Regeling vervallen per 01-01-2011

Verordening regelende de heffing en invordering van marktgelden

Geldend van 01-01-2010 t/m 31-12-2010

Intitulé

Verordening regelende de heffing en invordering van marktgelden

De raad van de Gemeente Roosendaal;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 november 2009’;

gelet op artikel 229 eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de:

Verordening, regelende de heffing en de invordering van marktgelden.

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    markt: de door het college van burgemeester en wethouders

    ingestelde warenmarkt;

  • b.

    standplaats: de ruimte die voor de duur van de markt is aangewezen voor

    het uitoefenen van de markthandel, bestaande uit één of

    meerdere op grond van artikel 3 van de Marktverordening te

    bepalen eenheden;

  • c.

    vaste standplaats: de standplaats die voor onbepaalde tijd ter beschikking is

    gesteld aan een vergunninghouder;

  • d.

    dagplaats: de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld

    aan een vergunninghouder, omdat deze niet als vaste

    standplaats is toegewezen dan wel ingenomen;

  • e.

    standwerkerplaats: de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld

    om te standwerken;

  • f.

    seizoensplaats: de standplaats waarop tijdens een gedeelte van het jaar

    seizoensgebonden producten worden verkocht;

  • g.

    vergunninghouder: degene aan wie door het college van burgemeester en

    wethouders vergunning is verleend voor het innemen van een

    standplaats;

Artikel 2. Aard van de rechten/belastbaar feit

Onder de naam van “marktgeld” wordt een recht geheven voor:

  • 1.

    het innemen van een standplaats op de markt;

  • 2.

    het gebruik maken van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte dienstenten behoeve van reclame- en promotieactiviteiten.

Artikel 3. Maatstaf van heffing en belastingtarief

Het recht wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 4. Belastingplicht

  • 1. Het marktgeld wordt geheven van degene die van een standplaats als bedoeld in artikel 2, eerste lid, gebruik maakt;

  • 2. het reclame-/promotiegeld wordt geheven van de vergunninghouder van een vaste standplaats;

Artikel 5. Wijze van heffing

  • 1. het marktgeld voor een vaste standplaats wordt per kwartaal in rekening gebracht en wordt bij wege van aanslag geheven;

  • 2. het marktgeld voor een dagplaats, een seizoensplaats en een standwerkerplaats wordt

    geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is

    vermeld;

Artikel 6. Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 is het marktgeld

    verschuldigd en moet worden betaald:

    • a.

      binnen 14 dagen na de dagtekening van het aanslagbiljet;

    • b.

      ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 5, lid 2:

      • -

        mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

      • -

        schriftelijk wordt gedaan, op het moment van het uitreiken van de kennisgeving, dan wel ingeval van toezending daarvan, binnen 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 7. Kwijtschelding

Bij de invordering van marktgeld wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 8. Teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke teruggaaf van marktgeld wordt verleend op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet en overeenkomstig in de bij deze verordening behorende tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 9. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van het marktgeld.

Artikel 10. Inwerkingtreding en citeerartikel

  • 1.

    De “Verordening, regelende de heffing en de invordering van marktgelden”, vastgesteld bij raadsbesluit van 5 februari 2009 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid

    genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft

    op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan;

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de derde dag na die van bekendmaking,

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2010.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als “Marktgeldverordening”.

Aldus vastgesteld door de raad van de Gemeente Roosendaal in zijn openbare vergadering van 17 december 2009.

De griffier, De voorzitter,

TARIEVENTABEL MARKTGELDEN 2010

(behorend bij de Marktverordening)

  • 1.

    Het marktgeld bedraagt voor elke dag of gedeelte daarvan, dat een standplaats wordt ingenomen:

    Maandagmarkt:

    Per m2 ingenomen oppervlakte € 0,72

    Woensdagmarkt:

    Per m2 ingenomen oppervlakte € 0,39

    Zaterdagmarkt

    Per m2 ingenomen oppervlakte € 0,72

  • 2.

    Voor de berekening van het marktgeld wordt de ingenomen oppervlakte naar boven

    afgerond op een ½ m2.

  • 3.

    Teruggaaf van marktgeld vindt uitsluitend plaats indien een vergunninghouder op grond van de Marktverordening Roosendaal 2009, gedurende het kalenderkwartaal of een gedeelte daarvan, het recht op het innemen van een standplaats wordt ontnomen.

    De teruggaaf geschiedt naar evenredigheid van het aantal marktdagen, waarvoor de uitsluiting geldt, ten opzichte van het totaal aantal marktdagen.

  • 4.

    Het marktgeld voor gebruikmaking van diensten ten behoeve van reclame- en promotieactiviteiten bedraagt bij een vaste standplaats op de maandagmarkt

    per kwartaal € 30,00.

Behoort bij besluit van de raad van de Gemeente Roosendaal d.d. 17 december 2009.

De griffier, De voorzitter,