Regeling vervallen per 01-01-2023

Commissieverordening gemeente Rozendaal 2014

Geldend van 31-07-2014 t/m 31-12-2022

Intitulé

Commissieverordening gemeente Rozendaal 2014

RAADSBESLUIT

De raad van de gemeente Rozendaal;

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 4 maart 2014, nr.

WP14-10;

Overwegende, dat het wenselijk is de regels voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de commissie van advies als bedoeld in artikel 82 van de Gemeentewet, te wijzigen;

Gelet op het bepaalde in de Gemeentewet;

B E S L U I T :

Vast te stellen de navolgende verordening, regelende de instelling, taken, bevoegdheden en de samenstelling van de vaste commissie van advies en de wijze waarop de leden van de raad inzage hebben in stukken waaromtrent door de commissie geheimhouding is opgelegd.

COMMISSIEVERORDENING GEMEENTE ROZENDAAL 2014

Hoofdstuk 1: Instelling en bevoegdheden.

Artikel 1. Instelling commissie

.

  • 1.

    De raad besluit tot het instellen van een vaste commissie van advies.

  • 2.

    Aan de in lid 1 genoemde commissie is opgedragen de gemeenteraad van advies te dienen bij de voorbereiding van de besluitvorming in de raad, voor zover de bevoegdheid van de commissie strekt.

Hoofdstuk 2: Samenstelling, benoeming en zittingduur.

Artikel 2. Samenstelling en benoeming

.

  • 1.

    De vaste commissie van advies bestaat uit twee leden per fractie per blok van de vergadering.

  • 2.

    Er kunnen niet-raadsleden als vertegenwoordig(st)er namens een raadsfractie tot lid van de commissie worden benoemd.

  • 3.

    De raad benoemd de leden van de commissie als bedoeld in lid 2 op voordracht van de betreffende raadsfractie.

  • 4.

    Een vertegenwoordig(st)er namens een raadsfractie, als bedoeld in lid 2, dient:

    • a.

      ingezetene te zijn van de gemeente, tenminste 18 jaar te zijn en niet van het kiesrecht te zijn uitgesloten.

    • b.

      geen met het raadslidmaatschap onverenigbare betrekking te bekleden.

    • c.

      geen voor raadsleden verboden handelingen als bedoeld in de Gemeentewet te verrichten.

  • 5.

    De raad wijst uit zijn midden een voorzitter, alsmede een plaatsvervangend voorzitter van de commissie aan. De voorzitter of, indien in functie, zijn/haar plaatsvervanger wordt niet meegerekend bij het aantal van twee leden als bedoeld in lid 1.

  • 6.

    De voorzitter fungeert als technisch voorzitter en houdt zich niet bezig met de inhoud van het besprokene.

Artikel 3. Zittingsduur

.

  • 1.

    De zittingsduur van de leden van de commissie is gelijk aan die van de leden van de raad. Tussentijds benoemde leden treden af op het voor hun voorgangers bepaalde tijdstip.

  • 2.

    De leden van de commissie kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij berichten dit aan de voorzitter van de raad.

  • 3.

    Aan een lid van de commissie kan bovendien ontslag worden verleend op voorstel van de raadsfractie die hem of haar voor benoeming heeft voorgedragen.

Hoofdstuk 3. Vergaderingen.

Artikel 4. Voorbereiding

.

  • 1.

    De commissie vergadert in de regel op de data zoals aangegeven op het vergaderschema dat jaarlijks uiterlijk één maand voor aanvang van het kalenderjaar door het college in overleg met het presidium wordt vastgesteld. Voorts vergadert de commissie indien dit door de raad of door de voorzitter nodig wordt geoordeeld of dit door tenminste 2 leden schriftelijk en met opgave van redenen aan de voorzitter wordt gevraagd. In het laatste geval wordt zij gehouden binnen 2 weken, nadat het verlangen daartoe ter kennis van de voorzitter is gebracht.

  • 2.

    De voorzitter zorgt dat elk lid van de commissie, spoedeisende gevallen uitgezonderd, tenminste één week voor het houden van de vergadering schriftelijk wordt uitgenodigd. De te behandelen zaken worden op de uitnodiging vermeld.

  • 3.

    De voorzitter zorgt dat, gelijktijdig met de verzending van de uitnodigingen en de onderliggende stukken, datum, tijdstip en plaats van de vergadering openbaar worden gemaakt.

Artikel 5. Besloten vergaderingen/ geheimhouding

.

  • 1.

    Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van toepassing die gelden voor een openbare vergadering.

  • 2.

    De deuren worden gesloten wanneer een van de aanwezige leden daarom verzoekt, of de voorzitter het nodig acht. De commissie beslist vervolgens of in beslotenheid wordt vergaderd. Het besluit daartoe behoeft ten minste de instemming van de helft van het getal der aanwezige leden.

  • 3.

    De overige leden van de raad en commissie die niet aan de vergadering van de commissie deelnemen, kunnen een besloten vergadering als toehoorder bijwonen.

  • 4.

    Geheimhouding op de inhoud van de in de besloten vergadering behandelde stukken kan overeenkomstig artikel 86, lid 1 van de Gemeentewet, opgelegd worden door de commissie tijdens de vergadering, en overeenkomstig artikel 86, lid 2 van de Gemeentewet, opgelegd worden door het orgaan dat de stukken overlegt.

  • 5.

    De vergadering beslist voor afloop van de besloten vergadering overeenkomstig artikel 86, eerste lid, van de Gemeentewet of omtrent het behandelde geheimhouding zal gelden.

  • 6.

    De geheimhouding omtrent de inhoud van stukken kan uitsluitend worden opgeheven door het orgaan dat de geheimhouding heeft opgelegd, dan wel door de raad, conform artikel 86 lid 2 van de Gemeentewet.

  • 7.

    Van een besloten vergadering wordt een afzonderlijk verslag opgemaakt, dat niet openbaar wordt gemaakt.

  • 8.

    Het verslag wordt vertrouwelijk aan alle leden van de raad toegezonden.

Artikel 6. Quorum

.

  • 1.

    De commissie vergadert niet, indien niet meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden tegenwoordig is.

  • 2.

    Indien het vereiste aantal leden niet is opgekomen, wordt door de voorzitter zo spoedig mogelijk een nieuwe vergadering belegd, waarin, ongeacht het aantal opgekomen leden, in ieder geval de agendapunten van de onder het eerste lid bedoelde vergadering worden behandeld.

  • 3.

    De voorzitter van de commissie kan de collegeleden uitnodigen ter vergadering een nadere toelichting op de stukken c.q. de op de agenda vermelde onderwerpen te geven.

Artikel 7. Beraadslaging en totstandkoming van een advies.

  • 1. De commissie brengt gevraagd dan wel ongevraagd advies uit aan de raad over alle zaken en bevoegdheden die aan de commissie zijn toegekend.

  • 2. Een lid dat een rechtstreeks of middellijk persoonlijk en/of zakelijk belang heeft bij een zaak, onthoudt zich bij de beraadslaging en totstandkoming van een advies van een mening hierover. Het lid vraagt aan de voorzitter de gelegenheid om zich uit de vergadering – voor zover deze op die aangelegenheid betrekking heeft – terug te trekken. Het lid kan weer aan de vergadering – op uitnodiging van de voorzitter – deelnemen, zodra het punt is afgesloten.

  • 3. Het totstandkomen van een advies vindt plaats op grond van het oordeel van de meerderheid van de aanwezige leden, met inachtneming van artikel 11, tweede lid.

  • 4. Het advies wordt uitgebracht via het voorstel aan de raad en/of door middel van het verslag van de betreffende commissievergadering.

  • 5. De commissie behandelt de concept-voorstellen aan de raad en brengt na afloop van de behandeling van een voorstel advies uit of over het voorstel dezelfde avond in de raadsvergadering een besluit kan worden genomen of dat het voorstel in de volgende raadsvergadering dient te worden behandeld.

Artikel 8. Spreekrecht

.

De voorzitter stelt toehoorders in de gelegenheid om onmiddellijk voorafgaande aan de eerste termijn van de beraadslaging over het aan de orde zijnde agendapunt, gedurende een tijdsduur van maximaal 5 minuten per inspreker, daarover vragen te stellen of opmerkingen te maken. De voorzitter stelt vervolgens de commissie in de gelegenheid om vragen te stellen welke de inspreker(s) mag/mogen beantwoorden. Een inspreker mag, nadat de commissie in eerste termijn heeft beraadslaagd, in tweede termijn nog maximaal 3 minuten reageren. De voorzitter kan bepalen van de hiervoor genoemde tijdslimieten zowel naar boven als naar beneden af te wijken.

Hoofdstuk 4. De voorzitter.

Artikel 9. Ordehandhaving

.

  • 1.

    De voorzitter zorgt voor de handhaving van de orde in de vergadering.

  • 2.

    Hij is bevoegd toehoorders die de orde verstoren te gelasten de vergaderruimte te verlaten.

  • 3.

    Indien een lid zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het onderwerp in behandeling, een spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen.

Indien het betrokken lid hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin zulks plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.

4.Hij kan de commissie voorstellen aan een lid dat door zijn gedrag de geregelde gang van zaken nadelig beïnvloedt, de verdere aanwezigheid in de vergadering met onmiddellijke ingang te ontzeggen. Bij herhaling kan deze maatregel zich tot maximaal drie vergaderingen uitstrekken.

Hoofdstuk 5. De commissiegriffier.

Artikel 10. Aanstelling

.

De gemeenteraad wijst op voorstel van het college van burgemeester en wethouders een griffier en een plaatsvervangend griffier van de commissie aan. Zij kunnen desgevraagd aan de beraadslagingen deelnemen.

Artikel 11. Verslaglegging

.

  • 1.

    De commissiegriffier zorgt dat van zowel openbare vergaderingen als besloten vergaderingen verslagen worden gemaakt. De verslagen worden, met inachtneming van het gestelde in artikel 5, vierde lid, aan de leden en raadsleden, het college van burgemeester en wethouders, alsmede aan de personen als bedoeld in de artikelen 6 en 12, voor zover deze personen de desbetreffende vergadering hebben bijgewoond, toegezonden. In de eerstvolgende vergadering worden de verslagen door de commissie vastgesteld.

  • 2.

    Het verslag houdt in:

    • a.

      de namen van de leden die aanwezig waren en de namen van de leden die afwezig waren en voorts de namen van de personen als bedoeld in de artikelen 6, derde lid, en 12;

    • b.

      een korte zakelijke weergave van het besprokene;

    • c.

      het uiteindelijke advies van de commissie. Indien een commissielid een minderheidsstandpunt inneemt, zal zijn/haar naam worden vermeld met de redenen die hebben geleid tot het standpunt.

  • 3.

    Wanneer het verslag aanleiding geeft tot wijzigingen, raadpleegt de voorzitter de aanwezige leden van de commissie. Indien de gegrondheid ervan wordt erkend, wordt de verlangde wijziging aangebracht door deze op te nemen in het eerstvolgende verslag.

Hoofdstuk 6 De adviseurs.

Artikel 12. Bijstand adviseurs.

Wanneer de voorzitter en/of de meerderheid van de leden van de commissie dit noodzakelijk achten, kan de commissie zich laten bijstaan door zowel interne als externe adviseurs.

Hoofdstuk 7 Slotbepalingen.

Artikel 13. Geschillen omtrent uitleg en toepassing

.

Bij geschillen omtrent uitleg en toepassing van deze verordening beslist de raad.

Artikel 14. Aanhaling en inwerkingtreding

.

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als “Commissieverordening 2014”.

  • 2.

    Zij treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    Met ingang van die datum vervalt de Commissieverordening gemeente Rozendaal 2005, en de daarin aangebrachte wijzigingen.

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Rozendaal

in zijn openbare vergadering van 25 maart 2014.

De griffier, De voorzitter,

K.M.Schaap Drs.J.H.Klein Molekamp