Regeling vervallen per 11-07-2013

Nadere regels kamerverhuur

Geldend van 01-04-2011 t/m 10-07-2013

Intitulé

Nadere regels kamerverhuur

Nadere Regels Kamerverhuur

Artikel 1 begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van Schiedam;

  • b.

    wet: de Huisvestingswet;

  • c.

    verordening: de Huisvestingsverordening stadsregio Rotterdam 2006;

  • d.

    huishouden: een alleenstaande dan wel twee of meer personen die een duurzame gemeenschappelijke huishouding voeren of willen gaan voeren;

  • e.

    vergunning: de vergunning, bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel c, van de wet;

  • f.

    woonruimte: de woonruimte, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, van de wet;

  • g.

    zelfstandige woonruimte: de woonruimte, bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel c, van de wet;

  • h.

    onzelfstandige woonruimte: woonruimte die geen eigen toegang heeft en die niet door een huishouden kan worden bewoond zonder afhankelijk te zijn van wezenlijke voorzieningen buiten die woonruimte;

  • i.

    kamerverhuurpand: gebouw of deel van een gebouw met onzelfstandige woonruimten;

  • j.

    portiekwoning: een portiekwoning is een etagewoning waarbij de voordeur uitkomt in een portiek. Een portiek is een toegangsportaal gelegen achter de voorgevel van een meergezinsgebouw en grenzend aan de openbare weg, van waaruit de afzonderlijke woningen direct worden ontsloten via een gemeenschappelijke trap en bordessen;

  • k.

    flatwoning: een flatwoning is een woning gelegen in een meergezinsgebouw waarbij de toegang en eventuele andere voorzieningen gezamenlijk worden gebruikt;

  • l.

    eigenaar: degene die in het kadaster als eigenaar bekend staat;

  • m.

    buurt: deel van een wijk volgens de CBS wijk- en buurtindeling van de gemeente Schiedam.

Artikel 2 Werkingsgebied

Het bepaalde in deze regeling is van toepassing op alle woonruimten en gebouwen in de gemeente Schiedam.

Artikel 3 Aanvraag

De aanvraag tot vergunning wordt gedaan door de eigenaar.

Artikel 4 Gegevens bij de aanvraag

Naast de gegevens, vermeld in artikel 16b, derde lid, van de verordening worden bij de aanvraag voor een vergunning de volgende gegevens overgelegd:

  • a.

    adres en kadastrale gegevens van de woonruimte;

  • b.

    een plattegrond van de bestaande situatie voorzien van oppervlaktematen;

  • c.

    een plattegrond van de gewijzigde situatie voorzien van oppervlaktematen, waarbij is aangegeven welke ruimten als onzelfstandige woonruimten zullen worden gebruikt en hoeveel slaapplaatsen tot stand worden gebracht.

Artikel 4a Vrijstelling vergunningplicht

Een vergunning als bedoeld in het artikel 16 b, eerste lid onder c van de Huisvestingsverordening is niet vereist voor het verlenen van onzelfstandige woonruimte aan ten hoogste twee personen, indien de eigenaar tevens woonachtig is in betreffende woning.

Artikel 5 Gronden tot weigering van de vergunning

  • 1. Het college weigert een vergunning indien vaststaat of redelijkerwijs moet worden aangenomen dat verlening van de onttrekkingvergunning zou leiden tot een ontoelaatbare inbreuk op een geordend woon- en leefmilieu in de omgeving van de woonruimte waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • 2. Een ontoelaatbare inbreuk op een geordend woon- en leefmilieu in de omgeving van de woonruimte wordt in ieder geval aanwezig geacht indien:

    • a.

      de aanvraag betrekking heeft op een woonruimte die gelegen is in een buurt waarvan de indicatorscore overbewoning slechter is dan het Schiedamse gemiddelde;

    • b.

      de verlening van de vergunning ertoe zou leiden dat het aantal slaapplaatsen kamerverhuurbedrijven meer dan 5% bedraagt van het totaal aantal slaapplaatsen in de straat waar de betreffende woonruimte is gelegen, waarbij voor elke woonruimte, niet zijnde een kamerverhuurbedrijf, wordt uitgegaan van de gemiddelde woningbezetting van die betreffende straat;

    • c.

      de aanvraag betrekking heeft op een portiek- of flatwoning.

  • 3. De indeling in buurten is opgenomen in de bijlage bij dit besluit.

Artikel 6 Inhoud van de vergunning

Onverminderd het bepaalde in artikel 16c, derde lid, van de verordening, bevat de vergunning in ieder geval:

  • a.

    de termijn waarbinnen van de vergunning gebruik moet worden gemaakt;

  • b.

    het aantal onzelfstandige woonruimten dat mag worden gecreëerd, met daarbij het aantal slaapplaatsen;

  • c.

    de duur van de vergunning.

Artikel 7 Compensatie.

De aanvrager compenseert de omzetting van zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimte door het betalen van een compensatiebedrag van €3000,= per om te zetten woonruimte.

Artikel 8 Persoonsgebonden karakter van de vergunning

De vergunning is persoonsgebonden.

Artikel 9 De tijdsduur van de vergunning

  • 1. De vergunning wordt verleend voor de duur van drie jaar.

  • 2. Op verzoek van de eigenaar kan het college deze duur ten hoogste drie jaar verlengen. Op een verzoek tot verlenging is het bepaalde in artikel 5 niet van toepassing.

Artikel 10 Het vervallen van de vergunning

Onverminderd het bepaalde in artikel 16e van de verordening, vervalt de vergunning van rechtswege indien:

  • a.

    de eigendomssituatie van de woonruimte wijzigt;

  • b.

    de woonruimte waarop de vergunning betrekking heeft langer dan één jaar niet als kamerverhuurpand wordt gebruikt.

Artikel 11 Intrekking van de vergunning

Onverminderd het bepaalde in artikel 16e van de verordening kan het college de vergunning intrekken, indien:

  • a.

    de aan de vergunning verbonden voorschriften niet worden nagekomen;

  • b.

    vaststaat of redelijkerwijs moet worden aangenomen, dat het in stand houden van de vergunning leidt tot een verstoring van een geordend woon- en leefmilieu van het gebouw en/of de omgeving van het gebouw, waarop de vergunning betrekking heeft.

Artikel 12 Hardheidclausule

Het college kan van de bepalingen in dit besluit afwijken, indien toepassing daarvan leidt tot

een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 13 Inwerkingtreding en intrekking

  • 1. Het ‘Uitvoeringsbesluit kamerverhuur gemeente Schiedam” wordt ingetrokken.

  • 2. Deze regeling treedt in werking op 1 april 2011.

Artikel 14 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als ‘Nadere regels kamerverhuur gemeente Schiedam’.

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Schiedam in zijn vergadering van 5 april 2011.

De secretaris, W.P.H.Redert

De voorzitter, W.M. Verver-Aartsen