Regeling vervallen per 01-01-2022

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam houdende regels omtrent het stimuleren om scholing te volgen voor een verbetering van kansen op de arbeidsmarkt (Subsidieregeling Scholingsfonds Rotterdam 2021)

Geldend van 15-07-2021 t/m 31-12-2021

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam houdende regels omtrent het stimuleren om scholing te volgen voor een verbetering van kansen op de arbeidsmarkt (Subsidieregeling Scholingsfonds Rotterdam 2021)

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

gelezen het voorstel van wethouder Werk, Inkomen en Nationaal Programma Rotterdam Zuid van 16 juni 2020 (20bb7447);

gelet op de artikelen 3, derde lid, 4, 6, derde lid, 8 en 12a, 13, vierde lid, van de Subsidieverordening Rotterdam 2014,

overwegende dat:

  • enkele toonaangevende instanties (commissie Borstlap, SER, WRR) in adviezen hebben aangegeven dat inzet in scholing van belang is om toegerust te zijn voor de snelle veranderingen op de arbeidsmarkt;

  • de gemeente Rotterdam, met een relatief laagopgeleide beroepsbevolking, de mogelijkheden voor Rotterdammers wil uitbreiden om zich te scholen als gevolg van de veranderde arbeidsmarkt, mede door de coronacrisis;

  • de gemeente Rotterdam daarvoor inzet op het mogelijk maken van het volgen van scholing om de kansen op een baan of werkbehoud voor deze laagopgeleide beroepsbevolking op de arbeidsmarkt te vergroten;

  • het wenselijk is een subsidie in te zetten in de vorm van een scholingsvoucher voor het ondersteunen van werkzoekenden om scholing te volgen om de kansen op de arbeidsmarkt te vergroten;

  • dit scholingsfonds in 2021 eerst nog de focus legt op een beperkte doelgroep en in de loop van 2021 de doelgroep mogelijk zal worden aangepast;

besluit:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • arbeidsmarktrelevantie: het leiden van de scholing tot aansluiting bij de vraag van werkgevers of tot een beroep in een sector met veel beschikbare vacatures;

  • leerbaarheid: het in staat zijn van de aanvrager om de scholing met goed gevolg af te ronden;

  • kansrijke sector: sector op de arbeidsmarkt waar nu of in de nabije toekomst vraag naar personeel is;

  • LeerWerkLoket: het onafhankelijk samenwerkingsverband tussen gemeenten, ROC en UWV in de arbeidsmarktregio Rotterdam Rijnmond. Dit loket adviseert werkzoekenden, werknemers, scholieren, studenten en ondernemers over om- en bijscholing, werkend leren en leerwerktrajecten;

  • NLQF-register: kwalificatieregister van alle private kwalificaties die tot nu toe in Nederland zijn ingeschaald in het Nederlandse kwalificatieraamwerk;

  • NRTO: Nederlandse Raad voor Training en Opleiding, overkoepelende brancheorganisatie voor alle particuliere trainings- en opleidingsbureaus in Nederland.

Artikel 2 Toepassingsbereik

Deze subsidieregeling is alleen van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college van burgemeester en wethouders voor de in artikel 3 bedoelde activiteiten.

Artikel 3 Activiteiten

Subsidie door middel van een scholingsvoucher wordt alleen verstrekt voor activiteiten die het volgen van scholing betreffen en noodzakelijk zijn voor het vergroten van de kans op de arbeidsmarkt.

Artikel 4 Doelgroep

  • 1. Subsidie wordt tot en met 31 juli 2021 alleen verstrekt aan een natuurlijke persoon, die op het moment van de aanvraag aantoonbaar woonachtig is in Rotterdam en:

    • a.

      recht heeft op een uitkering op grond van de Participatiewet dan wel het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004;

    • b.

      een uitkering ontvangt op grond van de Werkloosheidswet; of

    • c.

      schoolverlater is en een mbo-opleiding in 2020 of 2021 succesvol heeft afgerond in een sector die niet kansrijk is.

  • 2. Subsidie wordt vanaf 1 augustus 2021 alleen verstrekt aan een natuurlijke persoon, die op het moment van de aanvraag:

    • a.

      aantoonbaar woonachtig is in Rotterdam;

    • b.

      achttien jaar of ouder is en de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a van de Algemene Ouderdomswet, nog niet heeft bereikt; en

    • c.

      geen uitkering ontvangt op grond van de Participatiewet, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers of de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen met uitzondering van een uitkering op grond van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004, of de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers.

  • 3. Aan de natuurlijke persoon, bedoeld in het tweede lid, met een uitkering op grond van de Werkloosheidswet van het Uitkeringsinstituut Werknemersverzekeringen wordt alleen subsidie verstrekt als er geen beroep gedaan kan worden op de Scholingsregeling WW van het Uitkeringsinstituut Werknemersverzekeringen.

Artikel 5 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1. De subsidie heeft alleen betrekking op de kosten van nog te volgen scholing en de kosten van boeken en overige voor de betreffende scholing verplichte leermiddelen, inclusief btw.

  • 2. De kosten komen voor subsidie in aanmerking als de scholing voldoet aan de volgende eisen:

    • a.

      het betreft scholing tot en met MBO-niveau 4, of, vanaf 1 augustus 2021:

      • 1°.

        scholing op hbo-niveau met een leer-werktraject dan wel een baangarantie; of

      • 2°.

        een Associate degree opleiding;

    • b.

      de scholing sluit aan op de vraag naar werk in een kansrijke sector of valt buiten de kansrijke sectoren, maar heeft een aantoonbare baangarantie; en

    • c.

      het betreft scholing, die:

      • erkend is door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur & Wetenschap (OC&W);

      • erkend is door de NRTO;

      • erkend is door de betreffende branche of sector; of

      • is opgenomen in het NLQF-register.

  • 3. De scholing kan uit meerdere samenhangende opleidingen bestaan.

  • 4. Niet voor subsidiëring in aanmerking komen:

    • a.

      de kosten die door aanvrager zijn gemaakt voor scholing die hij reeds volgt of heeft gevolgd vóór de indiening van de aanvraag;

    • b.

      reiskosten;

    • c.

      kosten voor al dan niet elektronische hulpmiddelen.

  • 5. Alleen kosten die resteren komen voor subsidie in aanmerking als aanvrager voor een deel van de kosten recht heeft op een voorliggende voorziening en die kosten naar het oordeel van het college noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van de in artikel 3 bedoelde activiteiten.

Artikel 6 Hoogte van de subsidie

Een subsidie via een scholingsvoucher bedraagt ten hoogste € 2.500 per aanvrager.

Artikel 7 Subsidieplafond en verdeling

  • 1. Voor subsidieverlening op grond van deze subsidieregeling geldt:

    • a.

      voor de periode van inwerkingtreding van deze subsidieregeling tot en met 31 juli 2021 een subsidieplafond van € 3.000.000;

    • b.

      voor de periode van 1 augustus 2021 tot en met 31 december 2021 een subsidieplafond van € 5.000.000.

  • 2. Verstrekking van subsidie vindt plaats op volgorde van ontvangst van complete aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

Artikel 8 Eisen aan de aanvraag

  • 1. Een aanvraag wordt ingediend met een digitaal aanvraagfomulier via de link op www.rotterdam.nl.

  • 2. De aanvrager legt bij zijn aanvraag de volgende gegevens over:

    • a.
      • 1°.

        noodzakelijkheid voor de aanvrager om zich te scholen;

      • 2°.

        leerbaarheid van de aanvrager;

      • 3°.

        welke scholing de aanvrager wil volgen, inclusief startdatum en looptijd en tot welk diploma of certificaat de afgeronde scholing leidt;

      • 4°.

        arbeidsmarktrelevantie van de scholing en tot welke kansrijke sector deze scholing behoort dan wel, als deze buiten een kansrijke sector valt, of er sprake is van een baangarantie;

      • of de scholing;

        • -

          erkend is door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, NRTO, dan wel door een branche of sector; of

        • -

          is opgenomen in het NLQF-register;

      • 6°.

        eventuele voorliggende voorzieningen ten aanzien van de kosten van de gewenste scholing;

      • 7°.

        vermelding of het een volgend leerjaar betreft;

      een advies van het LeerWerkLoket dat ten minste de volgende elementen bevat:

    • b.

      een factuur, dan wel opgave of verklaring of een door het LeerWerkLoket opgevraagde offerte van de opleider of scholingsinstantie waar de scholing gevolgd gaat worden, met betrekking tot de kosten van de scholing;

    • c.

      een afwijzend besluit dan wel verklaring van het UWV, indien een WW-uitkering wordt ontvangen, dat er geen vergoeding van de scholingskosten uit de Scholingsregeling WW van het UWV komt.

  • 3. Indien de subsidieaanvrager voor dezelfde begrote kosten ook subsidie of een andere financiële bijdrage heeft aangevraagd of zal gaan aanvragen bij een ander bestuursorgaan of rechtspersoon, doet hij daarvan mededeling in de subsidieaanvraag, onder vermelding van de stand van zaken van de beoordeling van die andere aanvraag.

Artikel 9 Aanvraagtermijnen

  • 1. Aanvragen kunnen worden ingediend:

    • a.

      vanaf 1 januari 2021 tot en met 31 juli 2021 door een persoon uit de doelgroep, bedoeld in artikel 4, eerste lid;

    • b.

      vanaf 1 augustus 2021 tot en met 31 december 2021 door een persoon uit de doelgroep, bedoeld in artikel 4, tweede lid.

  • 2. Een aanvraag wordt uiterlijk de dag voor aanvang van de scholing ingediend.

  • 3. Indien de aanvrager volgens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van indiening van de aanvraag de datum waarop de aanvraag is aangevuld.

  • 4. Een aanvrager kan in hetzelfde jaar op basis van deze subsidieregeling een tweede subsidieaanvraag indienen voor een vervolgopleiding voor een eventueel resterend bedrag na de eerste toekenning. Het totaal van de toekenningen is niet hoger dan € 2.500 per aanvrager.

  • 5. Als een aanvrager al eerder een scholingsvoucher heeft ontvangen voor een leerjaar van meerjarige scholing, kan de aanvrager vanaf het eind van dat leerjaar een aanvraag doen voor het volgende leerjaar van die scholing voor het maximale bedrag van € 2500.

Artikel 10 Aanvullende weigeringsgronden

Naast de in de Algemene wet bestuursrecht en de Subsidieverordening Rotterdam 2014 genoemde weigeringsgronden kan de subsidie geheel of gedeeltelijk worden geweigerd als:

  • a.

    de aanvrager in het lopende kalenderjaar al eerder het maximale subsidiebedrag heeft ontvangen op grond van deze subsidieregeling, uitgezonderd in de situatie van artikel 9, vijfde lid;

  • b.

    de aanvrager op grond van een andere regeling voor een vergoeding, tegemoetkoming dan wel een subsidie in aanmerking kan komen die de kosten dekt.

Artikel 11 Vaststelling en betaling

  • 1. Een subsidie wordt direct bij verlening vastgesteld.

  • 2. Bij vaststelling van de subsidie wordt een voucher verstrekt.

  • 3. Het subsidiebedrag wordt uiterlijk twee weken na aanvang van de scholing overgemaakt aan de betreffende scholingsinstantie.

  • Het college kan hiervan afwijken als daar aanleiding toe is.

  • 4. De subsidieontvanger toont op verzoek aan dat de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt, zijn verricht en dat is voldaan aan de verplichtingen die aan de subsidie zijn verbonden.

Artikel 12 Inwerkingtreding en vervaldatum

  • 1. Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van1 januari 2021.

  • 2. Deze subsidieregeling vervalt op 1 januari 2022 en blijft na deze datum van toepassing op subsidies die op basis van deze subsidieregeling zijn verstrekt.

Artikel 13 Citeertitel

Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Scholingsfonds Rotterdam 2021.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 15 december 2020.

De secretaris,

V.J.M. Roozen

De burgemeester,

A. Aboutaleb

Dit gemeenteblad is uitgegeven op 16 december 2020 en ligt op dins-, woens- en donderdagen van 9.00 tot 13.00 uur ter inzage bij het Bestuurlijk Informatiecentrum Rotterdam (BIR), locatie Wachtruimte Timmerhuis, Halvemaanpassage 1 (trap op, melden bij Informatiebalie)

(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)

Toelichting

Algemeen

Deze nadere regels zijn gebaseerd op de Subsidieverordening Rotterdam 2014 en zijn opgesteld om criteria te geven voor de aanvraag en toekenning van subsidie voor het volgen van scholing ten behoeve van een relevante kans op de arbeidsmarkt.

Achtergrond van deze subsidieregeling is de ambitie van de gemeente Rotterdam om meer in te zetten op scholing van Rotterdammers. Dit is ingegeven door:

  • het feit dat een aantal toonaangevende adviezen zijn uitgebracht over de toekomst van werk (commissie regulering van werk/Borstlap, WRR, SER). Daarin werd het belang van investeringen in om-, her- en bijscholing aangegeven en ook om mensen beter toe te rusten voor de snelle veranderingen op de arbeidsmarkt;

  • het feit dat de Coronacrisis een aantal bestaande problemen op de arbeidsmarkt, versterkt heeft, zoals flexibilisering en polarisering. De economische recessie vergroot ook de mismatch;

  • een regeling van het Rijk nog op zich laat wachten om scholing te stimuleren;

  • er nu actie nodig is om de wekloosheid te beperken.

Deze subsidieregeling is een vervolg op de Subsidieregeling Scholingsfonds Rotterdam 2020.

Deze subsidieregeling geldt voor het jaar 2021.

Voor de eerste periode, van 1 januari 2021 tot en met 31 juli 2021 blijft de doelgroep nagenoeg hetzelfde als in 2020. De voorwaarden aan de scholing zijn iets ruimer, zodat meer soorten van scholing in aanmerking komen voor subsidie.

Na 31 juli 2021 zal deze subsidieregeling mogelijk qua doelgroep en nog op andere zaken worden aangepast.

Tegen een besluit op een individuele subsidieaanvraag is bezwaar mogelijk bij de Algemene Bezwaarschriftencommissie, aan wie het college het mandaat heeft verleend te beslissen over deze subsidieaanvragen.

Artikelsgewijs

Artikel 4 Doelgroep

Ten aanzien van de categorie schoolverlaters die recent, in 2020 of 2021 een diploma hebben behaald in het mbo gaat het dan om diploma’s mbo in sectoren waar op dat moment geen of nauwelijks werk in te vinden is en het voor deze schoolverlaters noodzakelijk is om een andere of aanvullende scholing te volgen die beter op de arbeidsmarkt is gericht, waarmee sneller werk te vinden is.

Ten opzichte van de regeling van 2020 is de categorie WW-ers uitgebreid. Het gaat nu niet meer om de beperkte groep WW-ers die in de laatste drie maanden van de WW zitten, maar om alle WW-ers. Wel wordt er gekeken of er geen voorliggende voorziening van het UWV voor scholing kan worden gebruikt.

Artikel 5 Kosten die in aanmerking komen voor subsidie

In het eerste lid worden de kosten aangegeven waarvoor subsidie mogelijk is, zoals ook boekenkosten en overige verplichte kosten, die men moet maken voor een bepaalde opleiding, zoals veiligheidsschoenen voor een opleiding in de bouw of bepaalde messen voor een horeca-opleiding. Het moet dus gaan om les-, cursus-, college- of examengeld, alsmede kosten van door de opleider verplicht gestelde leermiddelen of beschermingsmiddelen, mits deze kosten in rekening worden gebracht door de opleider.

In het tweede lid, onder a, is aangegeven dat het scholing moet zijn tot en met mbo-niveau 4.

Dit kan breed worden opgevat. Hier vallen ook (modulaire) trainingen en cursussen onder die op deze niveaus zijn, zoals een training Basisveiligheid VCA.

In het tweede lid, onder b, wordt aangegeven dat de scholing daarnaast moet zijn gericht op werk in een kansrijke sector. Voorbeelden van deze sectoren zijn: Zorg, Bouw en Techniek, Haven, Transport en Logistiek, Facilitaire dienstverlening, Energietransitie, Food, levensmiddelenindustrie, IT en Onderwijs.

Dit zijn sectoren die ook in de Leerwerkakkoorden zijn opgenomen en ook te vinden zijn op www.rijnmondinzicht.nl.

Het kan ook het geval zijn dat de scholing niet gericht is op een kansrijke sector, maar dat aan de betreffende scholing wel een baangarantie zit.

In een dergelijk geval kan ook subsidie voor de scholing verstrekt worden. Deze baangarantie moet wel kunnen worden aangetoond.

Daarnaast moet de scholing, zoals vermeld in het tweede lid, onder c, voldoen aan één van de vier voorwaarden die daar genoemd zijn.

In het derde lid staat aangegeven dat de vergoeding van de scholing niet beperkt hoeft te zijn tot één training of opleiding, maar eventueel ook tegelijkertijd te volgen en samenhangende trainingen/opleidingen kan betreffen. Bijvoorbeeld: in de logistiek is vaak zowel een VCA-diploma voor Basisveiligheid in combinatie met een heftruckcertificaat vereist. Deze trainingen kunnen gelijktijdig worden gevolgd.

In het vierde lid is aangegeven welke kosten niet voor subsidiëring in aanmerking komen.

Bij een aanvraag voor deze kosten of in deze gevallen zal de aanvraag voor die kosten en in die gevallen worden afgewezen.

In het vijfde lid is aangegeven dat als er sprake is van een voorliggende voorziening er slechts subsidie gegeven kan worden voor dat bedrag dat eventueel niet door een andere vergoeding of tegemoetkoming in de betreffende kosten wordt afgedekt of kan worden afgedekt.

Kunnen scholingskosten geheel door een andere regeling of tegemoetkoming worden vergoed dan zal een subsidie op grond van deze subsidieregeling worden geweigerd en de aanvraag worden afgewezen.

Artikel 6 Hoogte van de subsidie

Een maximaal subsidiebedrag is vastgelegd per aanvraag. De kosten van de betreffende scholing, benodigde boeken en overige verplichte leermiddelen kunnen, na opgave, geheel of gedeeltelijk worden verstrekt (inclusief btw) tot een bedrag van maximaal € 2500 per aanvrager. Als de kosten hoger zijn dan dit bedrag dan zal de aanvrager de resterende kosten zelf moeten voldoen.

Artikel 7 Subsidieplafond

Er is een maximaal bedrag beschikbaar voor subsidie. Als het budget op is, worden verdere aanvragen afgewezen. Hierbij werkt het systeem ‘wie het eerst komt, die het eerst maalt’.

Het subsidieplafond is voor de eerste periode van 1 januari 2021 tot en met 31 juli 2021 bepaald op € 3 miljoen.

Voor de periode na 31 juli 2021 zal dit nog nader worden bepaald.

Artikel 8 Eisen aan de aanvraag

In het eerste lid is aangegeven dat de aanvraag voor de subsidie via het digitale subsidieloket moet gebeuren. Deze is te vinden op rotterdam.nl. Men kan daar met Digid inloggen en aanvragen.

In het tweede lid staat dat bij de aanvraag in ieder geval een advies van het LeerWerkLoket moet worden aangeleverd. Dit advies moet een aantal zaken aangeven die van belang zijn voor de beoordeling van de aanvraag. Het is daarom belangrijk dat dit advies bij de aanvraag zit of na de aanvraag alsnog wordt aangeleverd.

Daarnaast is uiteraard opgave van de kosten van de betreffende school van belang en dat duidelijk is bij welke school de scholing gevolgd gaat worden. Eventueel kan ook via het LeerWerkLoket een offerte bij de betreffende scholingsinstantie worden opgevraagd.

Artikel 9 Aanvraagtermijnen

In het eerste lid is de periode van aanvragen bepaald tot en met 31 juli 2021. Na deze datum zal mogelijk een nieuwe periode aanvangen, die nog nader wordt bepaald.

In het tweede lid staat dat de aanvraag uiterlijk de dag voor aanvang van de scholing moet zijn ingediend.

Dit om ook de gelegenheid open te houden voor personen die later kennis nemen van deze regeling de gelegenheid te geven een aanvraag op grond van deze subsidieregeling te doen.

In het vierde lid wordt de mogelijkheid van een tweede aanvraag aangegeven. Dit is mogelijk voor een nog resterend bedrag van een eerdere aanvraag op grond van deze subsidieregeling voor 2021. Als eerder bijv. € 1000,- was besteed voor scholing kan nog € 1500,- eventueel bij een tweede aanvraag als subsidie worden verstrekt voor een vervolgopleiding.

In het vijfde lid is aangegeven dat als eerder een scholingsvoucher was afgegeven, bijv. onder de subsidieregeling van 2020 voor een leerjaar van een meerjarige scholing, er voor het volgende leerjaar op basis van deze subsidieregeling subsidie kan worden verstrekt. De aanvraag kan dan vanaf het eind van dat leerjaar worden gedaan voor het volgende leerjaar. Er hoeft eventueel niet tussen de aanvragen een periode van een jaar te zitten.

Artikel 10 Aanvullende weigeringsgronden

Voor kosten waarvoor men een beroep kan doen op een andere regeling wordt geen subsidie verstrekt. Hierbij moet gedacht worden aan vergoeding op grond van de Wet tegemoetkoming schoolkosten (Wts), of via een ander scholingsfonds. Voor eventuele resterende kosten kan eventueel nog wel subsidie verstrekt worden.

Als men al eerder een aanvraag heeft gedaan en voor het maximale bedrag subsidie heeft ontvangen voor scholing kan een tweede aanvraag op die grond worden afgewezen. Dit wordt per geval bekeken.

Daarnaast bestaat altijd de mogelijkheid de subsidie in te trekken dan wel ten nadele van de subsidieontvanger te wijzigen op grond van artikel 4.49 Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 11 Vaststelling en betaling

In het derde lid wordt aangegeven dat uiterlijk twee weken na aanvang van de scholing de betaling aan de scholingsinstantie plaatsvindt. Het zou in bepaalde gevallen kunnen zijn dat de kosten al betaald zijn door de aanvrager net voor aanvang en dat dan een beroep op de subsidie wordt gedaan. In dergelijke gevallen bestaat de mogelijkheid om, bij uitzondering, de betaling aan de aanvrager te doen na overlegging van een betaalbewijs door de aanvrager.

Ook als in bepaalde gevallen afspraken met de scholingsinstantie worden gemaakt over de betaling kan er worden afgeweken van de hoofdregel. Dit zijn slechts voorbeelden.

Het vierde lid geeft de mogelijkheid om aan de subsidieontvanger een (kopie van een) bewijs van inschrijving op de school te vragen of een ander bewijsstuk dat aangeeft dat de scholing wordt gevolgd, als het college dat noodzakelijk vindt.

Artikel 12 Inwerkingtreding en vervaldatum

In het eerste lid is de inwerkingtredingsdatum bepaald op 1 januari 2021.

In het tweede lid is aangegeven dat deze subsidieregeling werkt tot het eind van 2021.

Er bestaat de mogelijkheid, dat de subsidieregeling na 31 juli 2021 wordt aangepast.