Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Schagen houdende regels omtrent naamgeving en nummering (Uitvoeringsvoorschriften naamgeving en nummering (adressen) 2019 gemeente Schagen)

Geldend van 27-09-2019 t/m heden

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Schagen houdende regels omtrent naamgeving en nummering (Uitvoeringsvoorschriften naamgeving en nummering (adressen) 2019 gemeente Schagen)

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Schagen;

gelet op de “Verordening naamgeving en nummering (adressen) 2019”;

besluiten vast te stellen:

“Uitvoeringsvoorschriften naamgeving en nummering (adressen) 2019 gemeente Schagen”.

A. Technische uitvoeringsvoorschriften

Artikel 1 Wijze van toekenning van nummers en naamgeving

De wijze van toekenning gebeurt zoals beschreven in de Verordening naamgeving en nummering 2019 en in deze uitvoeringsvoorschriften.

Artikel 2 Eisen aan en plaatsing van de naam- en nummerborden

  • 1. Het aanbrengen van naam- en nummerborden moet voldoen aan het gestelde in de Verordening naamgeving en nummering 2019.

  • 2. Indien voor wat betreft de nummerdrager niet wordt voldaan aan het voorschrift van het eerste lid, hebben de nummerdragers een mate van leesbaarheid die ten minste gelijkwaardig is aan wat wordt beoogd met het eerste lid.

B. Administratieve uitvoeringsvoorschriften voor namen en nummers (adressen)

Artikel 3 Naamgeving van woonplaatsen en begrenzing

De naamgeving van de woonplaatsen is afgestemd op het hedendaagse gebruik. Als algemene uitgangspunten gelden:

  • 1.

    Alle te benoemen woonplaatsen binnen de gemeente worden in het besluit met naam genoemd.

  • 2.

    De geometrie van de woonplaatsen wordt vastgelegd in het besluit door middel van een duidelijke kaart.

  • 3.

    De gezamenlijke woonplaatsen bedekken het hele grondgebied van de gemeente (niet-overlappend).

  • 4.

    Waar mogelijk worden de kadastrale gemeentegrenzen aangehouden.

Artikel 4 De indeling in wijken en buurten

Het college kan binnen de woonplaatsen van de gemeente wijken en buurten afbakenen. Hierbij sluit de gemeente aan op de door het CBS voorgestelde werkwijze.

Artikel 5 De nummering van objecten

De volgende uitgangspunten worden gehanteerd bij het toekennen van nummeringen aan objecten:

  • 1.

    Bij vergunningverlening moet in een correcte adresaanduiding voorzien zijn.

  • 2.

    Verblijfsobjecten, standplaatsen en ligplaatsen worden oplopend genummerd met even en oneven nummers ieder aan één zijde van de openbare ruimte.

  • 3.

    Het nummer kan alleen worden toegekend binnen een officiële naamgeving van een openbare ruimte.

  • 4.

    Verblijfsobjecten worden genummerd aan de openbare ruimte waaraan de hoofdtoegang gelegen is.

  • 5.

    Het nummer bestaat eerst uit een getal, het zogenaamde huisnummer.

  • 6.

    Indien nodig wordt het nummer gevolgd door een letter, zijnde een hoofdletter. De hoofdletters I en O worden, in verband met verwarring met cijfers, niet gebruikt.

  • 7.

    Indien nodig wordt een nummeraanduiding gevolgd door een nummertoevoeging. Aan de nummering van de bepaalde objecten worden de volgende lettertoevoegingen toegekend, waarbij deze lettertoevoeging in de regel gevolgd wordt door een cijfer:

    • a.

      garageboxen in serie krijgen als nummertoevoeging een “g”;

    • b.

      trafo’s krijgen als nummertoevoeging een “t”;

    • c.

      windturbines krijgen als nummertoevoeging een “wt”;

    • d.

      pompgemalen krijgen als nummertoevoeging een “pg”;

    • e.

      recreatiewoningen op een recreatiepark krijgen als nummertoevoeging een “h”;

    • f.

      recreatiewoningen op het erf bij een hoofdverblijf krijgen de toevoeging “rv”;

    • g.

      bestaande, afwijkende nummertoevoegingen van het hierboven genoemde onder a t/m f worden gewijzigd indien daartoe aanleiding bestaat en in overleg met betrokkenen.

  • 8.

    Bij het toekennen van nummers, gelden de volgende regels (afhankelijk van de bestaande situatie):

    • a.

      De nummers lopen op vanuit het centrum van de woonplaats, of vanuit een voor dit doel vast te stellen centraal punt.

    • b.

      Op wegen die loodrecht op deze richting liggen, nummeren volgens de richting met de wijzers van de klok mee.

    • c.

      In deze situatie moeten de nummers aan de ene kant oneven en aan de andere kant even zijn. In principe wordt de linkerkant van de weg voorzien van oneven nummeraanduidingen en de rechterkant voorzien van even nummeraanduidingen. Dit geldt eveneens voor het geval dat de weg slechts aan één zijde wordt bebouwd, en voor gebouwen die niet direct aan de weg zijn gelegen. Een gekozen systeem dient zo goed mogelijk consequent te worden doorgevoerd. Bij doodlopende wegen dient de nummering vanaf de aangrenzende weg aan te vangen.

    • d.

      Bij bovenstaande wijze van toekennen van nummers, geldt dat bij de per kern gehanteerde methode van nummering wordt aangesloten.

    • e.

      Burgemeester en wethouders kunnen van bovenstaande regels genoemd onder 7a. t/m d. afwijken, indien dit gewenst en/of noodzakelijk is.

  • 9.

    Wanneer een weg begint of eindigt met, dan wel onderbroken wordt door een plein dat dezelfde naam draagt als die weg, moet worden doorgenummerd alsof het plein een onderdeel van die weg is.

  • 10.

    Verblijfsobjecten met toegangen aan verschillende wegen worden genummerd aan de openbare ruimte waaraan de hoofdtoegang gelegen is. Andere toegangen voor hetzelfde verblijfsobject kunnen worden voorzien van een nevenadres, mits dit aan de definitie(s) voldoet zoals gesteld in het kader van de Wet Bag.

  • 11.

    Het nummeren van gebouwen met meer dan één bouwlaag waarin meer nummers vereist zijn, moet worden begonnen bij de onderste bouwlaag. Wanneer zich de mogelijkheid voordoet om zowel in horizontale als verticale richting te nummeren dan dient steeds eerst te worden gekozen voor horizontaal in richting van nummering en vervolgens verticaal in klimrichting/looprichting in het gebouw.

  • 12.

    Voor ruimten tussen gebouwen, die in de toekomst mogelijk bebouwd worden, moet (voor zover dit mogelijk is) het maximaal te verwachten aantal nummeraanduidingen worden gereserveerd.

  • 13.

    Voor zover niet in deze regels opgenomen, gelden de bepalingen van de NEN norm 1773 (wijze van nummeren en de plaats van de nummeraanduiding).

Artikel 6 De opmaak van documenten

Het besluit tot toekennen, intrekken of wijzigen van naamgeving aan een openbare ruimte dan wel een nummeraanduiding bestaat uit een besluit met een situatietekening. Het besluit moet:

  • a.

    aangeven welke naamgevingen/nummeringen zijn toegekend, gewijzigd en/of ingetrokken;

  • b.

    een verwijzing bevatten naar de bijbehorende situatietekening(en);

  • c.

    indien mogelijk bij het nummerbesluit het gebruiksdoel vermelden van het te nummeren object;

  • d.

    de ingangsdatum en datum van het besluit vermelden;

  • e.

    de naam van de ondertekenaar vermelden;

  • f.

    vermelden namens wie het besluit is genomen;

  • g.

    op basis van welke wetgeving het genomen is;

  • h.

    indien mogelijk en van toepassing de toegekende postcode vermelden.

Artikel 7 De registratie en het register in het kader van de Wet Bag

De gemeente is gehouden aan de voorschriften van de Wet Bag inzake registratie en register van brondocumenten.

Artikel 8 Huisnummerbordje

  • 1. Binnen vier weken na de inwerkingtreding van een besluit tot het toekennen van een nummeraanduiding dient het verblijfsobject voorzien te zijn van een nummerbordje met het correcte, door de gemeente vastgestelde nummer.

  • 2. Bij nieuwbouw dient het nummerbordje bij oplevering van het object geplaatst te zijn.

C. Nadere richtlijnen voor het vaststellen van openbare ruimten (straatnamen)

Artikel 9 Algemene richtlijnen voor het vaststellen van openbare ruimten

  • 1. Bij de ontwikkeling van een nieuwe wijk wordt zo veel mogelijk gewerkt met een bepaald thema.

  • 2. Nieuwe namen worden zo veel mogelijk ontleend aan:

    • a.

      reeds bestaande thema’s die in die wijk/buurt worden gehanteerd;

    • b.

      cultuurhistorische namen;

    • c.

      algemeen bekende en vertrouwde, concrete zaken uit de natuur en het leven;

    • d.

      veldnamen;

    • e.

      plaatselijke gebeurtenissen welke langer dan 10 jaar geleden hebben plaatsgevonden;

    • f.

      personen die van belang zijn geweest voor de gemeenschap.

  • 3. Er wordt terughoudend omgegaan met het vernoemen van namen van gebouwen.

  • 4. In het volgende geval kan worden afgeweken van het vernoemen van personen, als bedoeld in lid 7:

    • a.

      leden van het Koninklijk Huis kunnen bij leven vernoemd worden;

    • b.

      vernoeming van leden van het Koninklijk Huis dient voorgelegd te worden aan de Rijksvoorlichtingsdienst.

  • 5. Voor een goede vindbaarheid en ter vermijding van verwarring wordt bij voorkeur gekozen voor namen:

    • a.

      die geen klankovereenkomst, gelijkluidendheid of verwantschap van begrip opleveren;

    • b.

      die gemakkelijk en ongedwongen uit te spreken zijn;

    • c.

      die niet langer dan 24 karakters zijn, incl. spaties en leestekens;

    • d.

      waarbij afkortingen en diacrieten in de naam zo veel mogelijk worden vermeden;

    • e.

      met een schrijfwijze, waarvan de eerste letter van de naam met een hoofdletter begint;

    • f.

      waarbij alle lidwoorden behorende bij de straatnaam worden geschreven met een hoofdletter

    • g.

      waarbij het gebruik van toevoegingen als straat, weg, wei, laan, plein, dijk etc. zo veel mogelijk in overeenstemming is met de feitelijke situatie;

    • h.

      waarbij aanduidingen en namen waarin getallen voorkomen ongewenst zijn;

    • i.

      waarbij in elkaars verlengde liggende openbare ruimten, die het karakter van een straat hebben, dezelfde naam krijgen, terwijl evenwijdig aan een weg lopende fiets- en voetpaden en ventwegen dezelfde naam als de hoofdweg krijgen;

    • j.

      een uitzondering op het voorgaande lid vormt een ventweg (welke slechts beperkt bereikbaar is en) waarop verblijfsobjecten uitwegen;

  • 6. Alvorens een besluit wordt genomen tot vaststelling van een straatnaam worden, indien bestaand, de plaatselijke historische vereniging en/of dorpsraad geraadpleegd. Indien de naamgeving betrekking heeft op een bedrijventerrein kan het college advies vragen aan vertegenwoordigers van de lokale ondernemers.

  • 7. Indien wordt gekozen voor het vernoemen van personen dienen die hieronder opgenoemde punten uitgevoerd te worden (zie ook Benoemen, nummeren en begrenzen, uitgave van de VNG):

    • a.

      De te vernoemen persoon moet langer dan 10 jaar terug overleden zijn;

    • b.

      Er dient een uitgebreid antecedentenonderzoek plaats te vinden. Hieruit moet blijken dat de te vernoemen persoon onomstreden is en een goede reputatie heeft;

    • c.

      Het moet gaan om aansprekende en vooraanstaande personen;

    • d.

      De personen moeten een verdienstelijke bijdrage hebben geleverd binnen de lokale/nationale/internationale gemeenschap;

    • e.

      Er dient toestemming te zijn van de nabestaanden;

    • f.

      De naamgeving dient te passen in de omgeving. Dit komt de vindbaarheid ten goede. Voorbeeld: persoonsnamen passen niet in een wijk met alleen maar vogelnamen;

    • g.

      De naam van de persoon moet eenvoudig te spellen zijn en maximaal 24 karakters hebben;

    • h.

      De naam wordt voor advies voorgelegd aan de historische vereniging en/of dorpsraad;

    • i.

      Terughoudendheid betrachten met voornamen, voorletters en titels bij personen en waar nodig hoogstens vermelding van waardigheden of ambten;

    • j.

      Bij vernoeming van personen wordt een verklarende tekst vastgesteld. In andere gevallen kan het college afzonderlijk hiertoe besluiten. Verklarende teksten worden beperkt tot 60 karakters, incl. spaties en leestekens;

    • k.

      Bij het vernoemen dienen geen precedenten geschapen te worden.

D. Slotbepalingen

Artikel 10 Hardheidsclausule

De bovenstaande beleidsregels dienen opgevolgd te worden, tenzij dat voor één of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding met het doel dat deze beleidsregels nastreven.

Bij het afwijken van deze beleidsregels moet rekening worden gehouden met de Wet bag en de nadere uitwerking van deze wet in andere regels.

Artikel 11 Inwerkingtreding uitvoeringsvoorschriften

Deze voorschriften treden in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

Artikel 12 Vervallen oude regels

Met de inwerkingtreding van deze uitvoeringsvoorschriften vervallen alle eerdere gemeentelijke uitvoeringsvoorschriften met betrekking tot naamgeving en nummering (adressen).

Artikel 13 Citeertitel

Deze uitvoeringsvoorschriften kunnen worden aangehaald als ‘Uitvoeringsvoorschriften naamgeving en nummering 2019 adressen gemeente Schagen’.

Ondertekening

Aldus besloten door burgemeester en wethouders van Schagen op 27 augustus 2019 ,

Burgemeester en wethouders van de gemeente Schagen,

de secretaris,

de burgemeester,

TOELICHTING

Hoofdstuk A. Technische uitvoeringsvoorschriften

Artikel 1 en 2

Eisen die gesteld worden aan en plaatsing van borden staan uitgeschreven in de NEN 1772 (herziene uitgave 2010 van het Nederlands Normalisatie Instituut in Delft). Straatnaamborden en (huis)nummerborden vormen samen de laatste schakel in de bewegwijzering naar een individueel adres. Ze maken deel uit van het lokale informatiesysteem met als functie alle doelen en adressen goed vindbaar te maken. In de uitgave van 2010 wordt in het bijzonder aandacht besteed aan opvallendheid, zichtbaarheid en leesbaarheid, zowel bij daglicht, schemer als nacht.

Uniforme uitvoering en plaatsing van deze borden zijn essentieel voor het goed functioneren van het informatiesysteem en komt de verkeersveiligheid ten goede. Ze voorkomen zoekgedrag van weggebruikers, waardoor het aantal verkeersonveilige situaties wordt beperkt. Dit heeft weer een positief effect op de verkeersdoorstroming. Daarnaast is het voor de herkenning van belang, zeker wanneer elke seconde telt (hulpdiensten).

Nummerdragers worden door de eigenaren/gebruikers zelf op de objecten aangebracht. In de besluiten nummeraanduiding is de eis opgenomen dat het te voeren (huis)nummer in Arabische cijfers en eventuele letteraanduiding in hoofdletters wordt aangebracht. Afwijking in de NEN-eisen van de nummerdragers wordt gedoogd, omdat dit niet te handhaven is.

De straatnaamborden worden door de overheid geplaatst. Deze dienen wel aan de voorschriften te voldoen. Het handboek Benoemen, nummeren en begrenzen van de VNG is een eenduidige leidraad voor gemeenten op een beleidsterrein waar eigenlijk elke gemeente haar eigen regels hanteert.

Hoofdstuk B Administratieve uitvoeringsvoorschriften namen en nummers (adressen)

Artikel 3

In artikel 6 van de Wet bag is de gemeenteraad het bevoegd orgaan om woonplaatsen af te bakenen en te benoemen binnen de eigen gemeentegrenzen. De raad heeft deze bevoegdheid gedelegeerd aan het college door middel van een delegatiebesluit dat op 26 maart 2013 is genomen.

Artikel 4

Dit artikel spreekt voor zich.

Artikel 5

  • a.

    Hoofdregel Systeem A: dit systeem houdt in dat de nummers oplopen, gerekend vanuit het centrum van de gemeente.

  • b.

    Nevenregel Systeem B: de regel van dit systeem houdt in dat de nummers oplopen, gerekend van noord naar zuid en van west naar oost.

  • c.

    Nevenregel Systeem C: de nummering vindt in dit systeem plaats gerekend vanaf hoofdwegen naar het einde van (doodlopende) zijwegen of woonerven.

Bij criteria voor zelfstandigheid is aansluiting gezocht bij wat in de Huisvestingswet, Wet Woz, Wet Bag en het Burgerlijk Wetboek als zelfstandige woning/object wordt beschouwd. Van belang is dat een woonruimte met eigen voorzieningen toch niet zelfstandig is als de toegang door een bedrijf, winkel of andere woonruimte voert, omdat dan niet wordt voldaan aan de eisen die aan een toegangsroute worden gesteld. Een uitzondering hierop zijn de zorgcomplexen en de studentenhuisvesting.

Voor niet-woonruimten geldt hetzelfde, zij het dat de noodzakelijke voorzieningen afhankelijk zijn van de gebruiksfunctie. Een douche is bijvoorbeeld geen wezenlijke voorziening voor een winkel; een winkel zonder douche kan zelfstandig zijn. Voor de afbakening van verblijfsobjecten dient de Wet Bag en de daaruit voortvloeiende regelingen gevolgd te worden.

Er zijn diverse soorten bouwwerken die op grond van de Wet bag niet of slechts in bepaalde gevallen als te nummeren en te registreren object kunnen worden beschouwd. Toch kan het, gelet op het maatschappelijk belang van deze objecten, zinvol zijn hier een nummeraanduiding aan toe te kennen, zodat de locatie en vindbaarheid eenduidig is vastgelegd. In dit geval wordt het object niet opgenomen in de bag-registers, tenzij organisatiebreed de afspraak is gemaakt om ook niet-authentieke adressen op te nemen. Deze niet-authentieke adressen worden dan als zodanig opgenomen in de bag-registers.

Artikel 6

Sloop:

De nummeraanduiding wordt ingetrokken als het object wordt gesloopt. Ook als er een nieuw object voor in de plaats komt. Er wordt dan een nieuw nummerbesluit genomen welke behoort bij het nieuw te realiseren object. Dit kan dezelfde nummeraanduiding hebben als het te slopen/gesloopte object.

Splitsing:

Bij splitsing van een object vervalt de bestaande nummeraanduiding en wordt een nieuw besluit genomen. Dit wordt specifiek vermeld in de Wet bag. Meestal wordt de bestaande nummeraanduiding opnieuw gebruikt met toevoeging van opeenvolgende nummers of toevoeging van letters.

Bijvoorbeeld: een pand met één verblijfsobject verandert in een pand met twee verblijfsobjecten boven elkaar. De huidige nummeraanduiding van het pand is 10; dit verandert dan in 10 (beneden) en 10A (boven).

Samenvoeging:

  • 1.

    Het nummer behorend bij de toegang welke onbruikbaar wordt gemaakt, komt te vervallen. Indien sprake is van één object met meerdere ingangen, krijgt het object één nummer, overeenkomstig het bepaalde in dit besluit.

  • 2.

    Indien er sprake is van samenvoeging van objecten en er wordt geen toegang onbruikbaar gemaakt gelden de volgende uitgangspunten:

Bij samenvoeging van twee:

  • a.

    boven elkaar gelegen objecten komt het nummer van het bovenste object te vervallen (uitzondering: indien het hoofdnummer (per abuis) op het bovenste object is genomen en het nummer met een letteraanduiding op het onderste, dan zal het nummer met de letteraanduiding vervallen);

  • b.

    naast elkaar gelegen objecten komt het hoogste nummer te vervallen, of

    • -

      in geval van verfijning door middel van toevoeging van een letter, het nummer met de toevoeging, of

    • -

      in geval van verfijning door middel van toevoeging van een cijfer, het nummer met de toevoeging met het hoogste cijfer.

Vernummering:

Soms is het noodzakelijk (bijvoorbeeld t.b.v. de vindbaarheid) om meerdere objecten om te nummeren. Bij gelijktijdig besluit worden de oude nummeraanduidingen ingetrokken en de nieuwe vastgesteld.

Een besluit tot vernummering treedt na een redelijke termijn in werking. Dit om de betrokkenen de gelegenheid te geven hun nieuwe adres te laten doorvoeren bij de diverse instanties, bedrijven e.d.

Nummering op verzoek:

Indien de noodzaak daarvoor in verband met gewijzigde of te wijzigen omstandigheden is aan te tonen, kan een bestaand nummer (of adres) wijzigen, waardoor eventueel het oude nummer moet worden ingetrokken en een nieuw nummer moet worden toegekend. De noodzaak moet door het college worden vastgesteld. Leidend is de logische en systematische opbouw van straatnaamgeving en nummeraanduiding. De wensen van de aanvrager rond adressering kunnen dus slechts in beperkte mate van invloed zijn op het precieze nummer/adres dat wordt toegekend.

Artikel 7

Dit artikel spreekt voor zich.

Artikel 8

Voor de vindbaarheid van het object is het raadzaam om de toegekende nummeraanduiding zo spoedig mogelijk aan of bij het object te plaatsen.

Bij nieuwbouw dient het nummerbesluit gelijktijdig genomen te zijn met de verlening van de omgevingsvergunning. Dit heeft te maken met de registratie van het pand en het verblijfsobject in de bag-registers. Volgens de Wet bag kan een verblijfsobject niet bestaan zonder een nummeraanduiding en deze ontstaat volgens deze wet al bij vergunningverlening voor de bouw ervan. Dan is het niet mogelijk om binnen vier weken na het besluit het nummerbordje te bevestigen.

Hoofdstuk C Nadere richtlijnen voor het vaststellen van openbare ruimten (straatnamen)

Artikel 9

Namen van openbare ruimten dienen herkenbaar te zijn. Verwarring door uitspraak moet worden vermeden.

De wijziging van een naam voor een openbare ruimte dient alleen te gebeuren als dit echt noodzakelijk is. Met name voor aanwonenden en/of bedrijven heeft dit een nog grotere impact dan hernummeren. In beide gevallen moet een gedegen afweging worden gemaakt, waarbij het algemene belang, de veiligheid en vindbaarheid deel uitmaken van deze afweging.

In de Wet bag is opgenomen dat de naam van een openbare ruimte niet langer mag zijn dan 80 karakters. Tot op heden kan het personenregister (Basisregistratie Personen (BRP)) niet meer dan 24 karakters kwijt. Om deze reden en om praktische redenen is een dergelijke lange naam niet handig. Als praktische reden valt te denken aan adresvensters van enveloppen en de grootte van straatnaamborden.

Terughoudendheid bij het vernoemen van personen en bouwwerken

Het vernoemen van personen in de naamgeving van openbare ruimten vergt veel voorbereiding, zoals een antecedentenonderzoek en toestemming van evt. nabestaanden. Garanties dat een antecedentenonderzoek alle informatie boven tafel krijgt, kunnen niet gegeven worden. Daarnaast is vernoeming van personen op verzoek van derden veelal een door emotie gedragen verzoek. Niet iedereen zal die bepaalde emotie ook voelen bij de voorgedragen persoon. Er kan zelfs weerstand ontstaan bij bepaalde mensen. Een dergelijke discussie dient op voorhand vermeden te worden.

De kans dat het ene verzoek het andere uitlokt is ook een reële factor waarmee rekening gehouden moet worden. Zo kan de naamgeving binnen de gemeente een verspreide soort naamgeving in de hand werken, terwijl het uitgangspunt is dat er zo veel mogelijk met thema’s gewerkt wordt. Dit bevordert de herkenbaarheid van dat deel van de woonplaats.

Wanneer een persoon wel wordt vernoemd in een straatnaam, dienen de nodige stappen ondernomen te worden alvorens wordt overgegaan tot besluitvorming.

In de uitvoeringsvoorschriften is tevens opgenomen dat er terughoudend moet worden omgegaan met verzoeken tot vernoemen van bepaalde bouwwerken. Hierbij kan gedacht worden aan namen van boerderijen e.d. Recentelijk zijn problemen gerezen bij een straatnaam welke de naam draagt van een boerderij die daar ooit gestaan heeft. Het idee op zich was leuk, maar de informatie over de te vernoemen boerderij was niet volledig. Het bleek dat de naam van deze boerderij ook op een andere boerderij in dezelfde woonplaats prijkt. Navigatiesystemen zijn in deze het struikelblok. Deze systemen worden niet up to dat gehouden waardoor het kan voorkomen dat men uitkomt bij de boerderij met die naam en niet bij het adres met die straatnaam. Dit betekent veel overlast voor de bewoners van de boerderij. Intrekking van de straatnaam is in dit geval ook niet wenselijk, omdat er al woningen staan. Terugmeldingen naar de leveranciers van dergelijke navigatiesystemen gebeurt wel, maar de verwerking kan lang duren.

Hoofdstuk DSlotbepalingen

Artikel 10

De Wet bag is een bijzondere wet en dient derhalve te allen tijde uitgevoerd te worden. Een besluit nemen dat afwijkt van de regels zoals gesteld in deze wet, is dan ook niet aan de orde. Alleen indien er strijdigheid is met andere bijzondere wetgeving kan er onder vermelding van een deugdelijke motivering worden afgeweken.

Het intrekken en toekennen van namen voor openbare ruimten is behouden aan het college van burgemeester en wethouders. Deze te nemen besluiten zijn gemandateerd aan de in het ondermandaatbesluit genoemde ambtenaren.

Alle besluiten dienen aan de opgesomde gegevens te voldoen, zodat duidelijk is namens wie het besluit genomen wordt en wanneer het in werking treedt. Voor de duidelijkheid is het van belang dat het besluit gepaard gaat met een situatietekening. Deze duidelijkheid is niet alleen in het belang van de eigen organisatie, maar ook in het belang van derden.

Artikel 11

In artikel 3:40 van de Algemene wet bestuursrecht staat dat een besluit niet in werking treedt nadat het bekend is gemaakt.

Artikel 12

Dit artikel spreekt voor zich.