Regeling vervallen per 20-12-2021

Spelregels voor het verlenen van uitwegvergunningen

Geldend van 01-03-2016 t/m 19-12-2021

Intitulé

Spelregels voor het verlenen van uitwegvergunningen

Burgemeester en wethouders van Roosendaal;

Gelet op artikel 2:12 van de Algemene Plaatselijke Verordening;

Besluiten:

Vast te stellen de Spelregels voor het verlenen van uitwegvergunningen.

Op grond van artikel 2:12 van de Algemene Plaatselijke Verordening is het verboden zonder vergunning van burgemeester en wethouders een uitweg te maken naar weg of verandering aan te brengen in een bestaande uitweg naar de weg.

Bij de beslissing op een verzoek om een uitwegvergunning dienen alle relevante verkeersveiligheidsaspecten te worden betrokken.

Met het oog op de verkeersveiligheid dient als regel in de volgende situaties afwijzend te worden beschikt op een verzoek om een uitwegvergunning:

  • -

    op kruisingen of splitsingen van wegen;

  • -

    binnen 10 meter afstand van het snijpunt van rijbaankanten

  • -

    ter hoogte en over de lengte van op de rijbaan aangebrachte opstelstroken c.q. voorsorteervakken;

  • -

    binnen een afstand van 50 meter van verkeerslichten;

  • -

    in een onoverzichtelijke bocht;

  • -

    kort bij een weghelling;

  • -

    bij onvoldoende uitzicht.

Wanneer zich een hiervoor genoemde situatie voordoet zal de gevraagde vergunning op grond van de APV worden geweigerd.

Er zijn echter ook vele situaties denkbaar waarbij de zojuist weergegeven verkeersveiligheidsaspecten geen rol spelen, doch waarin toch geen uitweg gerealiseerd kan worden. Bedoeld worden hier met name die gevallen waar tussen het te ontsluiten particuliere terrein en de openbare weg bijvoorbeeld een groenstrook aanwezig is.

In de hierna volgende spelregels zijn de meest voorkomende situaties beschreven. Daarbij is steeds aangegeven of wel of geen medewerking verleend kan worden. De situatietekeningen worden telkens voorafgegaan door een korte toelichting waarin de uitgangspunten respectievelijk criteria nader zijn verwoord.

Deze spelregels zullen worden gehanteerd bij het verlenen van uitwegvergunningen. Alle overige situaties, die niet op een of andere manier vergelijkbaar zijn met die welke in dit boekje zijn opgenomen, zullen afzonderlijk worden bezien en afgehandeld.

Deze regeling treedt in werking de dag waarop de Algemene plaatselijke verordening, vastgesteld op 18 februari 2016, in werking is getreden.

Deze regeling vervangt de regeling vastgesteld op 18 september 2012.

Ondertekening

Aldus besloten door burgemeester en wethouders van Roosendaal op 5 januari 2016,
De secretaris, De burgemeester,

Bijlage Spelregels voor het verlenen van uitwegvergunningen

Voorbeeld 1, 2 en 3

Toelichting

In situaties, waarin het gaat om hoek- of eindwoningen, is het verlenen van een uitwegvergunning mogelijk, indien het perceel grenst aan een trottoir of aan een groenstrook, die niet breder mag zijn dan 3 meter. Is de groenstrook breder, dan is er sprake van structureel groen en is een aantasting hiervan niet wenselijk. Daarnaast moet de situatie zodanig zijn, dat geen waardevolle bomen behoeven te worden opgeofferd. Indien de hoek- of eindwoning grenst aan een parkeerplaats, is het verlenen van een uitwegvergunnig mogelijk op voorwaarde dat voldoende parkeerplaatsen voor handen blijven danwel elders binnen redelijke loopafstand kunnen worden bijgemaakt. Bij een combinatie van bovenbedoelde mogelijkheden (dus zowel een doorsnijding van groenvoorzieningen als opofferen van parkeerplaatsen) zal dit een te grote ingreep betekenen in de structuur van de wijk: het verlenen van een uitwegvergunning is derhalve dan niet mogelijk.

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

Voorbeeld 4 en 5

Toelichting

In situaties waarin de achterzijde van de woningen aan de openbare weg is gesitueerd is het verlenen van een uitwegvergunning mogelijk, wanneer een groenstrook wordt doorsneden met een breedte minder dan 3 meter. Ook hier geldt dat geen bomenrij mag worden aangetast.

Voor het overige kan niet zozeer worden gesproken van een structureel groen als wel van "aankledingsgroen": een gedeeltelijke aantasing van dergelijke stroken is acceptabel.

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

Voorbeeld 6

Toelichting

In situaties waarin de ruimte tussen woningen zodanig groot is, dat er een uitwegvergunning verleend kan worden is dit op die plaatsen aanvaardbaar -bijvoorbeeld in woonerfsituaties - waar groenvoorzieningen en de verdere inrichting van de straat niet worden verstoord of versnipperd.

Dit betekent dus ook dat geen parkeerplaatsen mogen worden opgeofferd. De inrichting van deze ruimte -woonerf- is namelijk belangrijk voor de belevingswaarde van het gehele gebied: het aanbrangen van veranderingen hierin kan alleen middels een totale herinrichting en niet via incidentele wijzigingen.

afbeelding binnen de regeling

Voorbeeld 7

Toelichting

In situaties waar woningen met de achterzijde zijn gesitueerd aan een "achter-ontsluiting" is het verlenen van een uitwegvergunning niet mogelijk indien hierdoor belemmeringen zouden ontstaan voor bestaande garages. Voor het overige is het verlenen van een uitwegvergunning zonder meer mogelijk: alsdan is namelijk sprake van een optimaal benutten van de ruimte.

afbeelding binnen de regeling

Voorbeeld 8

Toelichting

Deze situatie heeft betrekking op de ruimte tussen een woningenblok waar op een bepaalde plaats een onderbreking is gemaakt ten behoeve van een achterontsluiting of waar parkeerplaatsen zijn gesitueerd. Het verlenen van een uitwegvergunning is hier mogelijk indien het gaat om een groenvoorziening die kleiner is dat 40 m2 en waarbij in totaal niet meer dat 20 m2 groen mag verdwijnen en bovendien geen parkeerplaatsen behoeven te worden opgeofferd. Ten aanzien van parkeerplaatsen geldt verder hetzelfde als is gesteld met betrekking tot de voorbeelden 1, 2 en 3.

Is er sprake van een combinatie van bovenbedoelde elementen (zowel een doorsnijding van groenvoorzieningen als parkeerplaatsen) dan betekent dit een te grote inbreuk op de structuur van de wijk en moet een uitwegvergunning worden geweigerd. Dit geldt eveneens voor situaties waarin bijvoorbeeld een speelgelegenheid in het geding is.

afbeelding binnen de regeling

Voorbeeld 9 en 10

Toelichting

In deze situatie grenzen woningen aan een achterterrein of binnengebied. Het verlenen van een uitwegvergunning is hier niet mogelijk, indien daardoor functioneel groen verdwijnt, parkeerplaatsen moeten worden opgeofferd of op een andere wijze de structuur wordt aangetast, zoals bijvoorbeeld het verdwijnen van het onderscheid tussen een verkeersluw en een verkeersintensief gebied.

afbeelding binnen de regeling afbeelding binnen de regeling

Voorbeeld 11

Toelichting

In situaties waarin aan de zijkant van een woning een garage kan worden gebouwd is het verlenen van een uitwegvergunning mogelijk indien de ruimte voor de garage op eigen terrein meer dan 5 meter bedraagt. Minder dat 5 meter is uit verkeerstechnische overwegingen niet aanvaardbaar.

afbeelding binnen de regeling

Tekeningen voorbeelden