Regeling vervallen per 01-01-2020

Gemeenteblad 2015

Geldend van 04-06-2015 t/m 31-12-2019

Intitulé

Gemeenteblad 2015

Regeling woon-werkverkeer bedrijfsvoertuigen 2015

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

 

gelezen het voorstel van de wethouder Haven, Duurzaamheid, Mobiliteit en Organisatie van 2 juni 2015 met kenmerk: 1607249;

 

gelet op de artikelen 106 en 107 van het Ambtenarenreglement;

besluit vast te stellen:

 

Regeling woon-werkverkeer bedrijfsvoertuigen 2015

 

 

Artikel 1 Definities en begrippen

In deze regeling wordt mede verstaan onder:

a. bedrijfsvoertuig: permanent beschikbaar voertuig dat wordt gebruikt ten behoeve van de uitvoering van de taken van het betreffende organisatie-onderdeel; dit kan zowel een voertuig op geel als een voertuig op grijs kenteken zijn;

b. incidenteel gebruik: gebruik gedurende minder dan 30 dagen per jaar;

c. voertuigcommunicatiesysteem VCS: in het voertuig ingebouwd systeem, dat gegevens van het voertuig elektronisch registreert en verzendt naar een server binnen de gemeente;

d. medewerker: werknemer van de gemeente Rotterdam die als gebruiker en bestuurder over een bedrijfsvoertuig beschikt.

Artikel 2 Uitsluiting incidenteel gebruik

Incidenteel gebruik van een bedrijfsvoertuig voor woon-werkverkeer valt niet onder het bereik van deze regeling.

Artikel 3 Werkwijze

1. Het college van burgemeester en wethouders bepaalt of de inzet van een bedrijfsvoertuig ten behoeve van woon-werkverkeer door een medewerker gewenst en zakelijk verantwoord is en geeft in voorkomende gevallen schriftelijke toestemming.

2. Het aanvraagformulier wordt bij Roteb Lease ingeleverd.

3. Er wordt een gebruikersovereenkomst opgesteld, waarin onder andere de rechten en plichten van de medewerker worden vastgelegd, tenzij het gaat om gevallen waarin het bedrijfsvoertuig wordt ingezet bij wacht- en waakdiensten.

4. Indien toestemming is verleend voor gebruik van een bedrijfsvoertuig voor woon-werkverkeer, meldt Roteb Lease dit aan de salarisadministratie, ten behoeve van de inhouding van een eigen bijdrage.

5. Privé-gebruik (dus niet woon-werk) van een bedrijfsvoertuig is niet toegestaan.

6. De medewerker dient voorafgaand aan het moment dat er op grond van deze regeling gebruik wordt gemaakt van een bedrijfsvoertuig:

a. een “Verklaring geen privégebruik auto” van de Belastingdienst ontvangen te hebben en een kopie daarvan aan Roteb Lease te verschaffen;

b. te verklaren dat hij alleen voor zakelijke doeleinden, voortvloeiend uit zijn functie, gebruik zal maken van het bedrijfsvoertuig en dat hij ervan op de hoogte is dat er disciplinaire maatregelen genomen kunnen worden als hij het voertuig op een andere wijze gebruikt.

Artikel 4 Richtlijnen voor het gebruik van een bedrijfsvoertuig ten behoeve van woon-werkverkeer

1. Om in aanmerking te komen voor het gebruik van een bedrijfsvoertuig ten behoeve van woon-werkverkeer dient er sprake te zijn van functiegebonden en structureel, dan wel dagelijks, gebruik van een bedrijfsvoertuig door een vaste berijder.

2. Naast de in het vorige lid genoemde voorwaarde dient er voldaan te worden aan één van de onderstaande voorwaarden:

a. er worden meerdere locaties per rit bezocht, zonder dat er sprake is van een vaste startlocatie; en

de reistijd, berekend met de ANWB routeplanner volgens de kortste route, tussen verschillende locaties bedraagt ten minste 15 minuten; of

b. er is sprake van (noodgedwongen) dienstritten buiten de reguliere diensttijden.

Artikel 5 Eigen bijdrage

1. Voor het gebruik van een bedrijfsvoertuig ten behoeve van woon-werkverkeer dient de medewerker maandelijks een eigen bijdrage te betalen, die afhankelijk is van de woon-werkafstand, enkele reis.

2. De woon-werkafstand wordt op basis van de in Oracle geregistreerde hoofdlocatie van het dienstonderdeel bepaald.

3. De eigen bijdrage voor het woon-werkverkeer bedraagt per maand € 1,- per kilometer woon-werkafstand, enkele reis.

4. De reiskostenvergoeding voor woon-werkverkeer komt te vervallen.

Artikel 6 Kilometerregistratie

1. Alle bedrijfsvoertuigen zijn voorzien van een voertuigcommunicatie-systeem (VCS) of een ander zogenaamd Track & Trace systeem, dat ook woon-werkverkeer registreert.

2. Op het gebruik van het VCS is de Regeling gebruik gegevens voertuig-communicatiesysteem gemeente Rotterdam van toepassing.

 

Artikel 7 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking op de dag na de dagtekening van het Gemeenteblad waarin zij wordt geplaatst.

  • 2.

    Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling woon-werkverkeer bedrijfsvoertuigen 2015.

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van 2 juni 2015.

 

De secretaris, De burgemeester,

 

 

 

Ph. F. M. Raets B.J. Eerdmans, l.b.

 

 

 

Dit gemeenteblad is uitgegeven op 3 juni 2015 en ligt op werkdagen van 8.30 tot 16.00 uur ter inzage bij het Bestuurlijk Informatiecentrum Rotterdam (BIR), locatie Stadswinkel Centrum, Coolsingel 40 (zijde Doelwater, tegenover hoofdbureau politie)

(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)

Toelichting

 

Artikel 3

Het bedrijfsvoertuig wordt alleen aan de medewerker ter beschikking gesteld als de medewerker van de Belastingdienst een “Verklaring geen privégebruik auto” heeft.

 

Bij zo’n verklaring weet een werkgever praktisch zeker dat hij niet het risico loopt van een naheffingsaanslag loonheffingen wegens privégebruik auto. geconfronteerd met vragen van de Belastingdienst over het gebruik van de

Het risico van naheffing is er dan voor de werknemer. Die kan worden auto in een bepaalde periode. De werknemer ontvangt die rittenregistratie van de gemeente. Mocht de Belastingdienst daarover vragen stellen (vanwege twijfel bijvoorbeeld over het karakter van een bepaalde rit), dan is het aan de werknemer om die vragen te beantwoorden. De gemeente zal de medewerker daarbij voor zover mogelijk ondersteunen.

 

Daarnaast dient de medewerker een verklaring af te leggen dat hij het bedrijfsvoertuig alleen voor zakelijke doeleinden zal gebruiken. Ander gebruik dan gebruik dat voortvloeit uit de functie van de medewerker kan leiden tot disciplinaire maatregelen.

 

De kopie van de “Verklaring geen privégebruik auto” en van de verklaring ten aanzien van het zakelijk gebruik van het bedrijfsvoertuig worden opgeslagen in het elektronisch personeelsdossier van de medewerker. Daarnaast wordt een kopie van de “Verklaring geen privégebruik auto” opgenomen in de loonadministratie.

 

Artikel 5

De regeling heeft betrekking op functiegebonden en structureel, dan wel dagelijks gebruik van een bedrijfsvoertuig door een vaste berijder. Niettemin kan het voorkomen dat een medewerker één of meerdere dagen per maand geen woon-werkverkeer met een bedrijfsvoertuig aflegt. Dit heeft geen invloed op de hoogte van de eigen bijdrage.