Verordening adviescommissie voor beeldende kunst 2002

1. De commissie adviseert het college van burgemeester en wethouders omtrent het uitvoeren van de percentageregeling beeldende kunst.

2. Het adviseren, als bedoeld in lid 1, geschiedt op verzoek van het college van burgemeester en wethouders, dan wel uit eigen beweging.

1. De commissie bestaat uit een door het college van burgemeester en wethouders te benoemen aantal leden:

• a.

  een voorzitter: een persoon met belangstelling voor de beeldende kunst;

• b.

  overige leden:

• 1.

  een deskundige op het gebied van de beeldende kunst;

• 2.

  een architect, stedenbouwkundige of landschapsarchitect.

2. De leden worden benoemd voor een periode van vier jaren, welke periode gelijk is aan de zittingsperiode van het college van burgemeester en wethouders.

3. In tussentijdse vacatures voorziet het college van burgemeester en wethouders zo spoedig mogelijk; de alsdan benoemde leden hebben zitting tot het tijdstip waarop zij, wier plaats zij innemen, zouden hebben moeten aftreden.

4. Het college van burgemeester en wethouders kan aan een lid tussentijds ontslag verlenen.

5. Aftredende leden hebben zitting tot in hun opvolging is voorzien.

6. Bij verhindering van de voorzitter om als zodanig op te treden wordt hij door een door de voorzitter aan te wijzen ander lid van de commissie vervangen.

1. Als secretaris van een commissie treedt op een door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen ambtenaar.

2. De secretaris woont de vergaderingen van de commissie bij, dient de commissie eventueel van advies en draagt zorg voor het verslag, waarin alleen afspraken en conclusies, alsmede de onderscheidende standpunten worden vastgelegd. De voorzitter kan in bijzondere gevallen bepalen dat uitgebreider wordt genotuleerd.

3. De commissie stelt zo mogelijk in de eerstvolgende vergadering het verslag vast.

4. Tenzij de commissie anders besluit maakt de secretaris van een besloten vergadering een afzonderlijk verslag, dat aan de leden wordt toegezonden. De commissie beslist in de volgende vergadering met gesloten deuren over dat verslag; de wijzigingen of aanvullingen waartoe de commissie besluit, worden direct in het verslag gebracht en door de voorzitter en secretaris geparafeerd.

5. Burgemeester en wethouders of de voorzitter van de commissie kunnen ambtenaren en deskundigen uitnodigen in een vergadering van de commissie te verschijnen.

1. De commissie vergadert zo dikwijls de voorzitter of burgemeester en wethouders dit nodig oordelen en tevens indien de leden van de commissie de wens daartoe met opgave van redenen, schriftelijk te kennen hebben gegeven. In het laatste geval wordt een vergadering gehouden binnen drie weken, nadat het daartoe strekkende verzoek bij de voorzitter is ingediend. Jaarlijks wordt een schema van vaste vergaderdata van de commissie vastgesteld en ter kennis gebracht van de leden van de gemeenteraad en de pers.

2. De commissie wordt tijdig, tenminste vier werkdagen tevoren, ter vergadering geroepen. De oproepingsbrief vermeldt – spoedeisende gevallen uitgezonderd – de te behandelen onderwerpen.

3.

• a.

  Tegelijk met de oproeping wordt door de voorzitter dag, tijdstip en plaats van de openbare commissievergadering ter openbare kennis gebracht. De oproeping voor de vergadering wordt, tegelijk met de oproeping aan de leden, mede ter kennisneming toegezonden aan de pers.

• b.

  De aan de commissie overgelegde stukken, betrekking hebbende op de in een openbare vergadering te behandelen onderwerpen liggen ter gemeentesecretarie voor een ieder ter inzage.

4.

• a.

  De vergaderingen van de commissie worden in het openbaar gehouden. De commissie vergadert besloten, voor zover het aangelegenheden betreft waarvan openbaarmaking de privacy van de burger en/of gemeentelijk belang kunnen schaden.

• b.

  De deuren van de vergadering worden gesloten, wanneer de voorzitter of tenminste een lid van de commissie, dit met het oog op de te behandelen zaak nog achten. De commissie beslist vervolgens of met gesloten deuren wordt vergaderd.

5. De vergadering wordt gehouden wanneer de meerderheid van de zitting hebbende leden aanwezig is.

6. Wanneer het vereiste aantal leden niet is opgekomen, worden de aan de orde zijnde onderwerpen door de voorzitter geplaatst op de agenda van de binnen veertien dagen te houden nieuwe vergadering, in welke vergadering die onderwerpen in elk geval worden behandeld, ongeacht het aantal aanwezige leden.

7. Bij vergaderingen worden niet meer toehoorders toegelaten dan de beschikbare ruimte naar het oordeel van de voorzitter toelaat.

8. De adviezen van de commissie worden vastgesteld bij volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen. In het advies wordt melding gemaakt van het minderheidsstandpunt.

9. In bijzondere gevallen, ter beoordeling van het college van burgemeester en wethouders, kunnen de leden van de commissie schriftelijk worden gehoord. Indien schriftelijke afdoening bij één of meerdere leden op bezwaar stuit, vindt de behandeling van het desbetreffende onderwerp in een vergadering plaats.

1. Na de opening van de vergadering kunnen de aanwezigen, die geen commissielid zijn, het woord voeren over al dan niet op de agenda vermelde onderwerpen.

2. De in het eerste lid bedoelde personen die van het spreekrecht gebruik willen maken melden dit voor de vergadering bij de secretaris.

3.

• a.

  De totaal beschikbare spreektijd bedraagt maximaal 30 minuten.

• b.

  Zij die zich als spreker hebben aangemeld verkrijgen van de voorzitter successievelijk gedurende maximaal vijf minuten het woord.

• c.

  Indien zich meer dan zes sprekers hebben aangemeld wordt de totale beschikbare spreektijd evenredig over hen verdeeld.