Regeling vervallen per 17-01-2011

Verordening op de vertrouwenscommissie in verband met de vervulling van de vacature van burgemeester

Geldend van 07-06-2010 t/m 16-01-2011 met terugwerkende kracht vanaf 22-04-2010

Intitulé

Verordening op de vertrouwenscommissie in verband met de vervulling van de vacature van burgemeester

Verordening op de vertrouwenscommissie in verband met de vervulling van de vacature van burgemeester

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

De minister: de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

De commissaris: de commissaris van de Koningin in Noord-Brabant;

De commissie: de vertrouwenscommissie, die belast is met de voorbereiding van de aanbeveling tot vervulling van de vacature burgemeester.

Artikel 2 Taak en werkwijze van de commissie

1. De commissie heeft tot taak de geselecteerde kandidaten te beoordelen.

2. De commissie brengt over haar bevindingen schriftelijk en vertrouwelijk verslag uit aan respectievelijk de commissaris en de raad. Het verslag aan de raad wordt voorzien van een conceptaanbeveling van twee personen. De commissie geeft tevens een beredeneerde volgorde van de kandidaten op haar conceptaanbeveling aan.

3. De commissie verschaft zich slechts door tussenkomst van de commissaris de door haar nodig geachte informatie over de kandidaten.

4. De commissie brengt haar in lid 2 bedoelde bevindingen uit op basis van de gegevens die de commissaris haar verstrekt en op basis van mondelinge en schriftelijke informatie die de door haar ontvangen kandidaten haar geven, zulks na weging van een en ander.

5. Bij haar werkzaamheden neemt de commissie het gestelde in de circulaire van de minister d.d. 4 november 2005, kenmerk 2005-278431, in acht.

Artikel 3 Samenstelling commissie

1. De commissie bestaat uit een vertegenwoordiger van iedere fractie in de Raad

2. Het lidmaatschap is persoonlijk. Vervanging van de leden is toegestaan in geval van ziekte en/of zwaarwegende persoonlijke omstandigheden.

3. Mevrouw Adriaansen-van Nispen, plaatsvervangend voorzitter van de raad, fungeert als technisch voorzitter;

4. De griffier fungeert als ondersteuner/ secretaris van de commissie.

5. De plaatsvervangend griffier fungeert als ondersteuner/notulist van de commissie.

6. De heer Adriaansen, zijnde eerste loco-burgemeester van de gemeente, wordt indien gewenst als adviseur aan de commissie toegevoegd.

7. De heer Kruf, gemeentesecretaris, wordt indien gewenst, als ondersteuner aan de commissie toegevoegd.

8. De adviseur en ondersteuners (griffier en secretaris) zijn geen lid en hebben geen stemrecht in de commissie.

Artikel 4 Vergaderingen

1. De vergaderingen van de commissie zijn besloten.

2. De commissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter of tenminste vier leden dit noodzakelijk achten.

3. De voorzitter doet van elke vergadering tenminste vierentwintig uur tevoren aankondiging aan de leden van de commissie.

4. De commissie vergadert niet indien niet tenminste de helft plus één van het aantal leden aanwezig is.

5. Alle besluiten worden genomen bij meerderheid van stemmen, waarbij ieder lid evenveel stemmen uitbrengt als de door dit lid vertegenwoordigde fractie zetels inneemt in de raad mits deze meerderheid uit tenminste vier stemgerechtigde leden bestaat.

Artikel 5 Geheimhouding

1 De commissie legt in elke vergadering, met toepassing van artikel86 van de Gemeentewet, geheimhouding op over de inhoud van de stukken en het behandelde tijdens de vergadering.

2. De voorzitter ziet erop toe dat aan het gestelde in het vorige lid wordt voldaan.

3. De commissie en haar leden verstrekken geen inzage in de stukken noch informatie over de stukken en over het behandelde in haar vergadering aan raadsleden die geen zitting hebben in de commissie, noch aan anderen, behoudens het bepaalde in artikel2, lid 2.

4. De commissie, noch de gemeenteraad zal de geheimhouding waartoe het eerste lid verplicht, opheffen.

5. De geheimhoudingsplicht blijft na ontbinding van de commissie van kracht.

6. Het in dit artikel bepaalde is van overeenkomstige toepassing op de griffier en plaatsvervangend griffier en de adviseurs.

Artikel 6 Verslag

1. De bevindingen, bedoeld in artikel2, worden vastgesteld bij meerderheid van de uitgebrachte stemmen, zoals gesteld in artikel 4, lid 5.

2. Het gevoelen van de minderheid wordt desgewenst in het verslag vermeld.

3. Bij het staken van de stemmen over de uit te brengen bevindingen, wordt het nemen van een beslissing uitgesteld tot de volgende vergadering. Is uitstel van de beslissing niet mogelijk of staken de stemmen ook in die volgende vergadering, dan worden geen bevindingen van de commissie, maar de verschillende meningen binnen de commissie ter kennis van respectievelijk de commissaris en de gemeenteraad gebracht.

Artikel 7 Gesprekken met de kandidaten

1. De griffier nodigt, in overleg met de commissie, de kandidaten uit voor een gesprek met de commissie.

2. De plaats en het tijdstip van een gesprek worden zodanig gekozen dat wordt voorkomen dat de kandidaten hierdoor aan anderen bekend raken of tijdens het bezoek aan de commissie met elkaar in contact komen.

Artikel 8 Ontbinding commissie

De commissie wordt geacht te zijn ontbonden met ingang van de dag volgende op die waarop door de minister aan de gemeenteraad is bekend gemaakt dat in de vacature van burgemeester is voorzien.

Artikel 9 Archivering van stukken

1. De voorzitter en de secretaris van de commissie dragen er zorg voor dat op het tijdstip bedoeld in artikel 8, alle archiefbescheiden onverwijld in een verzegelde envelop en gerubriceerd als "geheim" worden overgebracht naar de krachtens de wet door de raad aangewezen archiefbewaarplaats.

2. Zij dragen er eveneens zorg voor dat uitvoering wordt gegeven aan het bepaalde in de volgende leden van dit artikel.

3. Van de in het eerste lid bedoelde overbrenging wordt een verklaring van overbrenging als bedoeld in artikel9 van het Archiefbesluit 1995 opgemaakt. In deze verklaring wordt melding gemaakt van de met toepassing van artikel15, lid1 sub a. en c., van de Archiefwet 1995 gestelde beperkingen aan de openbaarheid, geldende voor een periode van 75jaar.

4. Alle overige bescheiden en alle kopieën van de in dit artikel bedoelde bescheiden worden onmiddellijk vernietigd.

Artikel 11 Onvoorziene aangelegenheden

In alle gevallen waarin deze verordening dan wel de circulaire van de minister d.d. 4 november 2005 niet voorziet, beslist de commissie.

Artikel 12 Slotbepalingen

1. Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening op de vertrouwenscommissie”.

2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van haar vaststelling.

3. Deze verordening vervalt met ingang van de dag volgend op die waarop door de minister een besluit is genomen op de aanbeveling van de raad.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 21 april 2010,

De griffier, De voorzitter,