Regeling vervallen per 25-02-2013

Mandaatbesluit Súdwest Fryslân

Geldend van 01-04-2012 t/m 24-02-2013

Intitulé

Mandaatbesluit Súdwest Fryslân

MANDAATBESLUIT SÚDWEST FRYSLÂN

Burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Súdwest Fryslân, ieder voor

zover het hun bevoegdheden betreft;

gelet op de Gemeentewet en afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht

b e s l u i t e n :

vast te stellen het navolgende Mandaatbesluit Súdwest Fryslân

Artikel 1 Definities

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. de gemeentesecretaris/algemeen directeur: de ambtenaar als bedoeld in artikel 100 van

de Gemeentewet, tevens algemeen directeur van de gemeente.

b. afdelingsmanagers: de managers van de afdelingen bedrijfsvoering, concernstaf, dorpen

en steden, ontwikkeling, publiek, backoffice en realisatie, alsmede de

brandweercommandant.

c. mandaat: de bevoegdheid om namens het college of de burgemeester besluiten te

nemen, als bedoeld in afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht.

d. volmacht: de bevoegdheid om namens het bevoegde bestuursorgaan privaatrechtelijke

rechtshandelingen te verrichten, als bedoeld in artikel 160 Gemeentewet.

e. machtiging: de bevoegdheid om namens het bevoegde bestuursorgaan handelingen te

verrichten die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.

Artikel 2 Mandaat gemeentesecretaris

  • 1 Aan de gemeentesecretaris wordt mandaat verleend ten aanzien van de tot het college

    en de burgemeester behorende aangelegenheden.

  • 2 De gemeentesecretaris is bevoegd om mandaten die bij dit besluit aan onder hem

    ressorterende functionarissen zijn verleend, geheel of gedeeltelijk en al dan niet tijdelijk,

    in te trekken. Een dergelijk besluit wordt schriftelijk vastgelegd en bekendgemaakt, tenzij

    het om een concrete, individuele en eenmalige aangelegenheid gaat.

  • 3 De in bijlage 1 genoemde bevoegdheden blijven voorbehouden aan het college of

    burgemeester.

  • 4 Het college respectievelijk de burgemeester kan instructies geven over de wijze waarop

    de gemandateerde bevoegdheden worden uitgeoefend.

Artikel 3 Mandaat afdelingsmanagers

  • 1 De aan de gemeentesecretaris gemandateerde bevoegdheden worden gemandateerd

    aan de afdelingsmanagers

  • 2 De afdelingsmanagers maken van het aan hen verleende mandaat slechts gebruik ten

    aanzien van aangelegenheden die behoren tot het werkterrein van de desbetreffende

    afdeling.

  • 3 Aan de gemeentesecretaris blijven voorbehouden de bevoegdheden die bij of krachtens

    de wet aan zijn functie zijn toegekend.

  • 4 In afwijking van het gestelde in het eerste lid worden de in bijlage 2 opgenomen

    bevoegdheden slechts aan de daarbij genoemde functionarissen gemandateerd.

  • 5 De in bijlage 3 genoemde bevoegdheden blijven voorbehouden aan de

    gemeentesecretaris.

  • 6 De afdelingsmanagers zijn bevoegd om mandaten die bij dit besluit aan onder hen

    ressorterende functionarissen zijn verleend, geheel of gedeeltelijk en al dan niet tijdelijk,

    in te trekken. Een dergelijk besluit wordt schriftelijk vastgelegd en bekendgemaakt, tenzij

    het om een concrete, individuele en eenmalige aangelegenheid gaat.

Artikel 4 Mandaat teammanagers

  • 1 De aan de afdelingsmanagers, met uitzondering van de brandweercommandant,

    gemandateerde bevoegdheden worden gemandateerd aan de teammanagers.

  • 2 De in het eerste lid genoemde functionarissen maken van het aan hen verleende

    mandaat slechts gebruik ten aanzien van aangelegenheden die behoren tot het

    werkterrein van hun team.

  • 3 De in bijlage 4 genoemde bevoegdheden blijven voorbehouden aan de

    afdelingsmanager.

  • 4 De in bijlage 5 genoemde bevoegdheden blijven voorbehouden aan de teammanager.

Artikel 5 Ondermandaat

  • 1 De teammanagers alsmede de brandweercommandant en de manager van de

    concernstaf zijn bevoegd de onder hen ressorterende medewerkers ondermandaat te

    verlenen, nadat dit is voorgelegd aan het managementteam. Op ondermandaat zijn de

    bepalingen van dit besluit van overeenkomstige toepassing.

  • 2 De in artikel 3, lid 4 bedoelde functionarissen zijn bevoegd de onder hen ressorterende

    medewerkers ondermandaat te verlenen voor wat betreft de in bijlage 2 onder

    Publiekrecht punt 1 en Overige privaatrechterlijke handelingen punt 1 genoemde

    bevoegdheden.

  • 3 Het verlenen van ondermandaat geschiedt schriftelijk en wordt in bijlage 7 aan dit

    mandaatbesluit gevoegd.

Artikel 6 Algemene uitzonderingen van mandaat

  • 1 Geen mandaat wordt verleend indien artikel 10:3 Awb van toepassing is.

  • 2 Het vermelde in dit mandaatbesluit laat hetgeen in de Budgethoudersregeling staat

    onverlet.

Artikel 7 Terugkoppeling

De mandaathouder draagt er zorg voor dat er terugkoppeling aan het bestuursorgaan /

portefeuillehouder plaatsvindt voordat een besluit wordt genomen, indien:

a. het een aangelegenheid betreft waarover door de raad in een eerder stadium

vragen aan het college of de burgemeester zijn gesteld;

b. het bestuursorgaan, dan wel de portefeuillehouder dit heeft kenbaar gemaakt;

c. het besluit ingrijpende financiële consequenties heeft, zoals budgetoverschrijding

of het aangaan van meerjarige verplichtingen;

d. bij een besluit meerdere afdelingen zijn betrokken, wier standpunt niet

gelijkluidend is;

e. het besluit of (rechts)handeling als politiek, bestuurlijk of anderszins gevoelig

wordt aangemerkt;

f. de aangelegenheid tot kritische berichtgeving in de media heeft geleid dan wel in

verband met de aard van de aangelegenheid redelijkerwijs moet worden

aangenomen dat dit zal gebeuren.

Artikel 8 Ondertekening

  • 1 De bevoegdheid om in mandaat beslissingen te nemen impliceert de bevoegdheid tot

    ondertekening namens het bestuursorgaan, tenzij dit anders is geregeld.

  • 2 Het college van burgemeester en wethouders van Súdwest Fryslân

    Namens deze,

    gevolgd door functieaanduiding, ondertekening en naam

    c.q.

    De burgemeester van Súdwest Fryslân

    Namens deze,

    gevolgd door functieaanduiding, ondertekening en naam

Artikel 9 Vervanging mandaathouder

  • 1 Bij afwezigheid van een afdelingsmanager kan een manager van een andere afdeling

    deze vervangen.

  • 2 Bij afwezigheid van de brandweercommandant kan deze worden vervangen door de

    plaatsvervangend brandweercommandant.

  • 3 Bij afwezigheid van een teammanager kan een manager van een ander team deze

    horizontaal vervangen.

  • 4 In de overige gevallen wordt de mandaathouder vervangen door de direct

    leidinggevende.

Artikel 10 Volmacht en machtiging

Voor de toepassing van deze regeling en de daarop berustende bepalingen worden met mandaat

gelijkgesteld de verlening van volmacht en machtiging.

Artikel 11 Mandaat aan externen

Het verlenen van mandaat als bedoeld in artikel 10:4 Awb blijft voorbehouden aan het bevoegd

bestuursorgaan. Deze verleende mandaten zijn opgenomen in bijlage 6 bij dit mandaatbesluit.

Artikel 12 Wijzigingen

  • 1 Wijzigingen in het (onder)mandaatbesluit dienen in overleg met de afdeling Juridische en

    Veiligheidszaken plaats te vinden.

  • 2 De afdeling Juridische en Veiligheidszaken draagt zorg voor een actuele geconsolideerde

    versie van het (onder)mandaatbesluit.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1 Dit besluit treedt in werking op 1 april 2012.

  • 2 Het ‘Mandaatbesluit Súdwest Fryslân 2011’ wordt ingetrokken.

Artikel 14 Overgangsbepaling

De vastgestelde ondermandaatbesluiten op grond van het ‘Mandaatbesluit Súdwest Fryslân

2011” worden geacht te zijn genomen op grond van het “Mandaatbesluit Súdwest Fryslân”.

Artikel 16 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als "Mandaatbesluit Súdwest Fryslân".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 13 maart 2012
Het College van Burgemeester en Wethouders
de secretaris J. Krul
de burgemeester drs. H.H. Apotheker
 
Aldus vastgesteld op 13 maart 2012
De Burgemeester drs. H.H. Apotheker

1

Aangelegenheden welke ingevolge artikel 2, derde lid van het Mandaatbesluit blijven

voorbehouden aan het college respectievelijk de burgemeester

Behorende bij besluit d.d. 13 maart 2012

A. Bestuurlijk-Juridische aangelegenheden

Publiekrecht

1. Het doen van voorstellen aan de raad.

2. Het vaststellen van het organisatiebesluit.

3. Het vaststellen van regels omtrent de ambtelijke organisatie

4. Het nemen van besluiten op bezwaarschriften waarbij het advies van de

bezwaarschriftencommissie niet opgevolgd wordt en geadviseerd wordt contrair te

besluiten, tevens het nemen van besluiten op bezwaarschriften inzake personele

aangelegenheden en inzake besluiten op bezwaarschriften waarbij het primaire besluit

door het college respectievelijk de burgemeester is genomen (niet in mandaat)

5. Het nemen van besluiten op schriftelijk ingediende klachten die in behandeling zijn

genomen.

6. Het vaststellen van algemeen verbindende voorschriften en beleidsregels, voor zover

deze niet door de raad worden vastgesteld.

7. Het nemen van besluiten om bezwaar of (administratief) beroep aan te tekenen of een

verzoek om (wijziging of opheffing van) een verzoek om voorlopige voorziening in te

dienen namens de gemeente of het gemeentebestuur in administratiefrechtelijke

procedures.

8. Het nemen van besluiten waarbij wordt afgeweken van het beleid, wettelijke voorschriften

en besluiten waarbij gebruik wordt gemaakt van een hardheidsclausule (m.u.v. bijlage 3

Personeelsaangelegenheden onder punt 16 en 19).

9. Het nemen van besluiten over het verstrekken van subsidie waarbij wordt afgeweken van

vastgesteld beleid voor een bedrag hoger dan € 500,00

10. Het nemen van besluiten op verzoeken om informatie op grond van de Wet openbaarheid

van bestuur, die betrekking hebben op een ramp als bedoeld in de Wet veiligheidsregio’s.

11. Het nemen van besluiten over verzoeken om planschade of nadeelcompensatie voor een

bedrag hoger dan € 25.000,00 en/of wanneer in afwijking van het advies van de wettelijke

adviseur wordt geadviseerd.

12. Het nemen van besluiten, indien ter voorbereiding van deze besluiten een uniforme

openbare voorbereidingsprocedure (afdeling 3.4 Awb) is gevoerd en zienswijzen zijn

ingebracht.

13. Het nemen van besluiten ten aanzien van het ontzeggen van de toegang tot gebouwen

die in eigendom of gebruik zijn bij de gemeente, voor zover de ontzegging geldt voor een

langere periode dan 24 uur en met uitzondering van schoolgebouwen.

14. Het nemen van beslissingen die zijn neergelegd in een document, gericht tot:

a. de raad;

b. de Koningin en andere leden van het Koninklijk Huis;

c. de raad van ministers van het Koninkrijk, de ministerraad of een daaruit gevormde

onderraad of commissie, ministers en staatssecretarissen;

d. de voorzitter van de Eerste of Tweede Kamer der Staten-Generaal of van een uit die

Kamer gevormde commissie;

e. de vice-president van de Raad van State;

f. de president van de Algemene Rekenkamer;

g. de Nationale Ombudsman, voor zover het correspondentie betreft terzake van formele

klachten;

h. enig bestuursorgaan van een waterschap, provincie of Rijk.

15. Het besluit tot oninbaar verklaren van vorderingen, met uitzondering van het oninbaar

verklaren van belastingen, met dien verstande dat de portefeuillehouder Financiën het

besluit tot oninbaar verklaren van vorderingen tot maximaal € 2.500,- kan nemen.

16. Het besluit tot oninbaar verklaren van openstaande belastingaanslagen met dien

verstande dat aan de portefeuillehouder Financiën het besluit tot oninbaar verklaren van

openstaande belastingaanslagen tot een maximum van € 5.000- per aanslag kan nemen.

17. Aan de burgemeester blijft voorbehouden het nemen van een besluit op grond van de

Wet tijdelijk huisverbod.

18. Aan de burgemeester blijft voorbehouden het besluit inhoudende een last tot inbewaring

stelling (psychiatrisch ziekenhuis) in het kader van de Wet bijzondere opneming in

psychiatrische ziekenhuizen.

Privaatrecht

Aanbestedingen

1. Het nemen van besluiten om af te wijken van het vastgestelde aanbestedingsbeleid.

2. Het nemen van gunningsbesluiten en het afsluiten van de daaruit voortvloeiende

overeenkomsten voorzover het aanbestedingen betreft die onder de Europese richtlijn

vallen.

Contracten

1. Het besluit tot het aangaan van PPS-constructies, convenanten, intentieverklaringen, en

bestuursovereenkomsten.

2. Het besluit tot het aangaan van overeenkomsten met een financiële waarde buiten de

toegekende budgetten en vastgestelde kaders.

3. Het besluit tot het aangaan van overeenkomsten indien:

a. op grond van de Gemeentewet het college de raad vooraf over de overeenkomst moet

informeren, omdat de raad daarom heeft verzocht;

b. op grond van de Gemeentewet de raad in de gelegenheid moet worden gesteld zijn

wensen en bedenkingen ten aanzien van de overeenkomst ter kennis van het college te

brengen omdat deze ingrijpende gevolgen voor de gemeente kan hebben;

c. de raad ter zake om informatie heeft gevraagd.

4. Het afgeven van garanties.

5. Het vaststellen van tarieven voor commerciële dienstverlening aan derden.

Civiele procedures

1. Het besluit tot het aangaan van een civiele procedure.

2. Het besluit hoger beroep of cassatie aan te tekenen namens de gemeente of het

gemeentebestuur in civiele procedures.

3. Het nemen van besluiten t.a.v. alternatieve geschillenbeslechting, niet zijnde arbitrage of

het voorleggen van geschillen aan scheidslieden voor zover afspraken daarover vooraf

schriftelijk zijn vastgelegd.

Overige privaatrechtelijke rechtshandelingen

1. Het besluit tot de oprichting van of de deelneming in rechtspersonen.

2. Het besluit tot aanvaarding of afwijzing van erfstellingen/legaten/schenkingen.

3. Het aanvaarden van een aanbod tot sponsoring.

4. Het aanvragen van surseance van betaling en faillissement.

5. Het nemen van besluiten over verzoeken om schadevergoeding boven een bedrag ad

€ 50.000,- voor zover dergelijke verzoeken op grond van de verzekeringspolis niet aan de

verzekeraar moeten worden overgedragen.

Machtiging

Het ondertekenen van overeenkomsten met een ander bestuursorgaan, waarbij de wederpartij

wordt vertegenwoordigd door een bestuurder, met dien verstande dat in dat geval de

burgemeester een machtiging kan verlenen aan een wethouder.

Nieuwe Bijlage 2

Nieuwe Bijlage 3

Nieuwe Bijlage 4

Nieuwe Bijlage 5

Nieuwe Bijlage 6