Regeling vervallen per 24-05-2023

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roermond houdende regels omtrent zonne-energie en monumenten (Beleidsregel zonne-energie en monumenten)

Geldend van 22-05-2019 t/m 23-05-2023

Intitulé

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roermond houdende regels omtrent zonne-energie en monumenten (Beleidsregel zonne-energie en monumenten)

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roermond;

gelet op artikel 8 van de Erfgoedverordening 2018 in samenhang met artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

gelet op artikel 3.1.2, tweede lid, aanhef en onder a, van het Besluit ruimtelijke ordening in samenhang met artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

overwegende dat op 12 maart 2019 door het College van burgemeester en wethouders de Beleidsnotitie zonne-energie en monumenten is vastgesteld;

besluit vast te stellen de volgende beleidsregel:

Beleidsregel zonne-energie en monumenten

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Definities

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  • -

    beschermd gezicht: een stads- c.q. dorpsgezicht dat als zodanig ingevolge artikel 35 van de Monumentenwet 1988 of ingevolge van hoofdstuk 3 van de Erfgoedverordening 2018 is aangewezen;

  • -

    college: het college van burgemeester en wethouders van Roermond;

  • -

    monument: onroerende zaken die bij besluit van het college als gemeentelijk monument zijn aangewezen en onroerende zaken die zijn ingeschreven in de ingevolgde de Erfgoedwet vastgestelde registers;

  • -

    omgevingsvergunning: een vergunning als bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

  • -

    openbaar gebied: algemeen toegankelijk gebied zoals straten, parken, pleinen en wateren, waaronder ook gebieden vallen die gedurende delen van de dag zijn afgesloten;

  • -

    schuin dakvlak: een dakvlak dat onder een hoek met de horizon is geplaatst;

  • -

    zonne-energiesysteem: panelen met zonnecellen die zonlicht omzetten in energie, zonnecollectoren die warmte-energie opwekken uit zonlicht of een hybride systeem dat beide functies combineert;

  • -

    zonne-bouwmaterialen: bouwmaterialen waarin een of meerdere zonne-energiesystemen zijn verwerkt.

HOOFDSTUK 2 REGELS MET BETREKKING TOT HET PLAATSEN VAN ZONNE-ENERGIESYSTEMEN EN HET GEBRUIK VAN ZONNEBOUWMATERIALEN BINNEN BESCHERMDE GEZICHTEN

Artikel 2 Zonne-energiesystemen

Voor de plaatsing van zonne-energiesystemen binnen de grenzen van beschermde gezichten kan, voor zover het bestemmingplan daarin voorziet, een omgevingsvergunning worden verleend, mits:

  • a.

    de zonne-energiesystemen vanuit het openbaar gebied niet zichtbaar zijn;

  • b.

    de zonne-energiesystemen op een dak geplaatst worden;

  • c.

    de zonne-energiesystemen, wanneer sprake is van een schuin dakvlak, evenwijdig aan de nok en de aandaken van het dakvlak geplaatst worden en de afstand tot frontons, kil- en hoekkepers, dakranden e.d. minstens een meter bedraagt;

  • d.

    de zonne-energiesystemen in aantal afgestemd worden op de reeds aanwezige voorzieningen zoals dakkapellen, dakvensters, loggia’s etc.;

  • e.

    de zonne-energiesystemen in een eenduidig, gesloten patroon worden aangebracht en

  • f.

    de zonne-energiesystemen reversibel aangebracht worden;

  • g.

    het dak waarop ze worden geplaatst in tact blijft;

  • h.

    de zonne-energiesystemen terughoudend worden gedetailleerd waarbij de kleuren van de panelen en de randafwerking overeen dienen te komen met het achterliggende dakvlak, en

  • i.

    de zonne-energiesystemen niet aangebracht worden op een van koper, zink, riet of een andere zeldzame bedekking voorzien dakvlak.

Artikel 3 Zonne-bouwmateriaal

Voor het gebruik van zonne-bouwmateriaal binnen de grenzen van beschermde gezichten kan, voor zover het bestemmingplan daarin voorziet, een omgevingsvergunning worden verleend, mits:

  • a.

    het zonne-bouwmateriaal visueel gelijk is aan het oorspronkelijke bouwmateriaal;

  • b.

    het zonne-bouwmateriaal niet leidt tot een wijziging van de nokhoogte of dakhelling.

Artikel 4 Complexen

In het geval van gebouwde complexen, bouwblokken, ensembles etc. binnen een beschermd gezicht zal de toepassing van zonne-energiesystemen en het gebruik van zonnebouwmaterialen op of aan de verschillende onderdelen in samenhang worden beoordeeld.

HOOFDSTUK 3 REGELS MET BETREKKING TOT HET BEVESTIGEN VAN ZONNE-ENERGIESYSTEMEN EN HET GEBRUIK VAN ZONNE-BOUWMATERIALEN OP OF AAN MONUMENTEN

Artikel 5 Zonne-energiesystemen op of aan monumenten

Voor het plaatsen van zonne-energiesystemen op of aan een monument kan een omgevingsvergunning worden verleend, mits:

  • a.

    deze niet zichtbaar zijn vanuit het openbaar gebied;

  • b.

    deze de aanwezige monumentale waarden niet aantasten;

  • c.

    deze op een dak geplaatst worden;

  • d.

    deze, wanneer sprake is van een schuin dakvlak, evenwijdig aan de nok en de aandaken van het dakvlak geplaatst worden en de afstand tot frontons, kil- en hoekkepers, dakranden e.d. minstens een meter bedraagt en mits deze in aantal afgestemd worden op de reeds aanwezige voorzieningen zoals dakkapellen, dakvensters, loggia’s etc.;

  • e.

    deze in een eenduidig, gesloten patroon worden aangebracht;

  • f.

    deze reversibel aangebracht worden, en

  • g.

    deze terughoudend worden gedetailleerd waarbij de kleuren van de panelen en de randafwerking overeen dienen te komen met het achterliggende dakvlak.

Artikel 6 Zonne-bouwmaterialen op of aan monumenten

Voor het gebruik van zonne-bouwmaterialen op of aan een monument kan een omgevingsvergunning worden verleend, mits:

  • a.

    deze niet leiden tot aantasting van monumentale waarden, en

  • b.

    deze visueel gelijk zijn aan het oorspronkelijke bouwmateriaal.

Artikel 7 Complexen

In het geval van monumentale complexen, bouwblokken, ensembles etc. zal de toepassing van zonne-energiesystemen en het gebruik van zonnebouwmaterialen op de verschillende onderdelen in samenhang worden beoordeeld.

HOOFDSTUK 4 SLOT- EN OVERGANGSBEPALINGEN

Artikel 8 Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking de dag na de bekendmaking.

Artikel 9 Overgangsrecht

Deze beleidsregel is ook van toepassing op aanvragen voor omgevingsvergunningen die zijn ingediend voordat deze beleidsregel in werking is getreden.

Artikel 10 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel zonne-energie en monumenten.

Ondertekening

Aldus besloten door het college van burgemeester en wethouders van Roermond in zijn vergadering van 7 mei 2019 (zaaknummer 48826-2018).

Burgemeester en wethouders van Roermond,

De secretaris, mr. drs. J. J. Th. L. Geraedts

De burgemeester, M.J.D. Donders- de Leest