid te bieden om werkervaring op te doen.

  • 3. De Gemeente Roermond zet de werkervaringsbaan, zoals genoemd in het tweede lid, in voor een persoon als bedoeld in artikel 2, eerste lid, en wordt door de Gemeente Roermond voorgedragen aan de uitvoerende organisatie.

Artikel 14 Hoogte van de vergoeding voor werkervaringsbaan

  • 1. De Gemeente Roermond wijst een organisatie aan die als uitvoerende organisatie optreedt bij de voorziening werkervaringsbaan.

  • 2. De vergoeding van de werkervaringsbanen is een bedrag dat de uitvoerende organisatie en de gemeente jaarlijks overeenkomen.

  • 3. De vergoeding voor de werkervaringsbaan wordt in tijdvakken van een maand toegekend aan de uitvoerende organisatie door de Gemeente Roermond.

  • 4. Indien de uitvoerende organisatie een vergoeding aan de kandidaat verstrekt voor de uitvoering van artikel 16, achtste lid, kan de uitvoerende organisatie deze kosten declareren bij de gemeente.

Artikel 15 Duur van de vergoeding voor werkervaringsbaan

  • 1. De duur van de vergoeding voor de werkervaringsbaan is maximaal een jaar per kandidaat.

  • 2. De vergoeding voor de werkervaringsbaan wordt niet langer verstrekt dan de duur van de arbeidsovereenkomst van de kandidaat.

Artikel 16 Voorwaarden van de vergoeding voor werkervaringsbaan

  • 1. De uitvoerende organisatie en de kandidaat gaan een arbeidsovereenkomst aan met een minimale duur van zes maanden.

  • 2. De kandidaat, genoemd in het eerste lid, behoort in de periode direct voorafgaand aan de aanvang van de arbeidsovereenkomst tot de doelgroep, als benoemd in artikel 2 eerste lid, en wordt door de Gemeente Roermond voorgedragen aan de uitvoerende organisatie.

  • 3. In de arbeidsovereenkomst is de duur van de arbeidsovereenkomst vastgelegd en duidelijk en eenduidig vastgelegd hoeveel uur de kandidaat verplicht wordt arbeid te verrichten en tegen welk loon.

  • 4. De uitvoerende organisatie betaalt 100% van het minimumloon aan de kandidaat.

  • 5. De uitvoerende organisatie ondersteunt de kandidaat bij het verbeteren van de kwalificaties voor de arbeidsmarkt.

  • 6. De uitvoerende organisatie kan een inleenovereenkomst sluiten ten behoeve van de individuele kandidaat met een inlenende organisatie.

  • 7. In de inleenovereenkomst is het aantal uur en de termijn beschreven dat de kandidaat arbeid voor de inlenende werkgever verricht.

  • 8. Voor die kandidaat die werkzaam is in een fulltime dienstbetrekking en die samenwoont als echtpaar of anderszins een gezamenlijke huishouding voert, als genoemd in artikel 3 WWB, en van wie de minst verdienende partner geen recht heeft op teruggave van de algemene heffingskorting, als genoemd in de Wet Inkomstenbelasting 2001, vult de uitvoerende organisatie het inkomen aan, zodat de kandidaat het recht op uitkering op grond van de wet, IOAW of IOAZ verliest.

Artikel 17 Verplichtingen verbonden aan de aanvraag voor de vergoeding voor de werkervaringsbaan

  • 1. De aanvraag voor de vergoeding voor werkervaringsbaan wordt schriftelijk ingediend binnen een maand na de aanvang van de arbeidsovereenkomst.

  • 2. De aanvraag als bedoeld in het eerste lid wordt vergezeld van een door de uitvoerende organisatie en de kandidaat ondertekende arbeidsovereenkomst.

  • 3. De uitvoerende organisatie verstrekt aan het einde van de dienstbetrekking, uiterlijk 2 maanden na beëindiging van de dienstbetrekking, per kandidaat een schriftelijke eindafrekening, waarin minimaal opgenomen, de loonkosten en de begin- en einddatum van het dienstverband en de al door de gemeente verstrekte vergoedingen voor de werkervaringsbaan.

  • 4. De uitvoerende organisatie verstrekt aan het einde van het kalenderjaar, uiterlijk vóór 1 april van het daaropvolgende kalenderjaar een goedkeurende accountantsverklaring waaruit blijkt dat het uitvoeringsbesluit door de uitvoerende organisatie correct is uitgevoerd.

Artikel 18 Scholingsmogelijkheden bij detachering en werkervaringsbaan.

  • 1. De gemeente Roermond kan de uitvoerende organisatie een vergoeding verstrekken voor scholingskosten van de kandidaat die deelneemt aan de voorziening benoemt in artikel 8, artikel 13, artikel 20 of artikel 21.

  • 2. De uitvoerende organisatie dient de aanvraag voor de vergoeding van scholingkosten vooraf schriftelijk in bij de gemeente Roermond.

  • 3. De uitvoerende organisatie motiveert bij haar aanvraag waarom de scholingsactiviteiten noodzakelijk zijn om de uitstroom naar een niet gesubsidieerde dienstbetrekking te realiseren.

  • 4. Bij de aanvraag is een scholingsplan opgenomen en worden scholingskosten begroot.

  • 5. De gemeente Roermond beoordeelt de aanvraag en beoordeelt of de scholing noodzakelijk is voor de kandidaat.

Hoofdstuk 3 Overgangsbepaling

Artikel 19 Overgangsbepaling voormalige ID

  • 1. De Gemeente Roermond kan een loonkostensubsidie ten behoeve van een werknemer verlenen aan die werkgever die op 31 december 2005 een loonkostensubsidie reeds ontving voor deze werknemer op grond van de beleidsregels in- en doorstroombanen WWB-1.

  • 2. Voor de werknemer, genoemd in het eerste lid, die geboren is vóór 1 januari 1946 wordt de loonkostensubsidie, genoemd in het eerste lid, aan de werkgever verleend totdat de werknemer de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt.

  • 3. De loonkostensubsidie als benoemd in het eerste lid wordt stopgezet op het moment dat de arbeidsovereenkomst tussen de werkgever en de werknemer, benoemd in het eerste lid, eindigt.

    • a)

      De hoogte van de onder het eerste lid genoemde loonkostensubsidie is het brutoloon tot maximaal:

      • ·

        103% van het WML in het eerste jaar van het dienstverband; en

      • ·

        115% van het WML in de drie daarop volgende jaren; en

      • ·

        120% van het WML na het vierde jaar van het dienstverband;

      • ·

        130% van het WML voor werknemers in een doorstroombaan.

    • b)

      Naast de onder sub a genoemde bedragen ontvangt de werkgever een subsidie voor de werkgeverslasten. Deze bedraagt maximaal 15% van het door de werknemer ontvangen bruto jaarsalaris vermeerderd met de vakantietoeslag en een eventueel ontvangen eenmalige uitkering. De werkgeverslasten dienen bij de eindafrekening door de werkgever gedeclareerd te worden.

  • 5. De vergoeding voor de aanvullende kosten bedraagt ieder jaar een forfaitair bedrag van € 455,- . Hiervoor hoeft geen afrekening plaats te vinden.

  • 6. Naast de forfaitaire vergoeding van € 455,- voor de aanvullende kosten kan ieder jaar op declaratiebasis maximaal verstrekt worden:

    • ·

      € 455,- voor scholingkosten. Het gaat hierbij om kwalificerende scholing waarvoor de werkgever geen eigen middelen ter beschikking staan voor scholing en personeel; en

    • ·

      € 680,- voor begeleidingskosten. Hiervoor dient in overleg met de plaatsingsconsulent een begeleidingsplan opgesteld te worden dat ondertekend wordt door de werknemer, de plaatsingsconsulent en de begeleider op de werkplek.

  • 8. De gemeente Roermond verstrekt op declaratiebasis een aanvullende subsidie in verband met een door een werkgever verstrekte onregelmatigheidstoeslag aan een werknemer.

  • 9. De subsidie kan geweigerd worden indien:

    • a)

      het brutoloon dat een werknemer in een voormalige instroombaan ontvangt meer bedraagt dan 130 % van het wettelijk minimumloon is;

    • b)

      het brutoloon dat een werknemer in een voormalige doorstroombaan ontvangt meer bedraagt dan 150 % van het wettelijk minimumloon is.

  • 10. De werkgever verstrekt aan het einde van het kalenderjaar, uiterlijk vóór 1 maart van het daaropvolgende kalenderjaar, per kandidaat een schriftelijke jaaropgave, waarin opgenomen een specificatie van het aantal gewerkte uren, de loonkosten en de begin- en einddatum van het dienstverband te zien zijn.

  • 11. De werkgever levert tevens aan het einde van het kalenderjaar, uiterlijk vóór 1 maart van het daaropvolgende kalenderjaar, het door de Gemeente Roermond verstrekte declaratieformulier, voorzien van de gevraagde bewijsstukken, in bij de Gemeente Roermond. Dit declaratieformulier dient vergezeld te zijn van een accountantsverklaring.

Artikel 20 Overgangsbepaling voormalige WIW-ers

  • 1. De Gemeente Roermond kan een loonkostensubsidie ten behoeve van een werknemer verstrekken aan die werkgever die op 31 december 2005 reeds een loonkostensubsidie ontving voor de werknemer die in een WIW-dienstbetrekking werkzaam is voor de Westrom.

  • 2. Voor de werknemer, genoemd in het eerste lid, die geboren is vóór 1 januari 1946 wordt de loonkostensubsidie, genoemd in het eerste lid, aan de werkgever verleend totdat de werknemer de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt.

  • 3. De loonkostensubsidie als benoemd in het eerste lid wordt stopgezet op het moment dat de arbeidsovereenkomst tussen de werkgever en de werknemer, benoemd in het eerste lid, eindigt. Arbeidsovereenkomsten tussen de werkgever en werknemer die elkaar binnen 2 dagen opvolgen, worden binnen deze regeling als één arbeidsovereenkomst beschouwd. Bij de verlenging van de arbeidsovereenkomst geeft de gemeente vooraf goedkeuring aan de uitvoeringsorganisatie.

  • 4. In de arbeidsovereenkomst is de duur van de arbeidsovereenkomst vastgelegd en duidelijk en eenduidig vastgelegd hoeveel uur de kandidaat verplicht wordt arbeid te verrichten en tegen welk loon.

  • 5. De werkgever verstrekt aan het einde van het kalenderjaar, uiterlijk vóór 1 april van het daaropvolgende kalenderjaar, per kandidaat een schriftelijke jaaropgave, waarin een specificatie van het aantal uren, de loonkosten en de begin- en einddatum van het dienstverband te zien zijn. Tevens wordt een kopie van de detacheringovereenkomst overlegd.

Artikel 21

  • 1. De gemeente Roermond kan de loonkostensubsidie verstrekken voor die dienstverbanden die zijn gestart door de voormalige gemeente Swalmen op grond van het Voorwaardenbesluit Subsidieregeling In- en doorstroombanen voor langdurig werklozen.

  • 2. De gemeente Roermond kan de kosten van gesubsidieerde arbeid financieren voor de dienstverbanden die de voormalige gemeente Swalmen heeft ingezet in het kader van de Wet Inschakeling Werkzoekenden

  • 3. De gemeente Roermond verstrekt de loonkostensubsidie, zoals genoemd in het eerste lid van dit artikel, of financiert de kosten voor de dienstverbanden, zoals genoemd in het tweede lid van dit artikel, voor die dienstverbanden die vóór 1 januari 2007 zijn aangegaan.

  • 4. De loonkostensubsidie, zoals genoemd in het eerste lid of de financiering voor de kosten zoals genoemd in het tweede lid, wordt stopgezet op het moment dat het dienstverband, genoemd in het eerste of tweede lid, eindigt.

  • 5. De loonkostensubsidie, zoals genoemd in het eerste lid of de financiering voor de kosten zoals genoemd in het tweede lid, wordt voortgezet totdat de werknemer 65 jaar is, indien de werknemer van het dienstverband, zoals benoemd in het eerste of tweede lid, op 1 januari 2006 60 jaar of ouder was.

  • 6. Op de loonkostensubsidie, zoals benoemd in het eerste lid van dit artikel, zijn artikel 19, vijfde tot en met elfde lid van dit besluit alsmede artikel 22, 23 en 24 van toepassing.

  • 7. Op de financiering van de kosten, zoals genoemd in het tweede lid van dit artikel zijn artikel 20 vierde lid tot en met zesde lid van dit besluit van toepassing alsmede artikel 22, 23 en 24 van dit besluit.

Hoofdstuk 4 Wijze van betaling en terugvordering

Artikel 22 Wijze van betaling

  • 1. Na vaststelling, als genoemd in artikel 7 derde lid, stelt de Gemeente Roermond de loonkostensubsidie, genoemd in artikel 3, betaalbaar nadat de periode van 6 maanden is verstreken.

  • 2. De Gemeente Roermond verstrekt op de vergoeding van detachering genoemd in artikel 8, de vergoeding van de werkervaringsbaan genoemd in artikel 13 en de vergoeding van de gesubsidieerde arbeid genoemd in 20 en 21, maandelijks een voorschot.

  • 3. De Gemeente Roermond verstrekt de werkgever op de loonkostensubsidie, genoemd in artikel 19, vijfde lid onder a, maandelijks een voorschot.

  • 4. De Gemeente Roermond verstrekt de uitvoerende organisatie een vergoeding voor de aanvulling als genoemd in artikel 11, tiende lid en artikel 16, achtste lid, na declaratie van een specificatie van de kosten van de aanvulling per kandidaat.

Artikel 23 Terugvordering

  • 1. De Gemeente Roermond kan de loonkostensubsidie, benoemd in artikel 3, terugvorderen of verrekenen indien de Gemeente Roermond constateert dat aan de voorwaarden als genoemd in artikel 6 of artikel 24 niet voldaan wordt.

  • 2. De Gemeente Roermond kan de vergoeding voor detachering, benoemd in artikel 8, terugvorderen, verrekenen of weigeren indien de Gemeente Roermond constateert dat aan de voorwaarden als genoemd in artikel 11 of artikel 24 niet voldaan is.

  • 3. De gemeente Roermond kan de vergoeding voor de werkervaringbaan, benoemd in artikel 13 terugvorderen, verrekenen of weigeren indien de Gemeente Roermond constateert dat aan de voorwaarden als genoemd in artikel 17 of artikel 24 niet voldaan is.

  • 4. De gemeente Roermond kan de vergoeding, benoemd in artikel 19 terugvorderen, verrekenen of weigeren indien de Gemeente Roermond constateert dat aan de voorwaarden als genoemd in artikel 19 of artikel 24 niet voldaan is.

  • 5. De gemeente Roermond kan de loonkostensubsidie, benoemd in artikel 20 terugvorderen, verrekenen of weigeren indien de Gemeente Roermond constateert dat aan de voorwaarden als genoemd in artikel 20 of artikel 24 niet voldaan is.

Hoofdstuk 5 Informatieverstrekking

Artikel 24 Informatieverstrekking

  • 1. De werkgever en de uitvoerende organisatie verstrekken, al dan niet op verzoek van de gemeente, de gemeente schriftelijk relevante wijzigingen, die van invloed zijn of kunnen zijn op de bevoorschotting of de vergoeding.

  • 2. De werkgever en de uitvoerende organisatie melden schriftelijk aan de gemeente de beëindiging van de arbeidsovereenkomst binnen 10 dagen na beëindiging van de arbeidsovereenkomst.

Hoofdstuk 6 Slotbepalingen

Artikel 25 Onvoorziene gevallen

In gevallen, de uitvoering van dit uitvoeringsbesluit betreffende, waarin dit uitvoeringsbesluit niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders.

Artikel 26 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1. Dit uitvoeringsbesluit kan worden aangehaald als uitvoeringsbesluit gesubsidieerde arbeid 2009.

  • 2. Dit uitvoeringsbesluit treedt met terugwerkende kracht vanaf 1-1-2009 in werking. Met de inwerkingtreding van dit besluit wordt het uitvoeringsbesluit gesubsidieerde arbeid 2007 ingetrokken.

Toelichting uitvoeringsbesluit loonkostensubsidie

Algemeen

In dit uitvoeringsbesluit zijn drie vormen van gesubsidieerde arbeid opgenomen. Een vorm van loonkostensubsidie aan de werkgevers, gesubsidieerde arbeid in de vorm van detachering en gesubsidieerde arbeid in de vorm van een werkervaringsbaan. Daarnaast is in dit besluit een overgangsbepaling opgenomen voor de loonkostensubsidie van de voormalige ID en WIW banen in Roermond.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit artikel zijn de begrippen die in dit besluit gebruikt worden verduidelijkt of gedefinieerd.

Hoofdstuk 2 Voorziening

Artikel 2 Doelgroep

In dit artikel is de doelgroep van het besluit beschreven. De voorzieningen in dit uitvoeringsbesluit kunnen worden ingezet voor uitkeringsgerechtigden en niet-uitkeringsgerechtigde jongeren uit de Gemeente Roermond. De voorzieningen kunnen ook worden ingezet voor de personen die een dienstbetrekking hebben met de uitvoerende organisatie uit een voorziening van detachering of werkervaringsbaan op basis van dit besluit. De voorzieningen hebben ten doel de personen onafhankelijk van de uitkering te maken of te voorkomen dat personen afhankelijk van de uitkering worden. De Gemeente Roermond heeft van de doelgroep vastgesteld dat de inzet van deze voorzieningen noodzakelijk is voor de arbeidsinschakeling van deze doelgroep.

De doelgroep is in vier delen opgesplitst; uitkeringsgerechtigden en niet-uitkeringsgerechtigden, kandidaten in een detacheringsvoorziening en kandidaten in een werkervaringsbaan. De uitkeringsgerechtigden dienen een uitkering van de Gemeente Roermond te ontvangen op grond van de Wet Werk en Bijstand of op grond van de IOAW en IOAZ. De gemeente Roermond heeft vastgesteld dat de inzet van de voorzieningen in dit besluit noodzakelijk zijn voor de inschakeling van arbeid of om uit de uitkering te stromen.

De niet-uitkeringsgerechtigden zijn personen als benoemd in artikel 6 onder a WWB. De voorzieningen in dit besluit kunnen alleen worden ingezet voor niet- uitkeringsgerechtigden jonger dan 23 jaar. De Gemeente Roermond kan trajecten in zetten om jongeren te helpen bij de arbeidsinschakeling. Bovendien dient de Gemeente Roermond te hebben vastgesteld dat een voorziening als bedoeld in dit besluit noodzakelijk is voor de arbeidsinschakeling van deze persoon. Als de jongere partieel of volledig leerplichtig is, moet voor de inzet van de voorziening vrijstelling worden aangevraagd bij de leerplichtambtenaren.

De Gemeente Roermond kan deze voorziening uitsluitend inzetten voor niet-uitkeringsgerechtigde jongeren die op het moment van aanvraag van dienstbetrekking inwoner zijn van de Gemeente Roermond. De inzet van de voorziening voor deze persoon heeft ten doel te voorkomen dat de jongere in de toekomst een beroep doet op de uitkering.

Loonkostensubsidie

Artikel 3

De werkgever kan een loonkostensubsidie ontvangen bij in het in dienst nemen van een uitkeringsgerechtigde, niet-uitkeringsgerechtigde en voor de kandidaten die een dienstbetrekking hebben in het kader van de detacheringsvoorziening of werkervaringsbaan. De loonkostensubsidie is een prikkel om het voor werkgevers aantrekkelijker te maken een uitkeringsgerechtigde of een niet-uitkeringsgerechtigde, in dienst te nemen. Uitkeringsgerechtigden kunnen een langere afstand tot de arbeidsmarkt hebben en werkgevers zijn daardoor soms wat terughoudend deze personen in dienst te nemen. Een arbeidsovereenkomst kan tot resultaat hebben dat de uitkeringsgerechtigde uit de uitkering stroomt. Voor niet-uitkeringsgerechtigden is het een middel om uitkeringsafhankelijkheid te voorkomen.

Binnen deze arbeidsovereenkomst heeft de uitkeringsgerechtigde of niet-uitkeringsgerechtigde de gelegenheid om werkervaring op te doen en de mogelijkheid om zijn kwalificaties voor de arbeidsmarkt te verbeteren. Omdat de uitkeringsgerechtigden en de niet-uitkeringsgerechtigden een grotere afstand tot de arbeidsmarkt hebben, zullen zij naar verwachting een langere inwerkperiode nodig hebben en in het begin een lagere productiviteit hebben. De loonkostensubsidie kan de werkgever compenseren voor deze extra kosten.

Ook personen die in de periode direct voorafgaande aan de dienstbetrekking een detachering of werkervaringbaan vervulde, komen in aanmerking voor de loonkostensubsidie. Dit om de personen te laten doorstromen van gesubsidieerde arbeid naar reguliere arbeid.

Artikel 4 Hoogte van de subsidie

In dit artikel is de hoogte van de loonkostensubsidie vastgelegd. Er is gekozen om een forfaitair bedrag vast te stellen omdat dit duidelijk is. Daarnaast vereist een forfaitair bedrag geen extra berekeningen in de uitvoering die afhankelijk zijn van variabelen als hoogte van de uitkering of loon.

Voor een arbeidsovereenkomst waarbij de kandidaat minimaal 36 uur per week werkt, ontvangt de werkgever 500 euro subsidie per maand.

De hoogte van loonkostensubsidie is ongeveer een derde van de loonkosten die een werkgever heeft voor een medewerker van 23 jaar of ouder die voltijd werkt.

Voor arbeidsovereenkomst die minder dan 36 uur maar meer dan 28 uur per week bedraagt, is de loonkostensubsidie 400 Euro per maand.

Bij een arbeidsovereenkomst waarin de kandidaat minder dan 28 uur maar meer dan 20 uur per week werkzaam is, bedraagt de loonkostensubsidie 300 euro per maand.

Bij een arbeidsovereenkomst van minder dan 20 uur en meer dan 12 uur, zal de loonkostensubsidie 150 euro bedragen.

Voor een arbeidsovereenkomst waarin minder dan 12 uur wordt gewerkt zal geen loonkostensubsidie verstrekt worden.

Artikel 5 Duur van de subsidie

In dit artikel wordt de duur van de subsidie beschreven. De loonkostensubsidie wordt voor maximaal 6 maanden verstrekt.

Op het moment dat de arbeidsovereenkomst met de werknemer verbroken wordt binnen 6 maanden dan zal de loonkostensubsidie worden stopgezet. De loonkostensubsidie wordt naar rato van het aantal gewerkte maanden toegekend.

De betaling van de loonkostensubsidie zal na afloop van de 6 maandenperiode plaatsvinden. Blijkt achteraf dat de arbeidsovereenkomst korter dan 6 maanden heeft geduurd, dan zal de loonkostensubsidie naar rato worden toegekend.

De loonkostensubsidie wordt per maand verstrekt. De totale loonkostensubsidie zal altijd een veelvoud zijn een geheel getal. De loonkostensubsidie kan niet eerder stopgezet worden dan de eerste dag nadat de periode van een hele maand verstreken is. Bijvoorbeeld indien een arbeidsovereenkomst halverwege een periode van een maand verbroken wordt, zal de subsidie niet eerder stopgezet worden dan na afloop van deze maand.

Niet elke arbeidsovereenkomst vangt op de eerste dag van de kalenderdag aan, om te voorkomen dat door de systematiek te veel subsidie wordt verstrekt, is er een maximum subsidiebedrag per kandidaat vastgelegd.

Artikel 6 Voorwaarden van de subsidie

In dit artikel zijn de voorwaarden voor de loonkostensubsidie vastgelegd. Om in aanmerking te komen voor de loonkostensubsidie moet de werkgever een arbeidsovereenkomst aangaan met een uitkeringsgerechtigde, een jongere niet-uitkeringsgerechtigde of een persoon die direct voorafgaande aan het dienstverband werkzaam was in gesubsidieerde arbeid.

Aan de loonkostensubsidie zijn verschillende voorwaarden verbonden.

De duur van de arbeidsovereenkomst dient minimaal 6 maanden te zijn. De kandidaat dient in de periode direct voorafgaand aan de aanvang van de arbeidsovereenkomst te behoren aan de doelgroep, genoemd in artikel 2.

Voor de niet-uitkeringsgerechtigden dient de Gemeente Roermond te hebben vastgesteld dat de voorziening noodzakelijk is voor arbeidsinschakeling van de persoon.

De kandidaat en werkgever hebben ten slotte een arbeidsovereenkomst, waarin duidelijk en eenduidig is vastgelegd hoeveel uur arbeid de kandidaat dient te verrichten.

Wijzigingen in de omstandigheden van de kandidaat gedurende periode van de arbeidsovereenkomst hebben geen invloed op het recht op loonkostensubsidie.

Artikel 7 Verplichtingen verbonden aan de subsidie

In dit artikel zijn de verplichtingen verbonden aan het recht op loonkostensubsidie vastgelegd. De aanvraag dient schriftelijk te worden ingediend binnen een maand na aanvang van het dienstverband en vergezeld te zijn van de arbeidsovereenkomst. De Gemeente Roermond stelt de loonkostensubsidie vast na afloop van de periode van 6 maanden en zal dan ook betalen. De werkgever overlegt daarvoor de loonspecificatie van de kandidaat voor de periode waarover de werkgever de loonkostensubsidie heeft aangevraagd.

Detachering

Artikel 8 Detachering

In dit artikel is opgenomen dat de gemeente Roermond een vergoeding voor de detachering kan verstrekken aan de uitvoerende organisatie voor de loonkosten van de kandidaat die deelneemt aan de voorziening.

Doel van de voorziening detachering is om uitkeringsgerechtigden, jongere niet-uitkeringsgerechtigde en kandidaten in een werkervaringsbaan de gelegenheid te bieden om werkervaring op te doen om zo de kans op uitstroom naar reguliere arbeid te vergroten. De uitvoerende organisatie streeft ernaar kandidaten bij die inlenende werkgevers te plaatsen waar de kans op reguliere arbeid groot is. Door gebruik van te maken van een detacheringconstructie loopt de inlenende werkgever weinig risico en kan deze daarnaast gebruik maken van de begeleiding en ondersteuning van de uitvoerende organisatie die de kandidaat in dienst heeft. Bij detachering wordt er voor de kandidaat altijd een inleenvergoeding verstrekt.

Voor kandidaten voor wie het noodzakelijk is, kan de gemeente, aansluitend aan de werkervaringsbaan, een vergoeding voor detachering in te zetten. Omdat deze personen een arbeidsovereenkomst hebben, behoren deze kandidaten niet tot de doelgroep zoals beschreven in artikel 2 eerste lid.

Artikel 2, vierde lid, omschrijft de kandidaten die in een werkervaringsbaan werkzaam zijn. Na de periode van de werkervaringsbaan kunnen zij in aanmerking komen voor detachering. Het college van burgemeester en wethouders is van mening dat detachering noodzakelijk is voor de arbeidsmarktkansen van de kandidaat. Dit betekent dat verbeteringen van de arbeidsmarktkwalificaties van de kandidaat door een jaar in een werkervaringsbaan zo groot zijn dat bij de start van detachering een inleenvergoeding van 30% van het minimumloon kan worden geheven. De uitvoerende organisatie zal veelal advies geven voor de inzet van detachering. Dit advies dient de uitvoerende organisatie, twee maanden voor de beëindiging van de werkervaringsbaan, schriftelijk te motiveren. De gemeente Roermond bepaalt of de detachering noodzakelijk is voor de kandidaat die een werkervaringsbaan heeft, direct voorafgaand aan de detachering. De vergoeding kan alleen worden verstrekt indien voldaan is aan de relevante voorwaarden beschreven in artikel 11.

Artikel 9 Hoogte van de vergoeding voor detachering

De Gemeente Roermond wijst de organisatie aan die als uitvoerende organisatie optreedt in een detacheringovereenkomst. Op dit moment is de Westrom de uitvoerende organisatie. Dit is vastgelegd in de gemeenschappelijke regeling Westrom. De uitvoerende organisatie ontvangt hiervoor een vergoeding.

De Gemeente Roermond betaalt een vergoeding voor detachering voor de uitvoerende partij.

De vergoeding is een bedrag ter hoogte van de kosten van het loon voor de kandidaat plus de bijbehorende verplichte werkgeverslasten. De werkgeverslasten zijn de verplichtingen op basis van de Wet op loonbelasting en de premies werknemersverzekeringen en de werkgeverslasten voor de zorgverzekeringswet die de werkgever over de loonkosten van de kandidaat dient te betalen. De uitvoerende organisatie heft een inleenvergoeding, deze inleenvergoeding zal volledig verrekend worden in de vergoeding voor detachering. De hoogte van de inleenvergoeding is 30% van het minimumloon. In het tweede jaar is de hoogte van de inleenvergoeding gelijk aan de helft van het wettelijk minimumloon dat voor de kandidaat geldt.

In dit besluit is alleen de vergoeding voor de loonkosten van de kandidaten opgenomen. De voorziening detachering gaat meestal samen met de trajectbegeleiding, plaatsing en een intake. De kosten voor deze aanvullingen zijn niet in het besluit opgenomen, maar worden afzonderlijk ingekocht en in rekening gebracht.

Artikel 10 Duur van de vergoeding voor detachering

In dit artikel is de duur van de vergoeding voor detachering opgenomen. De duur van de vergoeding is maximaal een jaar per kandidaat. Indien de kandidaat er bij gebaat is, kan de detachering een keer met maximaal een jaar verlengd worden. In totaal wordt de vergoeding voor detachering niet langer verstrekt dan een periode van 2 jaar. De uitvoerende organisatie dient de aanvraag voor verlenging minimaal twee maanden voor het einde van de arbeidsovereenkomst bij de Gemeente in. Een verlenging wordt toegekend op het moment dat verlenging volgens de Gemeente Roermond noodzakelijk is voor arbeidsinschakeling van de kandidaat naar een reguliere arbeidsovereenkomst. De Gemeente Roermond beoordeelt dit op basis van de motivatie van de uitvoerende organisatie.

De vergoeding voor detachering wordt stopgezet op het moment dat de arbeidsovereenkomst tussen de kandidaat en de uitvoerende organisatie afloopt dan wel wordt beëindigd.

De vergoeding voor detachering wordt in tijdvakken van een maand toegekend aan de uitvoerende organisatie door de Gemeente Roermond.

Om de uitvoering van het besluit eenvoudig te houden, is besloten de vergoeding van detachering per maand te verstrekken. De totale vergoeding voor detachering zal altijd een veelvoud zijn van een geheel getal. De vergoeding voor detachering kan niet eerder stopgezet worden dan de eerste dag nadat de periode van een hele maand verstreken is. Bijvoorbeeld indien een arbeidsovereenkomst halverwege de kalendermaand verbroken wordt, zal de vergoeding voor detachering niet eerder stopgezet worden dan na afloop van deze maand.

Artikel 11 Voorwaarden van de vergoeding voor detachering

In dit artikel zijn de voorwaarden opgenomen waaraan voldaan moet zijn om in aanmerking te komen voor de vergoeding. Ten eerste dient een arbeidsovereenkomst worden aangegaan voor minimaal 6 maanden.

De kandidaat dient in de periode direct voorafgaand aan de aanvang van de arbeidsovereenkomst te behoren aan de doelgroep, genoemd in artikel 2, eerste, tweede of vierde lid. Wijzigingen in de persoonlijke omstandigheden van de kandidaat gedurende periode van de arbeidsovereenkomst hebben geen invloed op het recht de vergoeding voor detachering.

Voor de niet-uitkeringsgerechtigden en kandidaten in een werkervaringsbaan dient de Gemeente Roermond bij aanvang van de arbeidsovereenkomst te hebben vastgesteld dat de voorziening noodzakelijk is voor arbeidsinschakeling van de persoon. De kandidaat en uitvoerende organisatie hebben ten slotte een arbeidsovereenkomst, waarin duidelijk en eenduidig is vastgelegd hoeveel uur arbeid de kandidaat dient te verrichten.

In de arbeidsovereenkomst is duidelijk en eenduidig vastgelegd hoeveel uur de werknemer verplicht wordt arbeid te verrichten. Ook is hierin het loon van de kandidaat vastgelegd.

De uitvoerende organisatie betaalt 100% van het voor de kandidaat geldende wettelijk minimumloon. Hierin is geen afwijkingsmogelijkheid. Het wettelijk minimumloon is te herleiden naar een uurloon. Indien minder wordt gewerkt zal het loon ook naar rato worden aangepast.

In dit artikel zijn ook de eisen voor een detacheringovereenkomst vastgelegd. De uitvoerende organisatie sluit een inleenovereenkomst of detacheringsovereenkomst met een inlenende organisatie.

De inleenovereenkomst heeft ten doel de verplichtingen tussen van de kandidaat ten opzichte van de inlenende werkgever vast te leggen, ook de verplichtingen tussen de uitvoerende organisatie en de inlenende organisatie zijn hierin vastgelegd.

In de inleenovereenkomst is omschreven wat de kandidaat bij de inlenende werkgever gaat doen en voor hoeveel uur. Ook de duur van de overeenkomst is vastgelegd.

De uitvoerende organisatie vraagt de inlenende werkgever een vergoeding te verstrekken voor de arbeid die de kandidaat verricht. Dit is de inleenvergoeding.

Aan de inlenende werkgever heft de uitvoerende organisatie een inleenvergoeding van 30% van het wettelijk minimumloon dat voor de kandidaat geldt. Indien de detachering met maximaal een jaar verlengd wordt, dan wordt de inleenvergoeding in het tweede jaar 50% van het minimumloon. De inleenvergoeding wordt naar rato aangepast aan het aantal uren van de dienstbetrekking.

Tenslotte is in dit artikel een verwijzing opgenomen naar de afspraken die de Gemeente Roermond aanvullend kan maken over de ondersteuning bij het verbeteren van kwalificaties voor de arbeidsmarkt. De voorziening detachering wordt bijna altijd aangevuld met afspraken over begeleiding om de kwalificaties voor de arbeidsmarkt te verbeteren. Dit is bijvoorbeeld de zogenaamde trajectbegeleiding. Deze afspraken maken geen onderdeel uit van dit besluit.

De kandidaat die, fulltime werkt in een detachering, maar ook samenwoont als echtpaar of anderszins een gezamenlijke huishouding voert, kan, in bepaalde situaties, een inkomen hebben dat lager ligt dan het sociaal minimum, waardoor het recht op een uitkering van de wet, IOAW of IOAZ kan blijven bestaan. De kandidaat kan het recht op de uitkering behouden, indien de partner van de kandidaat niet in aanmerking komt voor de algemene heffingskorting minstverdienende partner. Een belangrijke voorwaarde voor het recht op de algemene heffingskorting minst verdienende partner is dat de werkende partner een minimaal bedrag verdient. In 2007 is dit bedrag € 6.410,-. De kandidaat die in de laatste maanden van een kalenderjaar start in detachering, tegen het minimumloon, kan onder deze grens van € 6.410,- blijven. Zijn of haar partner komt dan dus niet in aanmerking voor de algemene heffingskorting, waardoor het gezinsinkomen beneden het minimum blijft en aanvulling noodzakelijk is. Om te voorkomen dat de kandidaat het recht op de uitkering behoudt, vult de uitvoerende organisatie het inkomen van de kandidaat aan, indien de minstverdienende partner geen recht heeft op de heffingskorting. De gemeente Roermond geeft in dit geval aan welk bedrag de uitvoerende organisatie moet aanvullen aan het loon van de kandidaat. Door de tijdelijke loonaanvulling stroomt de kandidaat als gevolg van arbeid toch volledig uit de uitkering.

De uitvoerende organisatie kan deze kosten declareren bij de gemeente.

Artikel 12 Verplichtingen verbonden aan de aanvraag voor vergoeding voor detachering

In dit artikel zijn de verplichtingen voor de aanvraag van de detachering vastgelegd. De aanvraag dient schriftelijk te worden ingediend en vergezeld te zijn van de arbeidsovereenkomst. Verder verstrekt de uitvoerende organisatie een schriftelijke eindafrekening na afloop van de dienstbetrekking per kandidaat. Ten behoeve van de eindafrekening stuurt uitvoerende organisatie een goedkeurende accountantverklaring voor de uitvoering van de regeling.

Werkervaringsbanen

Artikel 13 Werkervaringsbaan

In dit artikel is opgenomen dat de gemeente Roermond een vergoeding voor een werkervaringsbaan kan verstrekken aan de uitvoerende organisatie.

Doel van de werkervaringsbaan is om uitkeringsgerechtigden die een grote afstand hebben tot de arbeidsmarkt de gelegenheid te bieden om werkervaring op te doen.

De kandidaten die worden aangemeld voor een werkervaringsbaan, zullen een grotere afstand tot de arbeidsmarkt hebben dan de kandidaten die worden aangemeld voor de voorziening detachering. Deze kandidaten zijn veelal moeilijk te plaatsen binnen een reguliere arbeidsomgeving en daarom zal voor deze kandidaten veelal een werkervaringplek binnen de uitvoerende organisatie worden gezocht

De uitvoerende organisatie biedt de uitkeringsgerechtigde een werkervaringsbaan aan. De uitvoerende organisatie sluit hiervoor een arbeidsovereenkomst met de kandidaat. Door de arbeidsovereenkomst krijgt de kandidaat de gelegenheid om werkervaring op te doen.

Artikel 14 Hoogte van de vergoeding voor een werkervaringsbaan

De Gemeente Roermond wijst de organisatie aan die de werkervaringsbanen uitvoert. Op dit moment is de Westrom de uitvoerende organisatie. Dit is vastgelegd in de gemeenschappelijke regeling Westrom.

De uitvoerende organisatie ontvangt de vergoeding, indien hij een arbeidsovereenkomst aangaat met een uitkeringsgerechtigde, zoals genoemd in artikel 2 eerste lid, en indien voldaan is aan de voorwaarden als genoemd in artikel 16.

De Gemeente Roermond betaalt de loonkosten en een vergoeding voor de bijkomende kosten. De vergoeding is een bedrag dat de uitvoerende organisatie en de gemeente jaarlijks overeenkomen. Uit deze vergoeding worden de intake en begeleidingskosten gefinancierd.

Artikel 15 Duur van de vergoeding voor een werkervaringsbaan

In dit artikel is de duur van de vergoeding voor een werkervaringsbaan opgenomen. De werkervaringsbaan kan maximaal één jaar worden ingezet. Het is niet mogelijk de termijn te verlengen.

De vergoeding voor een werkervaringsbaan wordt stopgezet op het moment dat de arbeidsovereenkomst tussen de kandidaat en de uitvoerende organisatie afloopt dan wel wordt beëindigd.

De vergoeding voor een werkervaringsbaan wordt in tijdvakken van een maand toegekend aan de uitvoerende organisatie door de Gemeente Roermond.

Om de uitvoering van het besluit eenvoudig te houden is besloten de vergoeding van een werkervaringsbaan per maand te verstrekken. De totale vergoeding voor de werkervaringsbaan zal altijd een veelvoud zijn van een geheel getal. De vergoeding voor een werkervaringsbaan kan niet eerder stopgezet worden dan de eerste dag nadat de periode van een hele maand verstreken is. Bijvoorbeeld indien een arbeidsovereenkomst halverwege de kalendermaand verbroken wordt, zal de vergoeding voor een werkervaringsbaan niet eerder stopgezet worden dan na afloop van deze maand.

Artikel 16 Voorwaarden van de vergoeding voor een werkervaringsbaan

In dit artikel zijn de voorwaarden opgenomen waaraan voldaan moet zijn om in aanmerking te komen voor de vergoeding.

Ten eerste dient de uitvoerende organisatie een arbeidsovereenkomst aan te gaan met de kandidaat voor een periode met de duur van minimaal 6 maanden. De kandidaat dient in de periode direct voorafgaand aan de aanvang van de arbeidsovereenkomst te behoren aan tot de groep uitkeringsgerechtigden. In tegenstelling tot de voorziening detachering kan een werkervaringsbaan alleen worden ingezet voor uitkeringsgerechtigden. Het is daarom alleen noodzakelijk om te beoordelen of de kandidaat in de periode direct voorafgaand aan de aanvang van de arbeidsovereenkomst tot de doelgroep behoort. Wijzigingen in de persoonlijke omstandigheden van de kandidaat gedurende periode van de arbeidsovereenkomst hebben geen invloed op het recht op de vergoeding van de werkervaringsbaan.

De kandidaat en de uitvoerende organisatie hebben een arbeidsovereenkomst, waarin duidelijk en eenduidig is vastgelegd hoeveel uur arbeid de kandidaat dient te verrichten en tegen welk loon.

De uitvoerende organisatie betaalt maximaal 100% van het voor de kandidaat geldende minimumloon. Indien er een partime dienstbetrekking is wordt het minimumloon naar rato van het aantal uren betaald. Hierin is geen afwijkingsmogelijkheid. Het minimumloon is te herleiden naar een uurloon. Indien minder wordt gewerkt zal het loon ook naar rato worden aangepast.

De uitvoerende organisatie creëert een plek voor de werkervaringsbaan meestal binnen de uitvoerende organisatie zelf.

De uitvoerende organisatie kan een inleenovereenkomst sluiten met een inlenende werkgever. In de inleenovereenkomst is omschreven wat de kandidaat bij de inlenende werkgever gaat doen en voor hoeveel uur. Ook de duur van de overeenkomst is vastgelegd.

Indien er toch een plek is bij een inlenende werkgever is er voor deze kandidaten, in tegenstelling tot de inleenvergoeding van 30 % bij de voorziening van detachering, géén minimale inleenvergoeding verplicht.

Er zal dus meestal geen inleenvergoeding gevraagd worden. Is de uitvoerende organisatie van mening dat een inleenvergoeding gerechtvaardigd is dan zal de uitvoerende organisatie dit vooraf met de gemeente bespreken.

De kandidaat die, fulltime werkt in een werkervaringsbaan, maar ook samenwoont als echtpaar of anderszins een gezamenlijke huishouding voert, kan, in bepaalde situaties, een inkomen hebben dat lager ligt dan het sociaal minimum, waardoor het recht op een uitkering van de wet, IOAW of IOAZ kan blijven bestaan. De kandidaat kan het recht op de uitkering behouden, indien de partner van de kandidaat niet in aanmerking komt voor de algemene heffingskorting minstverdienende partner. Een belangrijke voorwaarde voor het recht op de algemene heffingskorting minst verdienende partner is dat de werkende partner een minimaal bedrag verdient. In 2007 is dit bedrag € 6.410,-. De kandidaat die in de laatste maanden van een kalenderjaar start in een werkervaringsbaan, tegen het minimumloon, kan onder deze grens van € 6.410,- blijven. Zijn of haar partner komt dan dus niet in aanmerking voor de algemene heffingskorting, waardoor het gezinsinkomen beneden het minimum blijft en aanvulling noodzakelijk is. Om te voorkomen dat de kandidaat het recht op de uitkering behoudt, vult de uitvoerende organisatie het inkomen van de kandidaat aan, indien de minstverdienende partner geen recht heeft op de heffingskorting. De gemeente Roermond geeft in dit geval aan welk bedrag de uitvoerende organisatie moet aanvullen aan het loon van de kandidaat. Door de tijdelijke loonaanvulling stroomt de kandidaat als gevolg van arbeid toch volledig uit de uitkering.

De uitvoerende organisatie kan deze aanvulling op de loonkosten declareren bij de gemeente.

Artikel 17 Verplichtingen verbonden aan de aanvraag voor vergoeding voor een werkervaringsbaan

In dit artikel zijn de verplichtingen voor de aanvraag van de vergoeding voor de werkervaringsbanen vastgelegd. De aanvraag dient schriftelijk te worden ingediend en vergezeld te zijn van de arbeidsovereenkomst. Ten behoeve van de eindafrekening stuurt uitvoerende organisatie een goedkeurende accountantverklaring voor de uitvoering van de regeling.

Artikel 18 Scholingsmogelijkheden

In dit artikel is opgenomen dat de Gemeente Roermond een subsidie kan verstrekken voor scholing van de kandidaat. De subsidie voor scholing kan zowel verstrekt worden voor kandidaten die deelnemen aan de voorziening als benoemd in artikel 8, artikel 13 of artikel 21. Voor alle drie de voorzieningen geldt dat de scholing noodzakelijk dient te zijn om uitstroom naar een niet gesubsidieerde arbeidsplek te realiseren. De gemeente Roermond maakt deze beoordeling op basis van de motivatie van de uitvoerende organisatie. De uitvoerende organisatie levert hiervoor een opleidingsplan vergezeld met begrotingskosten vooraf aan.

Hoofdstuk 3 Overgangsbepaling

In dit hoofdstuk is een overgangsbepaling opgenomen voor de werknemers die op dit moment op een gesubsidieerde baan werkzaam zijn volgens de beleidsregels instroom doorstroombanen, dit is de oude regeling ID banen.

Artikel 19 Overgangsbepaling oude ID-ers

In dit artikel zijn de werknemers aangewezen waarvan de subsidie zoals hij op 31 december 2005 geldt, nog doorloopt. De loonkostensubsidie wordt verstrekt aan de werkgevers, maar zijn wel gekoppeld aan individuele werknemers die niet uitwisselbaar zijn.

Voor de werknemers die op 1-1-2006 60 jaar of ouder zijn, zal de subsidie tot de pensioengerechtigde leeftijd worden verstrekt. Op het moment dat de arbeidsovereenkomst tussen de bovengenoemde werkgever en werknemer eindigt stopt ook de loonkostensubsidie.

In dit artikel is de hoogte van het loon beschreven en de hoogte van de loonkostensubsidie aan de werkgever.

Bij de vaststelling van de totale loonkosten wordt uitgegaan van het bruto jaarsalaris van de werknemer, vermeerderd met de vakantietoeslag en een eventuele eenmalige uitkering en de eventueel door de werkgever ontvangen vermindering “lage lonen”, “langdurig werklozen”. Een eventuele uitkering die de werkgever ontvangt op basis van de Wet Arbeid en Zorg wordt bij de berekening van de hoogte van het brutoloon in mindering gebracht.

Bij bepaling van de van toepassing zijnde categorie wordt uitgegaan van de situatie op 1 januari van het betreffende kalenderjaar.

Daarnaast is in dit artikel opgenomen dat in bepaalde situaties de subsidie kan worden uitgesloten. De voorwaarden van de oude regeling zijn grotendeels overgenomen.

Bij de beoordeling of de grens van 130% of 150% van het minimumloon niet overschreven wordt, wordt een onregelmatigheidstoeslag niet meegerekend.

Ten behoeve van de eindafrekening stuurt werkgever een accountantverklaring voor de uitvoering van de regeling, genoemd in dit artikel, over de daadwerkelijke gemaakte loonkosten op kandidaatsniveau.

Artikel 20 Overgangsbepaling oude WIW-ers

In dit artikel zijn de werknemers aangewezen waarvan de subsidie zoals hij op 31 december 2005 geldt, nog doorloopt. De loonkostensubsidie wordt verstrekt aan de uitvoerende organisatie, maar is wel gekoppeld aan individuele werknemers die niet uitwisselbaar zijn.

Voor de werknemers die op 1-1-2006 60 jaar of ouder zijn, zal de subsidie tot de pensioengerechtigde leeftijd worden verstrekt.

Op het moment dat de arbeidsovereenkomst tussen de bovengenoemde werkgever en de werknemer eindigt stopt ook de loonkostensubsidie. Arbeidsovereenkomsten die elkaar direct opvolgen worden in deze regeling als één arbeidsovereenkomst beschouwd. Dat betekent dat als een arbeidsovereenkomst voor een jaar gevolgd wordt door een nieuwe arbeidsovereenkomst tussen dezelfde werkgever en werknemer voor deze regeling de arbeidsovereenkomst niet beëindigt is. Met dien verstande dat de periode tussen de twee arbeidsovereenkomsten niet groter is dan 2 dagen. Uitgangspunt blijft echter dat de arbeidsovereenkomst na 31 december 2007 altijd eindigt.

Het bovenstaande neemt niet weg dat de gemeente vooraf goedkeuring moet geven aan de verlenging van de arbeidsovereenkomst.

Verder is in dit artikel vastgelegd dat de werkgever in de arbeidsovereenkomst de duur van de arbeidsovereenkomst heeft vastgelegd en dat in de arbeidsovereenkomst duidelijk is vastgelegd hoeveel uur de kandidaat verplicht wordt arbeid te verrichten. De werkgever vertrekt daarnaast aan het einde van het kalenderjaar, per kandidaat een schriftelijke jaaropgave, waarin de specificatie van de loonkosten en de begin- en einddatum van het dienstverband te zien zijn.

In het artikel is ook vastgelegd dat de uitvoerende organisatie tevens een kopie van de detacheringovereenkomst overlegt. De detacheringovereenkomst wordt ook wel inleenovereenkomst genoemd.

Ten behoeve van de eindafrekening stuurt werkgever een goedkeurende accountantverklaring voor de uitvoering van de regeling, genoemd in dit artikel.

Artikel 21

In dit artikel wordt geregeld dat de voormalige ID- en WIW- dienstverbanden die zijn ingezet door de voormalige gemeente Swalmen, kunnen worden gefinancierd door de gemeente Roermond. De loonkostensubsidies worden voortgezet zolang het dienstverband in stand blijft. Voor de werknemers die op 1 januari 2006 60 jaar of ouder waren, zal de loonkostensubsidie worden voortgezet totdat deze werknemers de leeftijd van 65 jaar hebben bereikt.

Verder is in dit artikel geregeld dat de financiering en verantwoording op dezelfde manier plaatsvindt als voor de voormalige ID- en WIW-banen van de gemeente Roermond. Deze voormalige WIW- en ID- dienstverbanden zijn opgenomen in artikel 21 en 22 van dit besluit.

Hoofdstuk 4 Wijze van betaling en terugvordering

Artikel 22 Wijze van betaling

In dit artikel is de wijze van betaling gedefinieerd.

De vergoedingen voor de voorzieningen genoemd in artikel 8, 14, 21 en 22 worden vooraf op basis van voorschot verstrekt.

De loonkostensubsidie genoemd in artikel 3 wordt achteraf verstrekt.

Deze loonkostensubsidie, genoemd in artikel 3, wordt achteraf middels een besluit vastgesteld op basis van de verantwoording van de gemaakte kosten door de werkgever. De werkgever overlegt hiervoor na afloop van de periode van 6 maanden een schriftelijke verklaring van de daadwerkelijk gemaakte kosten van de werkgever. De werkgever overlegt hiervoor een loonspecificatie per kandidaat voor de periode waarover loonkostensubsidie is aangevraagd. Na vaststelling zal de subsidie worden uitbetaald.

Artikel 23 Terugvordering

In dit artikel is opgenomen dat de Gemeente Roermond de voorzieningen genoemd in deze beleidsregels terug kan vorderen indien niet voldaan wordt aan de voorwaarden. Verder is hierin geregeld dat te veel of te weinig betaalde subsidie verrekend kunnen worden in de eindafrekening.

Hoofdstuk 5 Informatieverstrekking

Artikel 24 Informatieverstrekking

In dit artikel is de informatieverplichting van de werkgever geregeld. Wijzigingen dienen tijdig doorgegeven te worden aan de gemeente. Onjuiste of onvolledige informatie kan leiden tot wijziging in de subsidie.

Hoofdstuk 6 Slotbepalingen

Artikel 25 Onvoorziene gevallen

In gevallen, de uitvoering van dit uitvoeringsbesluit betreffende, waarin dit uitvoeringsbesluit niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders.

Artikel 26 Citeertitel en inwerkingtreding

Dit uitvoeringsbesluit kan worden aangehaald als uitvoeringsbesluit gesubsidieerde arbeid 2009.

Deze beleidsregels treden met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2009 in werking.

Met de inwerkingtreding van dit besluit wordt het uitvoeringsbesluit gesubsidieerde arbeid 2007 ingetrokken.