Regeling vervallen per 01-01-2020

Bijzondere dienstvoorschriften

Geldend van 01-01-2016 t/m 31-12-2019

Intitulé

Bijzondere dienstvoorschriften

Burgemeester en Wethouders van Rotterdam besluiten vast te stellen de navolgende

BIJZONDERE DIENSTVOORSCHRIFTEN

Artikel 1. Concerndirecteur

Voor de toepassing van deze voorschriften wordt als concerndirecteur beschouwd degene, die als zodanig door het college of de raad is aangewezen. In die gevallen, waarin een meerhoofdige leiding bestaat, wordt voor “concerndirecteur” gelezen “de Directie”.

Artikel 2. Verdere superieuren

Het personeel is, behalve aan de Algemeen Directeur en de concerndirecteur, ondergeschikt aan alle ambtenaren, onder wier leiding het voortdurend of tijdelijk is tewerkgesteld.

Artikel 3. Bekendmakingen

Voor het personeel bestemde mededelingen of instructies van algemene aard worden door of namens de concerndirecteur zoveel mogelijk schriftelijk ter kennis gebracht. Dit kan geschieden door uitreiking van een circulaire aan ieder lid van het personeel en/of door de circulaire te bevestigen op de daarvoor bestemde aanplakborden.

Artikel 4. Verbetering van onvoldoend werk

  • 1. Indien het aan de ambtenaar opgedragen werk, naar het oordeel van degene, die over het werk is gesteld, niet volgens de gegeven instructies is uitgevoerd, of niet voldoet aan de eisen van goed werk, van laatstgenoemde vorderen, dat het werk door de ambtenaar zelf, zo nodig buiten de gewone werktijd en zonder vergoeding, zal worden verbeterd of overgemaakt.

  • 2. Heeft de ambtenaar tegen deze eis bezwaar, dan kan hij in beroep komen bij de chef van zijn afdeling. Hij blijft, inmiddels zorg dragen, dat stoornis in het werk wordt voorkomen.

  • 3. [vervallen]

Artikel 5.

[vervallen]

Artikel 6. Toeslag of bijzondere vergoeding

  • 1. Een tijdelijke toeslag op het gewone loon of een bijzondere vergoeding kan door de concerndirecteur aan de ambtenaren op weekloon worden toegekend tot een maximum van € 0,46 per dag of € 2,73 per week voor werkzaamheden, die:

    • a.

      onder bijzondere omstandigheden moeten worden verricht;

    • b.

      buitengewone oplettendheid of buitengewone spoed vereisen;

    • c.

      van buitengewoon vuile of van zeer bijzondere aard zijn.

  • 2. Ook voor werkzaamheden op plaatsen buiten door de concerndirecteur te bepalen grenzen kan aan ambtenaren op weekloon een tegemoetkoming worden verleend.

  • 3. De concerndirecteur beslist zo nodig eerst na afloop van de werkzaamheden, als in het eerste lid bedoeld, of voor toekenning van een toeslag of bijzondere vergoeding aanleiding bestaat.

Artikel 7. Extra-betaling voor tijdelijk toezicht

De ambtenaar op weekloon, aan wie tijdelijk toezicht over andere ambtenaren wordt opgedragen, ontvangt darvoor boven zijn gewone loon een toeslag van f 0,80 per dag.

Artikel 8

[vervallen]

Artikel 9

[vervallen]

Artikel 10

[vervallen]

Artikel 11

[vervallen, met terugwerkende kracht vanaf 15 april 1996]

Artikel 12. Aansluitende diensten

  • 1. De ambtenaar, die onmiddellijk na afloop van zijn werkzaamheden door een ander moet worden vervangen, is verplicht, zo nodig, zijn werkzaamheden voort te zetten tot zijn opvolger de dienst heeft overgenomen.

  • 2. Is de in het eerste lid bedoelde opvolger, om welke reden ook, niet op tijd aanwezig, dan blijft de ambtenaar op zijn post, totdat een plaatsvervanger is aangewezen en deze de dienst heeft overgenomen, tenzij voor het tegenovergestelde door een daartoe bevoegd ambtenaar toestemming is verleend.

Artikel 13. Vacantie, verlof, verzuim

  • 1. Vacantie, verlof en verzuim worden, behoudens in bijzondere gevallen ter beoordeling van de chef van de afdeling, tenminste één dag tevoren aangevraagd.

  • 2. Wanneer de concerndirecteur in het belang van de dienst een langere termijn nodig oordeelt, geeft hij daarvan op de normale wijze kennis aan het personeel.

  • 3. Bij een aanvraag om bijzonder verlof kan enig bewijsstuk worden verlangd, waaruit ten genoege van de concerndirecteur, c.q. de chef van de afdeling, blijkt, waarvoor het gevraagde verlof zal dienen.

Artikel 14. Gevolgen van te laat komen

Indien een ambtenaar zonder geldige redenen – ter beoordeling van de concerndirecteur – te laat komt, wordt hem, onverminderd de hem eventueel op te leggen straf, het salaris en de toegekende salaristoelage(n) over de verzuimde tijd ingehouden, waarbij elk gedeelte van een half uur zal worden berekend voor een half uur.

Artikel 15. Afwijken van bevelen

Waneer de ambtenaar door onvoorziene omstandigheden genoodzaakt is af te wijken van de hem gegeven bevelen, is hij verplicht van deze afwijking zo spoedig als de goede gang der werkzaamheden en de veiligheid gedogen, doch in elk geval onmiddellijk na afloop van de werkzaamheden of van de arbeidstijd, mededeling te doen aan degene, die het bevel gaf, of, zo deze niet bereikbaar mocht zijn, aan enige andere superieur, in spoedeisende gevallen per telefoon aan het bureau van de dienst of het bedrijf.

Artikel 16. Plotseling opgekomen redenen voor verzuim, anders dan wegens ziekte of ongeval

  • 1. De ambtenaar, die wegens plotseling opgekomen redenen, anders dan ziekte of ongeval, genoodzaakt is zijn arbeid te staken, vraagt hiertoe verlof aan zijn onmiddellijke chef of diens plaatsvervanger, die hem het verlof kan verlenen.

  • 2. Is die reden, waarom de ambtenaar genoodzaakt is, zijn arbeid te staken en te vertrekken, zo plotseling opgekomen en zo dringend, dat hij het verkrijgen van verlof daartoe niet kan afwachten, dan kan hij volstaan met een mededeling van zijn vertrek en van de redenen,die er toe hebben geleid, aan een zijner mede-ambtenaren; deze is in dat geval verplicht, de mededeling zo spoedig mogelijk over te brengen aan de chef of diens plaatsvervanger, in het eerste lid bedoeld.

  • 3. Arbeidt de ambtenaar alleen, dan is hij in het geval, in het tweede lid bedoeld, verplicht de daar bedoelde mededeling telefonisch te doen aan zijn onmiddellijke chef of aan de administratie van de dienst, waarbij hij werkzaam is.

  • 4. De ambtenaar, die wegens onvoorziene omstandigheden anders dan ziekte of ongeval, verhinderd is zijn werkzaamheden te beginnen, is verplicht hiervan, met opgaaf der redenen, kennis te geven of door een ander te doen geven aan zijn onmiddellijke chef of aan een andere boven hem geplaatste ambtenaar dan wel op een andere, door de concerndirecteur te bepalen wijze hiervan mededeling te doen.

  • 5. De kennisgeving, in het vorige lid bedoeld, moet worden gedaan vóór of zo spoedig mogelijk na het tijdstip, waarop de ambtenaar zijn werkzaamheden had behoren te beginnen.

Artikel 17. Schaftgelegenheden voor ambtenaren op weekloon, die in de open lucht moeten arbeiden

  • 1. In de regel worden voor ambtenaren op weekloon, die in de open lucht arbeiden, geen schaftgelegenheden van gemeentewege beschikbaar gesteld:

    • a.

      indien minder dan 6 ambtenaren op weekloon op een bepaalde plaats, hetzij in ploegverband, hetzij afzonderlijk, werkzaam zijn;

    • b.

      voor werkzaamheden op een bepaalde plaats, die korter duren dan drie achtereenvolgende dagen;

    • c.

      indien in de nabijheid van het werkterrein een voldoende, kosteloos toegankelijke schaftgelegenheid aanwezig is;

    • d.

      indien het openbaar verkeer door de schaftgelegenheid ernstig zou worden belemmerd.

  • 2. Indien schaftgelegenheden,als in het vorige lid bedoeld, worden beschikbaar gesteld, gelden daarvoor de volgende regelen:

    • a.

      de schaftgelegenheden worden geplaatst nabij het terrein der werkzaamheden en wel zodanig, dat het openbaar verkeer en het uitzicht van aangrenzende huizen niet worden belemmerd;

    • b.

      zij worden zo mogelijk verplaatst, wanneer de afstand tot het werkterrein groter wordt dan 200 meter;

    • c.

      in elke schaftgelegenheid moeten banken en een of meer tafels aanwezig zijn;

    • d.

      de onmiddellijk opzichthoudende op het werk houdt toezicht op de orde en reinheid in de schaftgelegenheden; het schoonhouden geschiedt in de regel door de ambtenaren van de ploeg bij toerbeurt en wel onmiddellijk na beëindiging van een schafttijd;

    • e.

      het is de ambtenaren, tenzij met vergunning van de onmiddellijke chef, verboden zich anders dan gedurende de schaft- of rusttijden in de schaftgelegenheden op te houden. Zij zijn gehouden zich gedurende het verblijf in de schaftgelegenheden ordelijk te gedragen en de grootst mogelijke zindelijkheid te betrachten.

  • 3. Als schaftgelegenheden kunnen mede worden aangewezen verrijdbare keten, die tevens tot berging van gereedschappen dienen. In deze keten bedoelt geen tafel aanwezig te zijn.

Artikel 18. Verplichte aangiften

  • 1. De ambtenaar, die verhuist, is verplicht, met opgave van zijn nieuwe adres, hiervan binnen 24 uren kennis te geven aan de administratie van de cluster, waarbij hij werkzaam is.

  • 2. Gelijke verplichting heeft hij ten aanzien van wijzigingen in zijn burgerlijke staat (huwelijk en echtscheiding), overlijden van zijn echtgenote, zomede geboorte en overlijden van zijn kinderen.

  • 3. Zij, die onder de wapenen worden geroepen, hetzij voor eerste oefening, dan wel voor herhalingsoefeningen, dienen hiervan eveneens mededeling te doen op de wijze, als in het eerste lid is aangegeven.

  • 4. Het behalen van diploma’s of getuigschriften dient, onder overlegging van de desbetreffende documenten, eveneens zo spoedig mogelijk ter kennis van de administratie te worden gebracht.

Artikel 19. Openbaar-vervoerbewijzen

Het is verboden om door de dienst voor rekening van de gemeente verstrekte openbaar-vervoerbewijzen anders dan voor dienstdoeleinden te gebruiken.

[artikel 19 treedt met terugwerkende kracht in werking op 15 april 1996]

Artikel 20. verdere verbodsbepalingen

Het is de ambtenaar verboden, zowel in als buiten diensttijd, binnen de gebouwen of op de terreinen der Gemeente:

  • a.

    zonder machtiging van de concerndirecteur, waaronder die gebouwen of terreinen ressorteren, enig geschreven of gedrukt stuk, van welke aard ook, op te hangen, te verspreiden of voor te lezen;

  • b.

    enige kennisgeving, vanwege de concerndirecteur aangebracht, te verwijderen of op enigerlei wijze te beschadigen of onleesbaar te maken;

  • c.

    zonder machtiging van de concerndirecteur geldinzamelingen te houden of bijdragen voor verenigingen te innen;

  • d.

    op enigerlei wijze de goede orde te verstoren;

  • e.

    rookartikelen of andere genotmiddelen ten verkoop mede te brengen of rookartikelen of andere genotmiddelen van ambtenaren, mede tot het cluster behorende, te kopen of aan deze te verkopen.

Artikel 21. Slotbepaling

[vervallen]

Artikel 22

Dit besluit treedt in werking op 1 mei 1954. Met ingang van die datum komen de in de aanhef dezes bedoelde, voor de onderscheidene takken van dienst afzonderlijk vastgestelde bijzondere voorschriften te vervallen.

Ondertekening

Rotterdam, 7 april 1954

Burgemeester en wethouders voornoemd,

De Secretaris

, J. Hasper

De Burgemeester,

G.E. v. Walsum