Regeling vervallen per 01-09-2011

Verordening regelende de monumentencommissie

Geldend van 30-01-1997 t/m 31-08-2011

Intitulé

Verordening regelende de monumentencommissie

De raad van de gemeente Roosendaal en Nispen;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

6 april 1990, nr. 975;

overwegende dat het wenselijk is een commissie op het gebied van de monumentzorg in te stellen;

gelet op artikel 15 van de Monumentenwet 1988;

HEEFT BESLOTEN:

vast te stellen de navolgende:VERORDENING regelende de monumentencommissie.

Artikel 1.

Als commissie, bedoeld in artikel 15, van de Monumentenwet 1988 wordt aangewezen een commissie onder de naam "monumentencommissie".

Artikel 2.

  • 1. De monumentencommissie heeft tot taak de op het gemeentelijk grondgebied aanwezige monumenten en beeldbepalende c.q. beeldondersteunende panden te inventariseren, alsmede het door inventarisatie verkregen materiaal te selecteren.

  • 2. De in het eerste lid genoemde selectie geschiedt op grond van van te voren door de commissie opgestelde selectiecriteria, die aan burgemeester en wethouders worden voorgelegd. Bij het opstellen van deze criteria houdt de commissie zoveel mogelijk rekening met de plaatselijke omstandigheden.

  • 3. De monumentencommissie doet eigener beweging voorstellen c.q. adviseert op verzoek van burgemeester en wethouders omtrent de plaatsing van monumenten of beeldbepalende c.q. beeldondersteunende panden en objecten op de gemeentelijke monumentenlijst of op de lijst beeldbepalende panden c.q. de lijst beeldondersteunende panden.

  • 4. Burgemeester en wethouders vragen voordat zij beslissen op een aanvraag een pand of object af te voeren van de gemeentelijke monumentenlijst, de lijst beeldbepalende panden c.q. de lijst beeldondersteunende panden advies aan de monumentencommissie.

  • 5. Bij de aanvrage om een vergunning, als bedoeld in artikel 5 van de "Verordening tot de bescherming van monumenten, beeldbepalende en beeldondersteunende panden in de gemeente Roosendaal en Nispen", wordt het schriftelijke advies van de monumentencommissie gevraagd.

  • 6. De monumentencommissie dient burgemeester en wethouders schriftelijk van advies omtrent bouw- en wijzigingsplannen welke betrekking hebben op beeldbepalende en beeldondersteunende panden. Daarbij hanteert de commissie de door haar per pand afzonderlijk opgestelde criteria.

  • 7. Aan de monumentencommissie worden voorontwerp-bestemmingsplannen, stadsvernieuwingsplannen alsmede leefmilieuverordeningen ter beoordeling voorgelegd. De commissie toetst deze plannen aan het in de gemeente gevoerde monumentenbeleid.

  • 8. De monumentencommissie adviseert omtrent de vaststelling van het meerjarenprogramma restauraties.

  • 9. De monumentencommissie heeft een algemeen adviserende taak ten behoeve van burgemeester en wethouders respectievelijk de gemeenteraad, wanneer aan deze instanties advies wordt gevraagd c.q. wanneer deze zijn betrokken bij de uitvoering van de Monumentenwet 1988 (Rijksmonumenten).

Artikel 3.

Burgemeester en wethouders stellen een instructie vast, waarin de werkwijze van de monumentencommissie nader wordt geregeld.

Artikel 4.

  • 1.

    De monumentencommissie bestaat uit:

    • -

      twee externe leden, die ook zitting hebben in de welstandscommissie;

    • -

      tenminste twee en ten hoogste drie deskundigen, bij wie het aspect van de "lokale betrokkenheid" het doorslaggevende benoemingscriterium is;

    • -

      tenminste twee en ten hoogste drie externe deskundigen op grond van architectuurhistorische, kunsthistorische c.q. cultuurhistorische kennis en bekwaamheden.

De voorzitter wordt door en uit de commissie benoemd.

  • 2.

    De leden worden benoemd door de gemeenteraad op voordracht van burgemeester en wethouders.

  • 3.

    Bij ziekte of afwezigheid worden de voorzitter en de leden vervangen op de wijze door burgemeester en wethouders te bepalen.

  • 4.

    De zittingsduur van de leden van de monumentencommissie is gelijk aan de zittingsduur van de gemeenteraad. De leden van de commissie zijn herbenoembaar.

  • 5.

    De leden worden zo spoedig mogelijk, maar in elk geval binnen vier weken na het begin van een nieuwe zittingsperiode van de gemeenteraad benoemd.

  • 6.

    Bij periodieke aftreding blijven de leden van de monumentencommissie hun functie vervullen, totdat in hun opvolging is voorzien.

  • 7.

    Voorts eindigt het lidmaatschap van de monumentencommissie, wanneer omstandigheden, die tot benoeming hebben geleid, naar het oordeel van burgemeester en wethouders niet meer aanwezig zijn. Dit besluit wordt schriftelijk medegedeeld aan belanghebbende en de gemeenteraad.

  • 8.

    Onverminderd het bepaalde in de leden 5, 6 en 7 van dit artikel de gemeenteraad besluiten dat van het gestelde in het derde lid wordt afgeweken.

  • 9.

    Een lid van de monumentencommissie overigens te allen tijde ontslag nemen. Hiervan wordt zo spoedig mogelijk mededeling gedaan aan de gemeenteraad en aan de voorzitter van de monumentencommissie.

  • 10.

    Een opengevallen plaats in de monumentencommissie wordt zo spoedig mogelijk, maar in elk geval binnen vier weken na het ontstaan ervan, vervuld.

  • 11.

    Het lidmaatschap van hem die tussentijds is benoemd eindigt eveneens op een van de wijzen, genoemd in dit artikel.

Artikel 5.

De leden en plaatsvervangende leden van de monumentencommissie genieten voor hun werkzaamheden een door burgemeester en wethouders te bepalen honorarium en vergoeding van reis- en verblijfkosten.

Artikel 6.

De leden en de plaatsvervangende leden van de commissie mogen noch direct, noch indirect medewerking verlenen aan werkzaamheden waarover de commissie adviseert, tenzij burgemeester en wethouders in bijzondere gevallen van dit verbod vooraf ontheffing hebben verleend.

Artikel 7.

  • 1. Burgemeester en wethouders wijzen de secretaris van de welstandscommissie tevens aan als secretaris van de monumentencommissie.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen ambtelijke adviseurs aanwijzen.

Artikel 8.

Deze verordening treedt in werking op 1 mei 1990.

Artikel 9.

Deze verordening worden aangehaald als "Verordening regelende de monumentencommissie".

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente en Nispen in zijn openbare vergadering van 12 april 1990.

De secretaris,

De voorzitter,

Algemeen geldend verklaard voor het gehele grondgebied van de gemeente bij raadsbesluit van 24 januari 1997

De raad van de gemeente ,

De secretaris,

De voorzitter,