Regeling vervallen per 01-01-2013

Burgemeestersinstructie openbare inrichtingen 2007

Geldend van 04-04-2007 t/m 31-12-2012

Intitulé

Burgemeestersinstructie openbare inrichtingen 2007

De burgemeester van de gemeente Rotterdam,

Gelezen het voorstel van de directeur van de Directie Veiligheid van de Bestuursdienst Rotterdam van 16 januari 2007; 07BSD00095;

overwegende, dat de regels omtrent de gegevens en bescheiden die bij de exploitatievergunningaanvraag moeten worden overlegd, zijn opgenomen in de Nadere Regels over openbare inrichtingen als bedoeld in hoofdstuk 2, paragraaf 3, van de Algemene Plaatselijke Verordening Rotterdam;

overwegende, dat de nadere regels omtrent gegevens en bescheiden die bij de vergunningaanvraag voor een seksinrichting of escortbedrijf moeten worden overlegd, zijn opgenomen de nadere regels voor seksinrichtingen en escortbedrijven;

dat als gevolg hiervan de burgemeestersinstructie nog slechts interne instructieregels dient te bevatten;

dat het wenselijk is om alle interne instructieregels die zien op openbare inrichtingen als bedoeld in hoofdstuk 2 paragraaf 3 en 3a in één overzichtelijk document bij elkaar te plaatsen en op eenvoudige, begrijpelijke en zorgvuldige wijze te redigeren;

gelet op de artikelen 2.3.2, 2.3.4, 2.3.9 en 2.3a.3 van de Algemene Plaatselijke Verordening Rotterdam (Gemeenteblad 2004 nummer 12 , zoals nadien gewijzigd);

Besluit vast te stellen:

de burgemeestersinstructie openbare inrichtingen behorende bij hoofdstuk 2, paragraaf 3 en 3a van de Algemene Plaatselijke Verordening Rotterdam

Artikel 1 Procedure behandeling aanvragen exploitatievergunning

  • 1. Aanvragen voor het verkrijgen van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 2.3.2 van de Algemene Plaatselijke Verordening Rotterdam worden om advies voorgelegd aan:

    • a.

      de deelgemeente waarbinnen de inrichting is gelegen, dan wel de Centrumraad of de wijkraad voor Pernis indien de inrichting daar gelegen is;

    • b.

      het politiedistrict waarbinnen de inrichting is gelegen;

    • c.

      de bewonersorganisatie(s) van het gebied waarbinnen de inrichting is gelegen;

    • d.

      de dienst Stedebouw en Volkshuisvesting;

    • e.

      de Brandweer Rotterdam;

    • f.

      de dienst Gemeentewerken, indien het tevens een aanvraag voor de ingebruikname van een terras betreft.

  • 2. De aanvraag voor het verkrijgen van een exploitatievergunning wordt ter kennisgeving toegezonden aan de DCMR Milieudienst Rijnmond.

  • 3. De in het eerste lid genoemde adviserende instanties brengen hun advies uiterlijk binnen twee weken na ontvangst van de adviesaanvraag. Indien het advies negatief luidt, wordt het gemotiveerd. Wordt binnen de genoemde termijn geen advies uitgebracht, dan wordt ervan uitgegaan dat er geen behoefte bestaat om advies uit te brengen.

Artikel 2 Procedure behandeling aanvragen nachtontheffing of ochtendontheffing

  • 1. De aanvraag voor het verkrijgen van een nachtontheffing of ochtendontheffing wordt om advies voorgelegd aan:

    • a.

      de deelgemeente waarbinnen de inrichting is gelegen, dan wel de Centrumraad of de wijkraad voor Pernis indien de inrichting daar gelegen is;

    • b.

      het politiedistrict waarbinnen de inrichting is gelegen;

    • c.

      de bewonersorganisatie(s) van het gebied waarbinnen de inrichting is gelegen;

    • d.

      de DCMR Milieudienst Rijnmond, voor zover dit van toepassing is.

  • 2. De in het eerste lid genoemde adviserende instanties brengen hun advies uit binnen twee weken na ontvangst van de adviesaanvraag. Indien het advies negatief luidt, wordt het gemotiveerd. Wordt binnen de genoemde termijn geen advies uitgebracht, dan wordt ervan uitgegaan dat er geen behoefte bestaat om advies uit te brengen.

Artikel 3 Procedure behandeling aanvragen voor een vergunning voor een seksinrichting of escortbedrijf

  • 1. Aanvragen voor het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 2.3a.3 van de Algemene Plaatselijke Verordening Rotterdam worden om advies voorgelegd aan:

    • a.

      de deelgemeente waarbinnen de inrichting is gelegen, dan wel de Centrumraad of de wijkraad voor Pernis indien de inrichting daar gelegen is;

    • b.

      het politiedistrict waarbinnen de inrichting is gelegen;

    • c.

      de bewonersorganisatie(s) van het gebied waarbinnen de inrichting is gelegen;

    • d.

      de dienst Stedebouw en Volkshuisvesting;

    • e.

      de Brandweer Rotterdam;

    • f.

      de afdeling technische hygiëne van de GGD.

  • 2. De in het eerste lid genoemde adviserende instanties brengen hun advies uit binnen twee weken na ontvangst van de adviesaanvraag. Indien het advies negatief luidt, wordt het gemotiveerd. Wordt binnen de genoemde termijn geen advies uitgebracht, dan wordt ervan uitgegaan dat er geen behoefte bestaat om advies uit te brengen.

Artikel 4 Slotbepalingen

Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na publicatie daarvan in het gemeenteblad.

Artikel 5 Intrekking

De Burgemeestersinstructie horeca 2002 (Gemeenteblad 2002, nummer 64) wordt bij gelijke datum ingetrokken.

Artikel 6 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als "Burgemeestersinstructie openbare inrichtingen 2007".

Ondertekening

Aldus vastgesteld op 17 januari 2007.

De burgemeester

I.W. Opstelten