Eilandsverordening van 22 december 1988 tot het heffen van belasting op motorrijtuigen

Geldend van 10-10-2010 t/m heden

Intitulé

Eilandsverordening van 22 december 1988 tot het heffen van belasting op motorrijtuigen

Artikel 1

Voor de toepassing van deze eilandsverordening en de ter uitvoering daarvan gegeven voorschriften wordt verstaan onder:

  • a.

    het eiland Saba: het eilandgebied Saba;

  • b.

    het Bestuurscollege: het Bestuurscollege van het eilandgebied Saba;

  • c.

    de ontvanger: de eilandsontvanger van het eiland Saba;

  • d.

    motorrijtuigen: alle rij- en voertuigen, bestemd om uitsluitend of mede door een mechanische kracht, op of aan het rij- of voertuig zelf aanwezig, te worden voortbewogen;

  • e.

    openbare weg: alle voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande wegen en paden liggende bruggen en duikers maken daarvan deel uit. De tot de wegen behorende paden en bermen maken deel uit van de wegen;

  • f.

    werkdagen: andere dagen dan zondagen en daarmede gelijkgestelde dagen.

Artikel 2

Onder de naam "motorrijtuigenbelasting" wordt op het eiland Saba een belasting geheven op motorrijtuigen, waarmede van de openbare weg gebruik wordt gemaakt.

Artikel 3

  • 1. Belastingplichtig is degene die het motorrijtuig houdt.

  • 2. De belasting is verschuldigd over het gehele belastingjaar.

  • 3. Het belastingjaar loopt van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 4

  • 1.

    • a.

      De belasting voor een motorrijtuig op drie of meer wielen bedraagt per jaar: f 225,--

    • b.

      In afwijking van het bepaalde onder a bedraagt de belasting voor een motorrijtuig:

      • I.

        op drie of meer wielen met accomodatie voor maximaal veertien (14) personen en bestemd voor het openbaar vervoer: f Nihil

      • II.

        dat is ingericht voor vrachtvervoer en waarvan de exploitatie de enige bron van inkomsten vormt voor de eigenaar, die zelf optreedt als bestuurder daarvan en die in het bezit is van een hiertoe door het bestuurscollege kosteloos afgegeven verklaring: f 100,--

      • III.

        dat is bestemd voor het vervoer van goederen en waarvan het maximum toegestane gewicht meer bedraagt dann 3.500 kg (7700 lbs): f 500,--

      • IV.

        waarvan het maximum toegestane gewicht meer bedraagt van 3.500 kg (7700 lbs) en dat wordt voortbewogen door een diesel- of gasmotor: f 600,--

  • 2. De belasting voor een motorrijtuig op twee wielen, al dan niet met zijspan, bedraagt per jaar: f 150,--

Artikel 5

  • 1. Voor motorrijtuigen is, als de belastingplicht aanvangt in het tweede, derde of vierde kwartaal, de belasting verschuldigd onderscheidenlijk ten bedrage van 3/4, 1/2 of 1/4 van hetgeen over een vol jaar verschuldigd zou zijn.

  • 2. Voor de motorrijtuigen als bedoeld in het tweede lid van artikel 4 is, in afwijking van het eerste lid, indien de belastingplicht aanvangt in het tweede halfjaar, de belasting verschuldigd ten bedrage van de helft van hetgeen over een vol jaar verschuldigd zou zijn.

  • 3. Bij vervanging van een motorrijtuig in de loop van het belastingjaar door een ander, waarvoor een hoger belastingtarief geldt, alsmede in geval een motorrijtuig, bestemd voor het openbaar personenvervoer, niet langer daarvoor wordt gebruikt, wordt de meer verschuldigde belasting berekend over de nog niet verstreken kwartalen van het belastingjaar.

Artikel 6

  • 1. Hij die bezwaar heeft tegen het bedrag dat van hem aan belasting wordt geheven op grond van de vorenstaande artikelen, kan zich met een gemotiveerd bezwaarschrift wenden tot het Bestuurscollege, hetwelk in hoogtste instantie beslist en eventueel restitutie verleent van teveel betaalde belasting.

  • 2. Van de teruggaaf wordt aantekening gesteld op het artikel 8 bedoelde ontvangstbewijs.

Artikel 7

  • 1. Behoudens het bepaalde in het tweede lid van dit artikel wordt de belasting geheven door middel van nummerplaten, die tegen betaling van de belasting en van de prijs der platen worden uitgegeven door de ontvanger, met dien verstande, dat de belasting voor motorrijtuigen op drie of meer wielen in twee gelijke termijnen kan worden voldaan en wel de eerste uiterlijk op 31 januari en de tweede op uiterlijk 30 juni van elk jaar.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in het vorige lid wordt de belasting voor motorrijtuigen, die tot het internationaal verkeer op de openbare weg zijn toegelaten, geheven tegen afgifte van het in artikel 8 bedoelde ontvangstbewijs.

Artikel 8

  • 1. Terzake van de betaling van de belasting wordt door de ontvanger aan de belanghebbende tevens een ontvangstbewijs afgegeven en wordt door hem in zijn administratie aantekening gehouden van de gedane betaling met vermelding van:

    • a.

      de naam en de woonplaats van de houder van het motorrijtuig door wie of ten wiens name wordt betaald;

    • b.

      het nummer van de afgegeven nummerplaten;

    • c.

      het type, merk en bouwjaar van het motorrijtuig, behoudens in geval belasting wordt betaald op grond van het bepaalde in de artikelen 14 en 15;

    • d.

      de soort en het nummer van de motor in het motorrijtuig geplaatst, behoudens ingeval belasting wordt betaald op grond van het bepaalde in de artikelen 13, 14 en 15.

  • 2. Op verzoek van de belanghebbende geeft de ontvanger van het in het eerste lid bedoelde ontvangstbewijs een afschrift af, dat voor de toepassing van deze eilandsverordening voor het oorspronkelijke in de plaats treedt.

  • 3. Het in het eerste lid bedoelde ontvangstbewijs moet gedurende het rijden met het voertuig op de openbare weg in het voertuig aanwezig zijn en op eerste vordering van de ambtenaren, belast met het toezicht op de naleving en met het opsporen van de overtredingen van deze verordening, ter inzage worden afgegeven.

  • 4. In afwijking van het bepaalde in het derde lid dient in het motorrijtuig, hetwelk wordt vervoerd of waarmede wordt proefgereden ingevolge de bepalingen in de artikelen 13, 14 en 15, aanwezig te zijn een door de handelaar of door de onderneming/ondernemer afgegeven, deugdelijk en naar waarheid ingevuld formulier, waarvan het model bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen wordt vastgesteld. Met betrekking tot het vervoer en het proefrijden kunnen bij dit besluit nadere voorwaarden worden gesteld.

Artikel 9

  • 1. Het Bestuurscollege stelt voor een of meer belastingjaren de kleur, de nummerreeksen alsmede de kentekenen voor de te gebruiken nummerplaten en verdere bijzonderheden met betrekking tot die nummerplaten vast.

  • 2. Het Bestuurscollege bepaalt voor welk belastingjaar of belastingjaren de in het eerste lid bedoelde nummerplaten zullen gelden en kan bepalen dat hierbij gebruik gemaakt wordt van controleplaten of controlestickers, welke geldig zijn voor een bepaalde periode.

  • 3. Onder nummerplaat of nummerplaten worden voor de toepassing van deze eilandsverordening tevens begrepen controleplaten of controlestickers, tenzij kenlijk het tegendeel is bedoeld.

  • 4. Het bestuurscollege stelt het bedrag vast waarvoor de de nummerplaten en de controlestickers worden verkocht.

  • 5. Een besluit houdende algemene maatregelen ter uitvoering van het eerste, het tweede en het vierde lid wordt bekendgemaakt door aanplakking.

Artikel 10

Ieder motorrijtuig, waarmede van de openbare weg gebruik wordt gemaakt, behalve een motorrijtuig als bedoeld in artikel 7, 2e lid en artikel 17, onder c en d, dient voorzien te zijn van het voor elk categorie ingevolge artikel 9 vastgestelde aantal geldige nummerplaten.

Artikel 11

De nummerplaten zijn voor elk belastingjaar vanaf de eerste werkdag van de maand januari tegen betaling van het daarvoor vastgestelde bedrag verkrijgbaar ten kantore van de ontvanger. Aan hem echter, die op grond van artikel 17, onder a of b, vrijgesteld is van de belasting, worden voor de motorrijtuigen, waarvoor hij geen belasting betaalt, kosteloos nummerplaten verstrekt.

Artikel 12

  • 1. Vanaf de eerste werkdag van de maand januari van het belastingjaar wordt aan de houder van een motorrijtuig na betaling van de verschuldigde belasting en het voor de nummerplaat of nummerplaten verschuldigde bedrag, het voor elk motorrijtuig bepaalde aantal nummerplaten ten kantore van de ontvanger vestrekt, zo mogelijk gevende hetzelfde nummer, hetwelk in het voorgaande belastingjaar door de houder is gevoerd.

  • 2. De houder van een motorrijtuig is gehouden om bij betaling der belasting over te leggen een geldig bewijs van verzekering, zoals bedoeld in artikel 11, lid 1 van de "Landsverordening Aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen", als ook zodanig bescheiden als de ontvanger nodig oordeelt voor de vaststelling van het belastingbedrag en de bepaling van de soort en het aantal der af te geven nummerplaten.

Artikel 13

  • 1.

    • a.

      aan de handelaren in motorrijtuigen, die over een verkooplokaal beschikken, kan de ontvanger op schriftelijk verzoek, tegen betaling van belasting naar de tarieven, vermeld in artikel 3, eerste lid, en van de prijs der platen, nummerplaten uitreiken tot ten hoogste een aantal, gelijk aan het aantal merken dat zij vertegenwoordigen; met dien verstande echter dat elke nummerplaat uitsluitend mag worden gebezigd op het merk waarvoor hij werd afgegeven;

    • b.

      de ingevolge dit lid uitgereikte nummerplaten zijn slechts geldig op werkdagen tussen 06.00 en 18.00 uur;

    • c.

      zij mogen uitsluitend worden gebruikt om, in verband met het bedrijf der handelaren, motorrijtuigen die tot hun handelsvoorraad behoren, op de openbare weg te vervoeren of te beproeven;

    • d.

      in dit geval is belasting verschuldigd slechts voor zoveel motorrijtuigen als nummerplaten aan de handelaren zijn uitgereikt;

    • e.

      Voor de toepassing van dit artikel worden nummerplaten, die op grond van het in artikel 9 bedoelde besluit in meervoud worden uitgereikt, als een plaat aangemerkt.

  • 2. In het verzoek dienen het merk of de merken die worden vertegenwoordigt en de plaatsen waar de verkooplokalen zijn gelegen, te worden opgegeven.

  • 3. Bij gebleken misbruik van een op voet van dit artikel verstrekte nummerplaat kan de ontvanger het betreffende nummer intrekken. De intrekking wordt bij aangetekend schrijven, onder opgave van redenen, ter kennis van belanghebbende gebracht, die binnen tweemaal 24 uur de betrekkelijke platen dient in te leveren.

  • 4. Bezwaren tegen de intrekking alsmede tegen niet of gedeeltelijke inwilliging van het in het eerste lid bedoelde verzoek, kunnen schriftelijk onder opgave van redenen, binnen een maand nadat de beslissing ter kennis van belanghebbende is gekomen bij het Bestuurscollege worden ingediend, dat in hoogste instantie beslist.

Artikel 14

  • 1. Aan handelaren, als in artikel 13 bedoeld, die mede of uitsluitend motorrijtuigen verhandelen waarvan zij de merken niet vertegenwoordigen, kan de ontvanger op schriftelijk verzoek tegen betaling van de belasting naar de tarieven, vermeld in artikel 4, eerste lid, en van de prijs der platen, nummerplaten uitreiken tot een aantal van ten hoogste twee, met dien verstande echter dat elke nummerplaat uitsluitend mag worden gebezigd op tot hun handelsvoorraad behorende motorrijtuigen waarvan de handelaren het merk niet vertegenwoordigen.

  • 2. Het bepaalde in artikel 13, eerste lid, sub b tot en met e, en tweede tot en met vierde lid, is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 15

  • 1. Aan bedrijven en/of personen, die over een lokaliteit tot het verrichtten van reparaties aan motorrijtuigen beschikken kan de ontvanger op schriftelijk verzoek tegen betaling van belasting naar de tarieven, vermeld in artikel 4, eerste lid, en van de prijs der platen, nummerplaten uitreiken tot een aantal van ten hoogste twee, met dien verstande echter dat elk nummerplaat uitsluitend gebezigd mag worden om motorrijtuigen, die aan deze bedrijven en/of personen ter reparatie zijn afgegeven en die ten tijde van de afgifte niet van geldige nummerplaten waren voorzien, op de openbare weg te vervoeren of te beproeven.

  • 2. In het verzoek dienen de plaats of plaatsen, waar de lokaliteiten tot het verrichten van reparatiewerkzaamheden aan deze motorrijtuigen zijn gelegen, te worden opgegeven.

  • 3. Het bepaalde in de artikelen 13, eerste lid sub b, d en e, derde en vierde lid, is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 16

  • 1. Anderen dan handelaren in motorrijtuigen en ook deze handelaren voor wat betreft motorrijtuigen, niet behorende tot hun handelsvoorraad die een motorrijtuig, dat niet of nog niet in gebruik is, voor een bepaald doeleinde op de openbare weg willen vervoeren of beproeven, zijn verplicht zich tot de ontvanger te wenden, die, tenzij het hem blijkt, dat het een poging betreft tot belastingontduiking, voor dat doel kosteloos een nummerplaat of platen afstaat, terwijl hij het tijdstip, waarop deze te zijnen kantore moet of moeten worden terugbezorgd, vast stelt.

  • 2. In zeer bijzondere gevallen kan de ontvanger ook aan de handelaren in motorrijtuigen, voor wat betreft motorrijtuigen behorende tot hun handelsvoorraad, een nummerplaat of platen, als bedoeld in het eerste lid, afstaan.

  • 3. Van een afwijzende beschikking van de ontvanger kan de belanghebbende onder opgave van redenen, binnen een maand nadat de beschikking te zijner kennis is gekomen, in beroep komen bij het Bestuurscollege, dat in hoogste instantie beslist.

  • 4. Bij niet terugbezorging binnen de voorgeschreven termijn of bij niet terugbezorging in goede staat ten ontvangerskantore van de nummerplaat of platen wordt de in het eerste of tweede lid bedoelde persoon de prijs der plaat of platen in rekening gebracht en wordt voorts het betrekkelijke nummer ingetrokken, welke intrekking de ontvanger schriftelijk ter kennis van de betrokken persoon brengt.

Artikel 17

Van de belasting zijn vrijgesteld:

  • a.

    motorrijtuigen, welke worden gehouden door de Gouverneur der Nederlandse Antillen, mits zij in hoofdzaak zijn bestemd voor officieel gebruik;

  • b.

    motorrijtuigen, welke worden gehouden door consuls en consulaire ambtenaren van vreemde mogendheden, mits zij vreemdeling zijn en overigens binnen de Nederlandse Antillen geen beroep of bedrijf uitoefenen, onder voorwaarde van wederkerigheid;

  • c.

    in Nederland, Suriname, Aruba of in staten, aangesloten bij het verdrag van Geneve van de 19e september 1949 nopens het wegverkeer ingeschreven motorrijtuigen, gehouden door in Nederland, Suriname, Aruba of in voormelde staten wonende of gevestigde personen, onder voorwaarde van wederkerigheid;

  • d.

    motorrijtuigen, welke worden gehouden door in ander eilandgebied wonende of gevestigde personen en welke zijn voorzien van voor dat eilandgebied geldige nummerplaten, mits daarmede gedurende niet langer dan drie maanden van de openbare weg gebruik wordt gemaakt, onder voorwaarde van wederkerigheid;

  • e.

    motorrijtuigen die naar hun aard zijn bestemd om elders dan op de openbare weg te worden gebruikt.

Artikel 18

  • 1. Hij die op grond van het bepaalde in artikel 17, onder a, b en e, recht heeft op vrijstelling van de belasting, moet zich ter bekoming van nummerplaten schriftelijk wenden tot de ontvanger, die deze nummerplaten eerst uitgeeft nadat hem het recht op vrijstelling zal zijn gebleken.

  • 2. Van een afwijzende beslissing van de ontvanger kan de belanghebbende in beroep komen bij het Bestuurscollege, dat in hoogste instantie beslist.

Artikel 19

Onder voorwaarde van wederkerigheid is de houder van een motorrijtuig geen belasting verschuldigd over het kwartaal waarin hij zich, komende van een ander eilandgebied, in het eilandgebied vestigt, mits door hem wordt overlegd het bewijs dat de belasting over dit kwartaal in het eilandgebied van herkomst is voldaan en de aldaar gebruikte nummerplaten zijn ingeleverd.

Artikel 20

  • 1. Hij die een motorrijtuig waarvoor de opvorderbare belasting over het lopende belastingjaar is betaald, vervangt door een ander motorrijtuig is verplicht het hem uitgereikte ontvangstbewijs, bedoeld in artikel 8, eerste lid, ter wijziging aan de ontvanger aan te bieden.

  • 2. Nadat van de vervanging in de administratie van de ontvanger aantekening is gehouden en na toepassing, zo nodig van artikel 5, tweede lid, wordt hem het overeenkomstig de gewijzigde omstandigheden veranderde ontvangstbewijs teruggegeven.

  • 3. Nadat aan de verplichting, vermeld in het eerste lid is voldaan, kunnen de voor het afgeschafte motorrijtuig uitgegeven nummerplaten op het in gebruik te nemen motorrijtuig worden overgebracht.

  • 4. In geval krachtens artikel 9 voor het nieuwe motorrijtuig andere nummerplaten zijn vereist worden in afwijking van het derde lid, tegen betaling nieuwe nummerplaten uitgereikt na inlevering van de oude nummerplaten.

  • 5. Wanneer de betaling voor het vervangende motorrijtuig lager is dan de voor het afgeschafte motorrijtuig betaalde belasting, wordt op verzoek van de belanghebbende door of namens het Bestuurscollege teruggaaf verleend van het verschil, berekend over de nog niet ingetreden kwartalen van het belastingjaar, mits het terug te geven bedrag tenminste f 5,- bedraagt. Het eerste, tweede, vierde en vijfde lid zijn van overeenkomstige toepassing ingeval een motorrrijtuig voor het openbaar personenvervoer wordt bestemd.

Artikel 21

Bij overdracht of overname van een motorrijtuig, waarvoor de opvorderbare belasting over het lopende belastingjaar is voldaan, mogen de nummerplaten niet mede worden overgedragen

Artikel 22

  • 1. Bij onleesbaar of onbruikbaar geraken van een of beide nummerplaten dient of dienen deze, op eerste aanzegging vanwege de politie ten ontvangerskantore, onder intrekking van het desbetreffende nummer, te worden ingeleverd ter vervanging door andere, die tegen betaling worden uitgereikt.

  • 2. Bij verlies of vermoedelijke ontvreemding van een of beide nummerplaten worden, mits hiervan bij de politie aangifte is gedaan en het verlies of de ontvreemding voldoende aannemelijk is gemaakt, zo mogelijk tegen inlevering van het overgebleven exemplaar van de oorspronkelijk uitgereikte platen, andere tegen betaling uitgereikt, dan wel op schriftelijk verzoek van de betrokkene door of namens het Bestuurscollege ontheffing of teruggaaf verleend van de belasting over de op het tijdstip van indiening van het verzoek nog niet ingetreden kwartalen.

  • 3. Van de ingevolge de voorgaande leden ingetrokken nummers wordt door de ontvanger maandelijks aan de politie kennis gegeven.

  • 4. Terzake van het nieuw uitgegeven nummer wordt of namens de ontvanger op het bij de betaling der belasting afgegeven ontvangstbewijs, alsmede in zijn administratie een aantekening gesteld.

Artikel 23

  • 1. Aan hem wiens belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, wordt op zijn verzoek, mits hij daarbij de uitgereikte nummerplaat of nummerplaten en het in artikel 8, eerste lid, bedoelde ontvangstbewijs inlevert, door of namens het Bestuurscollege ontheffing of teruggaaf verleend over de op het tijdstip van inlevering nog niet ingetreden kwartalen.

  • 2. Teruggaaf van belasting over reeds ingetreden of verstreken kwartalen kan door of namens het Bestuurscollege worden verleend, indien tengevolge van dwaling of verschoonbaar verzuim, de in het eerste lid vermelde nummerplaten of plaat en het ontvangstbewijs niet tijdig worden ingediend.

Artikel 24

Het hoofd van de afdeling financiën kan teruggaaf verlenen van teveel of ten onrechte betaalde belasting, zolang niet sedert de aanvang van het belastingjaar drie jaren zijn verstreken.

Artikel 25

  • 1. Met een geldboete van ten hoogste driehonderd gulden wordt gestraft:

    • a.

      hij, die op de openbare weg als bestuurder optreedt van een motorrijtuig, dat niet of niet zichtbaar en leesbaar voorzien is van de voorgeschreven geldige nummerplaten of waaraan zodanige voorwerpen zijn aangebracht, dat daardoor de indruk wordt gewekt, dat de nummerplaten afwijken van de voorgeschreven geldige nummerplaten;

    • b.

      hij die op de openbare weg als bestuurder optreedt van een motorrijtuig zonder dat daarvoor de verschuldigde en opvorderbare belasting is voldaan;

    • c.

      hij die houder is van een motorrijtuig, waarmede van de openbare weg gebruik wordt gemaakt, zonder dat daarvoor de verschuldigde en opvorderbare belasting is voldaan;

    • d.

      hij, die op de openbare weg als bestuurder optreedt van een motorrijtuig gebruik makend van nummerplaten, afgegeven op grond van artikel 13, 14 of 15, zonder in het bezit te zijn van het deugdelijk en naar waarheid ingevulde formulier, bedoeld in artikel 8, vierde lid.

  • 2. Hij, die in strijd handelt met enige andere bepaling van deze verordening wordt met een geldboete van ten hoogste tweehonderd gulden gestraft.

Artikel 26

De feiten, bij het vorige artikel strafbaar gesteld, worden beschouwd als overtredingen.

Artikel 27

  • 1. De met het toezicht op de naleving en met het opsporen van overtredingen van de bepalingen van deze verordening aangewezen personen zijn bevoegd ieder motorrijtuig dat zij op de openbare weg aantreffen, te onderzoeken en de bestuurder te doen stilhouden.

  • 2. Bij ontdekking ener overtreding zijn zij bevoegd het betreffende motorrijtuig, namens de ontvanger, in bewaring te nemen. Het motorrijtuig wordt teruggegeven zodra aan de bepalingen dezer verordening is voldaan.

Artikel 28

  • 1. Tot het opnemen, onderzoeken en in bewaring nemen van de onder deze verordening vallende motorrijtuigen hebben de met het toezicht op de naleving en met het opsporen van overtredingen van de bepalingen van deze verordening belaste ambtenaren toegang tot alle terreinen en bergplaatsen.

  • 2. Is de hierbedoelde plaats tevens een woning of is deze alleen door een woning toegangkelijk, dan treden zij de woning tegen de wil van de bewoner niet binnen, dan in het bijzijn van de rechter-commissaris of een hulpofficier van Justitie.

  • 3. Van dit binnentreden wordt door de ambtenaar binnen tweedemaal 24 uur proces-verbaal opgemaakt, dat aan degene wiens woning is binnengetreden, in afschrift wordt toegezonden.

Artikel 29

Deze verordening is niet van toepassing op motorrijtuigen der Koninklijke Marine in de Nederlandse Antillen.

Artikel 30

Deze verordening kan worden aangehaald als “Motorrijtuigenbelastingverordening Saba".

Artikel 31

Deze verordening treedt in werking op de dag na die harer afkondiging.