Instellingsbesluit en Reglement Adviescommissie Dierenwelzijn en Stadsnatuur van de gemeente Rotterdam

Geldend van 20-03-2014 t/m heden

Intitulé

Instellingsbesluit en Reglement Adviescommissie Dierenwelzijn en Stadsnatuur van de gemeente Rotterdam

Gemeenteblad 2014

Instellingsbesluit en Reglement Adviescommissie Dierenwelzijn en Stadsnatuur van de gemeente Rotterdam

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

Gelezen het voorstel van directeur Sport en Cultuur van 18 maart 2014; kenmerk 14MO03986;

overwegende:

  • -

    dat er behoefte is aan adviezen over het beleid van de gemeente Rotterdam, en de invoering van dat beleid, op het gebied dierenwelzijn en stadsnatuur;

  • -

    dat er bij deze advisering behoefte is aan een adviescommissie bestaande uit personen met deskundigheid op genoemde gebieden en met kennis van de Rotterdamse situatie;

gelet op artikel 84 van de Gemeentewet (instelling adviescommissie); en gelet op artikel 2.4 van de Algemene wet bestuursrecht (gebod van onpartijdigheid);

besluit:

  • I.

    in te stellen een adviescommissie Dierenwelzijn en Stadsnatuur van de gemeente Rotterdam;

  • II.

    vast te stellen het volgende Reglement Adviescommissie Dierenwelzijn en Stadsnatuur van de gemeente Rotterdam.

Artikel 1 Algemene Bepalingen

  • 1. Adviescommissie Dierenwelzijn en Stadsnatuur: adviescommissie van het college van B&W, samengesteld uit verschillende deskundigen op het gebied van dierenwelzijn en stadsnatuur.

  • 2. Werkgebied: het grondgebied van de gemeente Rotterdam.

  • 3. Gemeenteraad: de raad van de gemeente Rotterdam.

  • 4. Het college van B&W: Burgemeester en Wethouders van de gemeente Rotterdam.

Artikel 2 Samenstelling en benoeming adviescommissie Stadsnatuur en Dierenwelzijn

  • 1. In de adviescommissie Dierenwelzijn en Stadsnatuur hebben personen zitting die geacht worden deskundig te zijn op het gebied van dierenwelzijn en stadsnatuur; bovendien hebben zij kennis van de Rotterdamse situatie op deze gebieden.

  • 2. Zij plegen geen last of ruggespraak.

  • 3. De adviescommissie Dierenwelzijn en Stadsnatuur bestaat uit minimaal drie tot maximaal vijf leden en een ambtelijk secretaris.

  • 4. De leden van de adviescommissie Dierenwelzijn en Stadsnatuur worden door het college van B&W benoemd.

  • 5. Het college kan voor elk lid een stemgerechtigde plaatsvervanger benoemen.

  • 6. Nieuwe leden, en nieuwe plaatsvervangende leden, van de adviescommissie Dierenwelzijn en Stadsnatuur worden door het college van B&W benoemd op voordracht van de overige leden van de adviescommissie Dierenwelzijn en Stadsnatuur.

  • 7. Het lidmaatschap van de adviescommissie Dierenwelzijn en Stadsnatuur is onverenigbaar met het lidmaatschap van de Gemeenteraad, Raadscommissies en het college van B&W.

  • 8. De leden van de adviescommissie Dierenwelzijn en Stadsnatuur worden benoemd voor een periode van vier jaar. Herbenoeming is mogelijk voor maximaal één zittingsperiode.

  • 9. De leden van de adviescommissie Dierenwelzijn en Stadsnatuur een rooster van aftreden op.. Een lid is na aftreden meteen stellen herkiesbaar voor een eventuele tweede termijn. Verder blijft een lid na aftreden in functie totdat dit lid is herbenoemd, dan wel een nieuw lid is benoemd.

  • 10. De benoeming ter voorziening in tussentijds opengevallen plaatsen geschiedt binnen drie maanden na het ontstaan van een vacature.

  • 11. De leden van de adviescommissie Dierenwelzijn en Stadsnatuur kunnen te allen tijde om ontslag vragen, maar ook dan geldt dat zij in functie blijven tot nieuwe leden zijn benoemd.

Artikel 3 Voorzitter en secretariële ondersteuning

  • 1. De adviescommissie Dierenwelzijn en Stadsnatuur benoemt uit haar midden een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter.

  • 2. De ambtelijk secretariële ondersteuning van de adviescommissie Dierenwelzijn en Stadsnatuur wordt benoemd en geleverd vanuit de ambtelijke organisatie van de gemeente Rotterdam.

  • 3. De ambtelijk secretaris is geen lid van de adviescommissie Dierenwelzijn en Stadsnatuur, maar neemt wel deel aan de vergaderingen.

Artikel 4 Taken

  • 1. De adviescommissie Dierenwelzijn en Stadsnatuur heeft tot taak:

    • a.

      het zo tijdig mogelijk, als onafhankelijk orgaan, gevraagd en ongevraagd adviseren van het college van B&W over beleidsvraagstukken evenals de implementatie van beleid ten aanzien van dierenwelzijn en stadsnatuur;

    • b.

      het geven van voorlichting en informatie over haar functioneren en werkterrein.

  • 2. Teneinde haar taak goed te kunnen uitvoeren, voorziet het college van B&W de adviescommissie Dierenwelzijn en Stadsnatuur van adequate, relevante, informatie.

  • 3. De adviescommissie Dierenwelzijn en Stadsnatuur zal niet adviseren over klachten, bezwaarschriften en andere zaken, voor zover die op individuele gevallen betrekking hebben.

Artikel 5 Taken voorzitter en ambtelijk secretaris

  • 1. Tot de taken van de voorzitter behoren onder meer:

  • a. het vaststellen van de agenda, in overleg met de ambtelijk secretaris;

  • b. het bepalen van dag en uur van de vergadering;

  • c. het leiden van de vergadering;

  • d. het peilen van meningen binnen de adviescommissie, het meedelen van uitslagen van stemmingen en het vaststellen dat een besluit is genomen;

  • e. de voorzitter tekent de stukken die van de adviescommissie Dierenwelzijn en Stadsnatuur uitgaan.

  • 2. Tot de taken van de ambtelijk secretaris behoren onder meer:

  • a. het bekendmaken van de agenda en andere publicaties op verzoek van de adviescommissie Dierenwelzijn en Stadsnatuur;

  • b. het mede opstellen en versturen van de agenda en bijbehorende stukken aan de voorzitter en de overige leden;

  • c. het verstrekken van de benodigde informatie aan de voorzitter en de overige leden van de adviescommissie Dierenwelzijn en Stadsnatuur;

  • d. het bijwonen van de vergaderingen, het bijhouden van de presentielijst en het zorgen voor het conceptverslag en de besluitenlijst;

  • e. het opstellen van de conceptadviezen aan het college van B&W;

  • f. het direct schriftelijk aanbieden van een advies van de adviescommissie aan het college van B&W;

  • g. het bewaken van - en rapporteren over - de voortgang en afhandeling van de uitgebrachte adviezen.

Artikel 6 Vergoedingen

  • 1. De leden van de adviescommissie Dierenwelzijn en Stadsnatuur ontvangen een vergoeding voor de vergaderingen die zij bijwonen, overeenkomstig artikel 2, lid 1, van de Algemene vergoedingsverordening leden commissies Rotterdam 2005.

  • 2. Het bijwonen van een vergadering blijkt uit het tekenen van de presentielijst.

  • 3. De leden declareren deze vergoeding bij de ambtelijk secretaris.

Artikel 7 Vergaderorde

en Advies

  • 1.

    Ieder lid heeft het recht schriftelijke voorstellen aan de adviescommissie Dierenwelzijn en Stadsnatuur te doen, welke voorstellen bij de voorzitter of ambtelijk secretaris worden ingediend. De voorstellen worden door de voorzitter geagendeerd en meegezonden met de stukken voor de eerstvolgende vergadering, waarin over de voorstellen wordt besloten.

  • 2.

    Ieder lid heeft het recht een voorstel betreffende de orde van de vergadering te doen, dat vervolgens door de voorzitter in stemming wordt gebracht.

  • 3.

    De adviescommissie Dierenwelzijn en Stadsnatuur kan in overleg met de ambtelijk secretaris derden uitnodigen de vergadering (deels) bij te wonen voor het geven van een deskundige voordracht, toelichting of advies.

  • 4.

    De adviescommissie Dierenwelzijn en Stadsnatuur vergadert minimaal vier keer per jaar of zoveel meer als waartoe zij besluit.

  • 5.

    De vergaderingen van de adviescommissie Dierenwelzijn en Stadsnatuur zijn in beginsel openbaar; de adviescommissie kan besluiten een besloten vergadering te houden.

  • 6.

    De adviezen van de adviescommissie Dierenwelzijn en Stadsnatuur zijn openbaar. Hiervan wordt afgeweken, wanneer in een adviesaanvraag door het college van B&W nadrukkelijk om een niet openbaar advies is gevraagd.

Artikel 8 Besluitvorming

  • 1. Adviezen van de adviescommissie Dierenwelzijn en Stadsnatuur worden alleen vastgesteld indien ten minste twee van de drie (of drie van de vijf) leden ter vergadering aanwezig zijn. De aanwezigheid blijkt uit de voor de aanvang van de vergadering getekende presentielijst.

  • 2. Alleen de leden van de adviescommissie Dierenwelzijn en Stadsnatuur hebben stemrecht.

  • 3. Minderheidsstandpunten kunnen op verzoek van de betreffende leden toegevoegd worden aan de besluitenlijst of aan het advies aan het college van B&W.

Artikel 9 Wijziging of intrekking van dit reglement

Bij wijziging of intrekking van dit reglement wordt de adviescommissie gehoord.

Artikel 10 Vervallen van het reglement van 23 september 2008

Het Reglement Adviescommissie Dierenwelzijn en Stadsnatuur van 23 september 2008, Gemeenteblad 2009, is vervallen.

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Dit reglement treedt in werking op de tweede dag volgend op de publicatie daarvan in het Gemeenteblad.

  • 2.

    Dit reglement kan worden aangehaald als Reglement Adviescommissie

Dierenwelzijn en Stadsnatuur.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 18 maart 2014.

De secretaris, De burgemeester,

Ph. F. M. Raets A. Aboutaleb

Dit gemeenteblad is uitgegeven op 19 maart 2014 en ligt op werkdagen van 8.30 tot 16.00 uur ter inzage bij het Kenniscentrum Bestuursdienst Rotterdam (KBR), locatie Stadswinkel Centrum, Coolsingel 40 (zijde Doelwater, tegenover hoofdbureau politie)

(Zie ook: www.bds.rotterdam.nl – Gemeentebladen)