Overig besluit van algemene strekking van het college van burgemeester en wethouders houdende regels betreffende het generiek functieprofiel en functiewaardering Regeling generiek functieprofiel en functiewaardering van de gemeente Schiedam

Geldend van 10-08-2016 t/m heden

Intitulé

Regeling generiek functieprofiel en functiewaardering van de gemeente Schiedam

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Schiedam;

b e s l u i t:

gelet op:

artikel 160 lid c Gemeentewet

artikel 3.1 CAR-UWO

Instemming OR d.d. 12 juli 2016

tot het vaststellen van de

Regeling generiek functieprofiel en functiewaardering van de gemeente Schiedam.

Artikel 1 Begripsbepaling

  • a) Functie: het samenstel van feitelijke taken en/of werkzaamheden dat de functiehouder op basis van een generiek functieprofiel dient uit te voeren.

  • b) Functieprofiel: de generieke functiebeschrijving van het profiel dat door de burgemeester en wethouders is vastgesteld voor een functie binnen een functiefamilie, logisch voortvloeiend uit de organisatiestructuur en verdeling van taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden binnen de gemeente Schiedam en die een weergave is van aard, overwegend karakter, niveau en complexiteit van taken.

  • c) Functiehouder: degene op wie de collectieve arbeidsvoorwaardenregeling voor de sector gemeenten van toepassing is en ook degene met wie een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht, zoals bedoeld in artikel 2:5 CAR, is aangegaan.

  • d) Functiewaardering: het bepalen van de functiewaarde van het functieprofiel met behulp van de door het College vastgestelde methode (methodiek VBalans).

  • e) Functiefamilie: een groep van functies die qua aard en overwegend karakter gelijksoortig zijn en vergelijkbare eisen stellen aan de competenties van de functiehouders.

  • f) Functiehuis: het totaal van de bestaande functieprofielen.

  • g) Conversietabel: de tabel die een koppeling legt tussen de resultaten van de waardering van de generieke functie en de salarisschalen.

  • h) Bestuurder: de gemeentesecretaris en bestuurder in de zin van de Wet op de Ondernemingsraden (WOR).

  • i) Hiërarchisch leidinggevende: leidinggevende functie die hiërarchische verantwoordelijkheid en bevoegdheid heeft ten aanzien van functiehouders.

  • j) Directieteam: team die het college van burgemeester en wethouders adviseert over adviesnota’s, bestaande uit de gemeentesecretaris, de directeur, de concerncontroller en de communicatieregisseur.

  • k) Directieoverleg: het periodieke overleg van het directieteam.

  • l) Functiedeskundige:degene die belast is met het opstellen van het functieprofiel en het opstellen van de waarderingsadviezen op basis van deze regeling.

  • m) Inpassingsbesluit: het besluit waarin is vastgesteld op welk functieprofiel de functiehouder is ingepast.

  • n) Bezwarencommissie: de commissie als bedoeld in de Verordening op de bezwaarschriftencommissie gemeente Schiedam.

Artikel 2 Reikwijdte

  • 1. Het functiewaarderingsniveau van alle bij de gemeente Schiedam voorkomende en generiek beschreven functies zal worden vastgesteld volgens het functiewaarderingssysteem Vbalans;

  • 2. Het bepaalde in het eerste lid geldt slechts voor generieke functies waarvoor een salariëring door de gemeente Schiedam wordt vastgesteld.

Artikel 3 Vaststelling generieke functieprofielen

  • 1. De bestuurder, of in opdracht de hiërarchisch leidinggevende, stelt (zo nodig in samenspraak met de functiedeskundige) per functie een generiek functieprofiel op.

  • 2. De functieprofielen worden besproken in het directieoverleg en deze doet een voorstel voor voorlopige profielen.

  • 3. De voorlopig functieprofielen worden door de bestuurder ter advies aangeboden aan de ondernemingsraad (OR).

  • 4. Nadat de OR haar advies heeft uitgebracht, legt de bestuurder de functieprofielen ter vaststelling voor aan het college van burgemeester en wethouders.

  • 5. Het college van burgemeester en wethouders stelt de functieprofielen bij algemeen verbindend voorschrift vast.

Artikel 4 Wijziging generieke functieprofielen

  • 1. Eenmaal per twee jaar beziet de bestuurder in hoeverre het noodzakelijk is nieuwe generieke functieprofielen op te stellen, dan wel bestaande generieke functieprofielen aan te passen.

  • 2. Onverminderd het gestelde in het eerste lid worden, al dan niet op verzoek van een hiërarchisch leidinggevende of OR, nieuwe of aangepaste generieke functieprofielen (tussentijds) opgesteld indien de bestaande functieprofielen als gevolg van aanpassing van de organisatiestructuur, taken of doelstellingen van de organisatie ontoereikend of onvolledig zijn. De bestuurder is verantwoordelijk voor het opmaken van deze functieprofielen.

  • 3. Indien de bestuurder wenst af te wijken van het verzoek, zoals genoemd in het tweede lid, wordt advies gevraagd aan de externe functiedeskundige. De bestuurder neemt vervolgens een voorgenomen besluit, met inachtneming van dit advies.

  • 4. Voorgenomen wijzigingen van generieke functieprofielen, dan wel voorgenomen nieuwe generieke functieprofielen worden ter advisering voorgelegd aan de OR.

  • 5. Nadat de OR heeft geadviseerd, stelt het college van burgemeester en wethouders de nieuwe of aangepaste generieke functieprofielen vast.

Artikel 5 De functiewaardering

  • 1. In opdracht van het college van burgemeester en wethouders zullen alle door het college van burgemeester en wethouders vastgestelde functieprofielen , door een functiedeskundige, aan de hand van de functiewaarderingsmethode VBalans en de vastgestelde conversietabel, worden voorzien in een analyse en voorwaardering . Deze analyse en voorwaardering zullen resulteren in een waarderingsadvies en aan het college van burgemeester en wethouders ter besluitvorming worden voorgelegd.

  • 2. Het waarderingsadvies bevat in ieder geval:

    • a)

      Een gemotiveerd overzicht per functie van de scores en de totaalscore per functie;

    • b)

      Een functiematrix, gerangschikt naar zwaarte;

    • c)

      Een verantwoording ter zake, de gevolgde werkwijze en de gehanteerde uitgangspunten.

Artikel 6 Vaststelling functiewaardering en conversie

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders stelt de waarderingen vast met inachtneming van het advies van de externe functiedeskundige. Afwijking van het advies van de functiedeskundige kan slechts plaatsvinden op basis van zwaarwegende belangen. Het college van burgemeester en wethouders stelt de waarderingen van de functieprofielen bij algemeen verbindend voorschift vast.

  • 2. De door het college van burgemeester en wethouders vastgestelde waardering wordt, conform het systeem van functiewaardering VBalans, omgezet in een salarisschaal door toepassing van de conversietabel.

  • 3. Door middel van toepassing van de conversietabel worden de vastgestelde waarderingen omgezet in functionele salarisschalen.

Artikel 7 Voorgenomen besluit en kenbaar maken van zienswijze

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders maakt schriftelijk aan de functiehouder bekend welk functieprofiel zij voornemens is op zijn/haar functie van toepassing te verklaren, alsmede de eventuele gevolgen hiervan voor de inschaling, het salaris en/of de salariëring.

  • 2. De betrokken functiehouder, wordt in de gelegenheid gesteld schriftelijk zienswijzen over het voorgenomen besluit bij het college van burgemeester en wethouders in te dienen. De termijn voor het indienen van zienswijzen is twee weken.

  • 3. Indien er door de functiehouder(s) zienswijzen zijn ingediend legt het college van burgemeester en wethouders deze zienswijze(n) van de functiehouder(s) ter advisering voor aan het directieteam (conform procedure adviesnota’s).

  • 4. Binnen zes weken na het verstrijken van de zienswijzentermijn besluit het college van burgemeester en wethouders schriftelijk over het functieprofiel van de functiehouder.

  • 5. Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels stellen omtrent de procedure en de wijze waarop zij omgaat met een verzoek van een functiehouder tot wijziging van een inpassingsbesluit. Deze nader gestelde regels worden ter informatie aangeboden aan de ondernemingsraad (OR) en Georganiseerd Overleg (GO).

Artikel 8 Bezwaarschriftencommissie

Er is een onafhankelijke bezwaarschriftencommissie ingesteld, ingevolge de Verordening op de bezwaarschriftencommissie gemeente Schiedam 2016, welke bevoegd is over bezwaarschriften zoals genoemd in artikel 7 te adviseren.

Artikel 9 Slotbepalingen en inwerkingtreding

  • 1. In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, beslist het college van burgemeester en wethouders in de geest van deze regeling.

  • 2. Deze regeling kan worden aangehaald als ‘Regeling generiek functieprofiel en functiewaardering van de gemeente Schiedam’.

  • 3. Met het vaststellen van deze regeling worden gelijktijdig alle voorgaande regelingen met betrekking tot functiebeschrijving en functiewaardering ingetrokken.

  • 4. Deze regeling treedt in werking, de dag na bekendmaking.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het college van de gemeente Schiedam in zijn vergadering van 19 juli 2016.
De secretaris, de voorzitter,
drs. M.A. van den Hende, l.s. C.H.J. Lamers

Toelichting op de regeling generiek functieprofiel en functiewaardering van de gemeente Schiedam

Artikel 2

Deze regeling is van toepassing op generieke functies waarvoor een salariëring door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Schiedam wordt vastgesteld, met uitzondering van de griffiefuncties.

Artikel 3

Dit artikel regelt hoe functieprofielen tot stand komen. Het initiatief en de eindverantwoordelijkheid voor het opstellen van de generieke functieprofielen ligt bij de bestuurder.

Belangrijk in de vaststellingsprocedure is het adviesrecht van de ondernemingsraad (OR). Niet de inhoud van een individueel functieprofiel wordt aan de OR ter advisering voorgelegd, maar het pakket aan functieprofielen, de consistentie van de beschrijvingen en de beoordeling en of de beschrijvingen aansluiten bij de taken van de gemeente. De wijze waarop de functieprofielen zijn vormgegeven hangt samen met het organisatiebreed functiehuis.

Nadat de OR heeft geadviseerd, stelt het college van burgemeester en wethouders het totaal aan functieprofielen vast. Aangezien het hier gaat om het vaststellen van algemeen verbindende voorschriften is bezwaar en beroep tegen de inhoud van het functieprofiel formeel-juridisch in deze fase niet aan de orde. Daarbij komt dat de beschrijvingen voor groepen functiehouders gelden en gezien het feit dat de vorm ontkoppeld is van de individuele medewerker, bestaat er op dat moment nog geen rechtstreeks belang voor individuele functiehouders bij de beschrijvingen.

Artikel 4

Functieprofiel en functiewaardering is geen statisch gegeven. De organisatie zal blijven veranderen en daardoor zullen er ook nieuwe functies bijkomen, bestaande functies veranderen of zelfs geheel verdwijnen. In artikel 4 is vastgelegd dat in principe elke twee jaar door de bestuurder wordt bezien in hoeverre er aanleiding is om tot bijstelling van het functiehuis te komen.

Er kan echter ook tussentijds behoefte blijken het functiehuis aan te passen. Ook hiervoor ligt de verantwoordelijkheid bij de bestuurder. Hij/zij kan dit op eigen initiatief doen, of op verzoek van een hiërarchisch leidinggevende of OR.

De mogelijkheid bestaat dat de bestuurder een andere mening heeft dan de hiërarchisch leidinggevende of de OR. In dat geval wordt advies gevraagd aan een externe functiedeskundige. De bestuurder komt vervolgens, met inachtneming van dit advies, tot een voorgenomen besluit, dat ter advisering aan de OR wordt voorgelegd. Na advisering door de OR wordt het nieuwe of aangepaste generieke functieprofiel door het college van burgemeester en wethouders vastgesteld.

Gezien het feit dat de functies nu generiek zijn beschreven, zal er minder dan voorheen sprake zijn van de situatie dat te verrichten werkzaamheden niet onder één van de generieke functiebeschrijvingen te scharen zijn. Er zal dus ook minder snel sprake zijn ontoereikend of onvolledig zijn van het functiehuis op grond waarvan het functiehuis gewijzigd zou moeten worden doormiddel van het creëren van een nieuw generiek functieprofiel. Daarnaast moet het ook gaan om werkzaamheden met een structureel karakter die wezenlijk afwijken van de generieke functies.

Artikel 5

Alle beschreven functieprofielen worden in opdracht van het college van burgemeester en wethouders door een externe functiedeskundige gewaardeerd aan de hand van de functiewaarderingsmethode VBalans. De uitkomst van deze waardering is een overzicht waarin per functie wordt aangegeven hoe de waardering is opgebouwd en welke eindscore per functie van toepassing is. De externe functiedeskundige vermeldt ook de uitgangspunten en randvoorwaarden die bij het waarderen zijn gebruikt. De functionele schaal wordt bepaald aan de hand van de vastgestelde conversietabel.

Het (al dan niet gewijzigde) waarderingsvoorstel wordt vervolgens aan het college van burgemeester en wethouders beschikbaar gesteld ter vaststelling.

Artikel 6

Het college van burgemeester en wethouders stelt de waardering van een functie formeel vast. Hierbij wordt normaliter het advies van de externe functiedeskundige gevolgd. Als hiervan wordt afgeweken, moet dit gemotiveerd gebeuren.

Om de functiewaarderingscores te kunnen vertalen in de waardering van de functionele schalen, is een conversietabel nodig. Deze wordt door het college van burgemeester en wethouders vastgesteld, nadat het GO hiermee heeft ingestemd. Inmiddels heeft het GO ingestemd met de conversietabel als genoemd in artikel 6.

Artikel 7

Nadat de generieke functieprofielen (artikel 3) en de waarderingen (artikel 5) zijn vastgesteld, maakt het college aan de individuele medewerkers bekend welk functieprofiel het op hem of haar van toepassing wil verklaren. Daarbij moeten ook de gevolgen voor de inschaling worden vermeld.

De functiehouder heeft vervolgens twee weken de tijd om schriftelijk zienswijzen in te brengen tegen dit inpassingsvoornemen bij het college van burgemeester en wethouders.. De zienswijzen dienen zich te richten op de vraag of de functie van de functiehouder aan de juiste beschrijving is gekoppeld. Inhoudelijke aanvullingen op de functieprofielen of de functiewaarderingen zijn, gezien het generieke karakter van de beschrijvingen en het feit dat het functiehuis een algemeen verbindend voorschrift is, niet aan de orde.

De zienswijze(n) van de functiehouder worden door het college van burgemeester en wethouders voorgelegd aan het directieteam. Dit gebeurt op de wijze zoals de procedure bij adviesnota’s. Indien het college van burgemeester en wethouders hiertoe aanleiding ziet, kan zij de betreffende functiehouder in de gelegenheid stellen zijn of haar zienswijze mondeling toe te lichten. Het college burgemeester en wethouders zal aan de hand van het advies van het directieteam en de toelichting van de functiehouder, binnen zes weken een besluit nemen over het functieprofiel van de functiehouder. De functiehouder zal hier schriftelijk van op de hoogte gesteld worden.

Het in het vierde lid genoemde besluit is een besluit als bedoeld in artikel 1:3 van de Awb, waartegen belanghebbenden bezwaar kunnen maken.

Artikel 8

Tegen het definitieve inpassingsbesluit kan de betreffende functiehouder bij het college van burgemeester en wethouders bezwaar maken op grond van de Algemene wet bestuursrecht. Dit bezwaar verloopt via de normale bezwaarschriftenprocedure.

Conversietabel Schiedam

Conversietabel Schiedam