Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Schiedam houdende regels omtrent de bevordering van de leefbaarheid Verordening grootstedelijke problematiek Schiedam

Geldend van 30-12-2017 t/m heden

Intitulé

Verordening grootstedelijke problematiek Schiedam

De raad van de gemeente Schiedam;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van (26 september 2017/17VR048);

Gelet op de artikelen 149 en 156 van de Gemeentewet, de artikelen 9, 10 en 10a van de Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek en artikel 2, 4, eerste lid, en 5 van de Huisvestingswet 2014;

Overwegende dat:

  • -

    de Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek de mogelijkheid biedt om ter bevordering van de leefbaarheid in de huisverordening regels te stellen voor het in gebruik nemen van woonruimte, welke van toepassing zijn bij de beslissing omtrent de verlening van huisvestingsvergunningen;

  • -

    de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties bij besluit van 21 december 2017 een aanwijzing heeft gedaan zodat in Schiedam deze regels gesteld kunnen worden;

  • -

    het daarom wenselijk is om in aanvulling op de Verordening woonruimtebemiddeling gemeente Schiedam 2015, voor de beslissing omtrent de verlening van huisvestingsvergunningen tevens regels te stellen ter uitvoering van de Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek;

 

Besluit vast te stellen de Verordening grootstedelijke problematiek Schiedam

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen worden verstaan onder:

  • a.

    aanwijzing: de aanwijzing als bedoeld in artikel 5 van de wet van 21 december 2017 (www.rijksoverheid.nl)

  • b.

    bemiddelingsmodel: het bemiddelingsmodel als bedoeld in artikel 1.1, aanhef en onder b, van de Verordening Woonruimtebemiddeling gemeente Schiedam 2015;

  • c.

    corporatie: een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Woningwet;

  • d.

    herhuisvestingsverklaring: de herhuisvestingsverklaring als bedoeld in artikel 1.1, aanhef en onder i, van de Verordening woonruimtebemiddeling gemeente Schiedam 2015;

  • e.

    huisvestingsvergunning: vergunning als bedoeld in artikel 8 van de Huisvestingswet 2014;

  • f.

    onderzoek: het onderzoek als bedoeld in artikel 10a, eerste lid, van de wet;

  • g.

    woonverklaring: de woonverklaring als bedoeld in artikel 10b, vierde lid, van de wet. Een woonverklaring heeft betrekking op personen bedoeld in de laatste zin van artikel 10b, eerste lid, van de wet;

  • h.

    wet: de Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek;

  • i.

    wijk: een wijk van de gemeente Schiedam, genoemd in bijlage 3 bij deze verordening.

Hoofdstuk 2. Toegang tot de woningmarkt

Artikel 2. Toepassingsbereik

Deze verordening is van toepassing op:

  • 1.

    woonruimten, aangewezen in artikel 2.1.1, eerste lid, van de Verordening Woonruimtebemiddeling gemeente Schiedam 2015; en

  • 2.

    op overige te huur aangeboden zelfstandige of onzelfstandige woonruimten voor zover deze behoren tot:

    • a.

      één of meer van de in bijlage 1 van deze verordening genoemde categorieën van woonruimte; of,

    • b.

      één of meer van de in bijlage 2 van deze verordening genoemde categorieën van woonruimte, gelegen in de op basis van artikel 5, derde lid, van de wet aangewezen complexen, straten of gebieden.

Artikel 3. Vergunningvereiste

  • 1. In aanvulling op het bepaalde in artikel 2.3.1 van de Verordening Woonruimtebemiddeling gemeente Schiedam 2015 is het verboden woonruimte als bedoeld in artikel 2:

    • a.

      in gebruik te nemen voor bewoning zonder huisvestingsvergunning voor deze woonruimte; of,

    • b.

      in gebruik te geven aan een persoon die niet beschikt over een huisvestingsvergunning voor deze woonruimte.

  • 2. Het is verboden woonruimte als bedoeld in artikel 2 in gebruik te nemen in afwijking van een voorschrift dat met toepassing van artikel 10b, vijfde lid, van de wet is verbonden aan een huisvestingsvergunning.

  • 3. Ten aanzien van woonruimten als bedoeld in artikel 2, aanhef en onder 2, is het bepaalde in artikel 2.1.2 van de Verordening Woonruimtebemiddeling Schiedam 2015 van toepassing.

  • 4. in afwijking van artikel 2.3.3 van de Verordening Woonruimtebemiddeling Schiedam, wordt op een aanvraag om huisvestingsvergunning binnen vier weken na de dag van ontvangst daarvan beslist.

  • 5. De in het vorige lid bedoelde termijn kan éénmaal met ten hoogste vier weken verlengd worden.

Artikel 4. Voorrang bij de toegang tot de woningmarkt op basis van sociaal-economische kenmerken

  • 1. Bij het verlenen van huisvestingsvergunningen voor het voor bewoning in gebruik geven van woonruimte behorend tot één of meer van de in bijlage 1 bij deze verordening genoemde categorieën, wordt voorrang gegeven aan woningzoekenden die voldoen aan een of meer van de volgende kenmerken:

    • a.

      Huishoudens waarvan minimaal één persoon een beroep heeft in de maatschappelijke dienstverlening volgens de definitie van dienstverlening van het Centraal Bureau voor de Statistiek;

    • b.

      Huishoudens waarvan ten minste één persoon in Schiedam werkzaam is in de maakindustrie volgens de definitie van de bedrijfstak Industrie van het Centraal Bureau voor de Statistiek;

    • c.

      Huishoudens waarvan ten minste één persoon voltijd studeert aan een instelling voor het hoger onderwijs als bedoeld in de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.

  • 2. Aan woningzoekenden bedoeld in het eerste lid wordt voorrang gegeven boven woningzoekenden als bedoeld in artikel 12, eerste lid, of artikel 14, van de Huisvestingswet 2014.

  • 3. De op grond van het eerste lid onder c bedoelde voorrang geldt slechts voor de gebieden die daartoe zijn aangewezen ingevolge bijlage 1.

  • 4. De in het eerste lid van dit artikel genoemde voorrang wordt ook verleend aan woningzoekenden in het bezit van een herhuisvestingsverklaring indien zij:

    • a.

      woonruimte van een corporatie huren; en,

    • b.

      een huisvestingsvergunning aanvragen voor woonruimte gelegen binnen dezelfde wijk als de woonruimte die zij op het moment dat zij de huisvestingsvergunning aanvragen rechtmatig bewonen.

  • 5. Indien artikel 2.3.7 van de Verordening Woonruimtebemiddeling gemeente Schiedam 2015 van toepassing is op woonruimte, bedoeld in het eerste lid van dit artikel, wordt bij de verlening van de huisvestingsvergunningen voorrang gegeven aan de woningzoekenden die voldoen aan de kenmerken bedoeld in het eerste lid en vierde lid, boven de woningzoekenden bedoeld in artikel 2.3.7 van de Verordening Woonruimtebemiddeling gemeente Schiedam 2015.

  • 6. Indien meerdere woningzoekenden gelet op het bepaalde in het eerste tot en met vijfde lid van dit artikel in aanmerking komen voor een woning, wordt de volgorde waarin zij voor de woning in aanmerking komen, bepaald overeenkomstig het door de corporatie op grond van de Verordening Woonruimtebemiddeling gemeente Schiedam 2015 gebruikte bemiddelingsmodel.

Artikel 5. Weigeren van de toegang tot de woningmarkt ter beperking van overlast en criminaliteit

  • 1. Ingevolge artikel 10b, vijfde lid, van de wet wordt een huisvestingsvergunning voor de in bijlage 2 van deze verordening genoemde categorieën van woonruimte geweigerd indien een overgelegde woonverklaring daartoe aanleiding geeft.

  • 2. Een persoon van 16 jaar of ouder die zich bij de houder van een huisvestingsvergunning als bedoeld in het eerste lid van dit artikel, wil huisvesten, dient te beschikken over een huisvestingsvergunning.

  • 3. Indien aan de woonverklaring voorschriften zijn verbonden, worden deze voorschriften aan de huisvestingsvergunning verbonden.

Artikel 6. Relevante gedragingen

Bij het onderzoek ter voorbereiding van de afgifte van een woonverklaring worden de politiegegevens over de volgende gedragingen betrokken:

  • 1.

    het veroorzaken van overlast die hinderlijk of schadelijk is voor personen of een gevaar oplevert voor de gezondheid van personen door:

    • a.

      geluid of trillingen;

    • b.

      het plaatsen, werpen of hebben van stoffen of voorwerpen;

    • c.

      het verrichten van handelingen waardoor op voor de omgeving hinderlijke of schadelijke wijze rook, roet, walm, stof, stank of irriterend materiaal wordt verspreid;

    • d.

      vervuiling, verontreiniging of schadelijk of hinderlijk gedierte in de woning of de directe omgeving ervan;

  • 2.

    onrechtmatig gebruik van een woning;

  • 3.

    gebruik van beledigende of discriminerende taal of uitingen jegens of intimidatie van omwonenden of bezoekers;

  • 4.

    gewelddadigheden of openlijke geweldpleging tegen, dan wel bedreiging of mishandeling van omwonenden of bezoekers;

  • 5.

    activiteiten die strafbaar zijn gesteld op grond van de Opiumwet in of in de omgeving van de woning;

  • 6.

    openbare dronkenschap in de omgeving van de woning;

  • 7.

    het plegen van vermogensdelicten met een directe relatie tot de woonomgeving;

  • 8.

    brandstichting, vernieling en vandalisme in de omgeving van de woning;

  • 9.

    radicaliserende, extremistische of terroristische gedragingen die strafbaar zijn gesteld op grond van het Wetboek van Strafrecht.

Artikel 7. Handhaving van voorschriften, verbonden aan een huisvestingsvergunning

Het college van burgemeester en wethouders kan een last onder bestuursdwang of een bestuurlijke boete opleggen ter zake van de overtreding van de voorschriften, bedoeld in artikel 10b, vijfde lid, van de wet die ten hoogste bedraagt het bedrag dat is vastgesteld voor de eerste categorie, bedoeld in artikel 23, vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht.

Hoofdstuk 3. Slotbepalingen

Artikel 8. Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking de dag na uitgifte van het Gemeenteblad waarin zij wordt bekendgemaakt.

  • 2. Deze verordening vervalt op de laatste dag van de duur van de aanwijzing.

Artikel 9. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening grootstedelijke problematiek Schiedam.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 24 oktober 2017
De griffier,
J.W. Scherpenzeel
de voorzitter,
C.H.J. Lamers

Bijlage 1

Categorieën van woonruimte, bedoeld in artikel 4, eerste lid onder a en b van deze verordening.

Straat

Postcode

Huisnummers

Hogenbanweg

3112 CE t/m 3112 CJ

49B t/m 87D

Roëllstraat

3119 RH, 3119 RJ,

3119 RK, 3119 RL

1 t/m 63

2 t/m 70

Van Tienhovenstraat

3119 RV, 3119 RW

3119 RX, 3119 RZ

1 t/m 63

2 t/m 72

Mackaystraat

3119 RA, 3119 RB

3119 RC, 3119 RD

1 t/m 63

2 t/m 70

Schuttersveld

3119 DD, 3119 DE,

3319 DG, 3119 DH,

3119 DJ, 3119 DK

1 t/m 106

2 t/m 105

Burg. Honnerlage Gretelaan

3119 BD

161 t/m 263

Diepenbrockstraat

3122AB

33 t/m 79

Valeriusstraat

3122AM

33 t/m 79

Obrechtstraat

3122AG

3122AH, 3122AJ, 3122AK

1 t/m 29

2 t/m 144

Sweelincksingel

3122AL

2 t/m 30

Johan Wagenaarstraat

3122BB, 3122BC, 3122BD

31 t/m 77

Willem Pijperstraat

3122BG

3122BH, 3122BJ

33 t/m 79

2 t/m 104

Henriëtte Bosmansplein

3122CA, 3122CB,

3122CC, 3122CD

15 t/m 145

(even + oneven)

Bart Verhallenplein

3122TD, 3122TE,

3122TG

50 t/m 135

(even + oneven)

Albert van Raalteplein (deels)

3122GH, 3122GJ

15 t/m 38

(even + oneven)

Cornelia van Zantenplein

3122CE, 3122CG,

3122CH, 3122CJ

1 t/m 145

(even + oneven)

Categorieën van woonruimte, bedoeld in artikel 4, eerste lid onder a, b en c van deze verordening.

Straat

Postcode

Huisnummers

Johan de Wittsingel

3119 TL, 3119 TM

209 t/m 321 (oneven)

Van Hallstraat

3119 TR, 3119 TS,

3119 TT, 3119 TV

1 t/m 87 (oneven)

2 t/m 94 (even)

Donker Curtiusstraat

3119 TA, 3119 TB,

3119 TC, 3119 TD

1 t/m 85 (oneven)

2 t/m 94 (even)

Schimmelpenninckstraat

3119 TN, 3119 TP

1 t/m 79 (oneven)

Prof. Aalberselaan

3118 XA, 3118 XB

3118 XC, 3118 XD

2 t/m 112

1 t/m 99

Schaperlaan

3118 XL, 3118 XM

3118 XN, 3118 XP

1 t/m 83

2 t/m 96

Talmalaan

3118 XR, 3118 XS

3118 XT, 3118 XV

1 t/m 67

2 t/m 80

Dr. de Visserlaan

3118 XX, 3118 XZ

2 t/m 64

Dr. Schaepmansingel

3118 XT, 3118 XV

2 t/m 72

PJ Troelstralaan

3118 VA, 3118 VB,

3118 VC, 3118 VD

1 t/m 27, 33 t/m 55,

61 t/m 83, 89 t/m 111

S van Houtenlaan

3118 XE, 3118 XG

5 t/m 115

Bijlage 2

Categorieën van woonruimte in de op basis van artikel 5, derde lid, van de wet aangewezen complexen, straten of gebieden.

Straat

Postcode

Huisnummers

Boerhaavelaan

3112 LA, 3112 LB,

3112 LC, 3112 LD, 3112 LE, 3112 LG, 3112 LH, 3112 LJ, 3112 LK, 3112 LL, 3112 LM

1 t/m 99

2 t/m 112

Van ‘t Hoffplein

3112 JR, 3112 JS, 3112 JT

1 t/m 15

2 t/m 8

Boylestraat

3112 XA, 3112 XB,

3112 XC, 3112 XD,

3112 XE, 3112 XG

1 t/m 29 en 41

4 t/m 64

Van Marumstraat

3112 XR, 3112 XT,

3112 XV, 3112XW

3 t/m 15, 29 t/m 35

4 t/m 18

Cartesiusstraat

3112 XJ, 3112 XK,

3112 XL, 3112 XM

1 t/m 35

2 t/m 36

Johan de Wittsingel

3119 TL, 3119 TM

209 t/m 321 (oneven)

Van Hallstraat

3119 TR, 3119 TS,

3119 TT, 3119 TV

1 t/m 87 (oneven)

2 t/m 94 (even)

Donker Curtiusstraat

3119 TA, 3119 TB,

3119 TC, 3119 TD

1 t/m 85 (oneven)

2 t/m 94 (even)

Schimmelpenninckstraat

3119 TN, 3119 TP

1 t/m 79 (oneven)

Van Heuven Goedhartstraat

3119RR, 3119RS, 3119RT

2 t/m 148

Parkweg

3119CC, 3119CD,

1 t/m 167

MCM de Grootstraat

3119VL, 3119VM, 3119VN, 3119VP

3 t/m 115

4 t/m 116

Nicolaas Beetsstraat

3117 SL,3117 SM, 3117 SP,

3117 SR, 3117 ST

3 t/m 74

Rembrandtlaan

3117 VG, 3117 VH,

3117 VP, 3117VR, 3117 VS

73 t/m 103

74 t/m 118

Mariastraat

3117 NE, 3117 NG,

3117 NH, 3117 NJ,

3117 NK, 3117 NL,

3117 NM, 3117 NN,

3117 NP

25-117

14-56

Vriendschapsplein

3117 NW

2 t/m 46

Diepenbrockstraat

3122AB

33 t/m 79

Valeriusstraat

3122AM

33 t/m 79

Obrechtstraat

3122AG

3122AH, 3122AJ, 3122AK

1 t/m 29

2 t/m 144

Sweelincksingel

3122AL

2 t/m 30

Johan Wagenaarstraat

3122BB, 3122BC, 3122BD

31 t/m 77

Willem Pijperstraat

3122BG

3122BH, 3122BJ

33 t/m 79

2 t/m 104

Diepenbrockstraat

3122AB, 3122AC, 3122AD

2 t/m 104

Johan Wagenaarstraat

3122BB, 3122BC, 3122BD

2 t/m 104

Bijlage 3

De gemeente Schiedam bestaat uit de volgende, op de kaart bij deze bijlage als zodanig aangegeven, wijken:

  • a.

    Centrum;

  • b.

    Oost;

  • c.

    West;

  • d.

    Zuid;

  • e.

    Nieuwland-West;

  • f.

    Nieuwland-Oost;

  • g.

    Groenoord;

  • h.

    Kethel;

  • i.

    Woudhoek;

  • j.

    Spaland/Sveaparken.

Bijlage 4 Verordening Wbmgp wijkkaart schiedam

Verordening Wbmgp wijkkaart schiedam

Toelichting op de verordening Wbmgp

  • 1.

    Relatie tot de Verordening Woonruimtebemiddeling gemeente Schiedam 2015

Deze verordening geeft in aanvulling op de Verordening Woonruimtebemiddeling gemeente Schiedam 2015 criteria waaraan voldaan moet zijn om in aanmerking te komen voor een door het college van burgemeester en wethouders te verlenen huisvestingsvergunning. Een huisvestingsvergunning is nodig om woonruimte, aangewezen in de Verordening Woonruimtebemiddeling gemeente Schiedam 2015 of deze verordening, in gebruik te nemen en te geven:

  • -

    Voor woonruimten waarvoor op grond van de Verordening Woonruimtebemiddeling gemeente Schiedam 2015 een huisvestingsvergunningplicht geldt, geeft deze verordening aanvullende criteria voor de beoordeling van een aanvraag om een huisvestingsvergunning;

  • -

    Voor woonruimten waarvoor op grond van de Verordening Woonruimtebemiddeling gemeente Schiedam 2015 geen huisvestingsvergunningplicht, maar die wel zijn aangewezen op grond van deze verordening, geeft deze verordening de enige criteria voor de beoordeling van een aanvraag om een huisvestingsvergunning.

 

Opgemerkt wordt wel dat voor laatstbedoelde situatie artikel 3, derde lid, bepaalt dat de in de Verordening Woonruimtebemiddeling gemeente Schiedam 2015 genoemde eisen aan (het huishouden van) de woningzoekende (samengevat: tenminste één lid van het huishouden dient meerderjarig te zijn en alle leden van het huishouden dienen rechtmatig in Nederland te verblijven) ook van toepassing zijn.

 

  • 2.

    Voorrang op basis van sociaal-economische kenmerken

Op grond van deze verordening geldt voor woonruimten, behorend tot de in bijlage 1 van deze verordening genoemde categorieën, een voorrangsregeling: woningzoekenden die voldoen aan de in artikel 4, eerste lid, van de verordening genoemde kenmerken komen met voorrang voor in aanmerking voor een huisvestingsvergunning voor ingebruikname van die woonruimte.

 

  • 3.

    Weigering huisvestingsvergunning ter beperking van overlast en criminaliteit

Voor woonruimte, behorend tot de in bijlage 2 van deze verordening genoemde categorieën, geldt een weigeringsgrond ter beperking van overlast en criminaliteit. Het college van burgemeester en wethouders kan in het belang van de beperking van overlast en criminaliteit een huisvestingsvergunning weigeren, indien de door de burgemeester af te geven woonverklaring daartoe aanleiding geeft. De burgemeester stelt de woonverklaring op, op basis van informatie die hij verkrijgt van de politie.

 

  • 4.

    Relevante wet- en regelgeving

De navolgende wet- en regelgeving is relevant bij de uitvoering van deze verordening:

  • -

    De Algemene wet bestuursrecht bevat algemene regels over contact tussen bestuursorgaan en burger. Deze regels gaan onder meer over de behandeling van aanvragen en (andere onderwerpen die vallen onder de) voorbereiding van besluiten. Verder regelt de Algemene wet bestuursrecht de bezwaarprocedure en de beroepsprocedure.

  • -

    De Huisvestingswet 2014 en de daarop gebaseerde Verordening Woonruimtebemiddeling gemeente Schiedam 2015. Deze wet en verordening zijn de basis voor de huisvestingsvergunning.

  • -

    De Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek. Deze wet vormt de grondslag voor deze verordening. Daarnaast bevat de wet procedurele voorschriften voor de voorbereiding van de uitvoeringsbesluiten (de besluiten tot verlening of weigering van de huisvestingsvergunning).

  • -

    Het Besluit verwerking persoonsgegevens bij selectieve woningtoewijzing ter beperking van overlastgevend en crimineel gedrag. Deze algemene maatregel van bestuur bevat voorschriften over onder meer de uitwisseling van privacy-gevoelige informatie tussen de politie en de burgemeester, en tussen de (medewerkers van de) burgemeester en (de medewerkers van) het college van burgemeester en wethouders.

 

  • 5.

    Artikelsgewijze toelichting 

Artikel 1

Dit artikel bevat de begripsomschrijvingen. Aangesloten wordt bij de begrippen gehanteerd in de Huisvestingswet 2014 en de Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek.

 

Vermeldenswaardig is dat met de verwijzing naar de laatste zin van artikel 10b, eerste lid, van de wet in de begripsomschrijving van 'woonverklaring' tot uitdrukking is gebracht dat alle niet alleen ten aanzien van de woningzoekende (de aanvrager van de huisvestingsvergunning), maar ook ten aanzien van de personen van 16 jaar en ouder die met hem de woonruimte willen betrekken een woonverklaring wordt afgegeven.

 

Artikel 2

In dit artikel is het toepassingsbereik van de verordening beschreven. Deze verordening is van toepassing op:

  • -

    De woonruimten waarvoor op grond van de Verordening Woonruimtebemiddeling gemeente Schiedam 2015 een huisvestingsvergunningplicht geldt; en

  • -

    De woonruimten waarvoor op grond van deze verordening een huisvestingsvergunningplicht geldt. 

Voor woonruimten waarvoor op grond van de Verordening Woonruimtebemiddeling gemeente Schiedam 2015 een huisvestingsvergunningplicht geldt, geeft deze verordening aanvullende criteria voor de beoordeling van een aanvraag om een huisvestingsvergunning.

Voor woonruimten waarvoor op grond van de Verordening Woonruimtebemiddeling gemeente Schiedam 2015 geen huisvestingsvergunningplicht, maar die wel zijn aangewezen op grond van deze verordening, geeft deze verordening de enige criteria voor de beoordeling van een aanvraag om een huisvestingsvergunning.

 

 

Voorraaddeel alleen aangewezen* in deze verordening

Voorraaddeel aangewezen* in deze verordening en de Verordening Woonruimtebemiddeling gemeente Schiedam 2015

Voorraaddeel aangewezen* in alleen de Verordening Woonruimtebemiddeling gemeente Schiedam 2015

Alle bepalingen van hoofdstuk 2 de Verordening Woonruimtebemiddeling gemeente Schiedam 2015 van toepassing?

Nee

Ja

Ja

Alleen artikel 2.1.2 van de Verordening Woonruimtebemiddeling gemeente Schiedam 2015 van toepassing?

Ja

Nee, alle bepalingen van hoofdstuk 2 van de Verordening Woonruimtebemiddeling gemeente Schiedam 2015zijn van toepassing

Nee, alle bepalingen van hoofdstuk 2 van de Verordening Woonruimtebemiddeling gemeente Schiedam 2015zijn van toepassing

Bepalingen van deze verordening van toepassing?

Ja

Ja

Nee

* aangewezen als huisvestingsvergunningplichtig

 

Artikel 3

Het eerste lid van dit artikel bevat de vergunningplicht: Het is verboden zonder huisvestingsvergunning woonruimte, bedoeld in artikel 2 van deze verordening, voor bewoning in gebruik te nemen of in gebruik te geven.

De wetgever heeft geen behandeltermijn gesteld voor de beslissing op een aanvraag Huisvestingsvergunning als de woningzoekende gescreend wordt op woonoverlast op basis artikel 10b van de Wbmgp..

Omdat de verordening in aanvulling op de Verordening Woonruimtebemiddeling Schiedam is vastgesteld, geldt de daarin opgenomen afhandelingstermijn als de Verordening Wbmgp daarin zelf niet voorziet.

Een zorgvuldige screening is belangrijk en de opgenomen termijn in de Verordening Woonruimtebemiddeling Schiedam is daarvoor te krap. Dit is de reden waarom een afwijkende afhandelingstermijn in de Verordening Wbmgp is opgenomen.. Tegelijkertijd moet voor de buurt en de verhuurder worden voorkomen dat een woning onnodig leeg staat. Met de behandeltermijn van vier weken is hiermee rekening gehouden. De behandeltermijn kan eenmalig verlengd worden. De mogelijkheid voor verlengen wordt zeer terughouden en alleen voor complexe casussen gebruikt.

 

In het lid is tot uitdrukking gebracht dat deze vergunningplicht een aanvulling is op die van artikel 2.3.1 van de Verordening Woonruimtebemiddeling gemeente Schiedam 2015: Immers, voor de in artikel 2.1.1, eerste lid, van die verordening aangewezen woonruimte geldt al een huisvestingsvergunningplicht. Het aanvullende karakter van de in artikel 3, eerste lid, opgenomen vergunningplicht ziet op de in artikel 2, aanhef en onder 2, bedoelde woonruimten.

 

In het tweede lid is bepaald dat het tevens verboden is om woonruimte in gebruik te nemen in afwijking van een voorschrift dat met toepassing van artikel 10b, vijfde lid, van de wet, aan een huisvestingsvergunning is verbonden.

 

Het derde lid bepaalt dat de in de Verordening Woonruimtebemiddeling gemeente Schiedam 2015 genoemde eisen aan (het huishouden van) de woningzoekende (samengevat: tenminste één lid van het huishouden dient meerderjarig te zijn en alle leden van het huishouden dienen rechtmatig in Nederland te verblijven) ook van toepassing zijn.

 

Artikel 4

Op grond van artikel 4, eerste lid, geldt voor woonruimten, behorend tot de in bijlage 1 van deze verordening genoemde categorieën, een voorrangsregeling: woningzoekenden die voldoen aan de in artikel 4, eerste lid, van de verordening genoemde kenmerken komen met voorrang voor in aanmerking voor een huisvestingsvergunning voor ingebruikname van die woonruimte.

 

Onder de in het eerste lid onder a genoemde beroepsgroep vallen bijvoorbeeld werkenden in de sectoren overheid, zorg, onderwijs, openbare orde en veiligheid.

 

In het tweede lid is bepaald dat deze voorrangsregeling geldt boven de voorrangsregeling bedoeld in artikel 12, eerste lid (de urgentieregeling) en artikel 14 (voorrang op basis van economische of sociale binding aan de regio of aan de gemeente) van de Huisvestingswet 2014.

 

Het derde lid regelt dat de voorrang voor studenten slechts van toepassing is op een beperkt aantal aangewezen gebieden.

 

Op grond van het vierde lid geldt de voorrangsregeling ook voor herhuisvestingskandidaten die:

  • a.

    woonruimte van een corporatie huren; en,

  • b.

    een huisvestingsvergunning aanvragen voor woonruimte gelegen binnen dezelfde wijk als de woonruimte die zij op het moment dat zij de huisvestingsvergunning aanvragen rechtmatig bewonen. 

Het vijfde lid regelt de relatie met de algemene rangordebepaling van artikel 2.3.7 van de Verordening Woonruimtebemiddeling gemeente Schiedam 2015. Dit lid is alleen van toepassing op woonruimte die ook op grond van de Verordening Woonruimtebemiddeling gemeente Schiedam 2015 huisvestingsvergunningplichtig is.

 

Het zesde lid regelt de onderlinge rangorde tussen personen die vallen onder de voorrangsregels ingevolge het eerste lid.

 

Artikel 5

In dit artikel zijn de gronden opgenomen op grond waarvan een huisvestingsvergunningaanvraag voor woonruimten, behorend tot de in bijlage 2 van deze verordening genoemde categorieën, ter beperking van overlast en criminaliteit kan worden geweigerd. Het college van burgemeester en wethouders kan in het belang van de beperking van overlast en criminaliteit een huisvestingsvergunning weigeren, indien de door de burgemeester af te geven woonverklaring daartoe aanleiding geeft. De burgemeester stelt de woonverklaring op, op basis van informatie die hij verkrijgt van de politie.

 

Ingevolge het tweede lid geldt de huisvestingsvergunningplicht ook indien een persoon van 16 jaar of ouder zich wil vestigen bij de houder van een huisvestingsvergunning als bedoeld in het eerste lid. Het kan daarbij bijvoorbeeld gaan om een kind van 16 jaar of ouder dat zich bij één van de twee gescheiden ouders wil vestigen, maar ook om een persoon van 16 jaar of ouder die met zijn of haar partner wil gaan samenwonen.

 

Het derde lid geeft, in navolging van artikel 10b, vijfde lid, van de wet, aan dat, indien de woonverklaring voorschriften bevat, deze ook aan de huisvestingsvergunning worden verbonden.

 

Artikel 6

Artikel 10a, tweede lid, van de wet somt op welke gedragingen betrokken kunnen worden bij het onderzoek ter voorbereiding van de woonverklaring. Ingevolge artikel 10a, eerste lid, van de wet bepaalt de gemeenteraad in de verordening op basis van de aard van de problematiek in een aangewezen complex, straat of gebied welke van de in het tweede lid genoemde politiegegevens betrokken mogen worden bij dat onderzoek. Gelet op de Schiedamse context zijn in artikel 6 van de verordening alle in artikel 10a, tweede lid, van de wet genoemde gedragingen opgenomen.

 

Artikel 7

Artikel 7 geeft het college van burgemeester en wethouders de bevoegdheid om overtreding van de aan de huisvestingsvergunning verbonden voorschriften te handhaven. Ter handhaving kan een last onder bestuursdwang worden opgelegd en – op grond van artikel 5:32, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht – tevens een last onder dwangsom. Tevens kan een bestuurlijke boete opgelegd worden.

 

Artikel 8

Deze bepaling spreekt voor zich.