Regeling vervallen per 01-03-2015

Wijziging Ambtenarenreglement

Geldend van 01-01-2015 t/m 28-02-2015

Intitulé

Wijziging Ambtenarenreglement

Gemeenteblad 2014

Wijziging Ambtenarenreglement

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

gelezen het voorstel van de wethouder Haven, Duurzaamheid, Mobiliteit en Organisatie van 9 december 2014 met kenmerk: 1543228;

gelet op artikel 125 van de Ambtenarenwet;

besluit vast te stellen:

Wijziging van het Ambtenarenreglement

Artikel I

Het Ambtenarenreglement wordt als volgt gewijzigd.

A

Artikel 42 komt te luiden:

Artikel 42

  • 1.

    Burgemeester en wethouders stellen regels met betrekking tot de duur van de vakantie.

  • 2.

    De ambtenaar met een volledige betrekking heeft 144 uur per kalenderjaar wettelijk verlof.

B

Na artikel 42 worden de artikelen 42a en 42b ingevoegd die, inclusief koptekst, luiden als volgt:

Vervaltermijn wettelijk verlof

Artikel 42a

  • 1.

    Indien in een kalenderjaar het wettelijk verlof geheel of gedeeltelijk niet is verleend, vervalt dit verlof 12 maanden na het einde van dat kalenderjaar, tenzij de ambtenaar tot aan dat moment om medische redenen redelijkerwijs niet in staat is geweest om dit vakantieverlof op te nemen, of dit vanwege dienstbelang niet mogelijk is geweest.

  • 2.

    Een ambtenaar kan een verzoek indienen om zijn wettelijk verlof gedeeltelijk in te zetten voor een langere verlofperiode. Burgemeester en wethouders kunnen daarbij de in het eerste lid genoemde termijn verlengen.

Verjaringstermijn bovenwettelijk verlof

Artikel 42b

Indien in een kalenderjaar het bovenwettelijk verlof geheel of gedeeltelijk niet verleend is, verjaart dit verlof 60 maanden na het einde van dat kalenderjaar.

C

Artikel 43 komt te luiden:

Artikel 43

  • 1.

    De ambtenaar die in de loop van een kalenderjaar is aangesteld of wordt ontslagen heeft recht op een duur van de vakantie naar rato van de tijd dat hij zijn betrekking vervult.

  • 2.

    De duur van de vakantie van de ambtenaar, die krachtens zijn aanstelling een onvolledige betrekking vervult, wordt bepaald in evenredigheid met het aantal uren waarop hij recht zou hebben indien hij een volledige betrekking vervulde.

  • 3.

    De duur van de vakantie van de ambtenaar wordt vanaf het tijdstip waarop hij geen werkelijke dienst verricht naar evenredigheid verminderd, indien hij langer dan een maand geen werkelijke dienst verricht.

  • 4.

    Vermindering als bedoeld in het vorige lid wordt niet toegepast:

    • a.

      in geval geen werkelijke dienst wordt verricht wegens verleende vakantie, toegekende roostervrije tijd of een toegekende spaarverlofperiode;

    • b.

      gedurende afwezigheid wegens zwangerschap en bevalling;

    • c.

      gedurende afwezigheid wegens niet aan schuld of nalatigheid te wijten ziekte van de ambtenaar, voorafgaand aan het herstel of het ontslag van de ambtenaar.

  • 5.

    Indien aan de ambtenaar vakantie wordt verleend op werkdagen, waarop hij wegens ziekte geheel of gedeeltelijk zijn werk niet kan verrichten, wordt het aantal vakantie-uren van de ambtenaar verminderd met het aantal uren dat hij op die dag zou werken als hij niet ziek zou zijn geweest.

  • 6.

    Indien het belang van de dienst het onvermijdelijk maakt dat de vakantie geheel aaneengesloten of het aaneengesloten deel daarvan bedoeld in artikel 44, eerste lid, wordt genoten buiten het tijdvak van 1 mei tot 1 oktober wordt de vakantie of het aaneengesloten deel daarvan met 1/3 deel vermeerderd.

D

In artikel 45 komen het derde en vierde lid te vervallen.

E

Artikel 46 komt te luiden:

Artikel 46

  • 1.

    Indien aan de ambtenaar in enig kalenderjaar de vakantie niet of niet geheel is verleend, wordt hem de niet genoten vakantie zoveel mogelijk in het volgende kalenderjaar verleend, tenzij het belang van de dienst of de belangen van de andere ambtenaren zich daartegen verzetten.

  • 2.

    Voor nog niet genoten vakantie-aanspraken die zijn opgebouwd vóór

1 januari 2015 geldt dat deze tot ten hoogste 180 uren kunnen worden meegenomen naar het kalenderjaar 2015, waarbij het meerdere vervalt.

Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen besluiten, dat niet genoten vakantie voor zover deze meer bedraagt dan 180 uren, in het kalenderjaar 2015 wordt verleend, mits de ambtenaar hierom schriftelijk en gemotiveerd verzocht heeft vóór 1 maart 2015. Het in dit lid bedoelde aantal van 180 uren wordt naar evenredigheid verminderd, als de ambtenaar krachtens zijn aanstelling een onvolledige betrekking vervult.

3.Het bepaalde in de vorige leden geldt met dien verstande dat aan de ambtenaar in enig kalenderjaar niet meer vakantie wordt verleend dan anderhalf maal het aantal uren waarop hij in dat kalenderjaar krachtens de artikelen 42 en 43 aanspraak heeft.

F

Artikel 46 komt te luiden:

Artikel 46

  • 1. Indien aan de ambtenaar in enig kalenderjaar de vakantie niet of niet geheel is verleend, wordt hem de niet genoten vakantie zoveel mogelijk in het volgende kalenderjaar verleend, tenzij het belang van de dienst of de belangen van de andere ambtenaren zich daartegen verzetten.

  • 2. Het bepaalde in het vorige lid geldt met dien verstande dat aan de ambtenaar in enig kalenderjaar niet meer vakantie wordt verleend dan anderhalf maal het aantal uren waarop hij in dat kalenderjaar krachtens de artikelen 42 en 43 aanspraak heeft.

Artikel II

  • 1.

    Artikel I, onderdelen A tot en met E, van dit besluit treden in werking op 1 januari 2015.

  • 2.

    Artikel I, onderdeel E, van dit besluit vervalt met ingang van 1 maart 2015.

  • 3.

    Artikel I, onderdeel F, van dit besluit treedt in werking op 1 maart 2015.

  • 4.

    Dit besluit wordt op 1 maart 2015 ingetrokken.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 9 december 2014.

De secretaris, De burgemeester,

A.C. Vervooren, l.s. A. Aboutaleb

Dit gemeenteblad is uitgegeven op 10 december 2014 en ligt op werkdagen van 8.30 tot 16.00 uur ter inzage bij het Kenniscentrum Bestuursdienst Rotterdam (KBR), locatie Stadswinkel Centrum, Coolsingel 40 (zijde Doelwater, tegenover hoofdbureau politie)

(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)

Toelichting

Artikel I

Onderdeel A

Artikel 42, tweede lid

Op grond van artikel 7 van de Europese Richtlijn 2003/88/EG ‘betreffende een aantal aspecten van de organisatie van de arbeid’ hebben werknemers jaarlijks recht op ten minste vier weken verlof met behoud van salaris, dat wil zeggen viermaal de overeengekomen arbeidsduur per week. Dat betekent dat bij een 36-urige werkweek het wettelijk verlof 144 uur bedraagt.

Onderdeel B

Artikel 42a, eerste lid

Het wettelijk verlof is primair bedoeld ter recuperatie in het jaar waarin het wordt opgebouwd. Niettemin zullen er situaties voorkomen waarin het wettelijk verlof in enig jaar niet geheel kan worden opgenomen. Daarom geldt een vervaltermijn van 12 maanden.

Als een ambtenaar te ziek is om verlof op te nemen, bijvoorbeeld omdat hij in een ziekenhuis moet verblijven, geldt deze termijn niet. Vanzelfsprekend zal in goed overleg tussen werkgever en ambtenaar na herstel een plan worden gemaakt hoe om te gaan met het resterende wettelijk verlof.

Artikel 42a, tweede lid

Als een ambtenaar een langere verlofperiode wil opnemen, bijvoorbeeld voor loopbaanverlof (sabbatical) en daarvoor ook wettelijk verlof wil inzetten, kan hij verzoeken om af te zien van de vervaltermijn. In onderling overleg moeten dan afspraken worden gemaakt op basis van een onderbouwd schriftelijk verzoek van de ambtenaar.

Onderdeel C

Artikel 43

, vierde lid

Afwezigheid leidt niet in alle gevallen tot vermindering van vakantie-opbouw.

Dat geldt onder andere voor afwezigheid wegens zwangerschaps- en bevallingsverlof en afwezigheid wegens ziekte. Dat vloeit voort uit Europese Richtlijn 2003/88/EG. De richtlijn beperkt zich tot het wettelijk verlof. In het Ambtenarenreglement wordt echter op het punt van de opbouw van vakantie geen onderscheid gemaakt tussen wettelijk en bovenwettelijk verlof.

Artikel 43, vijfde lid

De ambtenaar kan ook tijdens ziekte vakantieverlof opnemen. De vakantie mag zijn herstel niet belemmeren; bij twijfel kan de bedrijfsarts hierover een oordeel geven.

De opgenomen vakantie wordt in mindering gebracht op het verlofsaldo. Op grond van artikel 42 wordt gedurende de vakantie de bezoldiging doorbetaald zonder de korting die eventueel geldt gezien de duur van de ziekte, als gevolg van toepassing van artikel 52, tweede, derde en vierde lid, AR.

In het geval waarin de ambtenaar in het kader van een medische behandeling of therapie elders moet verblijven wordt geen vakantieverlof afgeschreven.

Onderdeel D

Het derde en vierde lid van artikel 45 konden vervallen, nu hetgeen daarin was vastgelegd inhoudelijk is geregeld in de bij dit besluit gewijzigde en ingevoegde bepalingen.

Onderdeel E

In deze tekst van artikel 46 wordt nog gesproken over het vervallen van vakantie-uren, voor zover zij het gestelde maximum van 180 uur overschrijden.

In Rotterdam wordt al een aantal jaren op het opnemen van vakantie gestuurd. Medewerkers worden daarbij gestimuleerd om hun vakantie op te nemen.

In die systematiek past ook van vakantie die niet wordt opgenomen komt te vervallen. In Rotterdam geldt daarbij dat er maximaal 180 uur vakantie uit voorgaande jaren mogen worden meegenomen naar een nieuw kalenderjaar, tenzij er expliciet toestemming is verleend meer uren mee te nemen. Daarmee worden medewerkers geprikkeld daadwerkelijk vakantie op te nemen.

Om te voorkómen dat medewerkers onbeperkt vakantie kunnen meenemen naar het kalenderjaar 2015, is besloten tot 1 maart 2015 de bepaling te handhaven dat maximaal 180 vakantie-uren kunnen worden meegenomen naar een volgend kalenderjaar en dat het meerdere vervalt. Met ingang van 1 maart 2015 vervalt deze bepaling en gaat de reguliere systematiek van vervallen en verjaren van vakantie-aanspraken gelden.

Onderdeel F

In de oude tekst van deze bepaling was het vervallen van vakantie-uren opgenomen, voor zover zij het gestelde maximum van 180 uur overschreden. Nu wettelijke vakantie-uren na 12 maanden vervallen en bovenwettelijke vakantie-uren na 60 maanden verjaren, is er ten aanzien van de vakantie-uren die vanaf 2015 worden opgebouwd geen noodzaak meer een andere regeling over het vervallen van vakantie-uren te handhaven.