Regeling vervallen per 30-06-2015

Cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren Scherpenzeel 2010

Geldend van 30-06-2015 t/m 29-06-2015

Intitulé

Cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren Scherpenzeel 2010

De raad van de gemeente Scherpenzeel,

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 april 2010,

gelet op artikel 147 van de Gemeentewet, artikel 47 van de Wet werk en bijstand en artikel 12 eerste lid onderdeel d van de Wet investeren in jongeren,

besluit

  • 1.

    Verordening Cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren Scherpenzeel 2010 vast te stellen.

  • 2.

    De Verordening Cliëntenparticipatie vastgesteld door de rad op 31 januari 2002 en laatstelijk aangepast op 8 november 2007, in te trekken.

CLIENTENPARTICIPATIE WET WERK EN BIJSTAND EN WET INVESTEREN IN JONGEREN SCHERPENZEEL 2010

Artikel 1 - Begripsbepalingen

  • 1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand (WWB), de Wet investeren in jongeren (WIJ) en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

  • 2. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      de wet: de Wet werk en bijstand (WWB); Wet investeren in jongeren (WIJ);

    • b.

      aanverwante regelingen: de wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), de wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) en het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen (Bbz);

    • c.

      cliënt:de persoon, die een uitkering ontvangt op grond van de wet of een aanverwante regeling (als onder b), alsmede de persoon die behoort tot de personenkring als omschreven in artikel 7, eerste lid onder a van de Wet werk en bijstand alsmede de persoon die behoort tot de personenkring als omschreven in artikel 2 Wet investeren in jongeren;

    • d.

      het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Scherpenzeel;

Artikel 2 Doelstelling

Het doel van cliëntenparticipatie is dat cliënten invloed kunnen uitoefenen op het lokaal beleid op het terrein van de wet en aanverwante regelingen. Ten behoeve van dit doel is een cliëntenraad opgericht.

Artikel 3 Taak

  • 1. De taak van de cliëntenraad bestaat uit:

    • a.

      het gevraagd en ongevraagd adviseren aan het college over beleid inzake en uitvoering van de wet en aanverwante regelingen; en:

    • b.

      het gevraagd en ongevraagd adviseren aan de raad over beleid inzake de wet en aanverwante regelingen.

  • 2. Tot de onder het eerste lid genoemde onderwerpen behoren geen klachten, bezwaarschriften of andere zaken, die op individuele cliënten betrekking hebben, maar wel de hiervoor gehanteerde beleidsrichtlijnen en de wijze waarop deze worden uitgevoerd.

  • 3. De cliëntenraad adviseert niet inzake het personeels- en organisatiebeleid van de afdeling Sociale Zaken.

Artikel 4 Samenstelling

  • 1. De cliëntenraad bestaat uit cliënten van VraagWijzer.

  • 2. De cliëntenraad bestaat uit minimaal 3 en maximaal 15 leden.

  • 3. De voorzitter van de cliëntenraad wordt door burgemeester en wethouders op voordracht van de cliëntenraad benoemd. De voorzitter kan uit de leden worden benoemd,; die cliëntenraad is bevoegd om een “niet-cliënt”, als onafhankelijk voorzitter voor te dragen. In dat geval wordt deze voorzitter volledig lid van de cliëntenraad en zal gedurende 3 jaar in functie blijven. De secretaris is terstond herbenoembaar. De voorzitter kan tussentijds worden ontslagen op eigen verzoek dan wel op voordracht van de cliëntenraad, indien de voorzitter niet meer het vertrouwen van de cliëntenraad bezit.

  • 4. De cliëntenraad kiest uit haar midden een plaatsvervangend voorzitter.

  • 5. Het lidmaatschap en het voorzitterschap van de cliëntenraad zijn niet verenigbaar met:

    • a.

      het lidmaatschap van de raad;

    • b.

      het lidmaatschap van het college;

    • c.

      het lidmaatschap van een door de raad, het college of de burgemeester op basis van de Gemeentewet ingestelde commissie.

Artikel 5 benoeming

De leden worden benoemd voor een periode van 3 jaar. Zij zijn terstond herbenoembaar, tenzij kandidaten op de kandidatenlijst staan vermeld. De leden van wie de zittingsperiode is afgelopen kunnen, indien zij dat wensen, opnieuw op de kandidatenlijst worden geplaatst, waarbij de datum van aftreden geldt als datum melding.

Artikel 6 Einde lidmaatschap

Het lidmaatschap eindigt:

  • -

    door verloop van de periode als bedoeld in artikel 5;

  • -

    op verzoek van het betreffende lid;

  • -

    als het lid geen cliënt meer is;

  • -

    door ontslag door het college.

Artikel 7 Ontslag

  • 1.

    Een lid kan door het college worden ontslagen op voordracht van de cliëntenraad en nadat het lid door het college is gehoord, indien:

  • -

    het lid handelt in strijd met deze verordening;

  • -

    het lid handelt in strijd met de besluiten en afspraken van de cliëntenraad;

  • -

    het lid herhaaldelijk zonder goede rede verzuimt aan de vergaderingen van de cliëntenraad of een commissie of werkgroep daaruit deel te nemen;

  • -

    het lid de vergaderorde herhaaldelijk verstoort.

  • 2.

    Over besluiten omtrent een voordracht als bedoeld in lid 1, beslist de cliëntenraad door schriftelijke stemming nadat het betreffende lid in de gelegenheid is gesteld zijn zienswijze daaromtrent kenbaar te maken. Voor een besluit tot een voordracht voor ontslag is een 2/3 meerderheid van het aantal aanwezige leden noodzakelijk.

  • 3.

    De cliëntenraad kan bij het besluit omtrent de voordracht tot ontslag besluiten een lid voor maximaal 3 maanden te schorsen.

Artikel 8 taken voorzitter en secretaris

De voorzitter en de secretaris dragen er zorg voor dat de uitnodigingen en de agenda, alsmede eventuele bijlagen, voor de vergaderingen tijdig aan alle leden worden toegezonden. Alle leden zijn bevoegd agendapunten bij de secretaris in te dienen. Deze punten zullen dan op de agenda worden geplaatst.

Artikel 9 Vergaderingen

  • 1. De cliëntenraad vergadert zo vaak als hij dat nodig acht.

  • 2. Op verzoek van tenminste 3 leden is de voorzitter verplicht binnen 3 weken een vergadering uit te schrijven.

  • 3. Indien de cliëntenraad dan wel het college dat wenst, wordt een vergadering tussen cliëntenraad en de betreffende portefeuillehouder uit het college belegd.

  • 4. Op grond van artikel 84 van de Gemeentewet zijn de vergaderingen van de cliëntenraad als regel openbaar.

Artikel 10 informatieoverdracht

  • 1. Het college draagt er zorg voor dat aan de cliëntenraad, dan wel een door de cliëntenraad samengestelde commissie, de nodige informatie wordt verstrekt ten behoeve van het naar behoren kunnen functioneren van de cliëntenraad.

  • 2. Indien het college de cliëntenraad om advies vraagt ten behoeve van een collegebesluit, gebeurt dit op een zodanig tijdstip, dat het uitgebrachte advies in de voorbereiding van het besluit kan worden betrokken.

  • 3. Het college draagt er zorg voor dat stukken ter bespreking door de cliëntenraad, dan wel een door de cliëntenraad samengestelde commissie, tijdig vóór de vergadering van de cliëntenraad aan de cliëntenraad worden verstrekt.

Artikel 11 Vergaderfaciliteiten

  • 1. Het college stelt voor de reguliere vergaderingen van de cliëntenraad vergaderruimte en kopieerfaciliteiten beschikbaar.

  • 2. Wanneer de cliëntenraad voor de uitoefening van haar taak kosten moet maken, doet zij vooraf een verzoek om vergoeding van deze kosten aan de gemeentelijke budgethouder.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren Scherpenzeel 2010.

Artikel 14 inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 juli 2010.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van 20 mei 2010.
B.S. van Ginkel-Schuur J.J.H. Colijn-de Raat
Griffier (wnd.) voorzitter

TOELICHTING

Toelichting op de Verordening cliëntenparticipatie werk en bijstand en wet investeren in jongeren Scherpenzeel 2010

Artikel 47 Wet werk en bijstand (WWB) schrijft voor dat de gemeenteraad bij verordening regels vaststelt voor de wijze waarop cliënten of hun vertegenwoordigers worden betrokken bij de uitvoering van de WWB. Met ingang van 1 oktober 2009 is de Wet investering in jongeren (WIJ) ingevoerd. Ook deze wet schrijft in artikel 12 voor, dat de gemeente in een verordening de cliëntenparticipatie regelt.

Van de zijde van de regering is ten aanzien van de cliëntenparticipatie WIJ opgemerkt dat het voor de hand ligt om aansluiting te zoeken bij de bestaande vormen van cliëntenparticipatie in het kader van de WWB. Deze suggestie is overgenomen en wordt geformaliseerd door een wijziging van de verordening cliëntenparticipatie WWB. In de verordening worden onder cliënten mede verstaan de jongeren zoals bedoeld in de WIJ.

Het doel van cliëntenparticipatie is dat invloed kan worden uitgeoefend op het lokaal beleid op het terrein van werk en bijstand. Het betreft het beleid ter uitvoering van de WWB, de wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), de wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ), het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen (Bbz) en de WIJ. Om dit doel te bereiken wordt door de gemeente Scherpenzeel een cliëntenraad in het leven geroepen.

Op grond van het eerste lid van artikel 4 van de verordening zal de cliëntenraad bestaan uit cliënten van VraagWijzer. Waar gesproken wordt over cliënten wordt daaronder mede begrepen de jongeren.

Artikel 47 WWB en artikel 12 WIJ bepalen dat in de verordening in ieder geval opgenomen moet worden de wijze waarop:

  • a.

    periodiek overleg wordt gevoerd met cliënten (zijnde de personen, bedoeld in artikel 7, eerste lid WWB en jongeren zoals bedoeld in de WIJ);

  • b.

    cliënten onderwerpen voor de agenda van dit overleg kunnen aanmelden;

  • c.

    cliënten worden voorzien van de voor een adequate deelname aan het overleg benodigde informatie.

In artikel 8 is geregeld dat leden van de cliëntenraad voorstellen of agendapunten in kunnen leveren bij de secretaris van de cliëntenraad. De wijze waarop overleg wordt gevoerd is geregeld in artikel 9 van de verordening.