Gemeenschappelijke Regeling Archeologie Schiedam

Geldend van 09-04-2011 t/m heden

Intitulé

Gemeenschappelijke Regeling Archeologie Schiedam

De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Schiedam en Rotterdam,

gelet op artikel 1 en 8 van de Wet gemeenschappelijke regelingen en de Wet op de Archeologische Monumentenzorg;

overwegende dat het Bureau Oudheidkundig Onderzoek Rotterdam (BOOR) van de gemeente Rotterdam over faciliteiten en capaciteiten beschikt voor het behoud en de duurzame ontwikkeling van archeologische waarden en dat de gemeente Schiedam ter uitvoering van haar wettelijke taken ter zake hiervan gebruik wenst te maken;

overwegende dat overeenkomstig artikel 1, tweede lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen, de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten hun colleges toestemming hebben verleend om aan deze regeling deel te nemen;

besluiten:

de navolgende: “Gemeenschappelijke Regeling Archeologie Schiedam” aan te gaan

Artikel 1.

Doel van de regeling.

De Gemeente Rotterdam stelt het BOOR beschikbaar aan de gemeente Schiedam inzake de bescherming van het archeologische erfgoed in de gemeente Schiedam.

Artikel 2.

Omvang werkzaamheden

De verplichtingen van de gemeenten zijn neergelegd in het bij deze regeling behorende ‘Uitvoeringsprotocol, behorend bij artikel 2 van de Gemeenschappelijke Regeling Archeologie Schiedam”.

Artikel 3.

Financiën.

De gemeente Schiedam betaalt aan de gemeente Rotterdam een jaarlijkse vergoeding, waarmee een archeoloog kan worden aangesteld die verantwoordelijk is voor de in het uitvoeringsprotocol genoemde werkzaamheden en diensten. Deze vergoeding zal periodiek worden bijgesteld op basis van ingediende urendeclaraties en te verwachten werkzaamheden in het daarop volgende jaar. De vergoeding zal periodiek worden herzien aan de hand van de toepasselijke salarisverhoging voor gemeenteambtenaren.

Artikel 4.

Duur, wijziging en opheffing

  • 1.

    De regeling wordt aangegaan voor onbepaalde tijd.

  • 2.

    De regeling kan bij eensluidend besluit van de colleges tussentijds worden gewijzigd dan wel opgeheven. Een voorstel daartoe kan door elk van de colleges van de deelnemende gemeenten afzonderlijk worden gedaan, drie maanden voor het einde van een kalenderjaar.

Artikel 5.

Toezending en publicatie.

  • 1.

    Het gemeentebestuur van Rotterdam zendt deze regeling en besluiten tot wijziging en opheffing aan gedeputeerde staten van Zuid-Holland.

  • 2.

    De besturen van de deelnemende gemeenten dragen op de gebruikelijke wijze, overeenkomstig het bepaalde in artikel 26, tweede lid en artikel 27 van de Wet gemeenschappelijke regelingen, zorg voor de bekendmaking van de inwerkingtreding van de regeling of van besluiten tot wijziging, opheffing, toetreding en uittreding en voor het bijhouden van de registers.

Artikel 6.

Citeerdeel

Deze regeling wordt aangehaald als Gemeenschappelijke Regeling Archeologie Schiedam.

Artikel 7

Inwerkintreding

Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na publicatie in de gemeentebladen van de gemeente Schiedam en Rotterdam.

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam op 22 september 2009.

de secretaris, de burgemeester,

W.A.J.J. Houtman, l.s. J. Kriens, l.b.

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Schiedam op 23 maart 2010.

de secretaris, de burgemeester,

W.P.H. Redert W.M. Verver-Aartsen

Dit gemeenteblad is uitgegeven op 8 april 2011 en ligt op werkdagen van 8.30 tot 16.30 uur ter inzage bij het Kenniscentrum Bestuursdienst Rotterdam (KBR), Coolsingel 40, Kamer 314.

(Zie ook: www.bds.rotterdam.nl – Gemeentebladen)

UITVOERINGSPROTOCOL

Behorende bij artikel 2 en 3 van de Gemeenschappelijke Regeling Archeologie Schiedam

In 1992 hebben de Ministers van Cultuur van de Raad van Europa aangesloten landen te Valletta (Malta) het Europese Verdrag inzake de bescherming van het Archeologisch Erfgoed ondertekend. De Wet tot goedkeuring van het Verdrag van Malta is aangenomen en gepubliceerd in het Staatsblad van 9 april 1998. Op 1 september 2007 is het Verdrag van Malta geïmplementeerd in de Monumentenwet 1988.

Het college van Schiedam heeft op 19 februari 2008de beleidsnota ´Archeologische Monumentenzorg gemeente Schiedam (2008-2011)’ vastgesteld. Op grond van de Monumentenwet 1988 en de beleidsnota zijn de gemeente Schiedam en het BOOR een gemeenschappelijke regeling aangegaan ten einde de gemeente Schiedam in staat te stellen de wettelijke taken uit te voeren.

Bij het verder ontwikkelen en het uitvoeren van het archeologiebeleid van de gemeente Schiedam zijn drie actoren betrokken, te weten:

  • §

    Archeologisch Coördinator van de gemeente;

  • §

    Adviseur Archeologie voor de gemeente (BOOR);

  • §

    Archeologische Begeleidingscommissie (ABC) van de gemeente.

Op grond van artikel 2 van de Gemeenschappelijke Regeling Archeologie Schiedam hebben partijen de volgende verplichtingen en taken.

Verplichtingen partijen:

1.Het college van Schiedam draagt zorg voor het navolgende:

  • a.

    benoeming van de gemeentelijk archeoloog van Rotterdam tot

    archeoloog van de gemeente Schiedam;

  • b.

    aanstelling van een archeologisch coördinator binnen het ambtelijk

apparaat van de gemeente Schiedam die zal optreden als aanspreekpunt van en intermediair tussen de archeoloog van Rotterdam en de ambtenaren en het bestuur van de gemeente Schiedam.

2.Het college van Rotterdam draagt zorg voor het navolgende:

a.de mogelijkheid dat de archeoloog van Rotterdam in voldoende

mate en binnen de gezamenlijk gestelde termijnen archeologische werkzaamheden kan verrichten voor de gemeente Schiedam;

b.het gebruik van het (gemeentelijk) depot, waarin de vondsten uit

b. opgravingen kunnen worden ondergebracht.

Taken Archeologisch Coördinator

b.De coördinator is aanspreekpunt van het BOOR en heeft archeologische monumentenzorg in zijn takenpakket. De medewerker draagt binnen het ambtelijk apparaat van de gemeente Schiedam ook zorg voor een vroegtijdige inbreng van de archeologie in ruimtelijke plannen, bouwprojecten, de aanleg van kabels, leidingen en rioleringen en in de naleving van gemeentelijke procedures in deze.

b.Bestemmingsplannen of andere ruimtelijke plannen, waarvoor geldt dat er archeologische belangen of verplichtingen in het geding zijn, dienen gesignaleerd te worden en, in overleg met het BOOR, beoordeeld of aangevuld te worden.

b.De Archeologisch Coördinator draagt er ook zorg voor dat - op basis van de Archeologische Waardenkaart van Schiedam - aanvragen voor onder andere bouw- en aanlegvergunningen op het aspect archeologie worden getoetst (toepassen van een ‘eerste zeef’). Voor die aanvragen waarvoor geldt dat er mogelijk archeologische belangen in het geding zijn, wordt het advies van het BOOR gevraagd. Op grond van een combinatie van inhoudelijke afwegingen en specifieke kenmerken van bouwprojecten (zoals diepte, aard en omvang van de grondroerende werkzaamheden) kan vervolgens beoordeeld worden of archeologisch (voor)onderzoek inderdaad noodzakelijk is, of dat hiervan kan worden afgezien (toepassen ‘tweede zeef’). Zo kan op een plaats waar archeologische waarden in de ondergrond aanwezig zijn (bijvoorbeeld een nederzettingsterrein uit de Romeinse tijd) afgezien worden van archeologisch onderzoek, omdat slechts een of enkele heipalen het bodemarchief ter plaatse in zeer geringe mate aantasten. De kosten van het doen van archeologisch onderzoek wegen dan niet op tegen de omvang en ernst van de aantasting van het bodemarchief.

b.Het is van belang dat een protocol ontwikkeld wordt, waarin gewaarborgd wordt dat betreffende ruimtelijke plannen en aanvragen voor vergunningen voor toetsing op het aspect archeologie ook bij genoemde medewerker ter inzage en advisering worden voorgelegd (zie uitgangspunt 5 van de Beleidsnota Archeologie Schiedam).

b.Voorts kan de betreffende medewerker zorgdragen voor de organisatie en notulering van de periodieke bijeenkomsten van de Archeologische Begeleidingscommissie.

Taken Adviseur Archeologie (BOOR)

b.De Adviseur Archeologie (BOOR) fungeert als het ware als gemeentelijk archeoloog van de gemeente Schiedam. Hij heeft de volgende taken en werkzaamheden waarover werkafspraken gemaakt moeten worden:

b.Advies/beleid

  • 1.

    Gevraagd en ongevraagd informeren van de Archeologische Begeleidingscommissie en medewerkers van de gemeente over het beheer en behoud van het bodemarchief alsmede over het archeologisch bestel en wetgeving en de consequenties daarvan voor de gemeente;

  • 2.

    Het, in overleg met de gemeente, informeren van derden (bijvoorbeeld ontwikkelaars of archeologische instellingen, burgers of bedrijven) over het bodemarchief of het archeologisch beleid van de gemeente Schiedam;

  • 3.

    Het vervaardigen en onderhouden van beleidsinstrumenten;

  • 4.

    Het opstellen en goedkeuren van PvE’s;

  • 5.

    Het beoordelen van rapportages en het voorstellen van selectiebesluiten;

  • 6.

    Het voeren van ambtelijk overleg in een nog in te stellen Archeologische Begeleidingscommissie van de gemeente (3x per jaar);

b.Beheer en behoud

7.Het beheren van de archeologische documentatie met betrekking tot de gemeente;

b.Ruimtelijke ordening

  • 8.

    Zorgdragen voor de inbreng van archeologische belangen bij het opstellen van ruimtelijke plannen en bestemmingsplannen (het opstellen van de ‘archeologieparagraaf’, met de bijbehorende voorschriften en plankaarten);

  • 9.

    Beoordelen van aanvragen voor vergunningen op het aspect archeologie, nadat binnen de gemeente een eerste selectie van aanvragen heeft plaatsgevonden (zie hieronder);

b.Uitvoering

  • 10.

    Het in naam van de gemeente uitvoeren van de regie over door derden verricht onderzoek en het beoordelen van de archeologische verslaglegging daarvan. Ook het toezichthouden in het veld bij de uitvoering van archeologisch (voor)onderzoek maakt daar deel van uit;

  • 11.

    Het uitvoeren van archeologisch (voor)onderzoek of het doen van archeologische waarnemingen (optioneel, in geval van toevalsvondsten en tijdsdruk; zie hoofdstuk 5 van de Beleidsnota Archeologie van de gemeente Schiedam);

b.Communicatie

  • 12.

    Het adviseren over en/of uitvoeren, al danniet in samenwerking met andere organisaties of instellingen, van educatieve en publieksgerichte activiteiten op het gebied van de archeologie van Schiedam (maken van brochures, boeken, tentoonstellingen, onderwijsprojecten, geven van rondleidingen e.d.).

    • Taken Archeologische Begeleidingscommissie

b.De taakstelling van de Archeologische Begeleidingscommissie bestaat uit het handhaven van het gemeentelijk archeologisch beleid. De commissie is er voorts voor informatie-uitwisseling over recente ontwikkelingen en/of knelpunten met betrekking tot planvorming en de realisatie van bouwwerkzaamheden binnen de gemeente Schiedam en het archeologisch beleid in brede zin.

b.In de commissie, die minimaal vier keer per jaar bijeen komt, kunnen de volgende personen zitting hebben:

  • -

    Coördinator Archeologie (Voorzitter);

  • -

    Adviseur Archeologie (BOOR);

  • -

    medewerker Ruimtelijke Ordening.

b.Voorts kan afhankelijk van de agenda en de te behandelen onderwerpen en projecten gedacht worden aan de gemeentearchivaris, een bouwinspecteur, een medewerker communicatie, monumentenzorg en/of juridische zaken.

b.Financiële vergoeding

b.De partijen komen jaarlijks, aan de hand van een door BOOR gedane offerte, de financiële vergoeding voor archeologische ondersteuning overeen. Daarbij zal een onderverdeling worden gemaakt naar verschillende taken die worden uitgevoerd en de daarbij behorende vergoeding.