Regeling vervallen per 12-01-2024

Verordening winkeltijden Súdwest-Fryslân

Geldend van 05-07-2012 t/m 11-01-2024

Intitulé

Verordening winkeltijden Súdwest-Fryslân

De raad van de gemeente Súdwest-Fryslân

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 15 mei 2012;

gelet op de Winkeltijdenwet en het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening winkeltijden Súdwest-Fryslân

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: de Winkeltijdenwet;

  • b.

    winkel: een winkel als bedoeld in artikel 1 van de wet;

  • c.

    feestdag: Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag, eerste Kerstdag en tweede Kerstdag;

  • d.

    college: het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 2 Beslistermijn

  • 1. Het college beslist op een aanvraag om een ontheffing binnen 8 weken.

  • 2. Het college kan de beslissing voor ten hoogste 4 weken verdagen.

Artikel 3 Overdracht van de ontheffing

  • 1. Een ontheffing op grond van deze verordening is overdraagbaar na verkregen toestemming van het college.

  • 2. In geval van een voorgenomen overdracht doet de houder van de ontheffing hiervan onmiddellijk schriftelijk mededeling aan het college onder vermelding van de naam en het adres van de voorgestelde rechtverkrijgende.

Artikel 4 Intrekken of wijzigen van de ontheffing

Het college kan een ontheffing intrekken of wijzigen indien:

  • a.

    ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • b.

    veranderde omstandigheden of gewijzigde inzichten dit noodzakelijk maken in verband met het belang of de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist;

  • c.

    het gebruik van de winkel of de uitoefening van een bedrijf anders dan in een winkel gevaar oplevert voor de openbare orde, de veiligheid of het woon- en leefklimaat ter plaatse;

  • d.

    de aan de ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

  • e.

    van de ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn of, bij gebreke van een dergelijke termijn, binnen een redelijke termijn;

  • f.

    de houder dit aanvraagt.

Artikel 5 Openstelling op werkdagen tussen 22.00 en 06.00 uur (nachtwinkels)

  • 1. Het college kan op aanvraag ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder c, van de wet.

  • 2. De ontheffing kan worden geweigerd indien de woonsituatie of de leefsituatie, de veiligheid of de openbare orde in de omgeving van de winkel op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door de openstelling van de winkel.

Artikel 6 Toerisme

  • 1. De verboden, bedoeld in artikel 2, eerste lid van de wet gelden, om reden van op de gemeente gericht toerisme, voor zover zij betrekking hebben op de zondagen en de feestdagen, niet:

    Voor het gehele grondgebied van de gemeente van 08:00 uur tot 20:00 uur

Artikel 7 Intrekking voorgaande regeling

De Verordeningen Winkeltijden:

- gemeente Bolsward

- gemeente Nijefurd

- gemeente Sneek

- gemeente Wymbritseradiel

- gemeente Wûnseradiel

worden ingetrokken.

Artikel 8 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op ………………..

Artikel 9 Overgangsrecht

  • 1. Aanvragen om ontheffing die zijn ingediend vóór de inwerkingtreding van deze verordening, worden afgehandeld met inachtneming van de in artikel 7 ingetrokken verordeningen.

  • 2. De krachtens de vervallen Winkeltijdenverordeningen, zoals genoemd in artikel 7 van deze verordening verleende vergunningen en ontheffingen blijven gedurende een periode van 5 jaar van kracht na inwerkingtreding van deze verordening.

Artikel 10 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening winkeltijden Súdwest-Fryslân 2012.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 21 juni 2012
drs. H.H. Apotheker, voorzitter.
G.W. Stegenga, plaatsvervangend griffier.

Algemene toelichting

De Winkeltijdenwet

Op 1 juni 1996 is de Winkeltijdenwet tezamen met het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet in werking getreden. Deze wet stelt ruimere regels voor de openingstijden van winkels dan zijn voorganger, de Winkelsluitingswet 1976. De tekst van de Winkeltijdenwet en het bijbehorende Vrijstellingenbesluit zijn gepubliceerd in het Staatsblad van 28 maart 1996, onder nummer 182 en 183.

Uitgangspunten Winkeltijdenwet

In concreto komen deze uitgangspunten neer op het volgende.

  • a.

    Op maandag t/m zaterdag, de werkdagen, is openstelling van winkels toegestaan tussen 06.00 en 22.00 uur. Gemeenten mogen tijdens deze uren geen beperkingen opleggen aan de openstelling van winkels.

  • b.

    Aan het aantal openingsuren per winkel per week is geen maximum verbonden.

  • c.

    Tijdens de nachturen van 22.00 tot 06.00 uur is winkelopening op werkdagen niet toegestaan. Gemeenten kunnen echter vrijstellingen of ontheffingen van deze verplichte winkelsluiting verlenen. Op Goede Vrijdag, Kerstavond (24 december) en. Dodenherdenking (4 mei) moeten de winkels vanaf 19.00 uur dicht zijn.

  • d.

    Op zon- en feestdagen is winkelopening niet toegestaan. Voor maximaal 12 zon- en feestdagen per kalenderjaar kan de gemeente vrijstelling of ontheffing van deze verplichte sluiting verlenen. De Winkeltijdenwet merkt in dit verband als feestdagen aan: Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag en eerste en tweede Kerstdag.

  • e.

    Winkels waar uitsluitend of hoofdzakelijk levensmiddelen worden verkocht (in de praktijk gaat het vaak om supermarkten) kunnen ontheffing krijgen om op zon- en feestdagen vanaf 16.00 uur open te zijn. Ze moeten dan wel op alle zon- en feestdagen voor 16.00 uur dicht zijn, ook als die als koopzondag zijn aangewezen. Belangrijk is ook dat er in een gemeente maar één ontheffing per 15.000 inwoners mag worden verleend.

  • f.

    De raden kunnen bij verordening vrijstelling verlenen van de verplichte winkelsluiting op zon- en feestdagen in verband met op de gemeente of een deel daarvan gericht autonoom toerisme. Zoals hiervoor vermeld wordt deze bevoegdheid door het wetsvoorstel 31728 nader ingekaderd.

De Winkeltijdenwet is niet alleen van toepassing op winkels: het is op de in artikel 2, eerste lid, van de wet bedoelde dagen en tijden ook verboden om in de uitoefening van een bedrijf (anders dan in een winkel) goederen te koop aan te bieden of te verkopen aan particulieren. Dit volgt uit artikel 2, tweede lid.

Gemeentelijke bevoegdheden

Als algemene regel geldt dat op zon- en feestdagen de winkels gesloten zijn. Hierop bestaat een aantal uitzonderingen in de vorm van vrijstellings- en ontheffingsmogelijkheden. Hiermee kan het gemeentebestuur ook buiten de wettelijk geregelde sluitingstijden winkelopening toestaan. Deze bevoegdheden kunnen worden ingedeeld in de volgende vier categorieën.

1. Bevoegdheden op werkdagen

De gemeentelijke bevoegdheden op werkdagen behelzen feitelijk de mogelijkheid om ook na 22.00 uur winkelopening toe te staan (art. 7 van de Winkeltijdenwet). De winkeltijdenverordening moet in een grondslag voorzien om de detailhandelsactiviteiten mogelijk te maken die na 22.00 uur op werkdagen plaatsvinden. Dat is gebeurd in artikel 9 van de modelverordening.

2. Bevoegdheden op zon- en feestdagen en 19-uurdagen

De gemeenteraad heeft op grond van artikel 3, eerste lid, Winkeltijdenwet de bevoegdheid om per kalenderjaar maximaal twaalf zondagen of feestdagen als koopzondag aan te wijzen. Deze bevoegdheid geldt per deel van de gemeente afzonderlijk en kan worden overgedragen aan het college van burgemeester en wethouders. Ook kan de raad het college van burgemeester en wethouders een ontheffingsbevoegdheid toekennen.

Artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a, Winkeltijdenwet bepaalt dat de winkels op zondag gesloten moeten zijn. In het eerste lid, onder b, wordt een aantal andere dagen genoemd waarop de winkels gesloten moeten zijn, namelijk Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag en eerste en tweede Kerstdag. Deze dagen zijn in artikel 1 van de modelverordening gedefinieerd als feestdagen. Daarnaast noemt artikel 2, eerste lid onder b, van de Winkeltijdenwet nog drie dagen waarop de winkels gesloten moeten zijn vanaf 19.00 uur: Goede Vrijdag, 4 mei en 24 december. Deze dagen vallen dus niet onder het begrip feestdagen. In deze toelichting worden ze verder aangeduid als “19-uurdagen”.

Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag en eerste en tweede Kerstdag zijn ook in artikel 1 van het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet gedefinieerd als feestdagen.

Artikel 3, eerste lid, van de Winkeltijdenwet noemt als dagen die als koopzondag kunnen worden aangewezen naast de zondagen alleen de hiervoor vermelde feestdagen Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag en eerste en tweede Kerstdag. Daaruit volgt dat de 19uurdagen niet als koopzondag kunnen worden aangewezen indien zij op een zondag vallen.

3. Bevoegdheden voor specifieke situaties

De gemeente heeft de bevoegdheid om bij verordening een vrijstelling te verlenen van het verbod om op zon- en feestdagen open te zijn vanwege op de gemeente of een deel daarvan gericht autonoom toerisme (artikel 3, derde lid, onder a). Deze vrijstelling kan worden verleend voor de gehele gemeente of een deel daarvan. Hierbij geldt de wettelijke voorwaarde dat de lokale aantrekkingskracht voor toeristen niet wordt bepaald door de (vrijgestelde) winkelopening.

De wet voorziet in artikel 3, vierde lid, in een bevoegdheid van de gemeenteraad om in een verordening een bevoegdheid aan het college van burgemeester en wethouders toe te kennen om aan winkels die uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren verkopen een ontheffing te verlenen voor opening op zon- en feestdagen vanaf 16.00 uur. Per 15.000 inwoners van de gemeente mag slechts één winkel worden aangewezen. In gemeenten met minder dan 15.000 inwoners mag aan één winkel een dergelijke ontheffing worden verleend. Deze bepaling komt in plaats van de avondwinkelbepaling in de Winkelsluitingswet 1976. Net als onder de Winkelsluitingswet 1976 moeten deze winkels zich uitsluitend of hoofdzakelijk richten op de verkoop van eet- en drinkwaren, met uitzondering van sterke drank in de zin van artikel 1 van de Drank en Horecawet. Het gaat in de praktijk vaak om supermarkten. Doordat artikel 3, vierde lid van de Winkeltijdenwet verwijst naar artikel 2, tweede lid onder a en b, kan een dergelijke supermarkt dus op zondagen, feestdagen en op 19uur dagen geopend zijn. Zie verder de toelichting bij artikel 6 van deze verordening.

Winkels die een ontheffing op grond van artikel 3, vierde lid, hebben mogen op werkdagen ook op de reguliere winkeltijden, dus tussen 06.00 uur en 22.00 uur, onbeperkt geopend zijn. Daarnaast kan nog vrijstelling of ontheffing worden verleend voor de uren tussen 22.00 uur en 06.00 uur (artikel 7 Winkeltijdenwet). De betrokken winkels moeten echter wel op alle zon- en feestdagen gesloten zijn tot 16.00 uur. Dit geldt dus ook voor die zon- en feestdagen die als koopzondag zijn aangewezen.

Daarnaast heeft de gemeente de mogelijkheid om voor grensoverschrijdend verkeer een vrijstelling te verlenen aan winkels in de nabijheid van grensovergangen langs daarop aansluitende doorgaande wegen.

Het college heeft op grond van artikel 4, eerste lid, van de wet de bevoegdheid om bij plotseling opkomende bijzondere omstandigheden een vrijstelling van de verplichte winkelsluiting te verlenen. Daarnaast kan de raad het college in bij de verordening aangewezen gevallen de bevoegdheid toe kennen op verzoek een ontheffing verlenen bij bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard en voor het uitstallen van goederen. Zie daarover ook de toelichting bij artikel 7.

Het college kan op grond van artikel 6 van de Winkeltijdenwet op verzoek een ontheffing verlenen voor de openstelling van de winkel op zondag aan winkeliers die tot een kerkgenootschap behoren dat de wekelijkse religieuze rustdag op een andere dag dan de zondag houdt. Deze winkeliers moeten dan wel op hun eigen religieuze rustdag hun winkel gesloten houden

4. Algemeen

Alle op grond van de wet en de verordening te verlenen vrijstellingen en ontheffingen kunnen onder beperkingen worden verleend; ook kunnen er voorschriften aan worden gebonden. Aan de ontheffingen op grond van artikel 3, vierde lid, en op grond van artikel 7 van de Winkeltijdenwet (avondopenstelling op zondag respectievelijk op werkdagen) kan bijvoorbeeld de beperking worden verbonden dat er na een bepaald tijdstip geen alcoholhoudende drank mag worden verkocht (CBB 18-03-2009, AWB 08/802 S2, Zaanstad)

Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet

In het Vrijstellingenbesluit worden aan enkele vormen van detailhandel landelijke vrijstellingen verleend van de openingsverboden uit de Winkeltijdenwet. Hierbij worden landelijke vrijstellingen voor de gehele week en landelijke vrijstellingen voor de zondagen en de feestdagen onderscheiden. Voor de detailhandelsactiviteiten van de laatste categorie kunnen voor de werkdagen op lokaal niveau vrijstellingen en ontheffingen worden verleend. De twee categorieën zijn hieronder nader uitgewerkt.

Aan dit onderscheid ligt de keuze ten grondslag om het zwaartepunt bij de mogelijkheid voor het verlenen van vrijstellingen bij de gemeenten te leggen. Voor een beperkt aantal detailhandelsactiviteiten wordt de vrijstelling gedurende de gehele week echter van zo groot landelijk belang geacht, dat hiervoor landelijke vrijstellingen zijn opgenomen. Het gaat om de detailhandel in instellingen voor de volksgezondheid, verkeer en vervoer en de verkoop van nieuwsbladen en tijdschriften. Omdat de bevoegdheid van gemeenten om detailhandel op zon- en feestdagen toe te staan beperkt blijft tot twaalf dagen per jaar, geeft het besluit ook landelijke vrijstellingen voor enkele soorten detailhandel die van oudsher op zon- en feestdagen plaatsvindt. Het gaat deels om winkels die gewoonlijk ook op werkdagen na 22.00 uur geopend zijn. Om de openstelling van deze winkels dan mogelijk te maken, kan in de verordening een vrijstelling of mogelijkheid voor het verlenen van een ontheffing worden opgenomen.

1. Vrijstellingen voor zon- en feestdagen en werkdagen

De vrijstellingen die voor de hele week gelden zijn alleen van toepassing op:

  • a.

    Instellingen van volksgezondheid (apotheken en winkels in en op het terrein van ziekenhuizen en verpleeghuizen). Het college krijgt daarbij de bevoegdheid om op verzoek een ontheffing te verlenen voor verkooppunten van uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren, prentbriefkaarten, nieuwsbladen en tijdschriften, alsmede bloemen en planten, op ten hoogste 250 meter afstand van de publieksingang van een ziekenhuis of verpleeghuis. Deze ontheffing mag gelden vanaf een half uur voor de aanvang van de bezoektijden tot het einde daarvan.

  • b.

    Instellingen van verkeer en vervoer (winkels in NS-stationsgebouwen, luchtvaartterreinen voor intercontinentaal verkeer, shops in benzinestations en wegrestaurants en verkoop ten behoeve van de beroepsscheepvaart). Het college krijgt daarbij de bevoegdheid op verzoek een ontheffing te verlenen aan winkels gericht op reizigers in een gebouw voor een knooppunt van openbaar vervoer of voor het verkopen van bloemen en planten op een afstand van ten hoogste 100 meter daarvan.

  • c.

    Instellingen voor de verkoop van nieuwsbladen en tijdschriften.

2. Vrijstellingen uitsluitend voor zon- en feestdagen

Vrijstellingen voor uitsluitend de zon- en feestdagen worden in dit besluit verleend voor:

  • a.

    Bepaalde winkels (musea; winkels waar uitsluitend maaltijden, voor directe consumptie geschikte eetwaren, alcoholvrije dranken en, via een automaat, tabak en tabaksproducten, middelen ter voorkoming van zwangerschap en damesverband worden verkocht; videotheken, mits geen andere goederen te koop worden aangeboden of verkocht dan videobanden en andere beelddragers, alsmede tijdschriften en catalogi, die betrekking hebben op het te huur aangeboden assortiment).

  • b.

    Openstelling van winkels anders dan voor verkoop, indien noodzakelijk voor het betreden van een restaurant of lunchroom en voor fietsenwinkels voor zover noodzakelijk voor het huren van fietsen en bromfietsen.

  • c.

    Straatverkoop van eetwaren voor directe consumptie en alcoholvrije dranken.Indien de plaatselijke omstandigheden daartoe aanleiding geven, kan de raad bij verordening bepalen dat deze vrijstelling niet geldt voor de betrokken gemeente of een of meer delen daarvan. Daarin is voorzien in artikel 8 van de modelverordening.

  • d.

    Verkoop van bloemen en planten gedurende de openingstijden op een afstand van ten hoogste 100 meter van de publieksingang van een begraafplaats.

  • e.

    Verkoop van rechtstreeks verband houdende goederen bij voorstellingen, uitvoeringen of evenementen van culturele aard vanaf een uur voor aanvang tot een uur na afloop.

  • f.

    Verkoop van rechtstreeks verband houdende goederen in of op het terrein van sportcomplexen gedurende de openingstijden van die sportcomplexen.

  • g.

    Winkels in of op het terrein van bejaardenoorden, waar uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren, prentbriefkaarten, nieuwsbladen en tijdschriften, alsmede bloemen en planten worden verkocht.

  • h.

    Winkels in fotoartikelen, indien betreden noodzakelijk is voor het maken van portretfoto's ter gelegenheid van de Eerste Heilige Communie.

  • i.

    Verkoop van bloemen en planten op dagen waarop Allerheiligen en Allerzielen worden gevierd.

  • j.

    Verkoop van brood en gebak dat in het bijzonder is bestemd voor hen die zich aan de Ramadan houden, en wel tussen twee uur vóór zonsondergang tot zonsondergang gedurende de Ramadan, mits in die winkel dat brood en gebak ook pleegt te worden verkocht buiten de periode van de Ramadan.

  • k.

    Verkoop van eetwaren voor directe consumptie en alcoholvrije dranken, religieuze artikelen en souvenirs, alsmede bloemen en planten, in de directe omgeving van een bedevaartplaats, gedurende de tijd dat deze plaats als zodanig wordt bezocht.

  • l.

    Verkoop van feestartikelen op zondag waarop carnaval wordt gevierd, vanaf 12.00 uur en op zon- en feestdagen waarop in de gemeente een kermis wordt gehouden, gedurende de openingstijden van die kermis.

Handhaving

De controle op de naleving van de regels is in eerste instantie een taak van de plaatselijk bevoegde politie in overleg met de gemeente. De Belastingdienst/FIOD-ECD wordt daarbij ingeschakeld als er een landelijke coördinatie vereist is.

Uiteraard is ook bestuursrechtelijke handhaving mogelijk. Over de handhaving van de Winkeltijdenwet heeft de Minister van Economische Zaken op 22 december 2006 een brief naar alle gemeenten gestuurd. Over de samenloop van strafrechtelijke en bestuursrechtelijke handhaving heeft de VNG nadere informatie gegeven. Deze is te vinden op de website van de VNG, http://www.vng.nl/eCache/DEF/62/907.html.

artikelgewijze toelichting

Artikel 1. Begripsbepalingen

Voor de definitie van winkel wordt verwezen naar artikel 1 van de Winkeltijdenwet. Daarin is een winkel gedefinieerd als: een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte, waarin goederen aan particulieren plegen te worden verkocht.

Voor de omschrijving van het begrip feestdag is aansluiting gezocht bij artikel 2, eerste lid onder b van de Winkeltijdenwet. In de wet is geen definitie opgenomen van feestdag, maar worden de volgende dagen genoemd als dagen waarop de winkels gesloten moeten zijn (naast de zondag): Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag en eerste en tweede Kerstdag. Deze dagen zijn in artikel 1 van de modelverordening gedefinieerd als feestdag. Daarnaast noemt artikel 2, eerste lid onder b van de Winkeltijdenwet nog drie dagen waarop de winkels gesloten moeten zijn vanaf 19.00 uur: Goede Vrijdag, 4 mei en 24 december. Deze dagen vallen dus niet onder het begrip feestdag in de modelverordening.

Door in de verordening het begrip feestdag te definiëren, kan waar nodig worden volstaan met het woord “feestdag” of “feestdagen” en hoeven niet steeds alle dagen bij naam genoemd te worden. Koninginnedag en Bevrijdingsdag (5 mei) zijn, voor zover deze dagen niet op zondag vallen, in de wet niet aangemerkt als een dag waarop de winkels gesloten moeten zijn.

Artikel 2. Beslistermijn

Aangesloten is bij een redelijke termijn zoals deze in de Algemene wet bestuursrecht is geregeld van acht weken.

Artikel 3. Overdracht van de ontheffing

De bepaling bindt de overdracht van de ontheffing aan de toestemming van het college. De ontheffing kan aan een (rechts)persoon worden verleend als het gaat om straatverkoop als bedoeld in artikel 2, tweede lid van de Winkeltijdenwet. Als het om een winkel gaat, heeft de ontheffing naar zijn aard betrekking op het pand waarin het winkelbedrijf wordt uitgeoefend. Als het om een ontheffing voor straatverkoop gaat biedt de tussenkomst het college de gelegenheid om inzicht te krijgen in de handel en wandel van de opvolger. Als het gaat om overdracht van het winkelpand aan een ander rechthebbende, moet het college kunnen toetsen of de ontheffing in stand kan blijven of dat er eventueel andere voorschriften aan moeten worden verbonden. Er kan immers sprake zijn van een heel ander soort winkel dan voorheen.

Artikel 4. Intrekken of wijzigen van de ontheffing

De bevoegdheid om ontheffingen te verlenen, impliceert automatisch ook de bevoegdheid om deze in te trekken of te wijzigen. De omstandigheden waaronder worden in dit artikel geregeld.

Artikel 5. Zon- en feestdagenregeling (koopzondagen)

Dit artikel is een uitwerking van artikel 3, tweede lid, Winkeltijdenwet, dat de raad de mogelijkheid geeft de bevoegdheid die in het eerste lid aan de raad wordt gegeven, te delegeren aan het college. Dit is wel een beperkte delegatie: de raad zelf verleent vrijstelling, B&W bepalen wanneer die precies geldt door het aanwijzen van maximaal 6 koopzondagen per jaar.

Artikel 6. Ontheffing zon- en feestdagenregeling voor bijzondere situaties

Dit artikel steunt op artikel 4, tweede lid, Winkeltijdenwet. Aangezien de Winkeltijdenwet in artikel 7, eerste lid een directe bevoegdheid verleent aan het college om vrijstelling te verlenen op grond van plotseling opkomende bijzondere omstandigheden hoeft deze mogelijkheid niet afzonderlijke worden genoemd in de verordening. Wel worden hier op grond van het tweede lid van artikel 4 van de Winkeltijdenwet de gevallen aangewezen waarin ontheffing kan worden verleend ten behoeve van bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard. Uit de bewoordingen van artikel 4, eerste lid, van de Winkeltijdenwet in relatie tot die van 3, vierde lid volgt dat deze ontheffing zowel op aanvraag als ambtshalve kan worden verleend.

Artikel 7. Openstelling op werkdagen tussen 22.00 en 06.00 uur

Dit artikel steunt op artikel 7, tweede lid, van de Winkeltijdenwet. Er is overeenkomstig de voorgaande verordening sprake van een ontheffingenstelsel. Er geldt een algemeen verbod waarvan ontheffing kan worden verleend. De bevoegdheid ligt bij het college. Per aanvraag is een afweging mogelijk of de gewenste openstelling zich verhoudt met belangen van de woon- en leefomgeving, de veiligheid en de openbare orde. De vrijstellingen en ontheffingen kunnen onder beperkingen en voorschriften worden verleend.

Artikel 8. Toerisme

De grondslag van het artikel in de verordening is artikel 3, derde lid, onder a van deWinkeltijdenwet. De wet laat de keuze tussen het verlenen van vrijstelling door de raad of het op basis van de verordening verlenen van ontheffing door burgemeester en wethouders.

De gewijzigde Winkeltijdenwet heeft het beleid aangescherpt in die zin dat er sprake moet zijn van substantieel toerisme in de gemeente en dat de raad dan wel het college bij zijn besluit nadrukkelijk de volgende belangen moet meewegen:

  • a.

    werkgelegenheid en economische bedrijvigheid in de gemeente, waaronder mede wordt begrepen het belang van winkeliers met weinig of geen personeel en van winkelpersoneel,

  • b.

    de zondagsrust in de gemeente, en

  • c.

    de leefbaarheid, veiligheid en de openbare orde in de gemeente.

Verder bepaalt het wetsvoorstel dat bij de verordening een toelichting moet worden gevoegd waarin wordt gemotiveerd dat er sprake is van toeristische aantrekkingskracht van de gemeente of het gebied in kwestie. De toelichting moet verder expliciet de belangen beschrijven die bij de besluitvorming zijn betrokken, in elk geval die belangen die hiervoor onder a, b en c zijn genoemd. In artikel 10 van de verordening heeft de raad op gronden van autonome toeristische aantrekkingskracht (zie kader) besloten een toeristisch regime voor de gehele gemeente, de binnensteden van Bolsward en Sneek en voor een aantal apart benoemde recreatiegebieden in te stellen. Dit houdt in dat in de gehele gemeenten van 1 april tot 15 september (en in de binnensteden van Bolsward en Sneek van 1 juni tot 15 september) van 13:00 tot 18:00 winkels open mogen zijn. Op grond van de gewijzigde Winkeltijdenwet is het verplicht een toelichting bij de verordening te voegen, waarin de belangen zijn beschreven die bij de besluitvorming zijn betrokken. In het kader hieronder is deze afweging verwoord.

Gemeente Súdwest-Fryslân als autonoom toeristisch gebied

In de winkeltijdenwet is helder aangegeven dat een toeristische regeling in de verordening gebaseerd dient te zijn op het aanwezige toerisme. De aantrekkende werking voor toeristen mag nadrukkelijk niet voortvloeien uit de detailhandel zelf. Gemeenten dienen dus aan te tonen dat de gemeente een aanzienlijke toeristische aantrekkingskracht heeft.

Werkgelegenheid

De gemeente Súdwest-Fryslân heeft een uitgesproken toeristisch (watersport)profiel. Een groot aantal van de inwoners en bedrijven in onze gemeente verdienen een goede boterham aan de toeristen die naar onze gemeente komen. In totaal is Súdwest-Fryslân jaarlijks goed voor meer dan 2 miljoen overnachtingen. Dit is ter illustratie ongeveer 20 procent van het provinciale totaal van (de op zichzelf ook al toeristische) provincie Fryslân.

Met name het aantal recreatiewoningen en het aantal campingstandplaatsen illustreren het toeristische karakter van onze gemeente zeer duidelijk. Respectievelijk 31% en 20 % van het provinciale aantal recreatiewoningen en standplaatsen is in de gemeente Súdwest-Fryslân aanwezig.

Categorie

Type accommodatie

Overnachtingen

ZW-Fryslân

Fryslân

Absoluut

In percentage

Absoluut

In percentage

Hotels

Bedden

110.200

5%

1.140.000

10%

L & O

Bedden

27.300

1%

111.000

1%

Camping

Vaste standplaatsen

594.000

27%

2.324.000

20%

Toeristische standplaatsen

285.200

13%

1.415.000

12%

Recreatiewoningen

Verhuurwoningen

353.300

16%

3.499.000

31%

Tweede woningen

107.700

5%

320.000

3%

Groepsaccommodatie

Bedden

163.400

8%

964.000

8%

Jachthaven

Vaste ligplaatsen

457.900

21%

1201.000

11%

Passantenplaatsen

-

0%

-

0%

Bootverhuur

Verhuurboten

61.800

3%

394.000

3%

Totaal

Totaal Súdwest—Fryslân

2.160.800

100%

11.368.000

100%

Het toeristische profiel van onze gemeente komt niet alleen in bezoekers/overnachtingen maar ook in de werkgelegenheid duidelijk naar voren. Als we het aantallen arbeidsplaatsen in onze gemeente afzetten tegen die in de andere regio’s in Fryslân springt onze gemeente daar duidelijk uit. Onze gemeente is grofweg goed voor ruim 4000 arbeidsplaatsen (2009, toerdata noord) in het toerisme.

Regio

2006

2007

2008

2009

Waddeneilanden

2.088

2.207

2.249

2.317

Friese Merengebied

5.490

6.011

6.390

6.641

Friese IJsselmeerkust

3.147

3.414

3.538

3.997

Zuidoost–Fryslân

2.766

3.521

3.697

3.656

Overig Fryslân

5.950

6.339

6.488

6.498

Totaal Fryslân

19.441

21.492

22.362

23.109

De volgende tabel laat zien dat in vergelijking met de andere gemeenten in Fryslân Súdwest-Fryslân met 9 % van het aantal arbeidsplaatsen een duidelijk toeristischer profiel heeft dat de meeste andere gemeenten in onze provincie. Alleen de Waddeneilanden steken hier procentueel ver bovenuit. De cijfers laten verder helder zien dat met name de oude gemeenten Nijefurd, Wûnseradiel en Wymbritseradiel een uitgesproken bovengemiddeld toeristisch profiel hadden. De oude gemeenten Bolsward en Sneek laten een iets minder toeristisch beeld zien door de vele arbeidsplaatsen in industrie en dienstverlening die hier aanwezig zijn. Dit is een normaal beeld voor grotere steden waar arbeidsplaatsen in diverse sectoren zijn geconcentreerd. Bolsward en Sneek hebben ook veel meer een regiofunctie en zijn daardoor veel minder afhankelijk van toerisme dan veel andere kernen.

afbeelding binnen de regeling

Op basis van de cijfers is het helder dat de gemeente Súdwest-Fryslân het predicaat toeristisch verdient. Wij hebben op basis van dit profiel gemeend om in onze winkeltijdenverordening het toeristische aspect van onze gemeente en de economische belangen die daarmee samenhangen een belangrijke rol te moeten geven.

Zondagsrust

Wij beseffen ons terdege dat de opening van winkels op zondag voor een grote groep mensen vanuit hun persoonlijke (geloofs-) overtuiging niet gewenst wordt. Voor een andere groep zal dit minder of niet als een probleem worden ervaren. Als college hebben een afweging te maken tussen de diverse belangen en opvattingen die hieromtrent spelen afgezet tegen de overige belangen die voor onze gemeente van groot belang zijn zoals toerisme en economie.

We denken dat we met het toestaan van maximaal 6 koopzondagen en een toeristische periode met een aantal koopzondagen van 13:00 uur tot 18:00 uur een goed evenwicht is gevonden tussen enerzijds de belangen van toerisme, economie en gastvrijheid en anderzijds het belang van zondagsrust. We staan zondagsopening van winkels in de toeristische periode toe maar wel alleen in de middagperiode. We verwachten dat daarmee bezwaren vanwege de verstoring van de zondagsrust grotendeels kunnen worden ondervangen. De regeling sluit aan op hetgeen in de Zondags wet (1953) is geregeld.

Daarbij overwegen we dat de keuze om al dan niet te winkelen op de aangewezen zondagen in feite bij het individu blijft liggen. Een ieder kan voor zichzelf afwegen hoe men de zondag besteed. Verder overwegen we dat gemeente Súdwest-Fryslân in zijn algemeenheid niet een overduidelijk levenbeschouwelijk profiel heeft dat extra gewicht aan het strikt eerbiedigen van de zondagsrust toekent. In gemeenten als Urk en Staphorst is van een dergelijk profiel bijvoorbeeld wel sprake en ligt deze afweging duidelijk anders.

Verder is de regeling deels dynamisch in die zin dat per cluster afspraken kunnen worden gemaakt over de exacte invulling van de 6 dagen regeling. Dit biedt ook mogelijkheden voor differentiatie en afwegingen op meer lokaal niveau ook waar het gaat om het belang van zondagsrust.

Rust werknemers

Naast zondagsrust vanuit een meer levenbeschouwelijk perspectief speelt ook de rust van werknemers een rol. Veel gehoorde opmerking is dat met zondagopening het sociale leven van veel werknemers en dan met name die van kleinere winkels in het gedrang komt. Met name de kleinere winkels hebben vaak weinig personeel en dus ook weinig mogelijkheden om te “schuiven”.

We begrijpen deze zorgen en dit is een van de overwegingen om geen jaarronde zondagopening toe te staan. Wij denken met een beperkte en qua toerisme in tijd begrensde regeling een duidelijk kader te bieden dat helderheid verschaft richting ondernemers waar men desgewenst ook tijdig op kan anticiperen.

Leefbaarheid, veiligheid en openbare orde

De opgenomen ontheffingsmogelijkheden voor zondagenopening zal naar onze mening niet leiden tot een aantasting van de leefbaarheid. Eerder is het omgekeerde aan de orde. De leefbaarheid kan juist vergroot worden omdat de winkels 7 dagen per week bereikbaar zijn.

Op grond van de vigerende winkeltijdenverordening zijn er nu ook mogelijkheden tot zondagopenstelling van winkels. Dit heeft in het verleden niet geleid tot aantasting van de veiligheid en de openbare orde. Materieel wijzigt er weinig. Aangenomen mag worden dat door formele wijziging van de vigerende verordening de veiligheid en openbare orde niet wordt aangetast.

Conclusie

Al met al menen we dat de regeling goed uitgebalanceerd is en tegemoet komt aan de diverse belangen die spelen. We denken dat de verordening een positieve bijdrage kan leveren aan de aantrekkelijkheid van onze gemeente.

Artikel 9. Intrekking voorgaande regeling

De voorgaande “Verordeningen”:

  • -

    Verordening winkeltijden gemeente Bolsward

  • -

    Verordening winkeltijden gemeente Nijefurd

  • -

    Verordening winkeltijden gemeente Sneek

  • -

    Verordening winkeltijden gemeente Wymbritseradiel

  • -

    Verordening winkeltijden gemeente Wûnseradiel

Moeten worden ingetrokken.

Artikel 10. Inwerkingtreding

In de verordening is gekozen voor een vaste datum van inwerkingtreding, zijnde (met terugwerkende kracht) 1 januari 2012. Dat is duidelijker en later makkelijker terug te vinden dan een afzonderlijk besluit van het college. Na inwerkingtreding van de wijziging van de Winkeltijdenwet per 1 januari 2011 hadden de gemeentebesturen nog een jaar de tijd om hun vrijstellingen en ontheffingen in verband met de toeristische aantrekkingskracht te heroverwegen, te onderbouwen en te voorzien van de toelichting die het nieuwe lid 7 van artikel 3 voorschrijft. Deze verordening voorziet daarin en met de inwerkingtreding van de verordening per 1 januari 2012, wordt voldaan aan de overgangstermijn.

Artikel 11. Overgangsrecht

In artikel 11 is een overgangsbepaling opgenomen van 5 jaar voor bestaande vergunningen die op basis van de oude verordeningen zijn verleend. Concreet gaat het om een aantal winkels die een vergunning hebben voor zondagavondopening in Sneek. Een overgangstermijn van 5 jaar zorgt voor rechtszekerheid richting de betreffende ondernemers en geeft tegelijkertijd uitzicht op een uniforme rechtspositie van alle winkels.

Artikel 12. Citeertitel

Om duidelijk te maken dat het hier om een nieuwe verordening gaat, is via artikel 9 devoorgaande verordening ingetrokken en is een nieuwe verordeningsnaam gekozen.