Regeling vervallen per 01-01-2014

Verordening op de heffing en invordering van reinigingsrecht 2013

Geldend van 01-01-2013 t/m 31-12-2013

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van reinigingsrecht 2013

De raad van de gemeente Schiedam;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 25 september 2012 (kenmerk:12INT00370),

gelet op de Gemeentewet artikelen 216 en 229

besluit vast te stellen de:

Verordening op de heffing en invordering van reinigingsrecht 2013

Artikel 1 Begripsomschrijving

  • Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a. bedrijf: een natuurlijke dan wel rechtspersoon niet zijnde een particuliere huishouding;

  • b. afvalstoffen: alle stoffen, preparaten of andere producten, waarvan de houder zich met het oog op de verwijdering daarvan, ontdoet, voornemens is zicht te ontdoen of zich moet ontdoen;

  • c. bedrijfsafvalstoffen: afvalstoffen, niet zijnde huishoudelijke afvalstoffen, afvalwater, autowrakken of gevaarlijke afvalstoffen;

  • d. inzamelen: de activiteiten gericht op het ophalen of innemen van afvalstoffen die binnen de gemeente ter inzameling worden aangeboden;

  • e. erkende inzamelaar: bedrijven die krachtens artikel 10.21 van de Wet milieubeheer bevoegd zijn bedrijfsafvalstoffen in te zamelen.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ``reinigingsrecht`` wordt van bedrijven een recht geheven voor de dienst die door de gemeente aan die bedrijven wordt verleend ten aanzien van de inzameling en verwerking van bedrijfsafvalstoffen.

Artikel 3 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1. Het recht als bedoeld in artikel 2 bedraagt per maand indien het bedrijf wordt ingedeeld in:       

    Categorie 1     €   39,20

    Categorie 2     €   78,40

    Categorie 3     € 117,60

    Indien geconstateerd wordt dat een bedrijf in strijd met deze verordening meer dan gemiddeld 12 zakken per week aanbiedt, wordt met terugwerkende kracht een tweede aanslag voor categorie 3 opgelegd en dient het bedrijf per direct een contract te sluiten met een erkende inzamelaar.

  • 2. De categorie waarin een bedrijf wordt ingedeeld, wordt bepaald aan de hand van de branche waarin het bedrijf werkzaam is en het aantal werkzame personen bij het bedrijf, met inachtneming van de maximaal aan te bieden hoeveelheid afval, conform de bij deze verordening vastgestelde tabel.

  • 3. De bedragen genoemd in het eerste lid zijn inclusief 21% omzetbelasting.

  • 4. Voor de indeling in een categorie is de situatie op 1 januari van het kalenderjaar bepalend. Als aantoonbaar is dat ook in voorgaande jaren afval werd aangeboden zonder te voldoen aan de bijhorende belastingplicht, kan over die periode een navordering worden geheven.

  • 5. In afwijking van lid 4 wordt dan bij nieuwe vestiging of bij belangrijke bedrijfsuitbreiding de indeling vastgesteld dan wel herzien op basis van de situatie op de 15de van de maand, eerstvolgende na vestiging of bedrijfsuitbreiding.

  • 6. Bij overschrijding van de toegestane hoeveelheid aan te bieden afval wordt de indeling in een categorie overeenkomstig aangepast met ingang van de datum waarvoor het hogere afvalaanbod geldt.

Artikel 4 Belastingtijdvak

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 5 Belastingplicht

  • 1. Het recht wordt geheven van het bedrijf op wiens aanvraag dan wel ten behoeve waarvan de inzameling en verwerking van de afvalstoffen als bedoeld in artikel 2 geschiedt.

  • 2. Elk bedrijf is verplicht van het produceren van bedrijfsafval aangifte te doen bij de gemeente.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 6 Wijze van heffing

Het recht wordt geheven bij wege van aanslag.

Artikel 7 Vrijstelling

Het recht wordt niet geheven van bedrijven waarvan de aard van bedrijfsactiviteiten het aannemelijk maakt dat die bedrijven geen gebruik maken van de gemeentelijke inzamelvoorzieningen dan wel dat die bedrijven een geldig contract met een erkende afvalinzamelaar kunnen overleggen.

Artikel 8 Betalingstermijn

  • 1. De aanslag dient te worden betaald in één termijn welke vervalt 3 maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het voorgaande lid gestelde termijn

Artikel 9 Kwijtschelding

Bij de invordering van het reinigingsrecht wordt geen kwijtschelding verleend

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van het reinigingsrecht.

Artikel 11 Overgangsrecht

De ''Verordening reinigingsrecht 2012'' die is vastgesteld bij raadbesluit van 10 november 2011, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2013.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening reinigingsrecht 2013”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de  raad van de gemeente Schiedam in zijn openbare vergadering,
de griffier, J. Gordijn
de voorzitter, ir. J.M. Leemhuis-Stout