Regeling vervallen per 01-01-2019

Eerste wijziging van de Verordening op de heffing en de invordering van leges 2018

Geldend van 27-09-2018 t/m 31-12-2018

Intitulé

Eerste wijziging van de Verordening op de heffing en de invordering van leges 2018

Raadsbesluit

Eerste wijziging van de Verordening op de heffing en de invordering van leges 2018

19 september 2018

EERSTE WIJZIGING VAN DE VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN LEGES 2018

De raad van de gemeente Rucphen,

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 augustus 2018

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet;,

gehoord de commissie Algemeen Bestuur en Middelen op 6 september 2018

b e s l u i t vast te stellen de:

Verordening tot eerste wijziging van de Legesverordening Rucphen 2018.

Artikel I

De Legesverordening Rucphen 2018 wordt als volgt gewijzigd:

In de Tarieventabel behorende bij de Legesverordening Rucphen 2018 wordt in Titel 2, Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning, Hoofdstuk 6 Wet ruimtelijke ordening/Wet geluidhinder ) vervangen door:

2.6.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een principe-aanvraag die leidt tot een standpunt van het college:

2.6.1.1

met betrekking tot een ruimtelijke ontwikkeling die niet past in het vigerende bestemmingsplan en waarvoor een nieuw bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening dient te worden opgesteld:

€ 650,15

2.6.1.2

met betrekking tot een ruimtelijke ontwikkeling die niet past in het vigerende bestemmingsplan en die leidt tot het vaststellen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in Afdeling 6 ‘Versnelde uitvoering van bouwprojecten op grond van de Crisis- en herstelwet’:

€ 650,15

2.6.1.3

met betrekking tot een herhaalde inhoudelijk gelijke aanvraag, waarvan de geldigheidsduur, als bedoeld in de voorwaarden bij principemedewerking, van een onder 2.6.1.1 of 2.6.1.2 gegeven standpunt met maximaal één jaar is verstreken:

€ 278,65

2.6.2

aanvraag tot het herzien van een bestemmingsplan waarbij géén bouwplan als bedoeld in artikel 6.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening mogelijk wordt gemaakt:

€ 5.791,35

2.6.3

aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid onder a van de Wet ruimtelijke ordening waarbij géén bouwplan als bedoeld in artikel 6.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening mogelijk wordt gemaakt:

€ 3.933,70

2.6.4

aanvraag onder 2.6.2 of 2.6.3 indien deze wordt meegenomen bij een algehele actualisatie van een bestemmingsplan:

€ 2.786,45

2.6.5

aanvraag tot het uitwerken van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid onder b van de Wet ruimtelijke ordening:

€ 3.933,70

2.6.6

aanvraag om een ontheffing hogere waarde als bedoeld in of krachtens de artikelen 47 en volgende (industrielawaai) en 83 en volgende (wegverkeerslawaai) van de Wet geluidhinder of artikel 4.10 en volgende (spoorweglawaai) van het Besluit geluidhinder:

€ 1.425,85

2.6.7

Indien krachtens wettelijk voorschrift voor een bepaalde aanvraag een rapport moet worden beoordeeld, dan bedraagt het tarief voor het beoordelen van deze hieronder afzonderlijk genoemde rapporten:

2.6.7.1

Bodemonderzoek:

€ 83,65

2.6.7.2

Watertoets:

€ 83,85

2.6.7.3

Externe veiligheid:

€ 167,70

2.6.7.4

Akoestisch onderzoek:

€ 167,70

2.6.7.5

Onderzoek luchtkwaliteit:

€ 41,95

2.6.7.6

Onderzoek milieuhinder:

€ 167,70

2.6.7.7

Onderzoek flora en fauna:

€ 209,65

2.6.7.8

Archeologisch onderzoek: (begrotingsconstructie)

1.1.2

2.6.7.9

Overige facet- of vervolgonderzoeken: (begrotingsconstructie)

1.1.2

2.6.7.10

Uitgebreid archeologisch onderzoek: (begrotingsconstructie)

1.1.2

Artikel II

Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking, welke dag tevens de datum van ingang van de heffing is, met dien verstande dat de bepalingen die in gevolge deze verordening worden gewijzigd van toepassing blijven op belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel III

Deze verordening wordt aangehaald als de “Eerste wijziging Legesverordening Rucphen 2018”.

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Rucphen

in zijn openbare vergadering van 19 september 2018

de griffier,

de voorzitter,

J.C.W.M. Rosiers-Goorden MSc.

mr. M. van der Meer Mohr.