Wijzigingsbesluiten

Geldend van 20-04-2018 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 12-01-2015

Intitulé

Wijzigingsbesluiten

Wijzigingsbesluit OP EFRO Tender Valorisatie C 2015

Het dagelijks bestuur van het SNN

Besluitde volgende artikelen van OP EFRO Tender Valorisatie C 2015 als volgt te wijzigen.

  • I.

    Artikel 8 lid 1 wordt vervangen door: Op de in de verleningsbeschikking vastgelegde einddatum dient het project fysiek te zijn voltooid en/of dienen alle concrete acties in het project volledig ten uitvoer te zijn gelegd.

  • II.

    Aan artikel 8 wordt onder vernummering van de overige leden een tweede lid toegevoegd met de tekst: Er is een mogelijkheid de in de verleningsbeschikking vastgestelde einddatum te verlengen met een termijn die ligt vóór een periode van 3 jaar na de verleningsbeschikking. Indien de termijn wordt verlengd en op het moment van 2 jaar na afgifte van de verleningsbeschikking nog niet minimaal 65% van de begrote kosten zijn gemaakt en betaald en subsidiabel zijn gesteld, wordt de subsidie 5% lager vastgesteld dan de subsidie anders zou worden vastgesteld.

  • III.

    Artikel 12 wordt vervangen door:

    • 1.

      De subsidieaanvrager dient twee keer per jaar een voortgangsrapportage in te dienen betreffende de financiële en inhoudelijke voortgang in de realisatie van het project over de voorafgaande periode. Gerapporteerd dient te worden volgens een daarvoor door het SNN verstrekt format.

    • 2.

      Indien met de uitvoering van de subsidiabele activiteiten in een project is begonnen, kan een voorschot van 20% van de subsidiabele kosten beschikbaar gesteld worden

    • 3.

      Een voorschot kan worden verstrekt indien voorafgaand aan of tegelijk met het verzoek tot voorschot de voortgangsrapportage is ingediend, voor zover voldaan is aan de voorwaarden en regelgeving.

    • 4.

      Het in het vorige lid bedoelde voorschot wordt evenredig bepaald op basis van de gemaakte en betaalde kosten in de periode waarop de voortgangsrapportage betrekking heeft. Om de hoogte van het voorschot te berekenen wordt dit bedrag vermenigvuldigd met het percentage dat volgt uit het delen van de toegekende subsidie door de totale subsidiabele kosten van het project.

    • 5.

      De in het tweede en derde lid genoemde voorschotten samen bedragen maximaal 80% van de verleende subsidiabele kosten. Indien de voorschotten alleen zien op gemaakte en betaalde kosten, zoals bedoeld in lid 3, kan tot maximaal 100% van de verleende subsidiabele kosten aan voorschot worden verleend. In afwijking van de eerste zin in het vorige lid kan een voorschot tot een maximum van 100% van de subsidiabele kosten worden verstrekt, indien:

      • ·

        het zeer aannemelijk is dat het project conform, de subsidievoorwaarden op afzienbare termijn kan worden afgerond,

      • ·

        het aannemelijk is dat de kosten die nog gemaakt worden subsidiebal gesteld zullen worden, en

      • ·

        het niet toekennen van de het voorschot onredelijke gevolgen voor de cash flow van de aanvragende onderneming heeft.

    • 6.

      Indien de subsidieaanvrager in gebreke blijft met het indienen van een deugdelijke voortgangsrapportage kan de subsidie ingetrokken of verlaagd worden.

  • IV.

    Dit wijzigingsbesluit treedt in werking de dag na publicatie en werkt terug tot 12 januari 2015

De geconsolideerde tekst van OP EFRO Tender Valorisatie C 2015 is weergegeven op www.snn.eu

WijzigingsbesluitOP EFRO Tender Valorisatie D 2015:

Het dagelijks bestuur van het SNNBesluitde volgende artikelen van OP EFRO Tender Valorisatie D 2015 als volgt te wijzigen.

  • I.

    Artikel 8 lid 1 wordt vervangen door: Op de in de verleningsbeschikking vastgelegde einddatum dient het project fysiek te zijn voltooid en/of dienen alle concrete acties in het project volledig ten uitvoer te zijn gelegd.

  • II.

    Aan artikel 8 wordt onder vernummering van de overige leden een tweede lid toegevoegd met de tekst: Er is een mogelijkheid de in de verleningsbeschikking vastgestelde einddatum te verlengen met een termijn die ligt vóór een periode van 3 jaar na de verleningsbeschikking. Indien de termijn wordt verlengd en op het moment van 2 jaar na afgifte van de verleningsbeschikking nog niet minimaal 65% van de begrote kosten zijn gemaakt en betaald en subsidiabel zijn gesteld, wordt de subsidie 5% lager vastgesteld dan de subsidie anders zou worden vastgesteld.

  • III.

    Artikel 12 wordt vervangen door:

    • 1.

      De subsidieaanvrager dient twee keer per jaar een voortgangsrapportage in te dienen betreffende de financiële en inhoudelijke voortgang in de realisatie van het project over de voorafgaande periode. Gerapporteerd dient te worden volgens een daarvoor door het SNN verstrekt format.

    • 2.

      Indien met de uitvoering van de subsidiabele activiteiten in een project is begonnen, kan een voorschot van 20% van de subsidiabele kosten beschikbaar gesteld worden.

    • 3.

      Een voorschot kan worden verstrekt indien voorafgaand aan of tegelijk met het verzoek tot voorschot de voortgangsrapportage is ingediend, voor zover voldaan is aan de voorwaarden en regelgeving.

    • 4.

      Het in het vorige lid bedoelde voorschot wordt evenredig bepaald op basis van de gemaakte en betaalde kosten in de periode waarop de voortgangsrapportage betrekking heeft. Om de hoogte van het voorschot te berekenen wordt dit bedrag vermenigvuldigd met het percentage dat volgt uit het delen van de toegekende subsidie door de totale subsidiabele kosten van het project.

    • 5.

      De in het tweede en derde lid genoemde voorschotten samen bedragen maximaal 80% van de verleende subsidiabele kosten. Indien de voorschotten alleen zien op gemaakte en betaalde kosten, zoals bedoeld in lid 3, kan tot maximaal 100% van de verleende subsidiabele kosten aan voorschot worden verleend. In afwijking van de eerste zin in het vorige lid kan een voorschot tot een maximum van 100% van de subsidiabele kosten worden verstrekt, indien:

      • ·

        het zeer aannemelijk is dat het project conform, de subsidievoorwaarden op afzienbare termijn kan worden afgerond,

      • ·

        het aannemelijk is dat de kosten die nog gemaakt worden subsidiebal gesteld zullen worden, en

      • ·

        het niet toekennen van de het voorschot onredelijke gevolgen voor de cash flow van de aanvragende onderneming heeft.

Indien de subsidieaanvrager in gebreke blijft met het indienen van een deugdelijke voortgangsrapportage kan de subsidie ingetrokken of verlaagd worden.

6.Dit wijzigingsbesluit treedt in werking de dag na publicatie en werkt terug tot 12 januari 2015

De geconsolideerde tekst van OP EFRO Tender Valorisatie D 2015 is weergegeven op www.snn.eu

Wijzigingsbesluit OP EFRO Tender Valorisatie C 2016:

Het dagelijks bestuur van het SNNBesluitde volgende artikelen van OP EFRO Tender Valorisatie C 2016 als volgt te wijzigen.

  • I.

    Artikel 8 lid 1 wordt vervangen door: “Uiterlijk binnen 3 jaar na afgifte van de verleningsbeschikking dient het project fysiek te zijn voltooid en/of dienen alle projectactiviteiten volledig ten uitvoer te zijn gebracht.”

  • II.

    Aan artikel 8 wordt een vierde lid toegevoegd met de tekst: “Uiterlijk twee jaar na afgifte van de verleningsbeschikking dient minimaal 65% van de begrote kosten te zijn gemaakt, betaald en subsidiabel gesteld. Indien hier niet aan wordt voldaan zal conform artikel 15 lid 4 de subsidie lager worden vastgesteld.”

  • III.

    Artikel 12 wordt vervangen door:

    • 1.

      De subsidieaanvrager dient twee keer per jaar een voortgangsrapportage in te dienen betreffende de financiële en inhoudelijke voortgang in de realisatie van het project over de voorafgaande periode. Gerapporteerd dient te worden volgens een daarvoor door het SNN verstrekt format.

    • 2.

      Indien met de uitvoering van de subsidiabele activiteiten in een project is begonnen, kan een voorschot van 20% van de subsidiabele kosten beschikbaar gesteld worden.

    • 3.

      Een voorschot kan worden verstrekt indien voorafgaand aan of tegelijk met het verzoek tot voorschot de voortgangsrapportage is ingediend, voor zover voldaan is aan de voorwaarden en regelgeving.

    • 4.

      Het in het vorige lid bedoelde voorschot wordt evenredig bepaald op basis van de gemaakte en betaalde kosten in de periode waarop de voortgangsrapportage betrekking heeft. Om de hoogte van het voorschot te berekenen wordt dit bedrag vermenigvuldigd met het percentage dat volgt uit het delen van de toegekende subsidie door de totale subsidiabele kosten van het project.

    • 5.

      De in het tweede en derde lid genoemde voorschotten samen bedragen maximaal 80% van de verleende subsidiabele kosten. Indien de voorschotten alleen zien op gemaakte en betaalde kosten, zoals bedoeld in lid 3, kan tot maximaal 100% van de verleende subsidiabele kosten aan voorschot worden verleend. In afwijking van de eerste zin in het vorige lid kan een voorschot tot een maximum van 100% van de subsidiabele kosten worden verstrekt, indien:

      • ·

        het zeer aannemelijk is dat het project conform, de subsidievoorwaarden op afzienbare termijn kan worden afgerond,

      • ·

        het aannemelijk is dat de kosten die nog gemaakt worden subsidiebal gesteld zullen worden, en

      • ·

        het niet toekennen van de het voorschot onredelijke gevolgen voor de cash flow van de aanvragende onderneming heeft.

    • 6.

      Indien de subsidieaanvrager in gebreke blijft met het indienen van een deugdelijke voortgangsrapportage kan de subsidie ingetrokken of verlaagd worden.

  • IV.

    Onder vernummering van de volgende leden wordt aan artikel 15 een derde lid toegevoegd met de tekst: “De subsidie zal lager worden vastgesteld wanneer de gerealiseerde subsidiabele kosten lager zijn dan begroot, waarbij het subsidiepercentage wordt gehanteerd zoals aangegeven in artikel 4 lid 2.”

  • V.

    Onder vernummering van de volgende leden wordt aan artikel 15 een vierde lid toegevoegd met de tekst: “Indien na 2 jaar na afgifte van de verleningsbeschikking nog niet minimaal 65% van de begrote kosten zijn gemaakt en betaald en subsidiabel gesteld, dan zal de subsidie in ieder geval 5% lager worden vastgesteld dan de subsidie die anders zou worden vastgesteld.”

  • VI.

    Dit wijzigingsbesluit treedt in werking de dag na publicatie en werkt terug tot 4 februari 2016.

De geconsolideerde tekst van OP EFRO Tender Valorisatie C 2016 is weergegeven op www.snn.eu

Wijziging OP EFRO Tender Valorisatie D 2016

Wijzigingsbesluit:

Het dagelijks bestuur van het SNNBesluitde volgende artikelen van OP EFRO Tender Valorisatie D 2016 als volgt te wijzigen.

  • I.

    Artikel 8 lid 1 wordt vervangen door: “Uiterlijk binnen 3 jaar na afgifte van de verleningsbeschikking dient het project fysiek te zijn voltooid en/of dienen alle projectactiviteiten volledig ten uitvoer te zijn gebracht.”

  • II.

    Aan artikel 8 wordt een vierde lid toegevoegd met de tekst: “Uiterlijk twee jaar na afgifte van de verleningsbeschikking dient minimaal 65% van de begrote kosten te zijn gemaakt, betaald en subsidiabel gesteld. Indien hier niet aan wordt voldaan zal conform artikel 15 lid 4 de subsidie lager worden vastgesteld.”

  • III.

    Artikel 12 wordt vervangen door:

    • 1.

      De subsidieaanvrager dient twee keer per jaar een voortgangsrapportage in te dienen betreffende de financiële en inhoudelijke voortgang in de realisatie van het project over de voorafgaande periode. Gerapporteerd dient te worden volgens een daarvoor door het SNN verstrekt format.

    • 2.

      Indien met de uitvoering van de subsidiabele activiteiten in een project is begonnen, kan een voorschot van 20% van de subsidiabele kosten beschikbaar gesteld worden.

    • 3.

      Een voorschot kan worden verstrekt indien voorafgaand aan of tegelijk met het verzoek tot voorschot de voortgangsrapportage is ingediend, voor zover voldaan is aan de voorwaarden en regelgeving.

    • 4.

      Het in het vorige lid bedoelde voorschot wordt evenredig bepaald op basis van de gemaakte en betaalde kosten in de periode waarop de voortgangsrapportage betrekking heeft. Om de hoogte van het voorschot te berekenen wordt dit bedrag vermenigvuldigd met het percentage dat volgt uit het delen van de toegekende subsidie door de totale subsidiabele kosten van het project.

    • 5.

      De in het tweede en derde lid genoemde voorschotten samen bedragen maximaal 80% van de verleende subsidiabele kosten. Indien de voorschotten alleen zien op gemaakte en betaalde kosten, zoals bedoeld in lid 3, kan tot maximaal 100% van de verleende subsidiabele kosten aan voorschot worden verleend. In afwijking van de eerste zin in het vorige lid kan een voorschot tot een maximum van 100% van de subsidiabele kosten worden verstrekt, indien:

      • ·

        het zeer aannemelijk is dat het project conform, de subsidievoorwaarden op afzienbare termijn kan worden afgerond,

      • ·

        het aannemelijk is dat de kosten die nog gemaakt worden subsidiebal gesteld zullen worden, en

      • ·

        het niet toekennen van de het voorschot onredelijke gevolgen voor de cash flow van de aanvragende onderneming heeft.

    • 6.

      Indien de subsidieaanvrager in gebreke blijft met het indienen van een deugdelijke voortgangsrapportage kan de subsidie ingetrokken of verlaagd worden.

  • IV.

    Onder vernummering van de volgende leden wordt aan artikel 15 een derde lid toegevoegd met de tekst: “De subsidie zal lager worden vastgesteld wanneer de gerealiseerde subsidiabele kosten lager zijn dan begroot, waarbij het subsidiepercentage wordt gehanteerd zoals aangegeven in artikel 4 lid 2.”

  • V.

    Onder vernummering van de volgende leden wordt aan artikel 15 een vierde lid toegevoegd met de tekst: “Indien na 2 jaar na afgifte van de verleningsbeschikking nog niet minimaal 65% van de begrote kosten zijn gemaakt en betaald en subsidiabel gesteld, dan zal de subsidie in ieder geval 5% lager worden vastgesteld dan de subsidie die anders zou worden vastgesteld.”

  • VI.

    Dit wijzigingsbesluit treedt in werking de dag na publicatie en werkt terug tot 4 februari 2016.

De geconsolideerde tekst van OP EFRO Tender Valorisatie D 2016 is weergegeven op www.snn.eu

Wijzigingsbesluit OP EFRO Tender Valorisatie C 2016, ronde 2:

Het dagelijks bestuur van het SNNBesluitde volgende artikelen van OP EFRO Tender Valorisatie C 2016, ronde 2 als volgt te wijzigen.

  • I.

    Artikel 8 lid 1 wordt vervangen door: “Uiterlijk binnen 3 jaar na afgifte van de verleningsbeschikking dient het project fysiek te zijn voltooid en/of dienen alle projectactiviteiten volledig ten uitvoer te zijn gebracht.”

  • II.

    Aan artikel 8 wordt een vierde lid toegevoegd met de tekst: “Uiterlijk twee jaar na afgifte van de verleningsbeschikking dient minimaal 65% van de begrote kosten te zijn gemaakt, betaald en subsidiabel gesteld. Indien hier niet aan wordt voldaan zal conform artikel 15 lid 4 de subsidie lager worden vastgesteld.”

  • III.

    Artikel 11 wordt vervangen door:

    • 1.

      De subsidieaanvrager dient twee keer per jaar een voortgangsrapportage in te dienen betreffende de financiële en inhoudelijke voortgang in de realisatie van het project over de voorafgaande periode. Gerapporteerd dient te worden volgens een daarvoor door het SNN verstrekt format.

    • 2.

      Indien met de uitvoering van de subsidiabele activiteiten in een project is begonnen, kan een voorschot van 20% van de subsidiabele kosten beschikbaar gesteld worden.

    • 3.

      Een voorschot kan worden verstrekt indien voorafgaand aan of tegelijk met het verzoek tot voorschot de voortgangsrapportage is ingediend, voor zover voldaan is aan de voorwaarden en regelgeving.

    • 4.

      Het in het vorige lid bedoelde voorschot wordt evenredig bepaald op basis van de gemaakte en betaalde kosten in de periode waarop de voortgangsrapportage betrekking heeft. Om de hoogte van het voorschot te berekenen wordt dit bedrag vermenigvuldigd met het percentage dat volgt uit het delen van de toegekende subsidie door de totale subsidiabele kosten van het project.

    • 5.

      De in het tweede en derde lid genoemde voorschotten samen bedragen maximaal 80% van de verleende subsidiabele kosten. Indien de voorschotten alleen zien op gemaakte en betaalde kosten, zoals bedoeld in lid 3, kan tot maximaal 100% van de verleende subsidiabele kosten aan voorschot worden verleend. In afwijking van de eerste zin in het vorige lid kan een voorschot tot een maximum van 100% van de subsidiabele kosten worden verstrekt, indien:

      • ·

        het zeer aannemelijk is dat het project conform, de subsidievoorwaarden op afzienbare termijn kan worden afgerond,

      • ·

        het aannemelijk is dat de kosten die nog gemaakt worden subsidiebal gesteld zullen worden, en

      • ·

        het niet toekennen van de het voorschot onredelijke gevolgen voor de cash flow van de aanvragende onderneming heeft.

    • 6.

      Indien de subsidieaanvrager in gebreke blijft met het indienen van een deugdelijke voortgangsrapportage kan de subsidie ingetrokken of verlaagd worden.

  • IV.

    Onder vernummering van de volgende leden wordt aan artikel 15 een derde lid toegevoegd met de tekst: “De subsidie zal lager worden vastgesteld wanneer de gerealiseerde subsidiabele kosten lager zijn dan begroot, waarbij het subsidiepercentage wordt gehanteerd zoals aangegeven in artikel 4 lid 2.”

  • V.

    Onder vernummering van de volgende leden wordt aan artikel 15 een vierde lid toegevoegd met de tekst: “Indien na 2 jaar na afgifte van de verleningsbeschikking nog niet minimaal 65% van de begrote kosten zijn gemaakt en betaald en subsidiabel gesteld, dan zal de subsidie in ieder geval 5% lager worden vastgesteld dan de subsidie die anders zou worden vastgesteld.”

  • VI.

    Dit wijzigingsbesluit treedt in werking de dag na publicatie en werkt terug tot 5 juli 2016.

De geconsolideerde tekst van OP EFRO Tender Valorisatie C 2016, ronde 2 is weergegeven op www.snn.eu

WijzigingsbesluitOP EFRO Tender Valorisatie D 2016, ronde 2

Het dagelijks bestuur van het SNNBesluitde volgende artikelen van OP EFRO Tender Valorisatie D 2016, ronde 2 als volgt te wijzigen.

  • I.

    Artikel 8 lid 1 wordt vervangen door: “Uiterlijk binnen 3 jaar na afgifte van de verleningsbeschikking dient het project fysiek te zijn voltooid en/of dienen alle projectactiviteiten volledig ten uitvoer te zijn gebracht.”

  • II.

    Aan artikel 8 wordt een vierde lid toegevoegd met de tekst: “Uiterlijk twee jaar na afgifte van de verleningsbeschikking dient minimaal 65% van de begrote kosten te zijn gemaakt, betaald en subsidiabel gesteld. Indien hier niet aan wordt voldaan zal conform artikel 15 lid 4 de subsidie lager worden vastgesteld.”

  • III.

    Artikel 11 wordt vervangen door:

    • 1.

      De subsidieaanvrager dient twee keer per jaar een voortgangsrapportage in te dienen betreffende de financiële en inhoudelijke voortgang in de realisatie van het project over de voorafgaande periode. Gerapporteerd dient te worden volgens een daarvoor door het SNN verstrekt format.

    • 2.

      Indien met de uitvoering van de subsidiabele activiteiten in een project is begonnen, kan een voorschot van 20% van de subsidiabele kosten beschikbaar gesteld worden.

    • 3.

      Een voorschot kan worden verstrekt indien voorafgaand aan of tegelijk met het verzoek tot voorschot de voortgangsrapportage is ingediend, voor zover voldaan is aan de voorwaarden en regelgeving.

    • 4.

      Het in het vorige lid bedoelde voorschot wordt evenredig bepaald op basis van de gemaakte en betaalde kosten in de periode waarop de voortgangsrapportage betrekking heeft. Om de hoogte van het voorschot te berekenen wordt dit bedrag vermenigvuldigd met het percentage dat volgt uit het delen van de toegekende subsidie door de totale subsidiabele kosten van het project.

    • 5.

      De in het tweede en derde lid genoemde voorschotten samen bedragen maximaal 80% van de verleende subsidiabele kosten. Indien de voorschotten alleen zien op gemaakte en betaalde kosten, zoals bedoeld in lid 3, kan tot maximaal 100% van de verleende subsidiabele kosten aan voorschot worden verleend. In afwijking van de eerste zin in het vorige lid kan een voorschot tot een maximum van 100% van de subsidiabele kosten worden verstrekt, indien:

      • ·

        het zeer aannemelijk is dat het project conform, de subsidievoorwaarden op afzienbare termijn kan worden afgerond,

      • ·

        het aannemelijk is dat de kosten die nog gemaakt worden subsidiebal gesteld zullen worden, en

      • ·

        het niet toekennen van de het voorschot onredelijke gevolgen voor de cash flow van de aanvragende onderneming heeft.

    • 6.

      Indien de subsidieaanvrager in gebreke blijft met het indienen van een deugdelijke voortgangsrapportage kan de subsidie ingetrokken of verlaagd worden.

  • IV.

    Onder vernummering van de volgende leden wordt aan artikel 15 een derde lid toegevoegd met de tekst: “De subsidie zal lager worden vastgesteld wanneer de gerealiseerde subsidiabele kosten lager zijn dan begroot, waarbij het subsidiepercentage wordt gehanteerd zoals aangegeven in artikel 4 lid 2.”

  • V.

    Onder vernummering van de volgende leden wordt aan artikel 15 een vierde lid toegevoegd met de tekst: “Indien na 2 jaar na afgifte van de verleningsbeschikking nog niet minimaal 65% van de begrote kosten zijn gemaakt en betaald en subsidiabel gesteld, dan zal de subsidie in ieder geval 5% lager worden vastgesteld dan de subsidie die anders zou worden vastgesteld.”

  • VI.

    Dit wijzigingsbesluit treedt in werking de dag na publicatie en werkt terug tot 5 juli 2016.

De geconsolideerde tekst van OP EFRO Tender Valorisatie D 2016, ronde 2 is weergegeven op www.snn.eu

WijzigingsbesluitTender Valorisatie C MKB

Het dagelijks bestuur van het SNNBesluitde volgende artikelen van OP EFRO Tender C MKB als volgt te wijzigen.

  • I.

    Artikel 10 lid 1 wordt vervangen door: “Uiterlijk binnen 3 jaar na afgifte van de verleningsbeschikking dient het project fysiek te zijn voltooid en/of dienen alle projectactiviteiten volledig ten uitvoer te zijn gebracht.”

  • II.

    Aan artikel 10 wordt een derde lid toegevoegd met de tekst: “Uiterlijk twee jaar na afgifte van de verleningsbeschikking dient minimaal 65% van de begrote kosten te zijn gemaakt, betaald en subsidiabel gesteld. Indien hier niet aan wordt voldaan zal conform artikel 15 lid 4 de subsidie lager worden vastgesteld.”

  • III.

    Artikel 13 wordt vervangen door:

    • 1.

      De subsidieaanvrager dient twee keer per jaar een voortgangsrapportage in te dienen betreffende de financiële en inhoudelijke voortgang in de realisatie van het project over de voorafgaande periode. Gerapporteerd dient te worden volgens een daarvoor door het SNN verstrekt format.

    • 2.

      Indien met de uitvoering van de subsidiabele activiteiten in een project is begonnen, kan een voorschot van 20% van de subsidiabele kosten beschikbaar gesteld worden.

    • 3.

      Een voorschot kan worden verstrekt indien voorafgaand aan of tegelijk met het verzoek tot voorschot de voortgangsrapportage is ingediend, voor zover voldaan is aan de voorwaarden en regelgeving.

    • 4.

      Het in het vorige lid bedoelde voorschot wordt evenredig bepaald op basis van de gemaakte en betaalde kosten in de periode waarop de voortgangsrapportage betrekking heeft. Om de hoogte van het voorschot te berekenen wordt dit bedrag vermenigvuldigd met het percentage dat volgt uit het delen van de toegekende subsidie door de totale subsidiabele kosten van het project.

    • 5.

      De in het tweede en derde lid genoemde voorschotten samen bedragen maximaal 80% van de verleende subsidiabele kosten. Indien de voorschotten alleen zien op gemaakte en betaalde kosten, zoals bedoeld in lid 3, kan tot maximaal 100% van de verleende subsidiabele kosten aan voorschot worden verleend. In afwijking van de eerste zin in het vorige lid kan een voorschot tot een maximum van 100% van de subsidiabele kosten worden verstrekt, indien:

      • ·

        het zeer aannemelijk is dat het project conform, de subsidievoorwaarden op afzienbare termijn kan worden afgerond,

      • ·

        het aannemelijk is dat de kosten die nog gemaakt worden subsidiebal gesteld zullen worden, en

      • ·

        het niet toekennen van de het voorschot onredelijke gevolgen voor de cash flow van de aanvragende onderneming heeft.

    • 6.

      Indien de subsidieaanvrager in gebreke blijft met het indienen van een deugdelijke voortgangsrapportage kan de subsidie ingetrokken of verlaagd worden.

  • IV.

    Onder vernummering van de volgende leden wordt aan artikel 15 een derde lid toegevoegd met de tekst: “De subsidie zal lager worden vastgesteld wanneer de gerealiseerde subsidiabele kosten lager zijn dan begroot, waarbij het subsidiepercentage wordt gehanteerd zoals aangegeven in artikel 3 lid 1.”

  • V.

    Onder vernummering van de volgende leden wordt aan artikel 15 een vierde lid toegevoegd met de tekst: “Indien na 2 jaar na afgifte van de verleningsbeschikking nog niet minimaal 65% van de begrote kosten zijn gemaakt en betaald en subsidiabel gesteld, dan zal de subsidie in ieder geval 5% lager worden vastgesteld dan de subsidie die anders zou worden vastgesteld.”

  • VI.

    Dit wijzigingsbesluit treedt in werking de dag na publicatie en werkt terug tot 5 juli 2016.

De geconsolideerde tekst van OP EFRO Tender C MKB is weergegeven op www.snn.eu

Wijziging OP EFRO Tender Valorisatie C 2017

Wijzigingsbesluit:

Het dagelijks bestuur van het SNNBesluitde volgende artikelen van OP EFRO Tender Valorisatie C 2017 als volgt te wijzigen.

  • I.

    Artikel 8 lid 1 wordt vervangen door: “Uiterlijk binnen 3 jaar na afgifte van de verleningsbeschikking dient het project fysiek te zijn voltooid en/of dienen alle projectactiviteiten volledig ten uitvoer te zijn gebracht.”

  • II.

    Aan artikel 8 wordt een vierde lid toegevoegd met de tekst: “Uiterlijk twee jaar na afgifte van de verleningsbeschikking dient minimaal 65% van de begrote kosten te zijn gemaakt, betaald en subsidiabel gesteld. Indien hier niet aan wordt voldaan zal conform artikel 14 lid 4 de subsidie lager worden vastgesteld.”

  • III.

    Artikel 11 wordt vervangen door:

    • 1.

      De subsidieaanvrager dient twee keer per jaar een voortgangsrapportage in te dienen betreffende de financiële en inhoudelijke voortgang in de realisatie van het project over de voorafgaande periode. Gerapporteerd dient te worden volgens een daarvoor door het SNN verstrekt format.

    • 2.

      Indien met de uitvoering van de subsidiabele activiteiten in een project is begonnen, kan een voorschot van 20% van de subsidiabele kosten beschikbaar gesteld worden.

    • 3.

      Een voorschot kan worden verstrekt indien voorafgaand aan of tegelijk met het verzoek tot voorschot de voortgangsrapportage is ingediend, voor zover voldaan is aan de voorwaarden en regelgeving.

    • 4.

      Het in het vorige lid bedoelde voorschot wordt evenredig bepaald op basis van de gemaakte en betaalde kosten in de periode waarop de voortgangsrapportage betrekking heeft. Om de hoogte van het voorschot te berekenen wordt dit bedrag vermenigvuldigd met het percentage dat volgt uit het delen van de toegekende subsidie door de totale subsidiabele kosten van het project.

    • 5.

      De in het tweede en derde lid genoemde voorschotten samen bedragen maximaal 80% van de verleende subsidiabele kosten. Indien de voorschotten alleen zien op gemaakte en betaalde kosten, zoals bedoeld in lid 3, kan tot maximaal 100% van de verleende subsidiabele kosten aan voorschot worden verleend. In afwijking van de eerste zin in het vorige lid kan een voorschot tot een maximum van 100% van de subsidiabele kosten worden verstrekt, indien:

      • ·

        het zeer aannemelijk is dat het project conform, de subsidievoorwaarden op afzienbare termijn kan worden afgerond,

      • ·

        het aannemelijk is dat de kosten die nog gemaakt worden subsidiebal gesteld zullen worden, en

      • ·

        het niet toekennen van de het voorschot onredelijke gevolgen voor de cash flow van de aanvragende onderneming heeft.

    • 6.

      Indien de subsidieaanvrager in gebreke blijft met het indienen van een deugdelijke voortgangsrapportage kan de subsidie ingetrokken of verlaagd worden.

  • IV.

    Onder vernummering van de volgende leden wordt aan artikel 14 een derde lid toegevoegd met de tekst: “De subsidie zal lager worden vastgesteld wanneer de gerealiseerde subsidiabele kosten lager zijn dan begroot, waarbij het subsidiepercentage wordt gehanteerd zoals aangegeven in artikel 4 lid 2.”

  • V.

    Onder vernummering van de volgende leden wordt aan artikel 14 een vierde lid toegevoegd met de tekst: “Indien na 2 jaar na afgifte van de verleningsbeschikking nog niet minimaal 65% van de begrote kosten zijn gemaakt en betaald en subsidiabel gesteld, dan zal de subsidie in ieder geval 5% lager worden vastgesteld dan de subsidie die anders zou worden vastgesteld.”

  • VI.

    Dit wijzigingsbesluit treedt in werking de dag na publicatie en werkt terug tot 9 januari 2017.

De geconsolideerde tekst van OP EFRO Tender Valorisatie C 2017 is weergegeven op www.snn.eu

WijzigingsbesluitOP EFRO Tender Valorisatie D 2017

Het dagelijks bestuur van het SNNBesluitde volgende artikelen van OP EFRO Tender Valorisatie D 2017 als volgt te wijzigen.

  • I.

    Artikel 8 lid 1 wordt vervangen door: “Uiterlijk binnen 3 jaar na afgifte van de verleningsbeschikking dient het project fysiek te zijn voltooid en/of dienen alle projectactiviteiten volledig ten uitvoer te zijn gebracht.”

  • II.

    Aan artikel 8 wordt een vierde lid toegevoegd met de tekst: “Uiterlijk twee jaar na afgifte van de verleningsbeschikking dient minimaal 65% van de begrote kosten te zijn gemaakt, betaald en subsidiabel gesteld. Indien hier niet aan wordt voldaan zal conform artikel 14 lid 4 de subsidie lager worden vastgesteld.”

  • III.

    Artikel 11 wordt vervangen door:

    • 1.

      De subsidieaanvrager dient twee keer per jaar een voortgangsrapportage in te dienen betreffende de financiële en inhoudelijke voortgang in de realisatie van het project over de voorafgaande periode. Gerapporteerd dient te worden volgens een daarvoor door het SNN verstrekt format.

    • 2.

      Indien met de uitvoering van de subsidiabele activiteiten in een project is begonnen, kan een voorschot van 20% van de subsidiabele kosten beschikbaar gesteld worden.

    • 3.

      Een voorschot kan worden verstrekt indien voorafgaand aan of tegelijk met het verzoek tot voorschot de voortgangsrapportage is ingediend, voor zover voldaan is aan de voorwaarden en regelgeving.

    • 4.

      Het in het vorige lid bedoelde voorschot wordt evenredig bepaald op basis van de gemaakte en betaalde kosten in de periode waarop de voortgangsrapportage betrekking heeft. Om de hoogte van het voorschot te berekenen wordt dit bedrag vermenigvuldigd met het percentage dat volgt uit het delen van de toegekende subsidie door de totale subsidiabele kosten van het project.

    • 5.

      De in het tweede en derde lid genoemde voorschotten samen bedragen maximaal 80% van de verleende subsidiabele kosten. Indien de voorschotten alleen zien op gemaakte en betaalde kosten, zoals bedoeld in lid 3, kan tot maximaal 100% van de verleende subsidiabele kosten aan voorschot worden verleend. In afwijking van de eerste zin in het vorige lid kan een voorschot tot een maximum van 100% van de subsidiabele kosten worden verstrekt, indien:

      • ·

        het zeer aannemelijk is dat het project conform, de subsidievoorwaarden op afzienbare termijn kan worden afgerond,

      • ·

        het aannemelijk is dat de kosten die nog gemaakt worden subsidiebal gesteld zullen worden, en

      • ·

        het niet toekennen van de het voorschot onredelijke gevolgen voor de cash flow van de aanvragende onderneming heeft.

    • 6.

      Indien de subsidieaanvrager in gebreke blijft met het indienen van een deugdelijke voortgangsrapportage kan de subsidie ingetrokken of verlaagd worden.

  • IV.

    Onder doornummering van de volgende leden wordt aan artikel 14 een derde lid toegevoegd met de tekst: “De subsidie zal lager worden vastgesteld wanneer de gerealiseerde subsidiabele kosten lager zijn dan begroot, waarbij het subsidiepercentage wordt gehanteerd zoals aangegeven in artikel 4 lid 2.”

  • V.

    Onder doornummering van de volgende leden wordt aan artikel 14 een vierde lid toegevoegd met de tekst: “Indien na 2 jaar na afgifte van de verleningsbeschikking nog niet minimaal 65% van de begrote kosten zijn gemaakt en betaald en subsidiabel gesteld, dan zal de subsidie in ieder geval 5% lager worden vastgesteld dan de subsidie die anders zou worden vastgesteld.”

  • VI.

    Dit wijzigingsbesluit treedt in werking de dag na publicatie en werkt terug tot 9 januari 2017.

De geconsolideerde tekst van OP EFRO Tender Valorisatie D 2017 is weergegeven op www.snn.eu

Wijzigingsbesluit OP EFRO Tender Valorisatie C 2017, ronde 2

Het dagelijks bestuur van het SNNBesluitde volgende artikelen van OP EFRO Tender Valorisatie C 2017, ronde 2 als volgt te wijzigen.

  • I.

    Artikel 8 lid 1 wordt vervangen door: “Uiterlijk binnen 3 jaar na afgifte van de verleningsbeschikking dient het project fysiek te zijn voltooid en/of dienen alle projectactiviteiten volledig ten uitvoer te zijn gebracht.”

  • II.

    Aan artikel 8 wordt een vierde lid toegevoegd met de tekst: “Uiterlijk twee jaar na afgifte van de verleningsbeschikking dient minimaal 65% van de begrote kosten te zijn gemaakt, betaald en subsidiabel gesteld. Indien hier niet aan wordt voldaan zal conform artikel 14 lid 4 de subsidie lager worden vastgesteld.”

  • III.

    Artikel 11 wordt vervangen door:

    • 1.

      De subsidieaanvrager dient twee keer per jaar een voortgangsrapportage in te dienen betreffende de financiële en inhoudelijke voortgang in de realisatie van het project over de voorafgaande periode. Gerapporteerd dient te worden volgens een daarvoor door het SNN verstrekt format.

    • 2.

      Indien met de uitvoering van de subsidiabele activiteiten in een project is begonnen, kan een voorschot van 20% van de subsidiabele kosten beschikbaar gesteld worden.

    • 3.

      Een voorschot kan worden verstrekt indien voorafgaand aan of tegelijk met het verzoek tot voorschot de voortgangsrapportage is ingediend, voor zover voldaan is aan de voorwaarden en regelgeving.

    • 4.

      Het in het vorige lid bedoelde voorschot wordt evenredig bepaald op basis van de gemaakte en betaalde kosten in de periode waarop de voortgangsrapportage betrekking heeft. Om de hoogte van het voorschot te berekenen wordt dit bedrag vermenigvuldigd met het percentage dat volgt uit het delen van de toegekende subsidie door de totale subsidiabele kosten van het project.

    • 5.

      De in het tweede en derde lid genoemde voorschotten samen bedragen maximaal 80% van de verleende subsidiabele kosten. Indien de voorschotten alleen zien op gemaakte en betaalde kosten, zoals bedoeld in lid 3, kan tot maximaal 100% van de verleende subsidiabele kosten aan voorschot worden verleend. In afwijking van de eerste zin in het vorige lid kan een voorschot tot een maximum van 100% van de subsidiabele kosten worden verstrekt, indien:

      • ·

        het zeer aannemelijk is dat het project conform, de subsidievoorwaarden op afzienbare termijn kan worden afgerond,

      • ·

        het aannemelijk is dat de kosten die nog gemaakt worden subsidiebal gesteld zullen worden, en

      • ·

        het niet toekennen van de het voorschot onredelijke gevolgen voor de cash flow van de aanvragende onderneming heeft.

    • 6.

      Indien de subsidieaanvrager in gebreke blijft met het indienen van een deugdelijke voortgangsrapportage kan de subsidie ingetrokken of verlaagd worden.

  • IV.

    Onder vernummering van de volgende leden wordt aan artikel 14 een derde lid toegevoegd met de tekst: “De subsidie zal lager worden vastgesteld wanneer de gerealiseerde subsidiabele kosten lager zijn dan begroot, waarbij het subsidiepercentage wordt gehanteerd zoals aangegeven in artikel 4 lid 2.”

  • V.

    Onder vernummering van de volgende leden wordt aan artikel 14 een vierde lid toegevoegd met de tekst: “Indien na 2 jaar na afgifte van de verleningsbeschikking nog niet minimaal 65% van de begrote kosten zijn gemaakt en betaald en subsidiabel gesteld, dan zal de subsidie in ieder geval 5% lager worden vastgesteld dan de subsidie die anders zou worden vastgesteld.”

  • VI.

    Dit wijzigingsbesluit treedt in werking de dag na publicatie en werkt terug tot 3 juli 2017.

De geconsolideerde tekst van OP EFRO Tender Valorisatie C 2017, ronde 2 is weergegeven op www.snn.eu

Wijzigingsbesluit OP EFRO Tender Valorisatie D 2017, ronde 2

Het dagelijks bestuur van het SNNBesluitde volgende artikelen van OP EFRO Tender Valorisatie D 2017, ronde 2 als volgt te wijzigen.

  • I.

    Artikel 8 lid 1 wordt vervangen door: “Uiterlijk binnen 3 jaar na afgifte van de verleningsbeschikking dient het project fysiek te zijn voltooid en/of dienen alle projectactiviteiten volledig ten uitvoer te zijn gebracht.”

  • II.

    Aan artikel 8 wordt een vierde lid toegevoegd met de tekst: “Uiterlijk twee jaar na afgifte van de verleningsbeschikking dient minimaal 65% van de begrote kosten te zijn gemaakt, betaald en subsidiabel gesteld. Indien hier niet aan wordt voldaan zal conform artikel 14 lid 4 de subsidie lager worden vastgesteld.”

  • III.

    Artikel 11 wordt vervangen door:

    • 1.

      De subsidieaanvrager dient twee keer per jaar een voortgangsrapportage in te dienen betreffende de financiële en inhoudelijke voortgang in de realisatie van het project over de voorafgaande periode. Gerapporteerd dient te worden volgens een daarvoor door het SNN verstrekt format.

    • 2.

      Indien met de uitvoering van de subsidiabele activiteiten in een project is begonnen, kan een voorschot van 20% van de subsidiabele kosten beschikbaar gesteld worden.

    • 3.

      Een voorschot kan worden verstrekt indien voorafgaand aan of tegelijk met het verzoek tot voorschot de voortgangsrapportage is ingediend, voor zover voldaan is aan de voorwaarden en regelgeving.

    • 4.

      Het in het vorige lid bedoelde voorschot wordt evenredig bepaald op basis van de gemaakte en betaalde kosten in de periode waarop de voortgangsrapportage betrekking heeft. Om de hoogte van het voorschot te berekenen wordt dit bedrag vermenigvuldigd met het percentage dat volgt uit het delen van de toegekende subsidie door de totale subsidiabele kosten van het project.

    • 5.

      De in het tweede en derde lid genoemde voorschotten samen bedragen maximaal 80% van de verleende subsidiabele kosten. Indien de voorschotten alleen zien op gemaakte en betaalde kosten, zoals bedoeld in lid 3, kan tot maximaal 100% van de verleende subsidiabele kosten aan voorschot worden verleend. In afwijking van de eerste zin in het vorige lid kan een voorschot tot een maximum van 100% van de subsidiabele kosten worden verstrekt, indien:

      • ·

        het zeer aannemelijk is dat het project conform, de subsidievoorwaarden op afzienbare termijn kan worden afgerond,

      • ·

        het aannemelijk is dat de kosten die nog gemaakt worden subsidiebal gesteld zullen worden, en

      • ·

        het niet toekennen van de het voorschot onredelijke gevolgen voor de cash flow van de aanvragende onderneming heeft.

    • 6.

      Indien de subsidieaanvrager in gebreke blijft met het indienen van een deugdelijke voortgangsrapportage kan de subsidie ingetrokken of verlaagd worden.

  • IV.

    Onder doornummering van de volgende leden wordt aan artikel 14 een derde lid toegevoegd met de tekst: “De subsidie zal lager worden vastgesteld wanneer de gerealiseerde subsidiabele kosten lager zijn dan begroot, waarbij het subsidiepercentage wordt gehanteerd zoals aangegeven in artikel 4 lid 2.”

  • V.

    Onder doornummering van de volgende leden wordt aan artikel 14 een vierde lid toegevoegd met de tekst: “Indien na 2 jaar na afgifte van de verleningsbeschikking nog niet minimaal 65% van de begrote kosten zijn gemaakt en betaald en subsidiabel gesteld, dan zal de subsidie in ieder geval 5% lager worden vastgesteld dan de subsidie die anders zou worden vastgesteld.”

  • VI.

    Dit wijzigingsbesluit treedt in werking de dag na publicatie en werkt terug tot 3 juli 2017.

De geconsolideerde tekst van OP EFRO Tender Valorisatie D 2017, ronde 2 is weergegeven op www.snn.eu

WijzigingsbesluitOP EFRO Valorisatie C 2018

Het dagelijks bestuur van het SNNBesluitde volgende artikelen van OP EFRO Valorisatie C 2018 als volgt te wijzigen.

  • I.

    Artikel 11 wordt vervangen door:

    • 1.

      De subsidieaanvrager dient twee keer per jaar een voortgangsrapportage in te dienen betreffende de financiële en inhoudelijke voortgang in de realisatie van het project over de voorafgaande periode. Gerapporteerd dient te worden volgens een daarvoor door het SNN verstrekt format.

    • 2.

      Indien met de uitvoering van de subsidiabele activiteiten in een project is begonnen, kan een voorschot van 20% van de subsidiabele kosten beschikbaar gesteld worden.

    • 3.

      Een voorschot kan worden verstrekt indien voorafgaand aan of tegelijk met het verzoek tot voorschot de voortgangsrapportage is ingediend, voor zover voldaan is aan de voorwaarden en regelgeving.

    • 4.

      Het in het vorige lid bedoelde voorschot wordt evenredig bepaald op basis van de gemaakte en betaalde kosten in de periode waarop de voortgangsrapportage betrekking heeft. Om de hoogte van het voorschot te berekenen wordt dit bedrag vermenigvuldigd met het percentage dat volgt uit het delen van de toegekende subsidie door de totale subsidiabele kosten van het project.

    • 5.

      De in het tweede en derde lid genoemde voorschotten samen bedragen maximaal 80% van de verleende subsidiabele kosten. Indien de voorschotten alleen zien op gemaakte en betaalde kosten, zoals bedoeld in lid 3, kan tot maximaal 100% van de verleende subsidiabele kosten aan voorschot worden verleend. In afwijking van de eerste zin in het vorige lid kan een voorschot tot een maximum van 100% van de subsidiabele kosten worden verstrekt, indien:

      • ·

        het zeer aannemelijk is dat het project conform, de subsidievoorwaarden op afzienbare termijn kan worden afgerond,

      • ·

        het aannemelijk is dat de kosten die nog gemaakt worden subsidiebal gesteld zullen worden, en

      • ·

        het niet toekennen van de het voorschot onredelijke gevolgen voor de cash flow van de aanvragende onderneming heeft.

    • 6.

      Indien de subsidieaanvrager in gebreke blijft met het indienen van een deugdelijke voortgangsrapportage kan de subsidie ingetrokken of verlaagd worden

  • II.

    Dit wijzigingsbesluit treedt in werking de dag na publicatie en werkt terug tot 5 februari 2018.

De geconsolideerde tekst van OP EFRO Valorisatie C 2018 is weergegeven op www.snn.eu

WijzigingsbesluitOP EFROValorisatie D 2018

Het dagelijks bestuur van het SNNBesluitde volgende artikelen van OP EFRO Valorisatie D 2018 als volgt te wijzigen.

  • I.

    Artikel 11 wordt vervangen door:

    • 1.

      De subsidieaanvrager dient twee keer per jaar een voortgangsrapportage in te dienen betreffende de financiële en inhoudelijke voortgang in de realisatie van het project over de voorafgaande periode. Gerapporteerd dient te worden volgens een daarvoor door het SNN verstrekt format.

    • 2.

      Indien met de uitvoering van de subsidiabele activiteiten in een project is begonnen, kan een voorschot van 20% van de subsidiabele kosten beschikbaar gesteld worden.

    • 3.

      Een voorschot kan worden verstrekt indien voorafgaand aan of tegelijk met het verzoek tot voorschot de voortgangsrapportage is ingediend, voor zover voldaan is aan de voorwaarden en regelgeving.

    • 4.

      Het in het vorige lid bedoelde voorschot wordt evenredig bepaald op basis van de gemaakte en betaalde kosten in de periode waarop de voortgangsrapportage betrekking heeft. Om de hoogte van het voorschot te berekenen wordt dit bedrag vermenigvuldigd met het percentage dat volgt uit het delen van de toegekende subsidie door de totale subsidiabele kosten van het project.

    • 5.

      De in het tweede en derde lid genoemde voorschotten samen bedragen maximaal 80% van de verleende subsidiabele kosten. Indien de voorschotten alleen zien op gemaakte en betaalde kosten, zoals bedoeld in lid 3, kan tot maximaal 100% van de verleende subsidiabele kosten aan voorschot worden verleend. In afwijking van de eerste zin in het vorige lid kan een voorschot tot een maximum van 100% van de subsidiabele kosten worden verstrekt, indien:

      • ·

        het zeer aannemelijk is dat het project conform, de subsidievoorwaarden op afzienbare termijn kan worden afgerond,

      • ·

        het aannemelijk is dat de kosten die nog gemaakt worden subsidiebal gesteld zullen worden, en

      • ·

        het niet toekennen van de het voorschot onredelijke gevolgen voor de cash flow van de aanvragende onderneming heeft.

    • 6.

      Indien de subsidieaanvrager in gebreke blijft met het indienen van een deugdelijke voortgangsrapportage kan de subsidie ingetrokken of verlaagd worden

  • II.

    Dit wijzigingsbesluit treedt in werking de dag na publicatie en werkt terug tot 5 februari 2018.

De geconsolideerde tekst van OP EFRO Valorisatie C 2018 is weergegeven op www.snn.eu