Regeling vervallen per 01-05-2014

Organisatieregeling Gemeente Schiedam 2007

Geldend van 05-11-2007 t/m 30-04-2014

Intitulé

Organisatieregeling Gemeente Schiedam 2007

ORGANISATIEREGELING GEMEENTE SCHIEDAM 2007

VASTGESTELD BIJ COLLEGEBESLUIT D.D. 30 OKTOBER 2007

gelet op de artikelen 103 en 160 van de Gemeentewet

Hoofdstuk 1: De structuur van de ambtelijke organisatie

Artikel 1 Hoofdstructuur:

  • 1. De ambtelijke organisatie van de gemeente Schiedam bestaat uit organisatorische eenheden.

  • 2. Als organisatorische eenheden worden, afgezien van de Griffie, ingesteld:

  • 1. de directie;

  • 2. de Staf;

  • 3. Wijkontwikkeling;

  • 4. de cluster Maatschappelijke Ontwikkeling;

  • 5. de cluster Stedelijke Ontwikkeling;

  • 6. de cluster Dienstverlening;

  • 7. de cluster Middelen;

  • 8. Gemeente Archief;

  • 9. Sport en Recreatie;

  • 10. Berckenrode Groep Schiedam;

  • 11. Stedelijk Museum Schiedam.

  • 3. Het college van burgemeester en wethouders stelt -met uitzondering van de Griffie- de structuur van een organisatorische eenheid vast.

  • 4. De onderdelen van de clusters in deze structuur worden aangeduid met de algemene benaming afdeling en team.

  • 5. Waar in de navolgende artikelen sprake is van cluster, een afdeling e.d., is de inhoud van deze bepalingen van overeenkomstige toepassing op (de leiding van) de organisatorische eenheden Gemeente Archief, Sport en Recreatie, Stedelijk Museum Schiedam, Berckenrode Groep Schiedam.

  • 6. Waar in de navolgende artikelen sprake is van ambtelijke organisatie, betreft dit alleen de in lid 2 genoemde organisatorische eenheden.

Artikel 2 Beheer:

  • 1. Onder de bestuurlijke verantwoordelijkheid van het college van burgemeester en wethouders is het dagelijks beheer van de ambtelijke organisatie opgedragen aan de gemeentesecretaris (algemeen directeur) en bij diens afwezigheid aan de directeur.

  • 2. Onder de bestuurlijke verantwoordelijkheid van het college van burgemeester en wethouders en de eindverantwoordelijkheid van de gemeentesecretaris is het dagelijks beheer van de clusters opgedragen aan de respectievelijke clustermanagers.

  • 3. Onder de bestuurlijke verantwoordelijkheid van het college van burgemeester en wethouders en de eindverantwoordelijkheid van de gemeentesecretaris is het dagelijks beheer van de afdelingen Staf en Wijkzaken opgedragen aan de algemeen directeur.

  • 4. Onder de bestuurlijke verantwoordelijkheid van het College van burgemeester en wethouders en de eindverantwoordelijkheid van de gemeentesecretaris is het dagelijks beheer van de onderdelen Van de Berckenrode Groep Schiedam, Stedelijk Museum Schiedam, Gemeente Archief en Sport en Recreatie opgedragen aan de directeuren respectievelijk de afdelingsmanagers van deze onderdelen. (note 1)

Artikel 3 Middelenfuncties:

  • 1. De middelenfuncties, waaronder wordt verstaan de financiële, personele, organisatie functie en controlfunctie, zijn ondergebracht in de cluster Middelen.

  • 2. De middelenfuncties zijn belast met:

    • -

      advisering van het bestuur m.b.t. zijn verantwoordelijkheid voor het algemeen beheer van de organisatie;

    • -

      de ondersteuning van de clusters en afdelingen.

  • 3. Met betrekking tot de advisering aan het bestuur op het gebied van de financieel economische en de personeel- en organisatiefunctie, is sprake van een zelfstandige adviesbevoegdheid van de controller.

Hoofdstuk 2 De gemeentesecretaris:

Artikel 4 Instructie:

De bepalingen in dit hoofdstuk gelden tevens als instructie voor de gemeentesecretaris in de zin van artikel 103, lid 2 van de Gemeentewet.

Artikel 5 Relatie tot raad:

  • 1. De gemeentesecretaris draagt er desgevraagd of uit eigen beweging zorg voor dat het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester in staat zijn tot de naleving van de "Richtlijn Actieve informatieplicht gemeente Schiedam".

  • 2. De gemeentesecretaris draagt er zorg voor dat de leden van de raad desgevraagd technische bijstand verkrijgen, zoals bepaald in de "Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning". (Note 2)

Artikel 6 Relatie tot college van burgemeester en wethouders:

  • 1. De gemeentesecretaris draagt de zorg voor een goede voorbereiding van de vergaderingen van het college van burgemeester en wethouders, onverminderd de verantwoordelijkheden van de burgemeester.

  • 2. De gemeentesecretaris draagt er desgevraagd of uit eigen beweging zorg voor dat de leden van het college van burgemeester en wethouders over alle informatie kunnen beschikken die zij behoeven om hun functie goed te kunnen uitoefenen.

  • 3. De gemeentesecretaris draagt zorg voor een gedegen en tijdige advisering aan het college van burgemeester en wethouders. Zo nodig adviseert hij het college bij het nemen van beslissingen.

  • 4. De gemeentesecretaris is verantwoordelijk voor een snel en adequaat verloop van de voorbereiding van de besluitvorming en voor een tijdige en correcte uitvoering van de besluiten van het college van burgemeester en wethouders.

  • 5. De gemeentesecretaris draagt er zorg voor dat door het college van burgemeester en wethouders genomen besluiten worden vastgelegd in een verslag, c.q. besluitenlijst.

Artikel 7 Relatie tot commissies:

Tenzij bij afzonderlijke verordening of besluit anders is geregeld, is het bepaalde in de artikelen 5 en 6 van overeenkomstige toepassing ten aanzien van door het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester ingestelde commissies.

Artikel 8 Relatie tot burgemeester:

  • 1. De gemeentesecretaris staat de burgemeester terzijde in diens hoedanigheid van bestuurlijk coördinator.

  • 2. Hij bevordert samen met de burgemeester en de griffier de afstemming tussen de bestuursorganen enerzijds en het ambtelijk apparaat en de Griffie anderzijds.

  • 3. Voorts is hij de burgemeester behulpzaam bij de bevordering van de samenwerking en afstemming ter zake van het functioneren van de bestuursorganen alsmede bij de bewaking van het functioneren van het college van burgemeester en wethouders als collegiaal bestuur.

  • 4. Het bepaalde in artikel 6 van deze verordening is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de burgemeester voor zover het de op deze rustende taken betreft.

Artikel 9 Bijstand:

  • 1. De gemeentesecretaris heeft het recht bij alle aan het college van burgemeester en wethouders ondergeschikte medewerkers, zowel individueel als per onderdeel van de organisatie, de inlichtingen in te winnen die voor een goede vervulling van zijn taak nodig zijn.

  • 2. Voor zover de gemeentesecretaris bij de uitvoering van zijn taken op grond van dit hoofdstuk behoefte heeft aan ambtelijke bijstand, kan hij daarvoor een beroep doen op alle onderdelen en medewerkers van de ambtelijke organisatie.

Artikel 10 Verantwoordelijkheid:

  • 1. De gemeentesecretaris heeft binnen de door het college van burgemeester en wethouders gegeven richtlijnen en het door deze geformuleerde en gevoerde beleid de eindverantwoordelijkheid voor:

    • a.

      de kwaliteit van de ambtelijke advisering en ondersteuning van de bestuursorganen;

    • b.

      het voorzien van de bestuursorganen en afzonderlijke leden van het college van burgemeester en wethouders van de nodige ambtelijke adviezen en ondersteuning;

    • c.

      de planning van activiteiten en de uitvoering daarvan met inachtneming van het terzake vastgestelde beleid;

    • d.

      het ter zijde staan van de bestuursorganen, met uitzondering van de raad en de raadscommissies.

  • 2. De gemeentesecretaris heeft de bevoegdheid om door middel van algemene instructies medewerkers aanwijzingen te geven omtrent het uitoefenen van hun functie/taken.

  • 3. De gemeentesecretaris geeft inhoud aan zijn verantwoordelijkheden in goed overleg met de burgemeester in diens hoedanigheid van voorzitter van het college van burgemeester en wethouders en voorzitter van de gemeenteraad.

Artikel 11 Loco-secretaris:

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders benoemt een of meer loco-secretarissen.

  • 2. De loco-secretaris vervangt de gemeentesecretaris bij diens afwezigheid en treedt in al zijn rechten en bevoegdheden.

  • 3. De artikelen van dit hoofdstuk zijn voor de loco-secretaris van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk 3 de directie:

De directie wordt gevormd door de gemeentesecretaris/algemeen directeur

en de directeur.

Artikel 12 Benoeming, schorsing en ontslag:

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders benoemt, ontslaat en schorst de directeur.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels vaststellen voor de inspraak van medewerkers bij benoeming van de directeur en de daarbij te volgen procedures.

Artikel 13 Verantwoordelijkheid/taak/functie:

De directie heeft binnen de door het college van burgemeester en wethouders en gemeentesecretaris gegeven richtlijnen en het door deze geformuleerde en gevoerde beleid de mede-eindverantwoordelijkheid voor:

  • a.

    het mede formuleren van de strategische doelstellingen, het strategisch beleid en als concerncontroller bewaken van de uitvoering daarvan;

  • b.

    het adviseren van het college over integrale strategische kwesties, politiek bestuurlijk gevoelige zaken en interventiemogelijkheden en het fungeren als klankbord;

  • c.

    verantwoordelijkheid voor het proces van integrale bedrijfsvoering;

  • d.

    het mede vertalen van het gemeentelijk strategisch beleid naar strategische beleidsuitgangspunten;

  • e.

    het adviseren van het college over het gemeentelijk beleid en de beleidsvelden daarbinnen;

  • f.

    het mede zorgdragen voor de ontwikkeling, uitvoering en evaluatie van het gemeentelijk beleid;

  • g.

    het voeren van de regie van organisatieontwikkelingtrajecten voor verzelfstandigende diensten en het bewaken van de kwaliteit van het dienstverleningsconcept;

  • h.

    het bevorderen van de interne communicatie op clusterniveau en het uitdragen van de gewenste bedrijfscultuur;

  • i.

    het mede geven van leiding aan het gemeentelijk apparaat en het coachen van de leden van het management;

  • j.

    de samenhang alsmede een gecoördineerd en geïntegreerd handelen van de ambtelijke organisatie;

  • k.

    de kwaliteit van het management en de organisatie van de ambtelijke organisatie;

  • l.

    De algemeen directeur is de voorzitter van het gemeentelijk managementteam (G.M.T.)

  • m.

    De directie is verantwoordelijk voor het scheppen van voorwaarden waarbinnen, binnen de totale organisatie, de medezeggenschap goed kan functioneren;

  • n.

    De algemeen directeur is bestuurder in de zin van de Wet op de Ondernemingsraden.

Hoofdstuk 4 De clustermanagers:

Artikel 14 Benoeming. schorsing en ontslag:

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders benoemt, ontslaat en schorst de clustermanagers.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels vaststellen voor de inspraak van medewerkers bij benoeming van clustermanagers en de daarbij te volgen procedures.

Artikel 15 Verantwoordelijkheid/taak/functie:

De clustermanager heeft binnen de door het college van burgemeester en wethouders en gemeentesecretaris dan wel de directeur gegeven richtlijnen en het door deze en het gemeentelijk managementteam geformuleerde en gevoerde beleid de zorg en verantwoordelijkheid voor:

  • a.

    het adviseren van de gemeentesecretaris/algemeen directeur en directeur over strategische kwesties, politiek bestuurlijk gevoelige zaken en interventiemogelijkheden en het fungeren als klankbord;

  • b.

    het mede zorgdragen voor een optimale (beleids)afstemming, samenwerking en informatie-uitwisseling tussen de clusters en tussen afdelingen binnen het cluster onderling;

  • c.

    het initiëren en coördineren van afdelingsoverstijgende projecten en het coördineren van afdelingsoverstijgende (bestuurs-)opdrachten;

  • d.

    bijdragen aan de integrale beleidsontwikkeling, -uitvoering en –evaluatie;

  • e.

    het vertalen van het gemeentelijk strategisch beleid naar beleidsuitgangspunten voor de afdelingen;

  • f.

    het volgen en becommentariëren van externe ontwikkelingen en de effecten ervan gerelateerd aan de doelstellingen van het clusterbeleid;

  • g.

    het binnen het cluster afstemmen van het beleid van de afdelingen op dat van andere afdelingen en het zorgdragen voor afstemming tussen de clusters;

  • h.

    het bevorderen van het opstellen van het jaarwerkplan, toezien op het uitvoeren ervan en rapporteren erover;

  • i.

    het aansturen, ondersteunen en coachen van het management van de afdelingen;

  • j.

    het voeren van de regie over organisatieontwikkelingtrajecten binnen het cluster.

Hoofdstuk 5 de afdelingsmanagers:

Artikel 16 Benoeming, schorsing en ontslag:

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders benoemt, ontslaat en schorst de afdelingsmanagers.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels vaststellen voor de inspraak van medewerkers bij benoeming van de afdelingsmanagers en de daarbij te volgen procedures.

Artikel 17 Verantwoordelijkheid/taak/functie:

De afdelingsmanager heeft binnen de door de gemeentesecretaris dan wel de directeur en clustermanager gegeven richtlijnen, geformuleerde en gevoerde beleid de zorg en verantwoordelijkheid voor:

  • a.

    het bijdrage aan het formuleren van de visie en het beleid van de organisatie;

  • b.

    het mede zorgdragen voor een optimale (beleids)afstemming, samenwerking en informatie-uitwisseling binnen de afdeling en tussen de afdelingen onderling;

  • c.

    het vertalen van de beleidsuitgangspunten voor de organisatie naar het beleidsveld of de beleidsvelden van de afdeling;

  • d.

    het adviseren van de directeuren en clustermanagers over het afdelingsbeleid en de beleidsvelden daarbinnen;

  • e.

    het implementeren en bewaken van de integrale P&C functie binnen de afdeling en het toepassen van de overige managementinstrumenten;

  • f.

    het resultaatgericht leidinggeven aan de afdeling en het coachen van de medewerkers en/of leidinggevenden van de afdeling;

Hoofdstuk 6 Het gemeentelijk managementteam (GMT)

Artikel 18 Instelling:

  • 1. Het gemeentelijk managementteam bestaat uit de gemeentesecretaris, de directeur en de clustermanagers.

  • 2. Het gemeentelijk managementteam wordt ondersteunt door een ambtelijk secretaris.

  • 3. De leden worden in geval van verhindering vervangen door hun functionele vervangers.

  • 4. Indien de agenda daartoe aanleiding geeft, nodigt de voorzitter andere functionarissen uit om aan de vergadering deel te nemen.

Artikel 19 Doelstelling:

Het gemeentelijk managementteam heeft tot doel, onverminderd de eindverantwoordelijkheid van de gemeentesecretaris dan wel de directeur, het doelmatig, doeltreffend en integraal functioneren van de ambtelijke organisatie te bevorderen, onder meer door middel van:

  • a.

    het vaststellen van de inhoud van clusteroverstijgende adviezen;

  • b.

    het inhoudelijk vaststellen en afstemmen van adviezen op het terrein van het middelen beleid en de coördinatie van de uitvoering daarvan;

  • c.

    het coördineren en ondersteunen van activiteiten tussen clusters onderling en in de relatie van clusters met het college van burgemeester en wethouders;

  • d.

    de coördinatie van de planning, prioriteitsstelling en voortgang van de beleidsvoorbereiding, beleidsuitvoering en -verantwoording;

  • e.

    de planning en voortgangsbewaking van organisatie-, cultuur- en managementontwikkeling, alsmede van clusteroverstijgende projectmatige activiteiten;

  • f.

    de informatie-uitwisseling over zaken van gemeenschappelijk belang;

  • g.

    het tijdig signaleren en ingang zetten van nieuwe en relevante ontwikkelingen en -gevraagd of ongevraagd- adviseren van het college van burgemeester en wethouders terzake;

  • h.

    gerichte informatieoverdracht naar het ambtelijk apparaat.

Hoofdstuk 7 Financieel beleid, beheer en controle:

Artikel 20 Financieel beleid:

In de door de gemeenteraad vastgestelde “Financiële verordening Gemeente Schiedam” zijn de uitgangspunten vastgelegd van het financiële beleid, alsmede voor het financiële beheer en de inrichting van de financiële organisatie. In de door de gemeenteraad vastgestelde Controleverordening zijn de uitgangspunten vastgelegd voor de controle op het financieel beheer en op de inrichting van de financiële organisatie.

Artikel 21 Financieel beheer:

Het college van burgemeester en wethouders geeft in de “Regeling financieel beheer Gemeente Schiedam” nadere invulling aan de door de gemeenteraad vastgestelde regels inzake de hoofdlijnen van het financiële beheer. De vastlegging van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de verschillende functionarissen maakt daarvan deel uit.

Hoofdstuk 8 Instrumenten voor de bedrijfsvoering:

Artikel 22 Clusterplannen:

  • 1. Tussen de onderscheiden clustermanagers en het college van burgemeester en wethouders worden jaarafspraken vastgelegd over de door de onder hun verantwoordelijkheid staande cluster te leveren producten en/of diensten. Hieraan gekoppeld worden de (financiële) kaders vastgelegd waarbinnen deze producten en/of diensten worden geproduceerd.

  • 2. De uitvoering van het gestelde in lid 1 vindt plaats overeenkomstig de “Financiële beheersverordening en de Regeling financieel beheer Gemeente Schiedam.

  • 3. De clustermanager draagt er zorg voor dat uitwerking wordt gegeven aan het clusterplan in activiteiten en taken van de onderdelen van de cluster in het komende jaar.

  • 4. Het college van burgemeester en wethouders wordt van deze uitwerking in kennis gesteld.

Artikel 23 Mandaat:

Het regelen van de mandaten is vastgelegd in een door het college van burgemeester en wethouders vastgesteld “mandatenregeling”.

Artikel 24 Integrale adviezen:

  • 1. Indien een zaak, die tevens het taakgebied van een andere cluster raakt, moet uitmonden in een advies aan één van de bestuursorganen, draagt de primair met de voorbereiding belaste cluster zorg voor het tot stand komen van een integraal advies.

  • 2. Bij een integraal advies waarbij geen volledige overeenstemming kan worden bereikt tussen de betrokken clusters, zorgt de directie, gehoord het gemeentelijk managementteam, alsnog voor een dergelijk advies.

Artikel 25 Bestuursopdracht en projecten:

  • 1. Ten aanzien van aangelegenheden waarin dit wenselijk wordt geacht, geeft het college van burgemeester en wethouders een kader aan voor de inbreng van de ambtelijke organisatie bij het voorbereiden van beleid. Dit kader wordt aangeduid met de benaming "bestuursopdracht". De uitvoering hiervan kan onder meer resulteren in het instellen van een projectmatig werkverband.

  • 2. Ten aanzien van aangelegenheden waarin dit gewenst wordt geacht, geeft het gemeentelijk managementteam een kader aan voor de voorbereiding en/of uitvoering van door de bestuursorganen vastgesteld beleid. Dit kan onder meer resulteren in het instellen van een projectmatig werkverband.

  • 3. Een bestuursopdracht respectievelijk een project-opdracht-formulering wordt opgesteld volgens een voorgeschreven model. In dit model zijn de daarin te behandelen aspecten vastgelegd.

Hoofdstuk 9 Overgangs- en slotbepalingen:

Artikel 26 Periodieke herziening:

  • 1. De door het college van burgemeester en wethouders in de Samen Schiedam werkdocumenten vastgestelde visie op de ontwikkeling en leiderschap van de ambtelijke organisatie maakt als bijlage deel uit van deze organisatieregeling.

  • 2. Deze organisatieregeling zal periodiek herzien worden, synchroon met relevante stappen in de ontwikkeling van de ambtelijke organisatie.

Artikel 27 Inwerkingtreding:

Deze regeling treedt in werking met ingang van 5 november 2007 onder gelijktijdige intrekking van de Organisatieverordening 2003.

Artikel 28 Citeerartikel:

Dit besluit kan worden aangehaald als "Organisatieregeling Gemeente Schiedam 2007".