Regeling vervallen per 01-01-2017

Besluit maatschappelijke ondersteuning Maassluis Vlaardingen Schiedam 2016 versie II

Geldend van 20-06-2016 t/m 31-12-2016

Intitulé

Besluit maatschappelijke ondersteuning Maassluis Vlaardingen Schiedam 2016 versie II

Burgemeester en wethouders van de gemeente Schiedam;

Gelet op artikelen 10, 11 en 16 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning Maassluis Vlaardingen Schiedam 2015;

Besluiten vast te stellen het Besluit maatschappelijke ondersteuning Maassluis Vlaardingen Schiedam 2016 versie II.

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit Besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    Regiotaxi Waterweg:het Aanvullend Openbaar Vervoer dat rijdt in de regio Maassluis, Vlaardingen en Schiedam;

  • b.

    W mo -pas:een specifiek voor de Regiotaxi Waterweg door de uitvoeringsorganisatie uitgegeven vervoersbewijs voor personen met beperkingen;

  • c.

    Niet-W mo -pas:een specifiek voor de Regiotaxi Waterweg door de uitvoeringsorganisatie uitgegeven vervoersbewijs voor personen zonder indicatie;

  • d.

    I nkomen:het verzamelinkomen zoals bedoeld in de Wet inkomstenbelasting 2001, het betreft het verzamelinkomen van de leefeenheid van het jaar voorafgaand aan het afgelopen kalenderjaar;

  • e.

    Instandhoudingskosten: alle kosten die betrekking hebben op het in stand houden van een maatwerkvoorziening, zoals onderhoud, reparatie en WA-verzekering bij elektrische verplaatsingsvoorzieningen;

  • f.

    Dagdeel : aaneengesloten periode van maximaal vier uren;

  • g.

    zzp: een zelfstandige zonder personeel;

  • h.

    ZZP: Zorgzwaartepakket; een afgegeven pakket waarmee een instelling bepaalde middelen krijgt die afgestemd zijn op de behoefte van een cliënt;

  • i.

    W lz: Wet langdurige zorg;

  • j.

    W lz -instelling :een zorginstelling waar de zorg en het verblijf worden vergoed via de Wlz;

  • k.

    Bezoekbaar maken: het toegankelijk maken van een woning (woonkamer en toilet) van een persoon uit het sociale netwerk van een cliënt, die verblijft in een Wlz-instelling, zodat hij regelmatig een bezoek kan afleggen;

  • l.

    pgb: persoonsgebonden budget;

  • m.

    AGB: Algemeen Gegevens Beheer;

  • n.

    AGB-code : een unieke code voor een geregistreerde zorgaanbieder ter ondersteuning van de verschillende processen binnen de zorg;

  • o.

    MVS: de gemeenten Maassluis, Vlaardingen en Schiedam;

  • p.

    KVK: kamer van koophandel.

Hoofdstuk 2. Algemene voorzieningen

Artikel 2 Bijdrage in de kosten voor algemene voorzieningen Wmo

  • 1. Een cliënt die ten gevolge van langdurige beperkingen structureel afhankelijk is van de was- en strijkservice, kan voor deze algemene voorziening in aanmerking komen voor een gereduceerd tarief, welke is gebaseerd op de NIBUD-kostprijs voor het thuis wassen, drogen en strijken. Het tarief bedraagt voor:

    • -

      1 persoon: € 5,00 per week (maximaal 5 kilo was per persoon per week);

    • -

      2 personen; € 7,00 per week (maximaal 5 kilo was per persoon per week);

    • -

      3 (of meer) personen: € 9,00 per week (maximaal 5 kilo was per persoon per week).

  • 2. De inkomensgrens waarboven de cliënt niet in aanmerking komt voor het gereduceerde tarief voor de algemene voorziening als bedoeld in het eerste lid, bedraagt voor:

    • a.

      ongehuwde personen/alleenstaanden tot pensioenleeftijd € 21.825,00;

    • b.

      ongehuwde personen/alleenstaanden na pensioenleeftijd € 19.791,00;

    • c.

      alleenstaande ouder tot pensioenleeftijd € 27.255,00;

    • d.

      alleenstaande ouder na pensioenleeftijd € 24.989,00;

    • e.

      gehuwden personen tot pensioenleeftijd € 28.350,00;

    • f.

      gehuwden personen na pensioenleeftijd € 27.240,00.

  • 3. Een algemene voorziening voor maximaal 2 uur huishoudelijke ondersteuning per week is voor de volgende groepen personen die woonachtig zijn binnen MVS beschikbaar voor € 5,00 per uur:

    • a.

      een persoon van 65 jaar of ouder die geen indicatie heeft voor een maatwerkvoorziening hulp bij het huishouden of maatwerkondersteuning bij het voeren van een huishouden;

    • b.

      een persoon die geregistreerd staat als mantelzorger bij het Steunpunt Mantelzorg NWN;

    • c.

      een persoon die minimaal 4 uur per week mantelzorg biedt;

    • d.

      een cliënt, die een indicatie heeft voor de maatwerkvoorziening hulp bij het huishouden of maatwerkondersteuning bij het voeren van een huishouden en deze algemene voorziening voor huishoudelijke ondersteuning gebruikt voor extra huishoudelijke klussen die niet tot behoren tot de maatwerkvoorziening/maatwerkondersteuning.

Hoofdstuk 3. Maatwerkvoorzieningen

Artikel 3 Het voeren van een huishouden, maaltijdverzorging, kindverzorging, sociaal en persoonlijk functioneren en persoonlijke verzorging

Voor het voeren van een huishouden, de maaltijdverzorging, de kindverzorging, het sociaal en persoonlijke functioneren en de persoonlijke verzorging wordt een ondersteuningsbudget per 4 weken vastgesteld op basis van ondersteuningsscores voor het behalen van een resultaat.

Artikel 4 Omvang dagbesteding

De omvang van dagbesteding wordt uitgedrukt in dagdelen per week. Indien vervoer van en naar de dagbesteding noodzakelijk is, wordt de omvang uitgedrukt in dagen per week.

Artikel 5 Omvang logeren en beschermd wonen

De omvang van logeren in een instelling ter ontlasting van de mantelzorg en de omvang van beschermd wonen wordt uitgedrukt in etmalen per week.

Artikel 6 Verhuizen

  • 1. Een cliënt die vanwege beperkingen wenst te verhuizen vanuit en naar een zelfstandige woonruimte, kan in aanmerking komen voor een verhuisvoucher voor een verhuizing door een erkend verhuisbedrijf.

  • 2. Een cliënt die vanwege beperkingen moet verhuizen vanuit en naar een zelfstandige woonruimte, omdat een gewenste woningaanpassing niet mogelijk is of niet de goedkoopst adequate oplossing is, kan in aanmerking komen voor een verhuisvoucher voor een verhuizing door een erkend verhuisbedrijf en een klusvoucher voor een bouwmarkt (primaat verhuizen).

  • 3. Indien de kosten van een woningaanpassing voor een cliënt hoger zijn dan € 4.000,00 wordt beoordeeld of verhuizen mogelijk is en de goedkoopst adequate oplossing is.

Artikel 7 Bezoekbaar maken van de woning

Voor een cliënt die zijn hoofdverblijf heeft in een Wlz-instelling, kan één woonruimte binnen de MVS-gemeenten van iemand uit het sociale netwerk van de cliënt bezoekbaar gemaakt worden tot een maximum bedrag van € 5.000,00, waarbij slechts de bereikbaarheid van de woonkamer en het toilet aangepast kan worden.

Artikel 8 Collectieve vervoersvoorzieningen

  • 1. Een collectieve vervoersvoorziening kan bestaan uit:

    • a.

      het gebruik van de Regiotaxi Waterweg;

    • b.

      het gebruik van de Regiotaxi Waterweg samen met een persoon die de noodzakelijk geachte begeleiding van de cliënt op zich neemt.

  • 2. De cliënt die in aanmerking komt voor een vervoersvoorziening genoemd in het eerste lid van dit artikel krijgt een Wmo-pas en kan tegen betaling van het in artikel 9 onder a van dit Besluit genoemde tarief gebruik maken van de Regiotaxi Waterweg.

  • 3. Iedere inwoner van de MVS-gemeenten kan tegen betaling van € 5,00 in het bezit komen van een niet-Wmo-pas. Houders van een niet-Wmo-pas kunnen tegen betaling van het in artikel 9 onder b van dit Besluit genoemde tarief gebruik maken van de Regiotaxi Waterweg.

  • 4. De cliënt die in aanmerking komt voor een vervoersvoorziening als bedoeld in lid 1 onder b van dit artikel mag één begeleider ten laste van het college laten meereizen met de Regiotaxi Waterweg.

  • 5. De cliënt die in aanmerking komt voor een vervoersvoorziening als bedoeld in lid 1 onder a van dit artikel mag één persoon laten meereizen tegen het tarief dat wordt gevraagd voor Wmo-pashouders zoals genoemd in artikel 9 onder a van dit Besluit.

  • 6. Houders van een niet-Wmo-pas zoals bedoeld in lid 3 van dit artikel mogen één persoon laten meereizen tegen het tarief dat wordt gevraagd voor niet-Wmo-pashouders zoals genoemd in artikel 9 onder b van dit Besluit.

Artikel 9 Tarief Regiotaxi Waterweg

Het tarief voor een rit met de Regiotaxi Waterweg bedraagt:

  • a.

    voor Wmo-pashouders (zie artikel 8 lid 2):

    • 1)

      Voor bestemmingen binnen het gebied MVS een opstaptarief van € 0,88 en voor iedere kilometer € 0,13 met een minimumtarief van € 1,30.

    • 2)

      Voor bestemmingen buiten het gebied MVS een opstaptarief van € 0,88 en voor iedere kilometer € 0,27 met een minimumtarief van € 1,80.

  • b.

    voor niet-Wmo-pashouders (zie artikel 8 lid 3):

    Een opstaptarief van € 7,00 en voor iedere kilometer € 0,50 met een minimumtarief van € 9,00.

Artikel 10 Individuele vervoersvoorzieningen

  • 1. De cliënt voor wie de Regiotaxi Waterweg niet bruikbaar of ongeschikt is en voor wie het gebruik van een (eigen) auto niet mogelijk is, mag tot maximaal een bedrag van € 1.575,00 per kalenderjaar reizen met een taxi.

  • 2. De cliënt voor wie de Regiotaxi Waterweg niet bruikbaar of ongeschikt is, voor wie het gebruik van een (eigen) auto niet mogelijk is en die volledig afhankelijk is van rolstoelgeschikt vervoer, mag tot maximaal een bedrag van € 2.025,00 per kalenderjaar reizen met een rolstoeltaxi.

Artikel 11 Sportvoorziening

Een sportvoorziening wordt eenmaal in de 3 jaar verstrekt, waarbij de kosten maximaal € 3.710,00 zijn en de cliënt zelf verantwoordelijk is voor onderhoud en reparatie.

Artikel 12 Tegemoetkoming meerkosten

  • 1. De hoogte van de tegemoetkoming in verband met aannemelijke meerkosten ten gevolge van beperkingen, chronische psychische of psychosociale problemen bedraagt € 125,00 per kalenderjaar, wanneer de cliënt een langdurige indicatie heeft voor een Wmo-maatwerkvoorziening of een Wlz-indicatie voor verblijf.

  • 2. De hoogte van de tegemoetkoming in verband met aannemelijke meerkosten ten gevolge van beperkingen, chronische psychische of psychosociale problemen bedraagt € 100,00 per kalenderjaar, wanneer de cliënt het volledige eigen risico op grond van de zorgverzekeringswet heeft betaald in het kalenderjaar.

  • 3. De hoogte van de tegemoetkoming in verband met aannemelijke meerkosten ten gevolge van beperkingen, chronische psychische of psychosociale problemen bedraagt € 225,00 per kalenderjaar, wanneer de cliënt een langdurige indicatie heeft voor een Wmo-maatwerkvoorziening of een Wlz-indicatie voor verblijf en bovendien het volledige eigen risico op grond van de Zorgverzekeringswet heeft betaald in het kalenderjaar.

  • 4. De inkomensgrens waarboven de cliënt niet in aanmerking komt voor verstrekking van een tegemoetkoming als bedoeld in het eerste, tweede lid en derde lid, bedraagt voor:

    • a.

      ongehuwde personen/alleenstaanden tot pensioenleeftijd € 18.915,00;

    • b.

      ongehuwde personen/alleenstaanden na pensioenleeftijd € 17.152,00;

    • c.

      alleenstaande ouder tot pensioenleeftijd € 23.621,00;

    • d.

      alleenstaande ouder na pensioenleeftijd € 21.656,00;

    • e.

      gehuwden personen tot pensioenleeftijd € 24.570,00;

    • f.

      gehuwden personen na pensioenleeftijd € 23.608,00.

Hoofdstuk 4. Persoonsgebonden budget (pgb)

Artikel 13A Omvang van het persoonsgebonden budget hulp bij het huishouden(indicaties van voor 1 januari 2016)

De hoogte van het pgb voor hulp bij het huishouden bij indicaties die nog zijn gesteld voor 1 januari 2016 is vastgesteld op:

  • -

    particuliere hulp/hulp uit sociaal netwerk: € 12,50 per uur;

  • -

    hulp van een zorgaanbieder met AGB-code/KVK-nummer - categorie HH1: € 17,00 per uur;

  • -

    hulp van een zorgaanbieder met AGB-code/KVK-nummer - categorie HH2: € 21,00 per uur.

Artikel 13B Omvang van het persoonsgebonden budget voor het voeren van een huishouden, maaltijdverzorging en kindverzorging ((her)indicaties van na 1 januari 2016)

  • 1. De hoogte van het pgb voor het voeren van een huishouden bij indicaties die zijn gesteld na 1 januari 2016 is vastgesteld op:

    • -

      particuliere hulp/hulp uit sociaal netwerk: € 6,25 per punt (ondersteuningsscore);

    • -

      hulp van een zorgaanbieder met AGB-code/KVK-nummer – zonder regie of aanleren: € 10,25 per punt (ondersteuningsscore);

    • -

      hulp van een zorgaanbieder met AGB-code/KVK-nummer – met regie of aanleren: € 11,25 per punt (ondersteuningsscore).

  • 2. De hoogte van het pgb voor maaltijdverzorging en kindverzorging bij indicaties die zijn gesteld na 1 januari 2016 is vastgesteld op:

    • -

      particuliere hulp/hulp uit sociaal netwerk: € 3,13 per punt (ondersteuningsscore);

    • -

      hulp van een zorgaanbieder met AGB-code/KVK-nummer: € 5,63 per punt (ondersteuningsscore).

Artikel 14A Omvang van het persoonsgebonden budget individuele begeleiding (inclusiefbegeleiding bij persoonlijke verzorging)(indicaties van voor 1 januari 2016)

De hoogte van het pgb voor individuele begeleiding bij indicaties die nog zijn gesteld voor 1 januari 2016 is vastgesteld op:

  • -

    particuliere voor de betreffende dienstverlening ongeschoolde hulp of een hulp uit sociaal netwerk: € 19,00 per uur;

  • -

    particuliere voor de betreffende dienstverlening geschoolde hulp of zzp-er: € 25,00 per uur;

  • -

    hulp van een zorgaanbieder met AGB-code - categorie basis: € 46,00 per uur;

  • -

    hulp van een zorgaanbieder met AGB-code - categorie speciaal: € 67,00 per uur.

Artikel 14B Omvang van het persoonsgebonden budget voor sociaal en persoonlijk functioneren en persoonlijke verzorging ((her)indicaties van na 1 januari 2016)

  • 1. De hoogte van het pgb voor het sociaal en persoonlijk functioneren bij indicaties die zijn gesteld na 1 januari 2016 is vastgesteld op:

    • -

      particuliere voor de betreffende dienstverlening ongeschoolde hulp of een hulp uit sociaal netwerk: € 9,50 per punt (ondersteuningsscore);

    • -

      particuliere voor de betreffende dienstverlening geschoolde hulp of zzp-er: € 12,50 per punt (ondersteuningsscore);

    • -

      hulp van een zorgaanbieder met AGB-code - categorie standaard/basis: € 23,00 per punt (ondersteuningsscore);

    • -

      hulp van een zorgaanbieder met AGB-code - categorie speciaal: € 33,50 per punt (ondersteuningsscore).

  • 2. De hoogte van het pgb voor persoonlijke verzorging bij indicaties die zijn gesteld na 1 januari 2016 is vastgesteld op:

    • -

      particuliere hulp of een hulp uit sociaal netwerk: € 3,17 per punt (ondersteuningsscore);

    • -

      hulp van een zorgaanbieder met AGB-code: € 7,17 per punt (ondersteuningsscore).

Artikel 15 Omvang van het persoonsgebonden budget dagbesteding

De hoogte van het pgb voor dagbesteding bij een zorgaanbieder met AGB-code is vastgesteld op:

  • -

    categorie licht: € 34,00 per dagdeel;

  • -

    categorie midden: € 41,00 per dagdeel;

  • -

    categorie zwaar: € 56,00 per dagdeel;

  • -

    vervoer: € 7,00 per dag;

  • -

    rolstoelvervoer: € 19,00 per dag.

Artikel 16 Omvang van het persoonsgebonden budget logeren

De hoogte van het pgb voor logeren in een instelling van een zorgaanbieder met AGB-code is vastgesteld op € 175,00 per etmaal.

Artikel 17 Omvang van het persoonsgebonden budget beschermd wonen

  • 1. De hoogte van het pgb voor beschermd wonen in een woonvorm bedraagt:

    • -

      ZZP 3 GGZ-C exclusief dagbesteding: € 123,00 per etmaal;

    • -

      ZZP 3 GGZ-C inclusief dagbesteding: € 152,00 per etmaal;

    • -

      ZZP 4 GGZ-C exclusief dagbesteding: € 147,00 per etmaal;

    • -

      ZZP 4 GGZ-C inclusief dagbesteding: € 178,00 per etmaal;

    • -

      ZZP 5 GGZ-C exclusief dagbesteding: € 159,00 per etmaal;

    • -

      ZZP 5 GGZ-C inclusief dagbesteding: € 190,00 per etmaal;

    • -

      ZZP 6 GGZ-C exclusief dagbesteding: € 198,00 per etmaal;

    • -

      ZZP 6 GGZ-C inclusief dagbesteding: € 230,00 per etmaal.

  • 2. De hoogte van het pgb bij een indicatie voor beschermd wonen, welke door een zorgaanbieder met AGB-code in de thuissituatie wordt geboden, al dan niet als overbrugging tot opname, bedraagt:

    • -

      ZZP 3 GGZ-C exclusief dagbesteding: € 97,00 per etmaal;

    • -

      ZZP 3 GGZ-C inclusief dagbesteding: € 126,00 per etmaal;

    • -

      ZZP 4 GGZ-C exclusief dagbesteding: € 116,00 per etmaal;

    • -

      ZZP 4 GGZ-C inclusief dagbesteding: € 140,00 per etmaal;

    • -

      ZZP 5 GGZ-C exclusief dagbesteding: € 125,00 per etmaal;

    • -

      ZZP 5 GGZ-C inclusief dagbesteding: € 150,00 per etmaal;

    • -

      ZZP 6 GGZ-C exclusief dagbesteding: € 156,00 per etmaal;

    • -

      ZZP 6 GGZ-C inclusief dagbesteding: € 181,00 per etmaal.

Artikel 18 Persoonsgebonden budget opvang

De maatwerkvoorziening opvang wordt niet verstrekt in de vorm van een pgb.

Artikel 19 Vaststelling persoonsgebonden budget woonvoorziening

  • 1. Het pgb bij een indicatie voor een verhuisvoucher (artikel 6 lid 1 van dit besluit) bedraagt maximaal € 1.475,00.

  • 2. Het pgb bij een indicatie voor een verhuisvoucher en een klusvoucher (artikel 6 lid 2 van dit besluit) bedraagt € 2.950,00.

  • 3. Het pgb bij een indicatie voor een woonvoorziening, niet zijnde een verhuis-/klusvoucher, bedraagt 100% van het bedrag zoals vermeld in de door het college geaccepteerde offerte inclusief een eventueel door het college te ontvangen korting en inclusief een bedrag voor instandhoudingskosten, indien van toepassing.

Artikel 20 Vaststelling persoonsgebonden budget vervoersvoorziening

  • 1. Een collectieve vervoersvoorziening wordt niet verstrekt in de vorm van een pgb.

  • 2. Het pgb bij een indicatie voor een individuele vervoersvoorziening bedraagt:

    • -

      voor een taxi: maximaal € 1.575,00 per kalenderjaar

    • -

      voor een rolstoeltaxi: maximaal € 2.025,00 per kalenderjaar

  • 3. Uitbetaling van het pgb, zoals bedoeld in het tweede lid, vindt plaats indien de cliënt kan aantonen dat hij vervoerskosten per (rolstoel)taxi heeft gemaakt binnen Nederland van minimaal € 50,00 tot maximaal het pgb-bedrag per kalenderjaar.

  • 4. Het pgb bij een indicatie voor een vervoersvoorziening, niet zijnde een individuele vervoersvoorziening, bedraagt 100% van het bedrag zoals vermeld in de door het college geaccepteerde offerte inclusief een eventueel door het college te ontvangen korting en inclusief een bedrag voor instandhoudingskosten, indien van toepassing.

Artikel 21 Vaststelling bedrag persoonsgebonden budget rolstoel- en sportvoorziening

  • 1. Het pgb bij een indicatie voor een rolstoelvoorziening bedraagt 100% van het bedrag zoals vermeld in de door het college geaccepteerde offerte inclusief een eventueel door het college te ontvangen korting en inclusief een bedrag voor instandhoudingskosten, indien van toepassing.

  • 2. Het pgb bij een sportvoorziening bedraagt maximaal € 3.710,00 voor een periode van drie jaar.

Hoofdstuk 5. Bijdragen in de kosten voor maatwerkvoorzieningen

Artikel 22 Bijdragen voor maatwerkvoorzieningen

  • 1. Bij het verstrekken van alle maatwerkvoorzieningen, zowel bij verstrekking in de vorm van een pgb als in natura, is een bijdrage in de kosten verschuldigd, met uitzondering van de volgende voorzieningen of ondersteuning:

    • -

      rolstoelen;

    • -

      collectief vervoer;

    • -

      toegankelijkheidsaanpassingen bij gemeenschappelijke deuren;

    • -

      kindverzorging ((her)indicaties van na 1 januari 2016);

    • -

      maaltijdverzorging ((her)indicaties van na 1 januari 2016);

    • -

      persoonlijke verzorging ((her)indicaties van na 1 januari 2016);

    • -

      de laagste ondersteuning bij sociaal en persoonlijk functioneren (waakvlam) ((her)indicaties van na 1 januari 2016).

  • 2. Voor de maximale bijdrage in de kosten bij het verstrekken van de in het eerste lid genoemde maatwerkvoorzieningen, met uitzondering van beschermd wonen en opvang, wordt verwezen naar artikel 3.8 lid 1 van het uitvoeringsbesluit Wmo 2015, waarbij onder toepassing van artikel 3.8 lid 2 sub b van dit uitvoeringsbesluit de inkomensbedragen als volgt worden verhoogd:

    • a.

      voor de ongehuwde cliënt die de pensioengerechtigde leeftijd nog niet heeft bereikt: € 25.946,00;

    • b.

      voor de ongehuwde cliënt die de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt: € 19.485,00;

    • c.

      voor de gehuwde cliënt waar één of beiden de pensioengerechtigde leeftijd nog niet hebben bereikt: € 32.512,00;

    • d.

      voor de gehuwde cliënt waar beiden de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt: € 26.970,00.

  • 2. De bedragen die gelden voor de maximale bijdrage in de kosten bij het verstrekken van de maatwerkvoorziening beschermd wonen, zijn gelijk aan de bedragen zoals opgenomen in het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015, artikel 3.11 en artikel 3.12, zoals jaarlijks aangepast door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

  • 3. De berekening van de bijdrage in de kosten voor opvang vindt plaats conform de beschrijving in de “Verordening eigen bijdragen maatschappelijke opvang en vrouwenopvang 2014”. De bijdrage wordt jaarlijks vastgesteld op basis van de dan geldende bijstandsnorm, de Nibudnorm voor persoonlijke uitgaven en de richtlijnen voor de zorgverzekering.

Artikel 23A Maximale bijdrage hulp bij het huishouden (indicaties van voor 1 januari 2016)

Bij het verstrekken van hulp bij het huishouden bij indicaties die nog zijn gesteld voor 1 januari 2016 wordt per uur de volgende maximale bijdrage in de kosten in rekening gebracht:

  • -

    bij pgb:

  • -

    particuliere hulp/hulp uit sociaal netwerk: € 12,50 per uur;

  • -

    bij pgb via een zorgaanbieder en zorg in natura:

  • -

    categorie HH1: € 17,00 per uur;

  • -

    categorie HH2: € 21,00 per uur.

Artikel 23B Maximale bijdrage bij het voeren van een huishouden (indicaties van na 1januari 2016)

  • 1. De maximale bijdrage bij toekenning van het resultaat het voeren van een huishouden bij indicaties die zijn gesteld na 1 januari 2016 en die worden verstrekt in zorg in natura (ZIN) bedraagt:

    • -

      ondersteuning licht: € 15,00 per week;

    • -

      ondersteuning midden: € 30,00 per week;

    • -

      ondersteuning zwaar: € 60,00 per week;

    • -

      ondersteuning extra zwaar: € 75,00 per week.

  • 2. Bij toekenning van het resultaat het voeren van een huishouden bij indicaties die zijn gesteld na 1 januari 2016 en die worden verstrekt in een pgb, wordt het toegekende pgb-budget als maximale bijdrage in de kosten in rekening gebracht.

Artikel 24A Maximale bijdrage individuele begeleiding (indicaties van voor 1 januari 2016)

Bij het verstrekken van individuele begeleiding bij indicaties die nog zijn gesteld voor 1 januari 2016 wordt per uur een maximale bijdrage in de kosten van € 14,20 in rekening gebracht.

Artikel 24B Maximale bijdrage sociaal en persoonlijk functioneren (indicaties van na 1januari 2016)

  • 1. De maximale bijdrage bij toekenning van het resultaat sociaal en persoonlijk functioneren bij indicaties die zijn gesteld na 1 januari 2016 en die worden verstrekt in zorg in natura (ZIN) bedraagt:

    • -

      ondersteuning licht: € 18,00 per week;

    • -

      ondersteuning midden t/m ondersteuning extra zwaar: € 36,00 per week.

  • 2. Bij toekenning van het resultaat sociaal en persoonlijk functioneren bij indicaties die zijn gesteld na 1 januari 2016 en die worden verstrekt in een pgb, wordt het toegekende pgb-budget als maximale bijdrage in de kosten in rekening gebracht tot een maximum van:

    • -

      ondersteuning licht: € 18,00 per week;

    • -

      ondersteuning midden t/m ondersteuning extra zwaar: € 36,00 per week.

Artikel 25 Maximale bijdrage dagbesteding

Bij het verstrekken van dagbesteding in een groep wordt per dagdeel een maximale bijdrage in de kosten van € 14,20 in rekening gebracht.

Artikel 26 Maximale bijdrage logeren

Bij het logeren in een instelling ter ontlasting van de mantelzorg wordt per etmaal een maximale bijdrage in de kosten van € 31,00 in rekening gebracht.

Artikel 27 Maximale bijdrage sportvoorziening

Bij het verstrekken van een sportvoorziening wordt per periode van 4 weken een maximale bijdrage in rekening gebracht van de kostprijs van de voorziening gedeeld door 39 (afschrijving over 3 jaar).

Artikel 28 Maximale bijdrage overige maatwerkvoorzieningen

Bij het verstrekken van een overige maatwerkvoorzieningen wordt per periode van 4 weken een maximale bijdrage in rekening gebracht van de kostprijs van de voorziening gedeeld door 91 (afschrijving over 7 jaar), vermeerderd met de instandhoudingskosten per 4 weken indien van toepassing.

Hoofdstuk 6. Slotbepalingen

Artikel 29 Evaluatie en indexering

Het Besluit maatschappelijke ondersteuning MVS 2016 wordt jaarlijks geëvalueerd en geïndexeerd. Indien deze evaluatie en indexatie daartoe aanleiding geven, wordt het Besluit aangepast.

Artikel 30 Inwerkingtreding

  • 1. Het Besluit maatschappelijke ondersteuning MVS 2016 Versie II treedt in werking met ingang van 20 juni 2016.

  • 2. Op dat moment wordt het Besluit maatschappelijke ondersteuning MVS 2016 ingetrokken.

Artikel 31 Citeertitel

Dit Besluit wordt aangehaald als “Besluit maatschappelijke ondersteuning Maassluis Vlaardingen Schiedam 2016 Versie II” of als “Besluit maatschappelijke ondersteuning MVS 2016 Versie II”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van Schiedam op 31 mei 2016
De secretaris, De burgemeester,
mr. I.C.M. Baltus, l.s. C.H.J. Lamers

Toelichting Besluit maatschappelijke ondersteuning MVS 2016 Versie II

Toelichting Besluit maatschappelijke ondersteuning MVS 2016 Versie II