Regeling vervallen per 01-01-2020

Besluit ondermandaat en ondervolmacht P&O 2012

Geldend van 01-06-2012 t/m 31-12-2019

Intitulé

Besluit ondermandaat en ondervolmacht P&O 2012

Gemeenteblad 2012

Besluit ondermandaat en ondervolmacht P&O 2012

De Algemeen Directeur van de gemeente Rotterdam,

gelezen het voorstel van de directeur Middelen en Control van de Bestuursdienst van 29 mei 2012, kenmerk: 954037;

gelet op artikel 3 van de Regeling mandaat en volmacht P&O 2012 en het bepaalde in afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;

besluit vastte stellen:

Besluit ondermandaat en ondervolmacht P&O 2012

Artikel 1 Begrippen

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    concerndirectie: de concerndirectie als bedoeld in artikel 4 van de Regeling organisatie 2012;

  • b.

    concerndirecteur: lid van de concerndirectie dat een cluster in portefeuille heeft;

  • c.

    Interim-directeur Gebied: de functionaris die benoemd is als interim directeur van het onderdeel Gebied van de Bestuursdienst.

  • d.

    waarnemer: degene die de functionaris die op grond van dit besluit van de Algemeen Directeur bevoegdheden ondergemandateerd of ondergevolmacht heeft gekregen tijdens zijn afwezigheid vervangt.

.

Artikel 1a Waarnemer

De in dit besluit genoemde ondermandaten en ondervolmachten worden bij afwezigheid geacht te zijn verleend aan waarnemers.

Artikel 2 Ondermandaat

  • 1. De Algemeen Directeur verleent ondermandaat en ondervolmacht aan de concerndirecteuren, de directeur Bestuursdienst, de algemeen directeur Rotterdamse Service Organisatie en de interim-directeur Gebied om de in artikel 2, eerste tot en met derde lid, van de Regeling mandaat en volmacht P&O 2012 genoemde bevoegdheden uit te oefenen.

  • 2. Onverlet hetgeen is bepaald in artikel 2a, maken de concerndirecteuren, de directeur Bestuursdienst, de algemeen directeur Rotterdamse Service Organisatie en de interim-directeur Gebied van dit ondermandaat en deze ondervolmacht slechts gebruik voor zover het aangelegenheden betreft die onder hen ressorterende organisatie-onderdelen aangaan.

  • 3. Concerndirecteuren, de directeur Bestuursdienst, de algemeen directeur Rotterdamse Service Organisatie en de interim-directeur Gebied zijn gemachtigd, tenzij anders aangegeven, de aan hen ondergemandateerde en ondergevolmachte bevoegdheden verder onder te mandateren, respectievelijk verder onder te volmachten, aan in het onder hen ressorterende organisatie-onderdeel werkzame personen.

Artikel 2a Overgangsrecht

1.Ten aanzien van de medewerkers, bedoeld in artikel 16 van de Regeling organisatie 2012 die nog geplaatst zijn bij de organisatie-onderdelen als bedoeld in onderdelen A en B van de Bijlage bij de Regeling Organisatie 2011, verleent de Algemeen Directeur ondermandaat en ondervolmacht om de in artikel 2, eerste tot en met derde lid, van de Regeling mandaat en volmacht P&O 2012 genoemde bevoegdheden uit te oefenen aan:

a) de concerndirecteur van het cluster Maatschappelijke Ontwikkeling voor zover het medewerkers betreft die nog zijn geplaatst bij de Dienst Kunst en Cultuur (DKC), de Dienst Jeugd, Onderwijs en Samenleving (JOS), de Dienst Gemeentelijke Gezondheidsdienst Rotterdam-Rijnmond (GGD-RR) of de Dienst Sport en Recreatie

(S en R);

b) de concerndirecteur van het cluster Werk en Inkomen voor zover het medewerkers betreft die nog zijn geplaatst bij de Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SoZaWe);

c) de concerndirecteur van het cluster Stadsbeheer voor zover het medewerkers betreft die nog zijn geplaatst bij de Dienst van Gemeentewerken (GW) Buitenruimte, de Dienst Stadstoezicht (STZ) of Roteb;

d) de concerndirecteur van het cluster Dienstverlening voor zover het medewerkers betreft die nog zijn geplaatst bij het Gemeentearchief Rotterdam (GAR), Gemeentebelastingen Rotterdam (GBR) of Publiekszaken Rotterdam (PZR);

e) de algemeen directeur Rotterdamse Service Organisatie voor zover het medewerkers betreft die nog zijn geplaatst bij de Servicedienst;

f) de directeur Voormalige organisaties in liquidatie, voor zover het medewerkers betreft die nog geplaatst zijn bij de Voormalige organisaties in liquidatie.

  • 2.

    De in het eerste lid genoemde functionarissen zijn gemachtigd, tenzij anders aangegeven, de aan hen ondergemandateerde en ondergevolmachte bevoegdheden verder onder te mandateren, respectievelijk verder onder te volmachten.

  • 3.

    Ondermandaat- en ondervolmachtbesluiten genomen op grond van de Regeling mandaat en volmacht P&O 2005 berusten op dit besluit.

  • 4.

    Het bepaalde in het eerste tot en met derde lid is van overeenkomstige toepassing op voormalige medewerkers die nog zijn ondergebracht bij een tak van dienst.

Artikel 3 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op 1 juni 2012.

Artikel 4 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit ondermandaat en ondervolmacht P&O 2012.

Aldus vastgesteld op 1 juni 2012.

Ph. F. M. Raets

Algemeen Directeur gemeente Rotterdam

Dit gemeenteblad is uitgegeven op 1 juni 2012 en ligt op werkdagen van 8.30 tot 16.00 uur ter inzage bij het Kenniscentrum Bestuursdienst Rotterdam (KBR), locatie Stadswinkel Centrum, Coolsingel 40 (zijde Doelwater, tegenover hoofdbureau politie)

(Zie ook: www.bds.rotterdam.nl – Gemeentebladen)