Beleidsregel artikel 35 Drank- en Horecawet

Geldend van 01-01-2014 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel ontheffing artikel 35 Drank- en Horecawet

De burgemeester van Roosendaal,

Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

Gelet op artikel 35 van de Drank- en Horecawet;

overwegende dat:

  • ·

    ingevolge artikel 35 van de Drank- en Horecawet de burgemeester ontheffing kan verlenen van het gestelde in artikel 3 van die wet en dat de burgemeester aan die ontheffing beperkingen en / of voorschriften kan verbinden;

  • ·

    de gemeente Roosendaal één van de deelnemers is aan het project Think Before You Drink;

  • ·

    de deelnemende gemeenten zich hebben voorgenomen om te werken aan het tegengaan van alcoholgebruik door jongeren onder de 18 jaar en het verantwoord alcohol gebruik door jongeren vanaf 18 jaar;

  • ·

    de mate van de verkrijgbaarheid van alcoholhoudende drank hierin een belangrijke pijler is;

  • ·

    dat door de evenementen in de gemeente Roosendaal waarbij alcohol buiten een inrichting beschikbaar wordt gesteld de verkrijgbaarheid van alcohol groot is;

  • ·

    het daarom noodzakelijk is uniform beleid vast te stellen voor het verlenen van een ontheffing artikel 35 van de Drank- en Horecawet;

  • ·

    het uit oogpunt van openbare orde en veiligheid wenselijk is nadere regels te stellen;

besluit:

vast te stellen:

Beleidsregel ontheffing artikel 35 Drank- en Horecawet

a. Aanleiding en probleem

Per 1 januari 2013 is de Drank en Horecawet gewijzigd. Doel van de wetswijziging is onder meer het alcoholgebruik onder met name jongeren terug te dringen, alcoholgerelateerde verstoringen van de openbare orde te voorkomen en de administratieve lasten te verminderen. Ook bij de verstrekking van (zwak)alcoholische dranken bij bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard (evenementen) gelden deze uitgangspunten.

De problematiek rondom jeugd en alcohol is in het politiedistrict De Markiezaten vergelijkbaar ernstig met die in de rest van Nederland: jongeren drinken steeds jonger, sommigen drinken veel en vaak. In de kern kan het vraagstuk teruggebracht worden tot twee onderdelen. Het eerste heeft betrekking op het gebruik van alcohol door jongeren onder de 18 jaar.

De afgelopen jaren is het drinken van alcohol door deze groep jongeren gestegen terwijl dit gepaard gaat met gezondheidsrisico’s op korte en lange termijn. Het tweede onderdeel heeft betrekking op overmatig en excessief alcoholgebruik door jongeren in het algemeen. Dit gebruik gaat niet zelden gepaard met overlast en openbare orde problematiek, in het bijzonder in de weekenden. Ook voor deze jongeren brengt het nuttigen van (grote hoeveelheden) alcohol grote gezondheidsrisico's met zich mee.

Dit heeft geleid tot de volgende hoofddoelstellingen in het project Think Before You Drink:

  • ·

    Het tegengaan van alcoholgebruik door jongeren onder de 18 jaar. Introductie en bestendiging van de norm: onder de 18 geen alcohol.

  • ·

    Verantwoord alcoholgebruik door jongeren vanaf 18 jaar. Tegengaan van overmatig en excessief alcoholgebruik door uitgaande jongeren zowel privé als in het publieke domein.

  • ·

    Sprake is van een blijvend politiek en maatschappelijk draagvlak met betrekking tot het tegengaan van alcoholgebruik door jongeren onder de 18 jaar en een verantwoord alcoholgebruik door jongeren vanaf 18 jaar.

De aanpak 'Jeugd en alcohol' staat nadrukkelijk op de politieke en bestuurlijke agenda van de Brabantse gemeenten en de provincie.

Een van de middelen om de doelen van het project te halen is, naast voorlichting en preventie en handhaving van regels, om consequent uitvoering te geven aan de ontheffingsregeling op grond van artikel 35 Drank en Horecawet. Roosendaal kent als gemeente evenementen waarbij buitenbars en tapwagens worden geplaatst waarvoor de burgemeester een ontheffing ingevolge de Drank en Horecawet verstrekt.

In deze beleidsregel zal in het kader van de terugdringing van het alcoholgebruik onder jongeren o.a. de eis van het bezitten van kennis en inzicht van de sociale hygiëne, de maatregelen om verstoringen van de openbare orde en het verminderen van administratieve lasten door middel van de mogelijkheid van het verlenen van een meerjarige ontheffing aan de orde komen.

b. Doel

Deze beleidsregel is bedoeld om tot een betere onderbouwing te komen bij de verlening of weigering van een ontheffing ex artikel 35 van de Drank- en Horecawet (de wet). Dit document moet er toe leiden, dat niet meer “automatisch” een ontheffing wordt verleend als daartoe een aanvraag wordt ingediend.

Met deze beleidsregel dient bereikt te worden dat alle gemeenten in het politiedistrict Markiezaten artikel 35 Drank- en Horecawet op consequente wijze toepassen. Hiermee wordt bereikt dat aan evenementen/ festiviteiten voorschriften worden gesteld vanuit oogpunt van onder meer alcoholmatiging en dat het schenken van alcohol plaatsvindt door een persoon die beschikt over de vereiste papieren.

1. Wettelijk kader en voorschriften uit de Drank- en Horecawet

Artikel 35, lid 1 van de wet geeft aan dat de burgemeester ten aanzien van het verstrekken van zwakalcoholhoudende drank op aanvraag ontheffing kan verlenen van het in artikel 3 gestelde verbod voor de uitoefening van het horecabedrijf. Ontheffing kan worden verleend voor een in de beschikking aangegeven bijzondere gelegenheid van zeer tijdelijke aard voor een aaneengesloten periode van ten hoogste twaalf dagen.

Verstrekking van alcoholhoudende drank mag alleen geschieden onder de onmiddellijke leiding van een persoon die voldoet aan de eisen, gesteld in artikel 8, lid 2 en lid 4 van de wet. Deze eisen zijn:

  • ·

    De leidinggevende mag niet onder curatele staan of uit de ouderlijke macht of voogdij gezet zijn;

  • ·

    De leidinggevende mag niet in enig opzicht van slecht levensgedrag zijn;

  • ·

    De leidinggevende moet de leeftijd van eenentwintig jaren hebben bereikt;

  • ·

    De leidinggevende moet in het bezit zijn van een Verklaring Sociale Hygiëne (of een daaraan gelijkgesteld bewijsstuk).

De ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de wet heeft uitsluitend betrekking op het bedrijfsmatig of anders dan om niet verstrekken van zwakalcoholhoudende drank, buiten een horeca-inrichting.

De wet definieert zwakalcoholhoudende drank als volgt: alcoholhoudende drank, met uitzondering van sterke drank. Onder “alcoholhoudende drank” verstaat de wet: de drank, die bij een temperatuur van 20 graden Celsius voor meer dan een half volumeprocent uit alcohol bestaat. En het begrip “sterke drank” wordt gedefinieerd als de drank, die bij een temperatuur van 20 graden Celsius voor vijftien of meer volumeprocenten uit alcohol bestaat, met uitzondering van wijn.

Voor alle duidelijkheid: de ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de wet heeft betrekking op het verstrekken van zwakalcoholhoudende drank, dus alcoholhoudende drank met uitzondering van sterke drank.

2. Afbakening begrip ‘ bijzondere gelegenheid van zeer tijdelijke aard’

De burgemeester heeft – als het gaat om het verlenen van deze ontheffingen – enige beleidsvrijheid en dat is ook absoluut noodzakelijk, omdat de wet geen definitie geeft van het begrip “bijzondere gelegenheid van zeer tijdelijke aard.”

In een toelichting op de wet is een bijzondere gelegenheid omschreven als: een kermis, braderie, muziek- en/of sportfeest, jaarmarkt en andere tijdelijke manifestaties. Het gaat om incidentele gevallen. Let wel, dit is een toelichting en geen definitie. Elke gemeente maakt binnen de ontheffingverlening zijn afweging wat onder “bijzondere gelegenheid” dient te worden verstaan. Wat de wet wel heeft bepaald is, dat “tijdelijk” nooit langer mag duren dan twaalf dagen. Ook lokale omstandigheden kunnen er dus niet voor zorgen, dat er een ontheffing wordt verleend voor een periode, langer dan 12 achtereenvolgende dagen.

3. Lokale beperkingen en/of voorwaarden

Artikel 35, lid 2 van de wet geeft de burgemeester de mogelijkheid, beperkingen en/of voorwaarden te verbinden aan de te verlenen ontheffing. Deze hebben betrekking op sociale hygiëne en openbare orde en veiligheid. Ter voorkoming van overmatig alcoholgebruik en alcoholmisbruik worden aan de ontheffing de volgende voorwaarden verbonden: (hierbij wordt de term “evenement” gebruikt voor het begrip bijzondere gebeurtenis van zeer tijdelijke aard).

4. Uitgangspunten bij het verlenen van een artikel 35 ontheffing van de Drank- en Horecawet.

De burgemeester bepaalt dat een leidinggevende die op een ontheffing worden vermeld voldoet aan het gestelde in artikel 8, derde lid van de wet.

De verplichting zoals die gold voor 1 januari 2013 tot het voldoen aan de eisen van sociale hygiëne, (zoals b.v. de overlegging van een Verklaring Sociale Hygiëne) ter verkrijging van een ontheffing ingevolge artikel 35 is in de wet komen te vervallen. De burgemeester kan altijd de voorwaarde stellen dat de persoon die leiding geeft aan de alcoholverstrekking tijdens een evenement, moet voldoen aan deze eisen. In het kader van een verantwoorde wijze van de verstrekking van alcohol, waarbij ook bij bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard sprake dient te zijn, wordt het beschikken over voldoende kennis en inzicht met betrekking tot sociale hygiëne ook na 1 januari 2013 verplicht gesteld.

De burgemeester verleent geen ontheffing indien:

  • ·

    redelijkerwijs moet worden aangenomen, dat de feitelijke toestand niet met het in de aanvrage vermelde in overeenstemming zal zijn;

  • ·

    redelijkerwijs moet worden aangenomen dat een of meer van de bij of krachtens de artikelen 20 lid 1 of 21 gestelde verboden zal worden overtreden of dat in strijd zal worden gehandeld met aan de ontheffing verbonden beperkingen en voorschriften.

De ontheffing op grond van artikel 35 is een ontheffing voor de uitoefening van het horecabedrijf op grond van artikel 3 van de wet. Bovengenoemde weigeringsgronden lopen parallel aan de weigeringsgronden voor een vergunning op grond van artikel 3 van de wet.

De burgemeester verleent geen ontheffing indien de bijzondere gelegenheid zich hoofdzakelijk richt op jongeren onder de 18 jaar.

Jongeren en alcohol is een thema dat landelijk en regionaal, in de gezondheidsnota, veel aandacht krijgt. Om deze reden acht de burgemeester het onwenselijk om alcohol te schenken tijdens evenementen die zich hoofdzakelijk richten op jongeren onder de 18 jaar.

De burgemeester verbindt o.a. als voorschrift aan de te verlenen ontheffing dat zwakalcoholhoudende dranken enkel tegen betaling per consumptie mogen worden verstrekt zodat er geen onbeperkte verstrekking van zwak-alcoholische dranken plaatsvindt tegen eenmalige betaling.

De Drank en Horecawet kent de burgemeester de bevoegdheid toe om in het kader van de volksgezondheid en sociale hygiëne aan te verlenen ontheffingen voorschriften en beperkingen te verbinden. Om onbeperkt drinken voor een (vaste) entreeprijs bij evenementen aan banden te leggen wordt een beperkend voorschrift aan alle te verlenen ontheffingen verbonden. Dit voorschrift strekt ertoe dat (zwak-)alcoholische dranken enkel tegen betaling per consumptie verstrekt mogen worden. Het beoogd effect is om overmatig alcoholgebruik en daarmee gepaard gaande overlast te voorkomen.

De burgemeester verbindt o.a. als voorschrift aan de te verlenen ontheffing dat gedurende de tijd dat van de ontheffing gebruik wordt gemaakt voor het publiek steeds alcoholvrije dranken verkrijgbaar moeten zijn.

Dit voorschrift dient om het bezoekende publiek een alternatief te bieden voor zwak-alcoholische consumpties.

De burgemeester stelt als voorschrift aan de te verlenen ontheffing dat in de tijdelijke inrichting of in de onmiddellijke nabijheid daarvan een deugdelijke toiletvoorziening aanwezig dient te zijn met voor vrouwen en mannen gescheiden toiletten.

Dit voorschrift is in het kader van de openbare orde gewenst om te voorkomen dat er bv. in de buurt van het evenement sprake is van wildplassen.

D e burgemeester verleent op grond van artikel 35, lid 5 van de wet voor jaarlijks terugkerende identieke bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard, één ontheffing, geldig voor een aantal bijzondere gelegenheden zoals bedoeld in de bovenstaande bepaling, in een tijdvak van maximaal 5 jaar, mits de verstrekking van zwak-alcoholhoudende drank telkenmale geschiedt onder onmiddellijke leiding van dezelfde persoon en er overigens geen bezwaren bestaan tegen verlening van de ontheffing.

Het vijfde lid van artikel 35 maakt het mogelijk dat er voor meerdere jaren een ontheffing wordt verleend. In het kader van administratieve verlichting van lasten heeft het de voorkeur dit te doen. Met behulp van toezicht en de handhaving zal vervolgens kunnen worden toegezien op de naleving.

5 . Inwerkingtreding en citeertitel

Deze beleidsregel treedt in werking op 1 januari 2014 en wordt aangehaald als “Beleidsregel artikel 35 Drank- en Horecawet”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de burgemeester van Roosendaal op 29 oktober 2013.
De burgemeester,
mr. J.M.L. Niederer