Eilandsverordening tot vaststelling van de Logeergastenbelastingverordening Saba 1995

Geldend van 10-10-2010 t/m heden

Intitulé

Eilandsverordening tot vaststelling van de Logeergastenbelastingverordening Saba 1995

Hoofdstuk

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • a. logeerruimte: elke tegen betaling ter beschikking van een logeergast gestelde ruimte voor overnachting;

  • b. overnachting: een aaneengesloten periode van vierentwintig (24) uur of een gedeelte daarvan, waarbinnen aan een logeergast logeerruimte is verschaft;

  • c. logeergast: een persoon die anders dan voor permanente bewoning of op basis van een huurovereenkomst gebruik maakt van logeerruimte;

  • d. logeerprijs: de prijs die aan de logeergast in rekening wordt gebracht voor een overnachting;

  • e. het hoofd van de afdeling financiën: degene, die is belast met de leiding van de afdeling financiën van het eilandgebied Saba;

  • f. de ontvanger: de ontvanger van het eilandgebied Saba.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam "logeergastenbelasting" wordt in het eilandgebied Saba een directe belasting geheven op het gebruik van logeerruimte.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1. Belastingplichtig is degene die logeerruimte verschaft aan logeergasten.

  • 2. De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op de logeergasten.

Artikel 4 Belastinggrondslag

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen.

Artikel 5 Belastingtarief

De belasting bedraagt vijf ten honderd (5 %) van de logeerprijs.

Artikel 6 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Tijdstip belastingschuld

De belasting is verschuldigd op het tijdstip waarop de overnachting plaatsvindt.

Artikel 8 Vaststelling formulier aangiftebiljet

Het formulier van het aangiftebiljet wordt vastgesteld bij besluit, houdende algemene maagregelen.

Artikel 9 Wijze van belastingheffing, voldoening

  • 1. De belasting wordt op aangifte geheven.

  • 2. De belastingplichtige dient de in een kalendermaand verschuldigd geworden belasting binnen tien (10) dagen na het einde van die maand af te dragen aan de ontvanger, onder overlegging van een naar waarheid ingevuld en ondertekend aangiftebiljet.

Artikel 10 Toezending, invulling, retournering aangiftebiljetten

  • 1. 1.Het hoofd van de afdeling financiën zendt jaarlijks in de maand december de voor het komende belastingjaar nodige aangiftebiljetten aan de belastingplichtigen en aan hen van wie hij vermoedt dat zij in dat belastingjaar belastingplichtig zullen zijn.

  • 2.a Degene, aan wie een aangiftebiljet is toegezonden, is verplicht dat duidelijk, volledig en naar waarheid in te vullen, te ondertekenen en in te leveren bij de ontvanger, binnen tien dagen na het einde van de maand waarop de aangifte betrekking heft.

  • 2.b Deze verplichting blijft ook bestaan wanneer in de voorafgaande maand geen belasting verschuldigd is geworden of wanneer degene die het biljet heeft ontvangen van mening is niet belastingplichtig te zijn.

  • 3 De belastingplichtige aan wie geen aangiftebiljet(ten) is (zijn) toegezonden, is verplicht dit (deze) op te vragen bij het hoofd van de afdeling financiën.

Artikel 11 Naheffing

  • 1. Indien de belasting niet of niet geheel op tijd is voldaan, kan het hoofd van de afdeling financiën de te weinig voldane belasting naheffen, zolang niet sedert het einde van het belastingjaar, waarin de belasting verschuldigd is geworden, vijf jaren zijn verstreken.

  • 2. Het hoofd van de afdeling financiën kan onjuiste aanslagen ambtshalve verminderen.

Artikel 12 Boete bij naheffing

De in een naheffing begrepen belasting kan bij wijze van boete met ten hoogste honderd procent (100 %) worden verhoogd.

Artikel 13 Aanslag naheffing, boete; invordering

  • 1. De naheffing wordt met de opgelegde boete door middel van een aanslag opgelegd.

  • 2. Naheffingaanslagen en boeten worden op kohier gebracht.

  • 3. Het kohier en de aanslagbiljetten worden direct na vaststelling door het hoofd van de afdeling financiën aan de ontvanger gezonden ter invordering.

Artikel 14 Bezwaar en beroep

  • 1. Degene die bezwaar heeft tegen de hem opgelegde naheffingaanslag en/of de daarbij opgelegde boete kan binnen twee maanden na dagtekening van het aanslagbiljet een bezwaarschrift indienen bij het hoofd van de afdeling financiën.

  • 2. Een dergelijk bezwaarschrift behoort schriftelijk te worden ingediend en gemotiveerd te zijn.

  • 3. Het hoofd van de afdeling financiën beschikt op het bezwaarschrift binnen twee maanden na ontvangst van dat bezwaarschrift; hij kan zijn beslissing eenmaal met ten hoogste twee maanden verdagen.

  • 4. Het hoofd van de afdeling financiën beschikt schriftelijk en gemotiveerd op het bezwaarschrift.

  • 5. Het hoofd van de afdeling financiën brengt beschikking op het bezwaarschrift alsook zijn beschikking tot verdaging van zijn beslissing ter kennis van de indiener van het bezwaarschrift bij aangetekende brief of tegen gedagtekend ontvangstbewijs.

  • 6. Op de in dit artikel bedoelde beschikkingen staat gedurende een maand nadat die beschikking is verzonden of tegen ontvangstbewijs is uitgereikt voor de indiener van het bezwaarschrift beroep open op de Raad van Beroep voor Belastingzaken.

Artikel 15 Administratie, informatie

  • 1. De belastingplichtige dient een deugdelijke administratie en boekhouding in te richten en te voeren waaruit blijkt aan de hand waarvan en de wijze waarop de belasting is berekend.

  • 2. De belastingplichtige dient, desverlangd, aan het hoofd van de afdeling financiën of door deze daartoe schriftelijk aangewezen andere personen alle inlichtingen te verstrekken en inzage te verlenen in alle boeken en bescheiden welke voor de heffing van de belasting van belang kunnen zijn.

Artikel 16 Strafbepalingen

  • 1. De bij deze verordening strafbaar gestelde feiten worden beschouwd als overtredingen.

  • 2. Niet, of niet behoorlijk naleven van de voorschriften van deze verordening of de ter uitvoering daarvan gegeven regels, die tot juiste heffing van belasting worden gevorderd, daarbij inbegrepen de voorschriften die betrekking hebben op het invullen van aangiftebiljetten, wordt gestraft met een hechtenis van ten hoogste twee (2) maanden of een geldboete van ten hoogste vijfduizend gulden (f 5.000, - ).

Artikel 17 Opsporingsbevoegdheden; binnentreding

  • 1. Met het opsporen van bij deze verordening strafbaar gestelde feiten zijn belast de in artikel 8 van het Wetboek van Strafvordering van de Nederlandse Antillen aangewezen personen, alsmede functionarissen, werkzaam bij de afdeling financiën van het eilandgebied Saba en andere door het hoofd van die afdeling aangewezen personen, die belast zijn met de uitvoering van deze verordening.

  • 2. De personen, bedoeld in het eerste lid, zijn te allen tijde bevoegd in beslag te nemen en ter inbeslagneming de uitlevering te vorderen van al hetgeen redelijkerwijs vermoed kan worden bestemd te zijn geweest of gediend te hebben tot het plegen van een overtreding van deze verordening of krachtens deze verordening vastgesteld eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen.

  • 3.a De in het eerste lid bedoelde personen hebben te allen tijde vrije toegang tot alle plaatsen, waar redelijkerwijze vermoed kan warden dat een overtreding wordt of is gepleegd.

  • 3.b Wordt de toegang geweigerd, dan verschaffen zij zich die desnoods met inroeping van de sterke arm.

  • 4. Is de plaats tevens een woning of alleen via een woning toegankelijk, dan treden de in het eerste lid bedoeld personen deze tegen de wil van de bewoners niet binnen dan op bijzondere schriftelijke last van het plaatselijke hoofd van politie en in het bijzijn van de rechter in eerste aanleg of een hulpofficier van justitie.

  • 5. Van het binnentreden wordt door de opsporingsambtenaren proces-verbaal opgemaakt, dat binnen tweemaal vierentwintig uur (2 x 24 uur) aan degene wiens woning is binnengetreden in afschrift wordt medegedeeld.

Artikel 18 Uitvoeringsvoorschriften

Voor zover daarin bij deze verordening niet is voorzien, kunnen bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen, voorschriften worden gegeven die ter uitvoering van deze verordening worden nodig geacht.

Artikel 19 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 maart 1995.

Artikel 20 Vervallen Logeergastenbelastingverordening Saba (A.B. 1976, no. 1)

Met ingang van 1 maart 1995 vervalt de Logeergastenbelastingverordening Saba (A.B. 1976, no. 1), met dien verstande dat zij van kracht blijft voor de jaren waarvoor zij heeft gegolden.

Artikel 21 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als "Logeergastenbelastingverordening Saba 1995".