Verordening ontheffingen autoluwe gebied Roosendaal

Geldend van 12-04-2018 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 12-03-2018

Intitulé

Verordening ontheffingen autoluwe gebied Roosendaal

De raad van de gemeente Roosendaal:

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 20 mei 2008,

gelet op artikel 147 van de Gemeentewet

HEEFT BESLOTEN:

vast te stellen de: “Verordening ontheffingen autoluwe gebied Roosendaal”

Hoofdstuk 1: Definities en begripsomschrijvingen

Artikel 1: Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    aanvrager degene die een ontheffing aanvraagt voor het rijden in het autoluwe gebied buiten de venstertijden.

  • b.

    autoluwe gebied: het gebied, zoals omlijnd aangegeven op de bijgevoegde plattegrond van Roosendaal, zie bijlage 1 van deze verordening, dat wordt begrensd door de borden G7 en G8 uit het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990), en dat buiten de venstertijden door middel van fysieke afsluitingen, behoudens fietsers, en invalidenvoertuigen, niet toegankelijk is voor motorvoertuigen.

  • c.

    bewoner: natuurlijk persoon, die in het autoluwe gebied:

    • -

      woonachtig is blijkens inschrijving in de gemeentelijke basisadministratie en;

    • -

      beschikt over eigen parkeergelegenheid en;

    • -

      als eigenaar of houder van een motorvoertuig staat geregistreerd.

  • d.

    CROW-lijsten:groene, grijze en rode lijsten opgesteld door het Centrum voor Regelgeving en Onderzoek in Grond-, Water- en Wegenbouw en de Verkeerstechniek, zie bijlage 2.

  • e.

    eigen parkeergelegenheid: parkeergelegenheid, gelegen in het autoluwe gebied, welke ter beschikking staat aan de houder van een motorvoertuig krachtens eigendom, huur, beperkt recht of persoonlijk recht.

  • f.

    gehandicaptenvoertuig/invalidenvoertuig: voertuig dat is ingericht voor het vervoer van een gehandicapte, niet breder is dan 1,10 meter en niet is uitgerust met een motor, dan wel is uitgerust met een motor waarvan de door de constructie bepaalde maximumsnelheid niet meer dan 45 km per uur bedraagt, en geen bromfiets is. 

  • g.

    minder valide: natuurlijk persoon, die in het autoluwe gebied:

    • -

      beschikt over een invalidenparkeergelegenheid op kenteken en;

    • -

      als eigenaar of houder van een invalidenvoertuig of motorvoertuig staat geregistreerd.

  • h.

    motorvoertuigen: gemotoriseerde voertuigen, inclusief bromfietsen, scooters, snorfietsen en exclusief fietsen met trapondersteuning en invalidenvoertuigen, bestemd om anders dan langs rails te worden voortbewogen.

  • i.

    onderneming: bedrijf / instelling die in het autoluwe gebied:

    • -

      is gevestigd, blijkens inschrijving bij de Kamer van Koophandel, en;

    • -

      beschikt over eigen parkeergelegenheid.

  • j.

    ontheffing: door het college van burgemeester en wethouders verleende ontheffing, als bedoeld in artikel 87 van het RVV, van het verbod om met een nader aangeduid motorvoertuig in het autoluwe gebied te rijden buiten de venstertijden.

  • k.

    RVV 1990: Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990.

  • l.

    storings-, schade-, bouw-, verhuis-, evenementen-, rouw- of trouwbedrijf: bedrijf dat of klant die in het autoluwe gebied in het kader van storingen, schade, bouw, verhuizingen, evenementen, rouwen of trouwen werkzaamheden verricht:

    • -

      welke niet of niet alleen kunnen plaatsvinden gedurende de venstertijden en;

    • -

      waarvoor een motorvoertuig noodzakelijk is voor het uitvoeren van de werkzaamheden, of;

    • -

      waarvoor de goederen, gereedschappen of materialen niet op andere wijze dan met een motorvoertuig kunnen worden afgeleverd of opgehaald.

  • m.

    taxibedrijf: bedrijf dat in het bezit is van een vergunning als bedoeld in de Wet Personenvervoer, met als doelstelling het na afspraak en tegen betaling vervoeren van (minder valide) personen.

  • n.

    uitgaansavonden: vrijdagavond en zaterdagavond van 20.00 tot 05.00 uur.

  • o.

    utiliteitsbedrijven: nuts-, telecom-, kabel-, straatreinigingsbedrijven, en vuilophaaldiensten.

  • p.

    venstertijden: in een verkeersbesluit vastgelegde tijdsperioden, waarbinnen het rijden met een motorvoertuig in het autoluwe gebied is toegestaan.

  • q.

    waardetransporteur: transportbedrijf dat bedrijven / instellingen voorziet van geld en dit geld vervoert in hiertoe speciaal beveiligde motorvoertuigen.

Hoofdstuk 2: Bepalingen over het aanvragen en verlenen van een ontheffing

Artikel 2: Aanvraag ontheffing

  • 1. Het indienen van een aanvraag om een ontheffing dient schriftelijk te geschieden door middel van een daartoe door het college vastgesteld formulier dat is ingevuld door, namens of met toestemming van de aanvrager. Het formulier is te downloaden van de website van het Parkeer-Servicebureau.

  • 2. De aanvraag om een ontheffing wordt getoetst aan het bepaalde in deze verordening en de bijbehorende besluiten en voorschriften.

  • 3. Het college beslist binnen 8 weken na ontvangt van de ontheffingaanvraag.

  • 4. Het college kan de in het vorige lid genoemde termijn met ten hoogste 2 weken verlengen. De aanvrager wordt hiervan schriftelijk in kennis gesteld.

Artikel 3: Duurbepaling

  • 1.

    Een langlopende ontheffing wordt verleend voor onbepaalde duur.

  • 2.

    Een tijdelijke ontheffing wordt verleend voor maximaal 3 maanden.

  • 3.

    Een tijdelijke ontheffing moet na verloop van 3 maanden opnieuw worden aangevraagd.

Artikel 4: Gegevens ontheffing

  • 1. Een ontheffing vermeldt in ieder geval de volgende gegevens:

    • a.

      naam en adres van de ontheffinghouder;

    • b.

      voor ontheffingen aan bewoners en minder validen als bedoeld in artikel 10, het kenteken van het motorvoertuig waarvoor ontheffing wordt verleend;

    • c.

      ingeval van een leaseauto, het nummer van het leasecontract;

    • d.

      het tijdvak en de periode waarvoor ontheffing is verleend;

    • e.

      de straten waarvoor ontheffing is verleend;

    • f.

      omschrijving van de verboden waarvan ontheffing is verleend;

    • g.

      eventueel de te rijden route.

  • 2. Het bepaalde in lid 1 sub b en c geldt niet voor ontheffingen als bedoeld in de artikelen 11, 12,14, 15 en 16 van deze verordening.

Artikel 5: Verlenen ontheffing

Een ontheffing wordt uitsluitend verleend indien alle voor de aanvraag van de desbetreffende ontheffing benodigde gegevens c.q. bescheiden zijn overgelegd, en door aanvrager wordt voldaan aan alle voorwaarden opgenomen in deze verordening om voor desbetreffende ontheffing in aanmerking te komen.

Artikel 6: Voorschriften en beperkingen

  • 1.

    Het college kan aan een ontheffing voorschriften en beperkingen verbinden die strekken tot bescherming van de verkeersveiligheid, het beschermen van weggebruikers en passagiers, het verbeteren van de leefbaarheid en bereikbaarheid van de binnenstad en de handhaving van de Wegenverkeerswet en de daarop gebaseerde besluiten.

  • 2.

    Het college kan, indien bijzondere omstandigheden dit noodzaken, aan een ontheffing beperkingen verbinden met betrekking tot de periode, het tijdvak, het gebied en de route waarvoor de ontheffing van kracht is.

  • 3.

    De ontheffinghouder is verplicht de aan de ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen in acht te nemen.

  • 4.

    Het college kan per onderneming een maximum aantal ontheffingen vaststellen.

Artikel 7: Voorwaarden voor het gebruik van de ontheffing

  • 1.

    Ten aanzien van het gebruik van de ontheffing gelden de volgende voorwaarden:

    • a.

      De ontheffing geldt slechts voor het motorvoertuig met het kenteken dat bij de aanvraag of activatie is vermeld.

    • b.

      De ontheffing geldt slechts voor de op de ontheffing aangegeven straten en rijroute. Het autoluwe gebied dient via de eventueel op de ontheffing aangegeven in- en uitgangen te worden verlaten.

    • c.

      Er mag in het autoluwe gebied enkel stapvoets worden gereden.

    • d.

      Voetgangers en andere verkeersdeelnemers mogen niet worden gehinderd of in gevaar worden gebracht.

    • e.

      In het autoluwe gebied mag niet worden geparkeerd. Laden en lossen is enkel voor korte tijd toegestaan.

    • f.

      De ontheffing moet op een duidelijk zichtbare wijze achter de voorruit van het motorvoertuig worden geplaatst, tenzij in de voorwaarden van de ontheffing anders is bepaald.

    • g.

      De ontheffing moet onverwijld, op eerste verzoek van een functionaris die met toezicht en handhaving is belast worden getoond.

Artikel 8: Parkeren in het autoluwe gebied

  • 1. Het college kan een ontheffing als bedoeld in de artikelen 10 tot en met 16 van deze verordening uitbreiden met een ontheffing voor het parkeren in het autoluwe gebied, indien de aanvrager bovendien aantoont dat:

    • a.

      de nabijheid van het motorvoertuig noodzakelijk is voor de uitvoering van de werkzaamheden of:

    • b.

      in redelijk niet kan worden gevergd, dat de in het motorvoertuig aanwezige gereedschappen en / of materialen worden uitgeladen.

Artikel 9: Financiële bepalingen

  • 1.

    Voor het in behandeling nemen van de aanvraag om ontheffing zijn, ingevolge het bepaalde in de Legesverordening met bijbehorende tarieventabel, leges verschuldigd.

  • 2.

    Indien de ontheffing wordt verleend samen met een sleutel, pas of ander voorwerp waarmee de ontheffinghouder zich toegang tot het autoluwe gebied kan verschaffen, wordt hiervoor een waarborgsom in rekening gebracht.

  • 3.

    Het college kan nadere regels stellen met betrekking tot de waarborgsom en het in rekening brengen van de kosten voor vervanging.

Hoofdstuk 3: Ontheffingen

Artikel 10: Langlopende ontheffingen voor bewoners, minder validen en ondernemingen met eigen parkeergelegenheid in het autoluwe gebied

  • 1. Het college kan aan een bewoner, minder valide of onderneming met eigen parkeergelegenheid

    in het autoluwe gebied, een langlopende ontheffing verlenen voor het met een motorvoertuig rijden in het autoluwe gebied buiten de venstertijden, enkel om naar de eigen parkeergelegenheid te rijden.

  • 2. De aan een onderneming te verlenen ontheffing als bedoeld in lid 1, kan op verzoek worden verleend op naam van een werknemer van de betreffende onderneming.

Artikel 11: Langlopende ontheffingen voor hulpdiensten, waardetransporteurs en gemeentelijke diensten

  • 1. Het college kan aan waardetransporteurs een langlopende ontheffing verlenen voor het met een motorvoertuig rijden in het autoluwe gebied buiten de venstertijden.

  • 2. Het college kan aan hulpdiensten een langlopende ontheffing verlenen voor het met een motorvoertuig rijden in het autoluwe gebied buiten de venstertijden.

  • 3. Het college kan aan gemeentelijke diensten een langlopende ontheffing verlenen voor het met een motorvoertuig rijden in het autoluwe gebied buiten de venstertijden.

Artikel 12: Langlopende ontheffingen voor utiliteitsbedrijven

Het college kan aan utiliteitsbedrijven een langlopende ontheffing verlenen voor het met een motorvoertuig rijden in het autoluwe gebied buiten de venstertijden ten behoeve van het verrichten van werkzaamheden.

Artikel 13: Langlopende ontheffingen voor taxivervoer betreffende de Wet Maatschappelijke Ondersteuning en taxivervoer tijdens uitgaansavonden

  • 1. Het college kan aan (deel)taxibedrijven welke belast zijn met personenvervoer in het kader van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) een langlopende ontheffing verlenen voor het met een motorvoertuig halen en brengen van minder valide personen in het autoluwe gebied buiten de venstertijden.

  • 2. Het college kan aan (deel)taxibedrijven een langlopende ontheffing verlenen om naar de aangewezen taxistandplaats te rijden met een motorvoertuig, met als doel het halen en brengen van (minder valide) personen tijdens uitgaansavonden.

Artikel 14: Langlopende ontheffingen voor expeditieverkeer

  • 1. Het college kan aan ondernemingen als vermeld op de groene CROW-lijst (zie bijlage), een langlopende ontheffing verlenen voor het met een motorvoertuig rijden in het autoluwe gebied buiten de venstertijden.

  • 2. Ondernemingen die op de grijze of rode CROW-lijst (zie bijlage) zijn vermeld komen niet voor ontheffing in aanmerking.

  • 3. De in het eerste lid genoemde ontheffing geldt uitdrukkelijk niet voor het parkeren in het autoluwe gebied, met uitzondering van laden en lossen van goederen van enige omvang of gewicht

Artikel 15 Tijdelijke ontheffingen voor storings-, schade-, bouw-, evenementen-, verhuis- en rouw- en trouwverkeer

  • 1. Het college kan aan ondernemingen ten behoeve storings-, schade-, bouw-, evenementen-verhuis- en rouw- en trouwverkeer per activiteit een tijdelijke ontheffing verlenen voor het met een motorvoertuig rijden in het autoluwe gebied buiten de venstertijden, enkel om naar de locatie van de werkzaamheden te rijden en / of te laden en / of te lossen.

Artikel 16: Tijdelijke ontheffingen voor bijzondere situaties

  • 1. Het college kan aan een eigenaar/houder van een motorvoertuig een tijdelijke ontheffing verlenen voor het met een motorvoertuig rijden in het autoluwe gebied buiten de venstertijden,vanwege een bijzondere gelegenheid van tijdelijke aard.

  • 2. De ontheffing als bedoeld in lid 1 wordt verleend voor de periode die nodig is voor het eenmalig en / of aaneengesloten halen en / of brengen en / of laden en lossen, maar maximaal voor 3 maanden.

Hoofdstuk 4: Weigering, intrekking en wijziging van de ontheffing

Artikel 17: Wijziging, intrekking en opschorting

  • 1.

    Het college kan een ontheffing wijzigen, intrekken of opschorten:

    • a.

      op verzoek van de ontheffinghouder;

    • b.

      wanneer de ontheffinghouder het autoluwe gebied metterwoon verlaat of de aldaar gevestigde onderneming beëindigt;

    • c.

      wanneer zich een wijziging voordoet in de omstandigheden die relevant waren voor de ontheffingverlening;

    • d.

      wanneer blijkt dat bij de aanvraag onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

    • e.

      wanneer de ontheffinghouder handelt in strijd met de ontheffing of de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen;

    • f.

      om redenen van openbaar belang.

Artikel 18: Nadere regels

Het college is bevoegd nadere regels te stellen met betrekking tot het aanvragen, het verlenen en het gebruiken van een ontheffing.

Artikel 19: Hardheidsclausule

Het college kan van de bepalingen van deze verordening afwijken, voor zover toepassing leidt tot onbillijkheid van overwegende aard, dan wel ter voorkoming van onbedoelde effecten.

Hoofdstuk 5: Slotbepalingen

Artikel 20: Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening ontheffingen autoluwe gebied Roosendaal”.

Artikel 21: Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking 7 dagen nadat zij is bekend gemaakt.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 3 juli 2008.

De griffier, de voorzitter.

Bijlage 1: het autoluwe gebied

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 2: CROW-lijsten

Groene lijst

  • 1.

    detailhandel in vis, schaal- en weekdieren;

  • 2.

    apotheken;

  • 3.

    maaltijdverstrekkende bedrijven met een bezorgdienst c.q. dineruitzending en dergelijke/

Grijze lijst

  • 1.

    detailhandel in wild en gevogelte;

  • 2.

    detailhandel in vlees en vleeswaren;

  • 3.

    detailhandel in zuivelproducten;

  • 4.

    detailhandel in aardappelen, groente en fruit;

  • 5.

    detailhandel in brood (annex bakkerij)

  • 6.

    detailhandel in koek en banket (annex bakkerij);

  • 7.

    detailhandel in chocolade, suikerwaren en consumptie-ijs;

  • 8.

    overige detailhandel in levensmiddelen (gespecialiseerd of algemeen assortiment);

  • 9.

    detailhandel in optische artikelen;

  • 10.

    detailhandel in uurwerken en juweliersartikelen;

  • 11.

    detailhandel in bloemen en planten;

  • 12.

    detailhandel in dieren en dierenbenodigdheden;

  • 13.

    warenhuizen;

  • 14.

    maaltijdverstrekkende bedrijven zonder bezorgdienst;

  • 15.

    drankverstrekkende bedrijven;

  • 16.

    hotels en pensions;

  • 17.

    (spaar)banken, wisselkantoren, girodiensten.

Rode lijst

  • 1.

    detailhandel in alcohol en alcoholhoudende dranken;

  • 2.

    detailhandel in tabakswaar;

  • 3.

    detailhandel in medische en orthopedische artikelen;

  • 4.

    detailhandel in parfumerie-, toilet- en cosmetische artikelen;

  • 5.

    detailhandel in drogisterij- artikelen;

  • 6.

    detailhandel in herenbovenkleding;

  • 7.

    detailhandel in damesbovenkleding;

  • 8.

    detailhandel in dames- en herenbovenkleding;

  • 9.

    detailhandel in baby- en kinderkleding;

  • 10.

    detailhandel in onderkleding;

  • 11.

    detailhandel herenmodeartikelen;

  • 12.

    detailhandel in damesmodeartikelen en paraplu’s;

  • 13.

    detailhandel in bontkleding;

  • 14.

    detailhandel in kledingstoffen;

  • 15.

    detailhandel in breiwol, handwerken en fournituren;

  • 16.

    detailhandel in huishoudlinnen;

  • 17.

    detailhandel in textielgoederen (algemeen assortiment);

  • 18.

    detailhandel in schoeisel en schoenfournituren;

  • 19.

    detailhandel in lederwaren en reisartikelen;

  • 20.

    detailhandel in textiel voor woninginrichting, vloerbedekking en artikelen voor woninginrichting;

  • 21.

    detailhandel in meubelen en dergelijke (exclusief kantoormeubelen);

  • 22.

    detailhandel in antiek;

  • 23.

    detailhandel in schilderijen, lijsten, platen, kunst, kunstnijverheids- en religieuze artikelen;

  • 24.

    detailhandel in verlichtingsartikelen;

  • 25.

    detailhandel in elektrische huishoudelijke apparaten;

  • 26.

    detailhandel in muziek en partituren;

  • 27.

    detailhandel in naai- en breimachines;

  • 28.

    detailhandel in wasmachines, koelkasten, haarden, fornuizen, sanitaire artikelen en dergelijke;

  • 29.

    detailhandel in ijzerwaren en gereedschappen;

  • 30.

    detailhandel in glas, porselein en aardewerk;

  • 31.

    detailhandel in souvenirs en dergelijke;

  • 32.

    detailhandel in verf, verfwaren en vlakglas;

  • 33.

    detailhandel in wandbekleding;

  • 34.

    detailhandeldetailhandel in huishoudelijke artikelen;

  • 35.

    detailhandel in (brom)fietsen;

  • 36.

    detailhandel in motorfietsen;

  • 37.

    detailhandel in boeken, tijdschriften en kranten;

  • 38.

    detailhandel in kantoor- en schoolartikelen;

  • 39.

    detailhandel in kantoormachines en -meubelen;

  • 40.

    detailhandel in postzegels en munten;

  • 41.

    detailhandel in tweedehands en antiquarische boeken;

  • 42.

    detailhandel in fotografische artikelen;

  • 43.

    videotheken;

  • 44.

    detailhandel in zaden en tuinartikelen (exclusief gereedschappen);

  • 45.

    detailhandel in speelgoederen;

  • 46.

    detailhandel in sport- en kampeerartikelen (exclusief hengelsport);

  • 47.

    detailhandel in hengelsportartikelen;

  • 48.

    detailhandel zonweringartikelen;

  • 49.

    reparatiebedrijven schoenen en lederwaren;

  • 50.

    reparatiebedrijven (brom-)fietsen en motoren;

  • 51.

    reparatiebedrijven uurwerken;

  • 52.

    reparatiebedrijvengoud en zilver;

  • 53.

    reparatiebedrijven elektrische gebruiksgoederen;

  • 54.

    reparatiebedrijven voor muziekinstrumenten;

  • 55.

    bibliotheken, musea, (cultuur)bescherming en dergelijke;

  • 56.

    bioscopen;

  • 57.

    kappers en schoonheidsdiensten.