Regeling vervallen per 01-01-2019

Nadere regels subsidies aanschaf- en installatiekosten energiebesparende maatregelen sportaccommodaties

Geldend van 01-01-2017 t/m 31-12-2018

Intitulé

Nadere regels subsidies aanschaf- en installatiekosten energiebesparende maatregelen sportaccommodaties

Het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam,

gelezen het voorstel van de wethouder Financiën, Binnenstad, Cultuur en Sport van 20 december 2016 (kenmerk 16MO11040);

gelet op de Algemene wet bestuursrecht, de Gemeentewet en artikel 3, derde lid, van de Subsidieverordening Rotterdam 2014 (SVR 2014);

overwegende dat:

  • de Minister van Economische Zaken op 12 augustus 2015 heeft besloten tot wijziging van de Regeling nationale EZ-subsidies in verband met energiebesparende maatregelen bij sportaccommodaties (Regeling van 12 augustus 2015, nr. WJZ/14186622, geplaatst in de Staatscourant 2015 nr. 25937 1 september 2015);

  • voornoemd besluit van de Minister van Economische Zaken als doel heeft energiebesparende maatregelen en duurzame energie te stimuleren bij sportaccommodaties;

  • het stimuleren van energiebesparende maatregelen en duurzame energie tevens een doelstelling is binnen het Programma Duurzaam 2015-2018 van de gemeente Rotterdam;

  • het college streeft naar een verdere verduurzaming van de Rotterdamse sportaccommodaties;

  • Rotterdamse breedtesportverenigingen of beheerstichtingen hier zonder subsidie vaak niet toe overgaan;

  • energiebesparende maatregelen of het opwekken van duurzame energie een besparing voor breedtesportverenigingen kunnen opleveren en de sportaccommodaties milieuvriendelijker maken;

  • het college het daarom gewenst acht nadere regels vast te stellen voor de verstrekking van subsidies voor de aan de energiebesparende maatregelen of het opwekken van duurzame energie verbonden installatie- en aanschafkosten aan Rotterdamse breedtesportverenigingen of hun beheerstichtingen;

besluit vast te stellen:

Nadere regels subsidies aanschaf- en installatiekosten energiebesparende maatregelen sportaccommodaties

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze nadere regels wordt verstaan onder:

  • a.

    college:

    college van burgemeester en wethouders van Rotterdam;

  • b.

    breedtesportvereniging:

    vereniging met volledige rechtspersoonlijkheid of een stichting:

    • die is aangesloten bij een overkoepelende organisatie van breedtesportverenigingen of –organisaties, die rechtstreeks is aangesloten bij het Nederlands Olympisch Comité*Nederlandse Sport Federatie (sportbond);

    • waarvan de activiteiten zich afspelen op het grondgebied van de gemeente Rotterdam of op een sportaccommodatie die in eigendom is van de gemeente Rotterdam;

    • waarvan de statutaire doelstelling en de feitelijke werkzaamheden zich hoofdzakelijk richten op de breedtesport;

    • die geen winstoogmerk heeft; en

    • die niet uitsluitend gericht is op professionele sportbeoefening;

  • c.

    beheerstichting:

    stichting zonder winstoogmerk, die tot doel heeft een sportaccommodatie of sportvoorziening te beheren en deze beschikbaar te stellen aan een of meerdere aan deze beheerstichting gelieerde breedtesportverenigingen;

  • d.

    breedtesport:

    sportaanbod van en voor amateursporters: beroepsmatige sportactiviteiten of activiteiten op topsportniveau zijn hiervan uitgezonderd;

  • e.

    economisch eigenaar:

    breedtesportvereniging of beheerstichting, die een sportaccommodatie of een sportvoorziening in economisch eigendom heeft op een perceel grond waarvan de gemeente Rotterdam het juridisch eigendom bezit en waarbij:

    • de breedtesportvereniging of beheerstichting het onderhoud van die sportaccommodatie of sportvoorziening verricht of laat verrichten, én

    • de breedtesportvereniging of beheerstichting de kosten van beheer en onderhoud van die sportaccommodatie of sportvoorziening voor eigen rekening neemt;

  • f.

    installatiekosten:

    kosten die direct verband houden met en noodzakelijk zijn voor het aanbrengen en installeren van de energiebesparende maatregelen;

  • g.

    aanschafkosten:

    kosten van de aanschaf van energiebesparende maatregelen;

  • h.

    sportaccommodatie:

    onroerend goed in de vorm van (een deel van) een gebouw, dat gebruikt wordt en kan worden om in te sporten en waarvan de breedtesportvereniging of haar beheerstichting de economisch of juridisch eigenaar is, bijvoorbeeld een kleedkamer of clubgebouw;

  • i.

    energiebesparende maatregelen:

    energiebesparende of duurzame energie opwekkende maatregelen als bedoeld in bijlage 1 behorende bij deze nadere regels.

Artikel 2 Doel

Het doel van deze nadere regels is te stimuleren dat Rotterdamse breedtesportverenigingen of de hieraan gelieerde beheerstichtingen de sportaccommodaties door het treffen van energiebesparende maatregelen milieuvriendelijker maken.

Artikel 3 Reikwijdte

Deze nadere regels zijn van toepassing op het verstrekken van subsidies vanaf het jaar 2017:

  • a.

    aan breedtesportverenigingen of hun beheerstichtingen, waarvan de activiteiten zich afspelen binnen de gemeentegrenzen van de gemeente Rotterdam of op een sportaccommodatie die in eigendom is van de gemeente Rotterdam;

  • b.

    ten behoeve van energiebesparende maatregelen op sportaccommodaties;

  • c.

    ten laste van het in Artikel 6 genoemde maximaal beschikbare subsidiebedrag.

Artikel 4 Subsidiabele kosten

  • 1. Voor subsidie kunnen in aanmerking komen:

    • a.

      subsidieaanvragen van breedtesportverenigingen of hun beheersstichtingen voor de installatiekosten die zijn gemaakt ten behoeve van energiebesparende maatregelen aan eenRotterdamse sportaccommodatie;

    • b.

      subsidieaanvragen van breedtesportverenigingen of hun beheersstichtingen voor de aanschafkosten van energiebesparende maatregelen die zijn gemaakt aan een Rotterdamse sportaccommodatie, welke op grond van de Regeling van 12 augustus 2015, nr. WJZ/14186622 van de Minister van Economische Zaken niet voor subsidie in aanmerking komen wegens het bereiken van het subsidieplafond.

  • 2. In aanvulling op het gestelde in het eerste lid, onderdeel b, geldt dat bij breedtesportverenigingen ten hoogste 30% en bij beheerstichtingen ten hoogste 15% van de totale aanschafkosten voor subsidiering in aanmerking kan komen.

  • 3. Niet subsidiabel zijn:

    • a.

      de kosten voor de inzet van eigen personeel en van vrijwilligers, behoudens voor zover de aan de vrijwilligers toegekende vergoedingen binnen een vrijwilligersregeling van de belastingdienst vallen;

    • b.

      De aanschaf- en installatiekosten van energiebesparende maatregelen, die voor subsidiëring op grond van een andere subsidieregeling subsidie ontvangen.

Artikel 5 Omvang van de subsidie

De subsidie bedraagt ten hoogste € 50.000,– per aanvrager gedurende de gehele looptijd van deze regeling.

Artikel 6 Subsidieplafond en verdeelregel

  • 1. Voor deze nadere regels geldt een subsidieplafond van € 300.000,–.

  • 2. De verdeling van subsidie geschiedt, met inachtneming van het subsidieplafond, op basis van de volgorde van ontvangst van de volledige subsidieaanvragen.

Artikel 7 Subsidievoorwaarden

  • 1. De subsidie kan alleen worden verleend indien aan alle volgende voorwaarden is voldaan:

    • a.

      de maatregel, waarvoor subsidie wordt aangevraagd, draagt aantoonbaar bij aan de doelstellingen van het gemeentelijke programma duurzaam 2015-2018;

    • b.

      de breedtesportvereniging of beheerstichting is (economisch) eigenaar van de accommodatie.

  • 2. In aanvulling op het eerste lid geldt voor subsidieaanvragen voor aanschafkosten dat alleen subsidie kan worden verleend indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:

    • a.

      de subsidieontvanger heeft vóór 15 januari van het lopende jaar een aanvraag voor een subsidie bij de Minister van Economische Zaken op grond van de Regeling van 12 augustus 2015, nr. WJZ/14186622 ingediend en deze aanvraag uitsluitend is geweigerd omdat het subsidieplafond van de regeling al was bereikt;

    • b.

      de aanschafkosten bedragen ten minste € 3.000 ,–;

    • c.

      de aanvrager is een overeenkomst met de bouwer of leverancier aangegaan waarin is aangegeven welke energiebesparende maatregelen zullen worden aangeschaft.

Artikel 8 Subsidieverplichtingen

  • 1. De subsidieontvanger houdt zich bij de uitvoering van de energiebesparende maatregelen aan alle van toepassing zijnde wet- en regelgeving.

  • 2. De subsidieontvanger is verplicht voordat de uitvoering van de gesubsidieerde activiteiten een aanvang neemt te zorgen voor het verkrijgen van de voor de subsidiabele activiteiten vereiste vergunningen of ontheffingen.

  • 3. De subsidieontvanger realiseert de subsidiabele activiteiten binnen 12 maanden na het besluit tot verlening van de subsidie.

Artikel 9 Subsidieaanvraag

  • 1. Een aanvraag voor subsidie kan vanaf 2 januari 2017 om 12.00 uur worden ingediend.

  • 2. Een gezamenlijke aanvraag van meerdere breedtesportverenigingen moet gezamenlijk ingediend en ondertekend worden door alle betrokken besturen.

  • 3. Een aanvraag kan door een breedtesportvereniging, beheerstichting of namens hen door een intermediair worden ingediend.

Artikel 10 Indieningsvereisten

  • 1. De aanvraag wordt bij de gemeente online ingediend via www.rotterdam.nl/subsidies (met e-herkenning) en moet voorzien zijn van de volgende stukken:

    • a.

      statuten van de aanvrager;

    • b.

      recent uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel van de aanvrager;

    • c.

      toelichting op de maatregelen en het doel hiervan;

    • d.

      een begroting van de totale investeringskosten, inclusief eventuele bijdragen van derden.

      Op de begroting zijn aanschafkosten en installatiekosten gescheiden;

    • e.

      twee offertes van aannemers voor het volledige bedrag van de investeringskosten voor zover (een deel van) de voorziening niet in zelfwerkzaamheid wordt uitgevoerd. Op de offertes zijn aanschafkosten en installatiekosten gescheiden;

    • f.

      indien de aanvraag ook subsidie op de aanschafkosten betreft, dient een afschrift van de originele aanvraag en van de in artikel 7, tweede lid, onderdeel a, genoemde subsidieweigeringsbeschikking van de Minister van Economische Zaken te worden bijgevoegd;

    • g.

      indien de aanvraag ook subsidie op de aanschafkosten betreft, dient een overeenkomst te worden bijgevoegd die is gesloten voor de uitvoering van de energiebesparende maatregel ten behoeve van energiebesparing waarvoor subsidie is aangevraagd;

    • h.

      indien de aanvraag niet door een bestuurslid of door bestuursleden ondertekend is/zijn welke daartoe op grond van de statuten van de vereniging gemachtigd is/zijn, dan dient een bewijs van machtiging door het bestuur te worden bijgevoegd.

  • 2. Indien een onvolledige aanvraag is ingediend, wordt de aanvrager een redelijke hersteltermijn geboden om de aanvraag te completeren.

Artikel 11 Beoordeling van de aanvraag

Indien in de bij de aanvraag ingediende begroting opgenomen uitgaven niet redelijk zijn, kan het college besluiten dat deze uitgaven niet of slechts ten dele als subsidiabele kosten worden aangemerkt.

Artikel 12 Weigeringsgronden

  • 1. De subsidie wordt geweigerd indien:

    • a.

      bij de afhandeling op volgorde van ontvangst het in artikel 6 vermelde subsidieplafond is bereikt;

    • b.

      voor de desbetreffende energiebesparende maatregel op grond van deze nadere regels reeds subsidie is verleend;

    • c.

      de energierekening van de sportaccommodatie waar de maatregel wordt gerealiseerd niet wordt afgeschreven van een rekening die op naam staat van de aanvrager;

    • d.

      de kosten van de investering niet worden afgeschreven van een bankrekening die op naam staat van de aanvrager;

    • e.

      de overeenkomst die eventueel door de breedtesportvereniging of beheerstichting is aangegaan met de bouwer of leverancier eerder dan negen maanden geleden is gesloten gerekend vanaf het moment van aanvragen.

  • 2. De subsidie kan geheel of gedeeltelijk worden geweigerd indien:

    • a.

      de aanvraag niet voldoet aan het gestelde in de SVR 2014;

    • b.

      de aanvraag niet voldoet aan het gestelde in deze nadere regels;

    • c.

      de eventueel aan te schaffen installatie of apparatuur niet nieuw is;

    • d.

      voor de investering op grond van een andere subsidieregeling subsidie verstrekt wordt;

    • e.

      in het geval de maatregelen worden getroffen binnen een nieuwbouwproject zijn de installatiekosten alleen subsidiabel in de mate waarin hiervoor aanvullende werkzaamheden noodzakelijk zijn.

Artikel 13 Instandhoudingsverplichting

De subsidieontvanger vervreemdt de installatie of apparatuur waarvoor de subsidie is verstrekt niet binnen een jaar na de datum van de subsidievaststelling.

Artikel 14 Verantwoording en vaststelling subsidie

  • 1. De subsidie wordt vastgesteld nadat de aanvraag tot vaststelling is ingediend. De aanvraag tot vaststelling dient uiterlijk 12 weken na realisatie te zijn ingediend.

  • 2. In aanvulling op artikel 13 van de SVR 2014 bevat de aanvraag tot subsidievaststelling, bedoeld in het tweede lid van dit artikel:

    • a.

      een bewijsstuk van realisatie van de investering (bijv. een foto van de gerealiseerde voorziening);

    • b.

      een urenspecificatie van de arbeidskosten;

    • c.

      een factuur van de aanschafkosten indien de subsidieontvanger ook subsidie voor de aanschafkosten heeft ontvangen.

Artikel 15 Inwerkingtreding en vervaldatum

  • 1. Deze nadere regels treden in werking op 1 januari 2017.

  • 2. Deze nadere regels vervallen met ingang van 1 juli 2020, met dien verstande dat deze van toepassing blijven op subsidies die voor die datum zijn verleend.

Artikel 16 Citeertitel

Deze nadere regels worden aangehaald als: Nadere regels subsidies aanschaf- en installatiekosten energiebesparende maatregelen sportaccommodaties.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 20 december 2016.

De secretaris,
Ph. F.M.Raets
De burgemeester,
A.Aboutaleb

Bijlage 1 Maatregellijst

afbeelding binnen de regeling

TOELICHTING BIJ DE Nadere regels subsidies aanschaf- en installatiekosten energiebesparende maatregelen sportaccommodaties

Algemene toelichting

De gemeente Rotterdam wil energiebesparende maatregelen in het kader van duurzaamheid stimuleren. Door voor energiebesparende maatregelen aan breedtesportverenigingen subsidie beschikbaar te stellen, wordt verwacht dat een extra stimulans aan duurzaamheid gegeven wordt. In de gemeentebegroting van 2017 is een eenmalig bedrag van € 300.000,– beschikbaar gesteld voor energiebesparende maatregelen aan sportaccommodaties van breedtesportverenigingen. Dit bedrag is bedoeld om bijdragen te kunnen verstrekken aan breedtesportverenigingen en beheerstichtingen voor het treffen van energiebesparende maatregelen aan de sportaccommodaties, waarvan zij zelf de (economisch) eigenaar zijn. Deze regeling geeft nadere regels voor de subsidiëring aan breedtesportverenigingen en beheerstichtingen ten laste van dit budget.

De intentie van deze nadere regels is om complementair te zijn aan het besluit van de Minister van Economische Zaken tot wijziging van de Regeling nationale EZ-subsidies in verband met energiebesparende maatregelen bij sportaccommodaties 12 augustus 2015, nr. WJZ/14186622, en geplaatst in de Staatscourant 2015 nr. 25937 1 september 2015. Breedtesportverenigingen kunnen op basis van voornoemde regeling bij het Rijk de aanschafkosten voor 30% gesubsidieerd krijgen. Beheerstichtingen kunnen 15% van de aanschafkosten gesubsidieerd krijgen. Met de regeling van de gemeente Rotterdam kunnen Rotterdamse breedtesportverenigingen of beheerstichting 100% subsidie krijgen op de noodzakelijke installatiekosten. Deze regeling maakt het ook mogelijk voor Rotterdamse breedtesportverenigingen en beheerstichtingen om subsidie op de kosten van de aanschaf te ontvangen onder de voorwaarde dat zij tijdig een aanvraag bij het Rijk hebben gedaan en deze is afgewezen om de reden dat het subsidieplafond bereikt is. De subsidie op de aanschafkosten van een energiebesparende installatie of apparatuur bedraagt net als in de Rijksregeling maximaal 30% van de aanschafkosten voor breedtesportverenigingen en maximaal 15% van de aanschafkosten voor beheerstichtingen.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 4 De subsidiabele kosten

Op grond van onderhavige nadere regels komen voor subsidie in aanmerking de kosten die direct verband houden met en noodzakelijk zijn voor de installatie van de energiebesparende maatregelen en voor de aanschafkosten. Wat betreft het soort energiebesparende maatregelen wordt aangesloten bij de maatregelen die het Rijk subsidiabel acht ingevolge de regeling van de Minister van Economische Zaken van 12 augustus 2015 (nr. WJZ/14186622), tot wijziging van de Regeling nationale EZ-subsidies in verband met energiebesparende maatregelen bij sportaccommodaties. Teneinde dubbele subsidiering te voorkomen is subsidie op aanschafkosten alleen mogelijk indien het Rijk geen subsidie op aanschafkosten verstrekt. Het is onmogelijk om subsidie te ontvangen indien het Rijk een inhoudelijk gelijke subsidieaanvraag afwijst omdat de te nemen maatregelen niet voldoen.

De subsidie op aanschafkosten is, net als in de Rijksregeling, 30% voor breedtesportverenigingen en 15% voor beheerstichtingen. Voor beheerstichtingen is de subsidie lager omdat zij de BTW in aftrek kunnen brengen. Om een zo gelijk mogelijk speelveld te creëren met betrekking tot de kosten die voor rekening van de sportvereniging respectievelijk beheerstichting blijven, wordt een hoger subsidiepercentage gehanteerd voor een sportvereniging dan voor een beheerstichting.

Een breedtesportvereniging kan de kosten voor de aanleg van een bouwkundige aanpassing in een sportaccommodatie verlagen door (een deel) in zelfwerkzaamheid uit te voeren. Indien de breedtesportvereniging hiervoor in de subsidieaanvraag arbeidskosten of overhead in de begroting opneemt, dan worden die kosten in de berekening van de hoogte van de te verlenen subsidie niet meegenomen. Eventuele vergoedingen aan vrijwilligers wel, maar alleen als deze niet hoger zijn dan de vrijwilligersregeling van de belastingdienst. Zie bijvoorbeeld artikel 2 lid 6 Wet op de Loonbelasting en van artikel 3.96 letter c Wet inkomstenbelasting 2001.

Artikel 5 Omvang van de subsidie

Ten behoeve van een evenwichtige verdeling van het subsidieplafond is ervoor gekozen een maximaal bedrag in de regeling op te nemen dat de aanvrager aan subsidie kan ontvangen.

Artikel 6 Subsidieplafond en verdeelsleutel

Voor de uitvoering van deze regeling is een eenmalig budget beschikbaar van € 300.000,–. Subsidies worden verleend op volgorde van ontvangst van de subsidieaanvragen. Dat moeten complete aanvragen zijn (zie Artikel 10).

Zodra het subsidieplafond is bereikt kunnen en zullen er geen nieuwe subsidies meer verleend worden (zie Artikel 12).

Het subsidieplafond wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de aanvragen. Hiervoor is gekozen omdat in de bijlage bij de regeling reeds is bepaald welke maatregelen voor subsidie in aanmerking komen en de module hierdoor al voldoende is gericht op de na te streven doelen van energiebesparing en duurzame energie.

Om de volgorde van binnenkomst te bepalen wordt de volgorde van binnenkomst gehanteerd, waarop de volledige aanvraag conform Artikel 10 via de gemeentelijke subsidieportal (www.rotterdam.nl/subsidies) door de gemeente is ontvangen.

Artikel 7 Subsidievoorwaarden

Om subsidie op aanschafkosten te ontvangen dient vóór 15 januari van het lopende jaar een aanvraag gedaan te zijn ingevolge de regeling van de Minister van Economische Zaken van 12 augustus 2015 (nr. WJZ/14186622). De intentie hiervan is dat een vereniging tracht van het Rijk subsidie te ontvangen. Indien een vereniging tijdig bij het Rijk een aanvraag heeft gedaan, maar deze is afgewezen omdat het subsidieplafond van de rijksregeling al bereikt was, kan van de gemeente subsidie op aanschafkosten gekregen worden. Op deze manier kan meer gebruik gemaakt worden van het budget van de rijksregeling en resteert er meer budget om Rotterdamse breedtesportverenigingen en beheerstichtingen te subsidiëren.

De subsidiabele kosten mogen niet minder dan € 3.000,– bedragen. Voor deze drempel is gekozen omdat hiermee de aanvrager een substantiële investering moet doen wat ook leidt tot besparingen die substantieel zijn.

Artikel 8 Subsidieverplichtingen

Om een spoedige realisatie van de maatregelen voor energiebesparing en opwekking van duurzame energie bij sportaccommodaties te bewerkstelligen moeten de maatregelen, waarvoor subsidie is verleend, binnen een jaar worden gerealiseerd.

Artikel 10 Indieningsvereisten

In dit artikel is aangegeven welke stukken en gegevens een subsidieaanvraag dient te bevatten.

Op zowel de begroting als op een offerte dienen aanschaf- en installatiekosten gescheiden te zijn, omdat in voorkomende gevallen alleen de installatiekosten subsidiabel zijn. Er dienen twee offertes te worden ingediend ten behoeve van een reëel beeld van de kosten. De aanvrager bepaalt welke aannemer zij de opdracht wil verstrekken en neemt de kosten hiervan op in de begroting. In het geval de arbeidskosten van de offertes sterk afwijken, kan de gemeente zich beroepen op artikel 11 van de Nadere regels.

Door een overeenkomst te vragen wordt voorkomen dat veel vrijblijvende aanvragen worden ingediend, die een kleinere kans van realisatie hebben. De aanvrager wordt geadviseerd om in de overeenkomst een ontbindende voorwaarde op te nemen waaruit volgt dat de overeenkomst kan worden ontbonden indien de sportvereniging of sportstichting niet voor de desbetreffende maatregel voor subsidie in aanmerking komt. Hiermee wordt voorkomen dat de sportvereniging of sportstichting verplichtingen met bouwers of leveranciers aangaat waar deze zich niet meer aan kan onttrekken indien deze onverhoopt geen subsidie ontvangt en als gevolg daarvan niet beschikt over de vereiste middelen.

Alleen volledige aanvragen, die alle vereiste informatie en stukken bevat, komen voor behandeling in aanmerking. De subsidies worden immers op volgorde van ontvangst verleend en het beschikbare budget is beperkt. Daarom moet voorkomen worden, dat een bepaalde aanvrager om maar bij de eersten te horen pro forma een niet complete aanvraag indient.

Bij onvolledige aanvragen zal aan de aanvrager een redelijke termijn worden gegund om de aanvraag te complementeren.

Artikel 12 Weigeringsgronden

Op basis van deze regeling kan slechts eenmaal voor dezelfde energiebesparende maatregel subsidie verstrekt worden. Indien een aanvrager meerdere subsidieaanvragen indient voor verschillende maatregelen die zijn opgenomen in bijlage 1 kan dit wel worden gehonoreerd, tot een maximum van € 50.000 ,–.

Er wordt slechts subsidie verstrekt voor de aanschafkosten van nieuwe apparatuur of installaties. Gebruikte apparatuur of installaties komen niet voor subsidie in aanmerking om misbruik van de regeling te voorkomen.

De overeenkomst die door de sportvereniging of sportstichting is aangegaan met de bouwer of leverancier mag niet meer dan negen maanden voor de aanvraag zijn gesloten. Met deze eis wordt gewaarborgd dat subsidie wordt verstrekt voor de aanschafkosten volgens de laatste stand van de techniek en de daaraan verbonden kosten.

Uitgesloten is dat de subsidieaanvrager subsidie krijgt op basis van deze Nadere regels en op basis van de regeling investeringssubsidies breedtesportverenigingen. Dit is om mogelijke dubbele subsidiering te voorkomen.

Het Rijk subsidieert geen aanschafkosten in het geval van nieuwbouw. De gemeente subsidieert alleen de installatiekosten binnen nieuwbouwprojecten als de betreffende maatregel niet al verplicht is volgens het bouwbesluit. Daarmee wordt voorkomen dat subsidie wordt verstrekt voor maatregelen die geen extra bijdrage aan energiebesparing leveren.

Artikel 13 Instandhoudingsverplichting

In dit artikel is een instandhoudingsverplichting opgenomen om te bewerkstelligen dat de maatregelen die zijn genomen na subsidieverlening tot ten minste een jaar na subsidievaststelling in stand blijven. Het is niet toegestaan de installatie of apparatuur binnen een jaar na subsidievaststelling te vervreemden. Hierbij kan worden gedacht aan het verkopen of schenken van een installatie of apparatuur aan een derde. Indien de subsidieontvanger niet aan deze verplichting voldoet, kan de subsidievaststelling worden ingetrokken of ten nadele van de ontvanger worden gewijzigd.

Artikel 14 Verantwoording en vaststelling subsidie

In de Subsidieverordening Rotterdam 2014 is geregeld, dat bij subsidies tot € 25.000,– er een keuze gemaakt kan worden tussen het direct vaststellen van de subsidie bij de verlening of het vaststellen pas na een aanvraag tot vaststelling. In artikel 15 van deze regeling is voor de tweede mogelijkheid gekozen. Alle subsidies op basis van deze regeling worden eerst verleend en pas later, na ontvangst van een aanvraag tot vaststelling, vastgesteld.

In lid 3 is aangegeven op welke wijze de aanvrager kan aantonen dat de subsidiabele prestatie(s)/activiteit(en), is (zijn) verricht en dat is voldaan aan de subsidieverlening verbonden verplichtingen/voorwaarden.

Artikel 15 Inwerkingtreding en vervaldatum

De looptijd van onderhavige nadere regels is afgestemd op de verwachte looptijd van de Rijksregeling, te weten tot 1 juli 2020.

Dit gemeenteblad 2016, nummer 251, is uitgegeven op 22 december 2016 en ligt op werkdagen van

8.30 tot 16.00 uur ter inzage bij het Bestuurlijk Informatiecentrum Rotterdam (BIR), locatie Stadswinkel

Centrum, Coolsingel 40 (zijde Doelwater, tegenover hoofdbureau politie)

(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)