Verordening speelautomatenhallen 2017

Geldend van 11-12-2017 t/m heden

Intitulé

Verordening speelautomatenhallen 2017

De raad van de gemeente Roosendaal,

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 oktober 2017;

gelet op titel VA van de Wet op de kansspelen en artikel 149 van de Gemeentewet;

overwegende dat recente jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State noodzaakt tot het aanpassen van de vigerende verordening;

overwegende voorts dat het gewenst is de mogelijkheid te creëren tot het exploiteren van een speelautomatenhal op andere locaties dan vastgelegd in de vigerende verordening speelautomatenhallen;

BESLUIT :

vast te stellen: de Verordening Speelautomatenhallen 2017.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: de Wet op de kansspelen;

  • b.

    kansspelautomaat: een speelautomaat als bedoeld in artikel 30, onder c, van de wet;

  • c.

    speelautomatenhal: een inrichting als bedoeld in artikel 30c, eerste lid, onder b, van de wet;

  • d.

    exploitant: de natuurlijke persoon of rechtspersoon voor wiens rekening en risico de inrichting wordt gedreven, en de bestuurders van de rechtspersoon of hun gevolmachtigden.

  • e.

    beheerder/ bedrijfsleider: de natuurlijke persoon of personen die de onmiddellijke feitelijk leiding uitoefent of uitoefenen in een speelautomatenhal.

Hoofdstuk 2 Speelautomatenhallen

Artikel 3 Aantal kansspelautomaten in speelautomatenhallen.

In een speelautomatenhal mogen maximaal 120 kansspelautomaten aanwezig zijn.

Artikel 4 Verbodsbepaling en beperkingen

  • 1. Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een speelautomatenhal te vestigen of te exploiteren.

  • 2. Vergunning kan worden verleend voor ten hoogste drie speelautomatenhallen in één van de drie gebieden zoals aangegeven op de bij deze verordening behorende en als zodanig gewaarmerkte kaart. In elk van deze drie gebieden kan maximaal één speelautomatenhal worden gevestigd.

Artikel 5 Vergunningaanvraag

De exploitant dient bij de vergunningaanvraag in ieder geval de volgende gegevens te overleggen:

  • a.

    Een plattegrond op schaal van de inrichting waaruit ten minste blijkt op welke plaats en in welk aantal kansspelautomaten worden opgesteld en op welke plaats leeftijdscontrole plaatsvindt;

  • b.

    Een document waaruit blijkt dat hij gerechtigd is over de ruimte te beschikken.

  • c.

    De personalia van de aanvrager en de beheerder(s) en/of de bedrijfsleider(s), voorzien van een kopie van een geldig identiteitsbewijs.

  • d.

    De gegevens van de rechtspersoon die de vergunning aanvraagt.

  • e.

    Bewijsstukken waarmee wordt aangetoond dat wordt voldaan aan artikel 30d, vierde lid, van de wet.

  • f.

    Een nauwkeurige omschrijving van het concept van de speelautomatenhal.

  • g.

    Een plan waarin wordt beschreven welke maatregelen de aanvrager neemt ter preventie en bestrijding van gokverslaving en de wijze waarop hij de gedrags- en reclamecode voor kansspelen naleeft.

  • h.

    Een plan waarin wordt beschreven welke maatregelen de aanvrager neemt ter bescherming van de openbare orde, veiligheid en het woon- en leefklimaat.

  • i.

    Voor aanvragen die betrekking hebben op het gebied “De Stok”: een plan waarin wordt beschreven in welke mate de speelautomatenhal ondersteunend zal zijn aan het hoofdgebruik van de locatie en in welke mate de speelautomatenhal synergie zal opleveren ten opzichte van de andere in het gebied van de Stok en het gebied Rosada gevestigde bedrijven.

  • j.

    Een volledig ingevuld en ondertekend vragenformulier in het kader van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet BIBOB).

Artikel 6 Indiening en volledigheid

  • a.

    Door middel van een openbare bekendmaking kondigt de burgemeester de mogelijkheid tot het indienen van aanvragen voor een vergunning aan.

  • b.

    Aanvrager heeft een termijn van één maand vanaf de dag van bekendmaking om een aanvraag in te dienen.

  • c.

    Aanvragen die niet voldoen aan enig wettelijk voorschrift voor het in behandeling nemen van aanvragen, worden door de burgemeester buiten behandeling gesteld.

  • d.

    Aanvragen die na de gestelde termijn van één maand worden ontvangen worden door de burgemeester buiten behandeling gesteld.

  • e.

    Bij een onvolledige aanvraag krijgt de aanvrager een termijn van drie weken om zijn aanvraag aan te vullen.

  • f.

    Na het verstrijken van de aanvraagtermijn is het niet meer mogelijk aanvullende gegevens in te dienen.

Artikel 7 Beslistermijn

De burgemeester beslist binnen twaalf weken na de datum waarop hij de aanvraag met bijbehorende bescheiden heeft ontvangen. De beslissing kan eenmaal voor ten hoogste twaalf weken worden verdaagd. Op de vergunning is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing.

Artikel 8 Vergelijkende toets

Indien meerdere ontvankelijke aanvragen voor een vergunning worden ingediend, wordt door de burgemeester een vergelijkende toets uitgevoerd op basis van de volgende criteria:

  • a.

    concept van de speelautomatenhal;

  • b.

    effecten op openbare orde, veiligheid en woon- en leefklimaat;

  • c.

    bijdrage aan de preventie en bestrijding van gokverslaving en beleid gericht op naleving gedrags- en reclamecode voor kansspelen;

  • d.

    indien het een aanvrage betreft voor het gebied “De Stok”: de mate waarin de vestiging en exploitatie van de speelautomatenhal ondersteunend zal zijn aan het hoofdgebruik van de locatie en de mate waarin de speelautomatenhal synergie zal opleveren ten opzichte van de andere in het gebied van de Stok en het gebied Rosada gevestigde bedrijven.

Artikel 9 Vergunning

  • 1.

    De vergunning wordt gesteld ten name van de exploitant en is niet overdraagbaar.

  • 2.

    In de vergunning wordt de naam vermeld van de beheerder(s) en/of de bedrijfsleider(s).

  • 3.

    De vergunning wordt verleend voor bepaalde tijd.

  • 4.

    Aan de vergunning worden voorschriften en beperking verbonden. Deze hebben -naast de in de wet genoemde vereisten - in elk geval betrekking op:

    • a.

      de opening- en sluitingstijden van de speelautomatenhal;

    • b.

      het toezicht in de speelautomatenhal;

    • c.

      het aantal en type speelautomaten dat mag worden opgesteld;

    • d.

      de exploitatie van de speelautomatenhal.

  • 5.

    In een speelautomatenhal is geen verkoop of aanwezigheid van alcohol toegestaan; indien in hetzelfde gebouw een of meerdere horecagelegenheden aanwezig zijn waar alcohol wordt geschonken, moeten deze strikt gescheiden zijn van de speelautomatenhal.

  • 6.

    Degene aan wie een vergunning is verleend is, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen na te komen.

  • 7.

    Het gebruikmaken van een geldige exploitatievergunning voor een speelautomatenhal is alleen mogelijk in combinatie met een geldige aanwezigheidsvergunning voor een speelautomatenhal.

Artikel 10 Weigeringsgronden

  • 1. De burgemeester weigert de vergunning, indien:

    • a.

      het maximaal aantal af te geven vergunningen voor speelautomatenhallen is verleend;

    • b.

      niet wordt voldaan aan de krachtens artikel 30d, vierde lid, van de wet gestelde eisen;

    • c.

      de beheerders en/of de bedrijfsleiders de leeftijd van 21 jaar niet hebben bereikt;

    • d.

      naar zijn oordeel de plannen als bedoeld in artikel 5 sub g, h, en i onvoldoende bijdragen aan de in dat artikel omschreven doelen;

    • e.

      indien anderszins de openbare orde, veiligheid en woon- en leefklimaat op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door de aanwezigheid van de speelautomatenhal;

  • 2. De burgemeester kan de vergunning weigeren indien de aanvrager de bij of krachtens titel VA van de wet gestelde bepalingen heeft overtreden in de drie jaren voorafgaand aan het moment van de aanvraag van de vergunning.

  • 3. De burgemeester weigert de vergunning eveneens bij slecht levensgedrag van de exploitant, beheerder en/of bedrijfsleider en in het geval en onder voorwaarden, als bedoeld in art.3 van de Wet Bevordering Integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur.

Artikel 11 Intrekkingsgronden

De burgemeester kan de vergunning intrekken, indien:

  • a.

    blijkt dat de vergunning ten gevolge van een onjuiste of onvolledige opgave is verleend;

  • b.

    niet langer wordt voldaan aan de krachtens artikel 30d, vierde lid, van de wet gestelde eisen;

  • c.

    de omstandigheden of inzichten op grond waarvan de vergunning is verleend zodanig zijn gewijzigd dat een situatie is ontstaan als bedoeld in artikel 10, eerste lid, onder e;

  • d.

    wordt gehandeld in strijd met de aan de vergunning verbonden voorschriften of beperkingen;

  • e.

    niet wordt voldaan aan het bepaalde in deze verordening;

  • f.

    de vergunninghouder de bij of krachtens titel VA van de wet gestelde bepalingen heeft overtreden;

  • g.

    gedurende een periode van ten minste zes maanden geen gebruik van de vergunning wordt gemaakt;

  • h.

    de exploitant niet langer gerechtigd is om over de ruimte te beschikken;

  • i.

    de exploitant hierom verzoekt.

Artikel 12 Wijziging beheerder en wijziging van de vergunning

  • 1. Indien een beheerder/bedrijfsleider die op de vergunning staat vermeld niet meer als zodanig werkzaam is, dient de exploitant binnen vier weken nadat deze situatie is ontstaan, een aanvraag tot wijziging van de vergunning in.

  • 2. Voor het wijzigen van de vergunning behoeft de uitgebreide procedure zoals vastgelegd in de artikelen 6 en 8 van deze verordening niet te worden gevolgd, met dien verstande dat het maximale exploitatierecht voor de vergunninghouder nooit langer kan zijn dan 15 jaar.

Artikel 13 Wijziging exploitant

  • 1. Indien de exploitatie van een speelautomatenhal wordt beëindigd of een speelautomatenhal aan een rechtsopvolger wordt overgedragen, doet de exploitant hiervan onmiddellijk schriftelijk mededeling aan de burgemeester.

  • 2. De bestaande vergunning vervalt van rechtswege zodra de op de vergunning vermelde exploitant de exploitatie feitelijk heeft beëindigd.

Hoofdstuk 3 Strafbepalingen

Artikel 14 Strafbepaling

Overtreding van het bij of krachtens deze verordening bepaalde kan worden bestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie.

Artikel 15 Toezichthouders

  • 1. Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn, naast de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, belast: de als buitengewoon opsporingsambtena(a)r(en) beëdigde ambtenaren zoals bedoeld in artikel 142 van het Wetboek van Strafvordering.

  • 2. Voorts zijn met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening belast de bij besluit van het college dan wel door de burgemeester aangewezen personen.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 16 Intrekking

De Verordening op de speelautomatenhallen, vastgesteld op 28 januari 1999 en laatstelijk gewijzigd op 17 december 2009, wordt ingetrokken.

Artikel 17 Overgangsrecht

Op het moment van het inwerkingtreden van deze verordening verleende vergunningen voor het exploiteren van een speelautomatenhal worden aangemerkt als vergunningen krachtens de nieuwe verordening. Voor deze speelautomatenhallen kan zonder, dat daarvoor de procedure wordt gevolgd als bedoeld in de artikelen 6 en 8 van deze verordening, aan dezelfde exploitanten bij het einde van de looptijd van de vergunning een nieuwe vergunning worden verstrekt met een looptijd tot uiterlijk 1 januari 2033.

Artikel 18 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de derde dag na bekendmaking in het Gemeenteblad.

Artikel 19 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening speelautomatenhallen 2017.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 30 november 2017,

de griffier, de voorzitter,

Bijlage Kaart

afbeelding binnen de regeling