Verordening commissie bezwaarschriften Súdwest-Fryslân

1. Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op bezwaren tegen besluiten van de raad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester.

2. De commissie heeft geen bevoegdheid ten aanzien van bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten op grond van:

• a.

  een wettelijk voorschrift inzake belastingen of de Wet waardering onroerende zaken;

• b.

  gemeentelijke belastingverordeningen;

• c.

  de Ambtenarenwet en de gemeentelijke rechtspositieregelingen, voor zover die betrekking hebben op functiewaarderingen;

1. De commissie bestaat uit ten minste twee kamers namelijk:

• a.

  de sociale kamer: deze kamer bereidt adviezen voor met betrekking tot bezwaren tegen besluiten op grond van de sociale zekerheidswetgeving.

• b.

  de algemene kamer: deze kamer bereidt adviezen voor van alle bezwaren die niet tot de bevoegdheid van de sociale kamer behoren.

2. Het college kan, naar gelang de behoefte, besluiten tot het instellen van een extra kamer.

3. Elke kamer bestaat uit een voorzitter overeenkomstig artikel 7:13 Awb en ten minste twee leden.

4. De voorzitter en de leden worden door het college benoemd, geschorst en ontslagen.

5. De voorzitter en de leden van de commissie maken geen deel uit van of zijn werkzaam onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan van de gemeente Súdwest- Fryslân.

6. Het college wijst de voorzitter en de leden van de kamer aan.

1. De secretaris van de commissie is een door het college aangewezen ambtenaar.

2. Het college kan tevens een of meer plaatsvervangers van de secretaris aanwijzen.

3. De secretaris maakt geen deel uit van de commissie.

1. De voorzitter en de leden worden benoemd voor een termijn van vier jaar. Het is mogelijk één keer herbenoemd te worden.

2. De voorzitter en de leden kunnen op elk moment ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan het college.

1. Aan het bestuursorgaan wordt schriftelijk een gemotiveerd advies uitgebracht over de te nemen beslissing op een bezwaarschrift dat is ingediend tegen een besluit als genoemd in artikel 2.

2. Voordat de commissie advies uitbrengt, stelt zij belanghebbende in de gelegenheid te worden gehoord.

3. In afwijking van het voorafgaand lid kan de commissie van het horen afzien indien artikel 7:3 Awb van toepassing is.

1. De voorzitter is bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.

2. De voorzitter kan uit eigen beweging of op verzoek van een commissielid bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig daartoe uitnodigen op de hoorzitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden is vooraf machtiging van het college vereist.

1. De commissie komt per hoorzitting met drie leden bijeen, waarbij er één als voorzitter fungeert. Wanneer de als zodanig benoemde voorzitter niet aanwezig is, treedt een van de aanwezige leden op als voorzitter.

2. In afwijking van het voorgaande lid is voor het horen van belanghebbende vereist dat ten minste de voorzitter, of zijn plaatsvervanger en een lid aanwezig zijn.

3. De commissie vergadert zo vaak de secretaris of de voorzitter haar bijeenroept.

4. De commissie beslist over tegelijk of afzonderlijk horen zoals bedoeld in artikel 7:6, tweede lid Awb.

1. De zitting van de kamer voor sociale zaken is niet openbaar.

2. De zitting van de algemene kamer is openbaar.

3. In afwijking van het voorgaande lid is de zitting niet openbaar indien de voorzitter van oordeel is dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten.

1. De vergoeding voor de voorzitter wordt vastgesteld op € 175,00 per bijgewoonde vergadering en voor de overige leden wordt de vergoeding per bijgewoonde vergadering vastgesteld op € 150,00 per vergadering.

2. Het bedrag in het eerste lid van dit artikel is tevens bedoeld voor de reis- en verblijfkosten in verband met het reizen binnen de gemeente, zoals bedoeld in artikel 96 lid 1, onder b, van de Gemeentewet.

3. Aan de voorzitter en de leden wordt een vergoeding verstrekt voor het woon werkverkeer. Leidraad hiervoor is de reisregeling die door de minister vastgesteld is voor dienstkilometers.