Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam houdende nadere regels omtrent jobcoaching

1. In deze Nadere regels wordt verstaan:

• a.

  verordening:

  Participatieverordening Rotterdam 2015.

• b.

  licht regime:

  een minimale begeleidingsintensiteit van de werknemer van maximaal 36 uur in het eerste jaar en maximaal 18 uur in het tweede jaar bij een arbeidsovereenkomst van minimaal 24 uur per week. Bij inzet van jobcoaching in het derde jaar (verleningsoptie) wordt maximaal 18 uur beschikbaar gesteld.

• c.

  midden regime:

  een gemiddelde begeleidingsintensiteit van de werknemer van maximaal 60 uur in het eerste jaar en maximaal 36 uur in het tweede jaar bij een arbeidsovereenkomst van minimaal 24 uur per week. Bij inzet van jobcoaching in het derde jaar (verlengingsoptie) wordt maximaal 18 uur beschikbaar gesteld.

• d.

  PVB:

  – persoonsvolgend budget – het bedrag, dat besteed wordt aan een jobcoach, intern dan wel extern, zijnde het aantal uren verantwoorde jobcoaching vermenigvuldigd met de uurvergoeding, zoals vermeld in de Bijlage van Beleidsregel UWV normbedragen voorzieningen 2015.

1. Er kan een jobcoach worden ingezet, die in dienst is van:

• a.

  de gemeente (jobcoach gemeente);

• b.

  de werkgever (interne jobcoach); of

• c.

  eenjobcoachorganisatie (externe jobcoach).

2.

• a.

  Een jobcoach, zoals bedoeld in het eerste lid, onder a, moet minimaal aan de volgende kwaliteitseisen voldoen:

  • –

    de jobcoach heeft een hbo-opleiding met succes afgerond of heeft een hbo werk- en denkniveau;

  • –

    de jobcoach heeft een opleidingsmodule voor jobcoach gevolgd (diploma/certificaat behaald); of

  • –

    de jobcoach is in de praktijk binnen een organisatie opgeleid tot jobcoach (in company training).

• b.

  Een jobcoach, zoals bedoeld in het eerste lid onder b, moet minimaal aan de volgende kwaliteitseisen voldoen:

  • –

    de jobcoach heeft een hbo-opleiding met succes afgerond of hbo werk- en denkniveau;

  • –

    de jobcoach heeft een opleidingsmodule voor jobcoach gevolgd (diploma/certificaat behaald); of

  • –

    de jobcoach is in de praktijk binnen een organisatie opgeleid tot jobcoach (in company training); of

  • –

    heeft een training gevolgd om werknemers met structureel functionele beperkingen te begeleiden op de werkplek;

  • –

    heeft aantoonbaar ervaring met het geven van werkinstructies;

  • –

    heeft aantoonbaar ervaring met de werkzaamheden die de werknemer/proefgeplaatste dient uit te voeren; en

  • –

    is voor een deel van zijn werkuren vrijgesteld om de begeleiding op zich te kunnen nemen.

• c.

  Een jobcoachorganisatie, zoals bedoeld in het eerste lid, onder c, moet door middel van een bewijsstuk aantonen dat deze door het UWV is erkend op grond van het Erkenningskader uitvoering persoonlijke ondersteuning 2012 van het UWV. Mocht in de toekomst door het UWV een nieuwe versie van dit erkenningskader worden vastgesteld en het Erkenningskader uitvoering persoonlijke ondersteuning 2012 komen te vervallen dan dient door middel van een bewijsstuk te worden aangetoond dat voldaan wordt aan het nieuw vastgestelde erkenningskader (altijd het meest recente).

3. De keuze voor de in te zetten jobcoach, als bedoeld in lid 1, wordt bepaald in samenspraak tussen de gemeente, werkgever en werknemer, waarbij de werkgever en werknemer (op proef geplaatste) een doorslaggevende stem hebben in de uiteindelijke keuze.

1. Jobcoaching bij een proefplaatsingsovereenkomst wordt toegekend voor maximaal 5 uur per maand voor de duur van de proefplaatsing.

2.

• a.

  Jobcoaching bij een arbeidsovereenkomst wordt, bij beschikking, toegekend voor een half jaar tot een maximumduur van 2 jaar (vier keer een half jaar) vanaf de begindatum van de arbeidsovereenkomst.

• b.

  Tegen het eind van ieder half jaar wordt geëvalueerd of de jobcoaching nog langer noodzakelijk is.

3. Het college besluit ieder half jaar, in overleg met de werknemer, werkgever en jobcoach wat de noodzakelijke ureninvestering is om het doel te realiseren en hanteert hierbij twee begeleidingsniveaus: licht regime en midden regime. Het college neemt uiteindelijk de definitieve beslissing met betrekking tot het te hanteren begeleidingsregime en de ureninzet.

4.

• a.

  In bepaalde gevallen kan, na overleg tussen gemeente, werkgever en werknemer, de inzet van de jobcoach met twee keer een half jaar tot maximaal drie jaar worden verlengd.

• b.

  Bij verlenging naar een derde jaar is maximaal 18 uur jobcoaching mogelijk bij een arbeidsovereenkomst van minimaal 24 uur per week, zowel bij het lichte als het midden regime.

• c.

  Indien nodig kan, na onderling overleg tussen gemeente, werkgever, en werknemer, een overheveling van uren van eerste naar het tweede jaar of van het tweede jaar naar het derde jaar plaatsvinden voor maximaal 9 uur voor het lichte regime en maximaal 18 uur voor het midden regime bij een arbeidsovereenkomst van minimaal 24 uur per week.

  Bijvoorbeeld indien in het eerste of tweede jaar niet alle toegekende uren zijn verbruikt vanwege bijvoorbeeld ziekte.

5. Bij een arbeidsovereenkomst van minder dan 24 uur per week wordt het maximaal aantal uren jobcoaching van het lichte dan wel midden regime, zoals bedoeld in het vierde lid, naar rato van het in de arbeidsovereenkomst vermelde aantal uur per week bepaald.

6. De vergoeding voor een jobcoach, intern dan wel extern, is vastgesteld op € 76,90 per uur exclusief btw. Dit bedrag zal jaarlijks per 1 januari geïndexeerd worden met het indexeringspercentage, zoals dat volgt uit de jaarlijkse publicatie Normbedragen voorzieningen van het UWV.

7.

• a.

  Indien nodig kan, na onderling overleg tussen gemeente, werkgever, en werknemer, een overheveling van uren van het tweede jaar naar het eerste jaar, plaatsvinden voor maximaal 10 uur voor het lichte regime en maximaal 20 uur voor het midden regime dan wel naar rato bij een arbeidsovereenkomst van minder dan 24 uur per week.

• b.

  Voorwaarden voor overheveling van uren, zoals onder a bedoeld:

  • –

    er moet sprake zijn van een arbeidsovereenkomst van minimaal 1 jaar waarbij er een intentie is om deze na dit jaar voor minimaal een half jaar te verlengen;

  • –

    het moet een duurzame arbeidsinpassing bevorderen.

1.

• a.

  Het college stelt de gemeentelijke jobcoach van artikel 3, eerste lid, onder a, in natura beschikbaar.

• b.

  Het PVB voor de inzet van een jobcoach door de werkgever, zoals bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder b wordt door de gemeente uitbetaald aan de werkgever.

• c.

  Het PVB voor de inzet van een jobcoach door een jobcoachorganisatie, zoals bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder c, wordt uitbetaald aan de jobcoachorganisatie waar de jobcoach in dienst is.

2. Uitbetaling geschiedt slechts na inlevering door de werkgever dan wel jobcoachorganisatie van:

• a.

  bewijslast van de kwaliteitseisen zoals gesteld in artikel 3 lid 2, onder b en c.

• b.

  een voortgangsrapportage met daarin de verantwoording van de gewerkte uren door de jobcoach (aantal gewerkte uren naar datum en uitgevoerde werkzaamheden, daartoe behoren dus niet uren reistijd woon-werkverkeer) welke is ondertekend door jobcoach en werkgever dan wel verantwoordelijke van de jobcoachorganisatie.