Regeling vervallen per 01-01-2020

Besluit Centrale Ondernemingsraad

Geldend van 31-10-2009 t/m 31-12-2019

Intitulé

Besluit Centrale Ondernemingsraad

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

Gelezen het voorstel van de wethouder van Middelen en Sport d.d. 16 december 2005, 05BSD17242;

Gelet op artikel 125, eerste lid, onder 1 van de Ambtenarenwet en artikel 33, eerste lid van de Wet op de Ondernemingsraden;

Besluit:

vast te stellen het hierna volgende besluit Centrale Ondernemingsraad.

Artikel I

Met ingang van 1 maart 2006 wordt een Centrale Ondernemingsraad (COR) in gesteld.

Artikel II

  • 1. De gemeentesecretaris voert namens het college van burgemeester en wethouders het overleg met de COR.

  • 2. In gevallen waarin sprake is van gemeenschappelijk belang voor alle of voor de meerderheid van de ondernemingsraden waarvoor hij is ingesteld komen aan de Centrale Ondernemingsraad de bevoegdheden toe genoemd in artikel 1 van het Besluit ondernemingsraden.

Artikel III

  • 1. Gedurende het eerste zittingsjaar van de COR wordt het aantal uren voor onderling beraad en overleg dat de leden van de COR en de leden van de commissies voor de vervulling van hun taak redelijkerwijs nodig hebben, als volgt bepaald:

    • a.

      de leden van de COR kunnen worden vrijgesteld van de vervulling van hun functie voor gemiddeld minimaal 8 uren per week;

    • b.

      de voorzitter, de secretaris en de leden van het dagelijkse bestuur van de COR kunnen van hun functie worden vrijgesteld voor gemiddeld minimaal 16 uren per week;

    • c.

      Vrijstellingen voor leden van eventueel door de COR in te stellen commissies zullen nader worden bepaald.

  • 2. De vrijgestelde, bedoeld in het eerste lid onder a, b en c behoudt:

    • a.

      zijn volledige bezoldiging;

    • b.

      het bezoldigingsperspectief verbonden aan de betrekking die hij bekleedde voordat hij werd vrijgesteld van de vervulling daarvan;

    • c.

      het carrièreperspectief van zijn betrekking.

  • 3. Indien de vrijgestelde vanuit zijn betrekking sollicitatiemogelijkheden naar een hoger gewaardeerde betrekking had, welke bij gebruik zou hebben geleid tot een aanstelling in een hoger gewaardeerde betrekking, krijgt hij als vrijgestelde de daaraan verbonden bezoldiging.

  • 4. Indien het lid van de COR zijn werkzaamheden als vrijgestelde neerlegt, wordt hij zo mogelijk in zijn voormalige betrekking geplaatst. Indien dit niet mogelijk is wordt hem een passende betrekking binnen de openbare dienst van de gemeente aangeboden.

  • 5. De vrijstellingen worden vóór het einde van het eerste zittingsjaar van de COR geëvalueerd en eventueel aangepast.

Artikel IV

De COR heeft recht op ondersteuning door een voltijds ambtelijke secretaris en 0,5 fte administratieve ondersteuning.

Slotbepalingen.

Artikel V

Het college van burgemeester en wethouders kan in bijzondere gevallen afwijken van dit besluit.

Artikel VI

  • 1. Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit Centrale Ondernemingsraad.

  • 2. Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 maart 2006.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 20 december 2005.

De Secretaris

A.H.P. van Gils

De Burgemeester

I.W. Opstelten

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Artikel I

In de gemeente Rotterdam komen steeds meer onderwerpen aan de orde die van gemeenschappelijk belang zijn ten aanzien van alle of een meerderheid van de organisatieonderdelen.

Verder is hier van belang dat de gemeente Rotterdam zich als één concern wil positioneren. De bevoegdheden van de ondernemingsraden betreffen bij uitstek het eigen organisatieonderdeel, een medezeggenschapsorgaan waarmee het overleg over het gemeenschappelijk beleid ten aanzien van alle of een meerderheid van de organisatieonderdelen kan worden gevoerd, ontbrak tot nu toe. De hiervoor geschetste ontwikkeling naar één concern noodzaakt de gemeente Rotterdam tot instelling van een centraal medezeggenschapsorgaan. Hierdoor wordt een goede toepassing van de WOR voor alle door de gemeente in stand gehouden ondernemingen gewaarborgd.

Artikel II

Volgens de WOR is de bestuurder degene die in het overleg met de ondernemingsraad de ondernemer vertegenwoordigt. Hij treedt feitelijk op waar de wet rechten en verplichtingen aan de ondernemer toekent. In de WOR is bepaald dat politieke ambtsdragers niet kunnen optreden als bestuurder in de zin van deze wet. Dit houdt in dat zij geen verplichting hebben om het overleg met de ondernemingsraad te voeren. Het college van burgemeester en wethouders kan ten behoeve van het overleg met de COR een functionaris aanwijzen als bestuurder in de zin van de WOR. Gelet op zijn aanvullende rol in de sturing van het concern is de gemeentesecretaris aangewezen als bestuurder.

Artikel III

Ad eerste lid a, b en c en vijfde lid:

Te verwachten valt dat tijdens het eerste zittingsjaar een grote hoeveelheid onderwerpen op de COR af zal komen. Bovendien zullen de leden van de COR te maken krijgen met aanloop- en gewenningsproblemen. In verband hiermee zal naar alle waarschijnlijkheid gedurende het eerste zittingsjaar een beroep moeten worden gedaan op ruime vrijstellingen. Voor het einde van het eerste zittingsjaar van de COR zal aan de hand van een evaluatie worden bepaald of en in hoeverre de vrijstellingen moeten worden aangepast.

Ad leden 2, 3 en 4:

Deze artikelleden zijn ontleend aan het besluit ondernemingsraden. De leden van de COR hebben daarmee dezelfde bezoldigings- en loopbaangaranties als de leden van de ondernemingsraden.

Artikel IV

In verband met de omvang van de COR en de aard van de aangelegenheden die aan hem zullen worden voorgelegd, heeft de COR om goed te kunnen functioneren adequate ondersteuning nodig.