Nadere regels aanleg oplaadfaciliteiten op eigen terrein voor elektrisch vervoer (gewijzigde integrale tekst)

Geldend van 13-03-2014 t/m heden

Intitulé

Nadere regels aanleg oplaadfaciliteiten op eigen terrein voor elektrisch vervoer (gewijzigde integrale tekst)

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

gelezen het voorstel van de concerndirecteur cluster Stadsontwikkeling van 4 maart 2014; kenmerk BS14/00199;

gelet op de artikelen 3 lid 3 en artikel 4 van de “Subsidieverordening Rotterdam 2014 (SVR 2014)”;

gelet op de artikelen 2 en 4 van de “Nadere regels aanleg oplaadfaciliteiten op eigen terrein voor elektrisch vervoer”;

overwegende dat het wenselijk is:

  • 1.

    het subsidieplafond te verhogen tot EUR 400.000,-;

  • 2.

    de definitie van oplaadfaciliteit aan te scherpen zodanig dat alleen Mennekes-stekkers gebruikt kunnen worden;

  • 3.

    de subsidiabele activiteiten aan te scherpen zodanig dat alleen laadpunten gesubsidieerd worden waarbij het elektrisch voertuig op eigen grond of grond in erfpacht kan parkeren;

  • 4.

    artikel 4 lid 2 aan te scherpen voor wat betreft de genoegzaamheid van de aanvragen.

besluit:

de Nadere regels aanleg oplaadfaciliteiten op eigen terrein voor elektrisch vervoer te wijzigen als volgt:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze nadere regels wordt verstaan onder:

Subsidieaanvrager : degene aan wie een subsidie wordt of is

verstrekt;

Elektrisch voertuig : volledig elektrisch personen -of bedrijfsvoertuig met minimaal vier wielen, of een Plugin Hybride motorvoertuig met minimaal vier wielen en een actieradius van tenminste 20 volledig elektrisch aangedreven kilometers, dat is voorzien van een Europese typegoedkeuring en in het kader van de Wegenverkeerswet is toegestaan op de snelweg;

Oplaadfaciliteit : voorziening waar een elektrisch voertuig veilig kan worden opgeladen en waarbij de stroom door de gebruiker kan worden in- en uitgeschakeld, uitsluitend voorzien van een aansluiting voor een Mennekes-stekker;

Hernieuwbare energie : energie uit hernieuwbare niet-fossiele bronnen, namelijk: wind, zon, aerothermische, geothermische, hydrothermische energie en energie uit de oceanen, waterkracht, biomassa, stortgas, gas van rioolzuiveringsinstallaties en biogassen;

Laadpas : Laadpas uitgegeven door een laaddienstverlener waarbij openbare laadpunten kunnen worden bediend.

Deze pas dient voorzien te zijn van radio frequency identification (RFID) en opgenomen te zijn in het Centraal Interoperabiliteits Register.

Artikel 2 Subsidiedoel en subsidiabele activiteiten

  • 1. Het doel van deze regeling is het geven van een impuls aan elektrisch vervoer, door eigenaren of bezitters van elektrische voertuigen gevestigd of woonachtig in Rotterdam, met een stallingsmogelijkheid voor dit elektrische voertuig op eigen grond of grond in erfpacht én een oplaadfaciliteit op eigen grond of grond in erfpacht, middels een bijdrage ten behoeve van de aanschafkosten van een oplaadfaciliteit, alsmede een bijdrage in de energiekosten na het eerste jaar van gebruik van de oplaadfaciliteit.

  • 2. Het college kan op grond van artikel 9 van de SVR 2014 eenmalige subsidies verlenen ten behoeve van de plaatsing en het gebruik van een oplaadfaciliteit voor een minimale periode van een (1) jaar.

Artikel 3 Toepassingsgebied nadere regels

De nadere regels zijn van toepassing op het grondgebied van de gemeente Rotterdam conform de bijgevoegde kaart.

Artikel 4 Subsidieplafond en verdeelsleutel

  • 1. Het subsidieplafond is EUR 400.000,-.

  • 2. De verdeling van de subsidie geschiedt, met inachtneming van het subsidieplafond, op basis van de volgorde van ontvangst van de subsidieaanvragen, waarbij de datum van volledigheid van de aanvraag bepalend is.

  • 3. Subsidieaanvragen kunnen, voor zover het subsidieplafond nog niet is bereikt, uiterlijk tot en met 30 september 2014 worden ingediend.

Artikel 5 Subsidieomvang

Per subsidieactiviteit verleent de gemeente een bijdrage aan de kosten voor een oplaadfaciliteit, met een maximum van € 1000,-, inclusief BTW. Tevens stelt het college per oplaadfaciliteit een bijdrage van maximaal € 450,- inclusief BTW, ten behoeve van de energiekosten beschikbaar voor

het eerste jaar van gebruik van de oplaadfaciliteit. Deze bijdrage zal bij de vaststelling van de verleende subsidie worden toegekend.

Artikel 6 Nadere subsidievoorwaarden

  • 1. De subsidie wordt, na het in behandeling nemen van het aanvraagformulier daartoe, verleend onder de voorwaarden dat:

    • a.

      de subsidieontvanger, indien de subsidieontvanger niet de eigenaar, erfpachter of anderszins zakelijk gerechtigde is van de grond waarop de oplaadfaciliteit opgericht wordt, de schriftelijke toestemming van de eigenaar of erfpachter daartoe overlegt;

    • b.

      de subsidieontvanger een factuur van de aan te leggen oplaadfaciliteit en kopie kentekenbewijs van het elektrische voertuig heeft overlegd;

    • c.

      de subsidieontvanger, vanaf de periode van toekenning van de subsidie, voor een minimale periode van één jaar eigenaar of bezitter is en gebruik maakt van een elektrisch voertuig;

    • d.

      de te plaatsen oplaadfaciliteit is voorzien van een door Nederland erkend veiligheidskeurmerk en wordt geplaatst door een erkende installateur volgens de NEN 1010;

    • e.

      de subsidieontvanger aantoont dat, ten behoeve van de oplaadfaciliteit, gebruik wordt maakt van hernieuwbare energie;

    • f.

      per subsidieaanvraag niet voor meer dan vijf oplaadfaciliteiten een subsidie wordt aangevraagd;

    • g.

      de subsidieontvanger het moment van de ingebruikname van de oplaadfaciliteit meldt;

    • h.

      de subsidieontvanger het oplaadpunt minimaal één jaar in stand houdt en gebruikt.

  • 2. Bedrijven die niet voor eigen gebruik maar ten behoeve van hun bezoekers een oplaadfaciliteit willen oprichten, alsmede exploitanten van commerciële parkeergarages, behoeven niet te voldoen aan het gestelde in:

    • a.

      artikel 6.1. onder b voor wat betreft het overleggen van het kentekenbewijs;

    • b.

      artikel 6.1. onder c.

  • 3. De subsidie aan bedrijven die niet voor eigen gebruik maar ten behoeve van hun bezoekers een oplaadfaciliteit willen oprichten, wordt verleend onder de aanvullende voorwaarde dat:

    • a.

      de oplaadfaciliteit voor alle elektrische voertuigen, dus niet alleen voor die van bezoekers, gedurende de gangbare openingstijden van het bedrijf en zonder voorafgaande afspraak bereikbaar en als zodanig herkenbaar is;

    • b.

      de oplaadfaciliteit door een ieder die in het bezit is van een oplaadpas kan worden gebruikt dan wel is voorzien van een aan/uitschakelaar;

    • c.

      het oplaadpunt wordt vermeld op de verschillende kaarten en websites waarop openbare oplaadpunten zijn opgenomen.

Artikel 7 Inwerkingtreding

  • 1. Deze regeling treedt in werking op de eerste dag na de dagtekening van het Gemeenteblad waarin zij wordt geplaatst.

  • 2. Deze regeling is geldig tot en met 31 december 2014.

Artikel 8 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als:

Nadere regels aanleg oplaadfaciliteiten op eigen terrein voor elektrisch vervoer.

Met de uitgifte van dit gemeenteblad vervallen de gemeentebladen 2010-154 en 2013-135.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 11 maart 2014.

De secretaris, Ph. F. M. Raets

De burgemeester, A. Aboutaleb

Dit gemeenteblad is uitgegeven op 12 maart 2014

Toelichting bij de Nadere regels aanleg oplaadfaciliteiten op eigen terrein voor elektrisch vervoer (gewijzigde integrale tekst)

Algemeen:

Elektrisch vervoer levert een bijdrage aan de verbetering van de luchtkwaliteit en draagt bij aan de CO2-reductie. Daarnaast zijn elektrische voertuigen stiller dan conventioneel aangedreven voertuigen.

Voor veel mensen is het elektrisch vervoer echter nog niet aantrekkelijk vanwege de hoge kosten hiervan. Door het aanbieden van randvoorwaardelijke faciliteiten, zoals oplaadfaciliteiten, wil de gemeente Rotterdam burgers en bedrijven stimuleren toch gebruik te maken van elektrisch vervoer.

De gemeente Rotterdam stelt daarom subsidies beschikbaar voor de kosten van een parkeervergunning of parkeerabonnement voor parkeerplaatsen waar oplaadfaciliteiten zijn aangebracht. Hiertoe zijn in het kader van het Stroomstootprogramma en het Kader Oplaadinfrastructuur Elektrische auto’s de Nadere regels aanleg oplaadfaciliteiten op eigen

terrein voor elektrisch vervoer opgesteld. Deze toelichting ziet toe op de wijziging van deze regeling.

Artikel 1 Definities

In dit artikel worden de definities van de in de regeling van kracht zijnde begrippen omschreven.

Artikel 2 Subsidiedoel en subsidiabele activiteiten

In dit artikel wordt het doel van de subsidieregeling aangegeven. Het doel van de subsidieregeling is het geven van een impuls aan het gebruik van oplaadfaciliteiten en elektrische voertuigen in Rotterdam, die op eigen terrein kunnen parkeren.

Burgers en bedrijven, woonachtig of gevestigd op Rotterdams grondgebied, die de mogelijkheid hebben om bij de stallingsmogelijkheid van het elektrische voertuig op eigen terrein een oplaadfaciliteit te realiseren, kunnen een beroep doen op deze subsidieregeling.

Artikel 3 Toepassingsgebied nadere regels

In dit artikel wordt aangegeven dat de regeling van toepassing is voor het grondgebied van de gemeente Rotterdam. Een overzicht van het toepassingsgebied van deze regeling is weergegeven in figuur 1.

Artikel 4 Subsidieplafond en verdeelsleutel

Voor de subsidiëring in het kader van deze nadere regels heeft de gemeente Rotterdam € 400.000,- ter beschikking gesteld. Aanvragen zullen op volgorde van binnenkomst en het beschikbare subsidiebudget in behandeling worden genomen.

Figuur 1: Toepassingsgebied subsidieregeling aanleg oplaadfaciliteiten elektrisch vervoer.

Figuur 1

Artikel 5 Subsidieplafond en verdeelsleutel

Voor de subsidiëring van de aanleg van de oplaadfaciliteiten op eigen terrein, heeft de gemeente Rotterdam € 400.000,- ter beschikking gesteld. Aanvragen zullen op volgorde van binnenkomst en het beschikbare subsidiebudget in behandeling worden beoordeeld.

Artikel 6 Nadere subsidievoorwaarden

In dit artikel zijn de voorwaarden opgenomen waaraan een subsidieaanvraag dient te voldoen en aan de hand waarvan de subsidie rechtsgeldig kan worden verstrekt. Zonder het overleggen van de in dit

artikel opgenomen stukken zal op de subsidieaanvraag niet-positief worden beschikt. Deze voorwaarden zijn mede bedoeld om misbruik van deze regeling te voorkomen.

Artikel 7 Inwerkingtreding

In dit artikel wordt de looptijd van deze regeling aangegeven. De aanvragen moeten voor de in artikel 4 lid 3 van de regeling genoemde datum worden ingediend bij Cluster Stadsontwikkeling.

Artikel 8 Citeertitel

In dit artikel wordt aangegeven wat de citeertitel is van deze regeling.