Regeling vervallen per 01-01-2010

Verordening Cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand 2004

Geldend van 01-01-2005 t/m 31-12-2009

Intitulé

Verordening Cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand 2004

VERORDENING CLIËNTENPARTICIPATIE WET WERK EN BIJSTAND 2004

Artikel 1 Begripsomschrijving

  • a. Wet: de Wet werk en bijstand;

  • b. uitkeringsgerechtigde: degene, die algemene bijstand ontvangt op grond van de wet;

  • c. niet-uitkeringsgerechtigde: de persoon, jonger dan 65 jaar, die als werkloze werkzoekende staat geregistreerd bij de Centrale organisatie werk en inkomen en die geen recht heeft op een uitkering op grond van de wet, de Werkloosheidswet, de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Toeslagenwet, de Tijdelijke wet beperking inkomensgevolgen arbeidsongeschiktheidscriteria, de Algemene nabestaandenwet dan wel op grond van een regeling, die met deze wetten naar aard en strekking overeenstemt (artikel 6, sub a van de wet);

  • d. cliënten: de sub b en c van dit artikel bedoelde persoon, alsmede degene die een uitkering ontvangt op grond van de Algemene nabestaandenwet;

  • e. vertegenwoordiger: afgevaardigde van een belangenorganisatie die direct of indirect deel uit maakt van het dagelijkse leven van de cliënt;

  • f. afdelingen: de afdeling Werk en afdeling Inkomen;

  • g. college: burgemeester en wethouders;

  • h. regulier overleg: overleg tussen Cliëntenparticipatie en de afdelingen;

  • i. leden overleg: overleg van de leden van de Cliëntenparticipatie onderling.

Artikel 2 Doelstelling

Het doel van cliëntenparticipatie is het behartigen van belangen van uitkeringsgerechtigden. Cliënten en vertegenwoordigers kunnen daar waar nodig invloed uitoefenen op de uitvoering en kwaliteit van dienstverlening van de afdeling Werk en de afdeling Inkomen. Ten behoeve van dit doel wordt een organisatie in het leven geroepen die zal opereren onder de naam Cliëntenparticipatie WWB Schiedam.

Artikel 3 Adviesterrein

  • 1. In het kader van de cliëntenparticipatie adviseert de Cliëntenparticipatie Schiedam over aangelegenheden die de uitvoering en kwaliteit van de dienstverlening betreffen.

  • 2. De Cliëntenparticipatie houdt zich niet bezig met:

    • -

      individuele klachten, bezwaarschriften, en andere zaken die een individueel karakter dragen, dan wel betrekking hebben op individuele cliënten;

    • -

      de Wet voorzieningen gehandicapten.

Artikel 4 Samenstelling

  • 1. De Cliëntenparticipatie bestaat uit een combinatie van cliënten en vertegenwoordigers.

  • 2. De Cliëntenparticipatie bestaat uit maximaal 2 cliënten en maximaal 6 vertegenwoordigers.

  • 3. De leden worden benoemd door de voorzitter, namens B&W, voor een periode van 4 jaar en zijn eenmalig herbenoembaar. De cliënt wordt benoemd, na advisering door de Cliëntenparticipatie. De vertegenwoordiger wordt benoemd op voordracht van de belangenorganisatie.

  • 4. Het lidmaatschap van de Cliëntenparticipatie is onverenigbaar met het lidmaatschap van de gemeenteraad, het college, burgerlidmaatschap van een raadscommissie, werknemerschap van de gemeente Schiedam op basis van een ambtelijke aanstelling.

Artikel 5 Beëindiging van het lidmaatschap

  • 1. Het lidmaatschap eindigt indien het lid geen cliënt of vertegenwoordiger meer is.

  • 2. Het lidmaatschap eindigt indien het lid aftreedt.

  • 3. Het lidmaatschap eindigt indien de zittingsduur als bedoeld in artikel 4, derde lid van de verordening is verlopen.

  • 4. In de gevallen, bedoeld in het eerste en tweede lid, blijft het lid de functie vervullen totdat in de vacature is voorzien, met een maximale termijn van zes maanden.

Artikel 6 Voorzitter en secretaris

  • 1. De voorzitter van het reguliere overleg en diens plaatsvervanger worden benoemd door het college.

  • 2. De Cliëntenparticipatie krijgt ondersteuning van een ambtelijk secretaris.

Artikel 7 Werkwijze

  • 1. In het kader van de cliëntenparticipatie kan de voorzitter de Cliëntenparticipatie om advies vragen inzake de uitvoering en kwaliteit van dienstverlening zoals bedoeld in artikel 3 eerste lid van de verordening.

  • 2. De Cliëntenparticipatie is gerechtigd uit eigen beweging advies uit te brengen aan de voorzitter of het college inzake het gemeentelijk beleid, de uitvoering en kwaliteit van dienstverlening zoals bedoeld in artikel 3 eerste lid van de verordening.

  • 3. Het advies wordt op een zodanig tijdstip gevraagd, dat bij de beleidsvoorbereiding rekening kan worden gehouden met het uitgebrachte advies.

  • 4. De Cliëntenparticipatie komt minimaal zes keer per jaar bijeen voor een regulier overleg.

  • 5. Er is minimaal een keer per jaar overleg tussen de betrokken wethouder en de Cliëntenparticipatie.

  • 6. Wanneer de Cliëntenparticipatie uit eigen beweging, buiten het regulier overleg, advies uitbrengt gebeurt dit schriftelijk.

  • 7. De voorzitter bepaalt plaats en tijdstip van het regulier overleg, dit in overleg met de leden.

  • 8. De ambtelijk secretaris nodigt de Cliëntenparticipatie en de betrokken wethouder uit voor het overleg zoals bedoeld in het vierde en vijfde lid en zorgt dat de agenda en de benodigde stukken tijdig worden verstuurd.

  • 9. De voorzitter of de ambtelijk secretaris heeft overleg met een of meer leden in verband met het vaststellen van de agenda voor het regulier overleg.

  • 10. De ambtelijk secretaris woont het regulier overleg bij, biedt ondersteuning, draagt zorg voor de notulen en bewaakt de voortgang en afhandeling van de uitgebrachte adviezen.

  • 11. De leden bepalen in onderling overleg de werkwijze in het leden overleg, hieronder wordt ook verstaan het benoemen van een voorzitter voor dat overleg.

Artikel 8 Geheimhoudingsplicht

De leden van de Cliëntenparticipatie nemen kennis van het bepaalde in artikel 2:5 van de Algemene wet bestuursrecht over de geheimhoudingsplicht. Behalve na voorafgaande schriftelijke toestemming door of namens het college, zal een lid informatie of gegevensdragers die hem ter beschikking staan niet aan derden kenbaar maken.

Artikel 9 Faciliteiten

  • 1. Het college draagt er zorg voor dat de Cliëntenparticipatie de nodige informatie wordt verstrekt opdat de Cliëntenparticipatie naar behoren kan functioneren.

  • 2. Ten behoeve van de Cliëntenparticipatie wordt jaarlijks in de begroting een budget opgenomen.

  • 3. Ten laste hiervan kunnen, ter beoordeling van het college, onder meer kosten worden gebracht die verband houden met deskundigheidsbevordering, organisatiekosten, het inhuren van externe deskundigen en voorlichting.

  • 4. De leden van de Cliëntenparticipatie ontvangen een algemene onkostenvergoeding, de hoogte van de vergoeding wordt door het college bepaald.

  • 5. Het college stelt vergaderruimte en andere faciliteiten beschikbaar ten behoeve van het naar behoren kunnen functioneren van de Cliëntenparticipatie.

Artikel 10 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening Cliëntenparticipatie WWB Schiedam.

Artikel 11 Overgangsbepaling benoeming

De eerste keer zijn alle huidige leden van de Cliëntenparticipatie benoembaar, tenzij strijdig met artikel 4 lid 4.

Artikel 12 Slotbepaling

  • 1.

    Het college kan met betrekking tot de uitvoering van deze verordening nadere regels stellen.

  • 2.

    In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

  • 3.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1-1-2005.

De Wet werk en bijstand schrijft in artikel 47 voor dat cliëntenparticipatie dient plaats te vinden en dat, in het verlengde van die verplichting, een verordening dient te worden opgesteld en goedgekeurd door de raad. Ingevolge die bepaling is de verordening cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand tot stand gekomen.

Minimaal dient te zijn vastgelegd op welke wijze personen met een WWB uitkering, niet-uitkeringsgerechtigden en personen met een ANW uitkering of hun vertegenwoordigers worden betrokken bij de uitvoering van deze wet, waarbij in ieder geval wordt geregeld de wijze waarop:

  • a.

    periodiek overleg wordt gevoerd met deze personen of hun vertegenwoordigers;

  • b.

    deze personen of vertegenwoordigers onderwerpen voor de agenda van dit overleg kunnen aanmelden;

  • c.

    zij worden voorzien van de voor een adequate deelname aan het overleg benodigde informatie.

Artikelgewijze toelichting

Artikel 1.

Voor de diverse omschrijvingen is aansluiting gezocht bij de formuleringen in de Wet werk en bijstand, bestaande regelgeving en de huidige gemeentelijke organisatie.

Artikel 2.

In dit artikel wordt de doelstelling beschreven. Belangrijk is dat de Cliëntenparticipatie ook ongevraagd kan adviseren.

Artikel 3.

In dit artikel wordt beschreven over welke terreinen de Cliëntenparticipatie adviseert. Advies wordt gevraagd bij de vaststelling van beleidskaders, verordeningen en beleidsregels op het terrein van de WWB. De wetgever beoogt een organisatie die bestaat uit cliënten zoals bedoeld in artikel 1 van deze verordening. Het is belangrijk dat de samenstelling van de Cliëntenparticipatie daadwerkelijk representatief is voor de doelgroep bijstandsgerechtigden.

Onverlet de omstandigheid dat in het reguliere overleg niet over individuele belangen van cliënten wordt gesproken kunnen de leden natuurlijk werkzaamheden als individuele belangenbehartiger uitvoeren, dit ook met betrekking tot klachten, bezwaarschriften of andere zaken met een individueel karakter.

Artikel 4.

Er is gekozen voor een mix van cliënten en vertegenwoordigers. Omwille van de werkbaarheid is ervoor gekozen het aantal leden en vertegenwoordigers beperkt te houden. Benoeming geschiedt voor een termijn van vier jaar, met een mogelijke herbenoeming voor nog één periode. Voor die termijn is gekozen teneinde zoveel mogelijk continuïteit te bereiken.

In dit artikel is ook geregeld hoe de benoeming geschiedt.

Gezien de instelling van de Cliëntenparticipatie door B&W kan op grond van de wet dualisering gemeenten geen zitting worden genomen door een lid van de gemeenteraad en wat dit betreft daaraan gelijkgestelde burgerlid. De andere functies zijn opgenomen om de onafhankelijkheid van de Cliëntenparticipatie te waarborgen.

Artikel 5.

Om te voorkomen dat leden plotseling wegvallen, en de Cliëntenparticipatie zijn taak niet meer naar behoren kan uitoefenen, is geregeld dat het lid de functie blijft vervullen totdat in de vacature is voorzien, met een maximale termijn van zes maanden. Deze bepaling is mede van belang om nieuwe leden te kunnen voorbereiden op hun taak.

Artikel 6.

De voorzitter is gesprekspartner namens het college, uitgangspunt is dat de voorzitter een materiedeskundige ambtenaar is en niet alleen fungeert als technisch voorzitter.

De ambtelijk secretaris biedt administratieve ondersteuning, maar is geen lid van de Cliëntenparticipatie. De ambtelijk secretaris is binnen de ambtelijke organisatie het centrale aanspreekpunt voor de Cliëntenparticipatie.

Artikel 7.

In dit artikel wordt het adviesrecht nader ingevuld. Essentieel is dat een advies op een zodanig tijdstip wordt gevraagd, dat dit kan worden gebruikt bij de opwerking van het beleid. Indien advies is gevraagd en gegeven wordt in de advisering aan het college aangegeven welk advies is uitgebracht.

Er is gekozen voor een vaste overlegstructuur, daarnaast wordt aangegeven hoe de agenda wordt vastgesteld. In situaties dat de Cliëntenparticipatie buiten het regulier overleg advies uitbrengt, wordt geen administratieve ondersteuning geboden.

De vergaderdata worden vooraf in onderling overleg op jaarbasis vastgesteld.

Met betrekking tot de interne werkwijze van de leden onderling wordt slechts vermeld dat de leden dit zelf bepalen.

Artikel 8.

In verband met een goede taakuitoefening, neemt de Cliëntenparticipatie vaak in een vroeg stadium kennis van beleidsvoornemens. Daarvoor kunnen bijvoorbeeld conceptbeleidsstukken overgelegd worden. Omdat beleid pas openbaar wordt na besluitvorming door het college, geldt tot dat moment de geheimhoudingsplicht.

Er kunnen zich ook andere situaties voordoen waarin geheimhouding verlangd zal worden van de leden van de Cliëntenparticipatie.

Artikel 9.

DeCliëntenparticipatie wordt actief voorzien van informatie.

De afdelingen Werk en Inkomen informeren, via de voorzitter, over actuele landelijke ontwikkelingen op het terrein van de Wet werk en bijstand en stelt desgewenst vakliteratuur beschikbaar. De Cliëntenparticipatie kan beschikken over ruimte waar de leden elkaar buiten de plenaire vergaderingen kunnen ontmoeten. Het is noodzakelijk dat ook beschikt wordt over andere faciliteiten, behalve vergaderruimte. Te denken valt aan kopieerfaciliteiten, de mogelijkheid om gebruik te maken van een PC met internetverbinding etc. Het beschikbaar stellen van andere faciliteiten gebeurt in overleg. De leden kunnen aanspraak maken op een vaste onkostenvergoeding.

Artikel 10.

Spreekt voor zich.

Artikel 11.

Met dit artikel wordt het mogelijk leden van de al bestaande Cliëntenparticipatie te benoemen. Hiermee wordt in belangrijke mate continuering van de bestaande praktijk bewerkstelligd. Benoeming kan alleen plaatsvinden voor zover dit strookt met de verordening.

Artikel 12.

Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels vaststellen. Dit kan bijvoorbeeld wanneer meerdere faciliteiten noodzakelijk blijken. De verordening Cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand is op grond van artikel 8 Tijdelijke referendumwet referendabel. De datum van de inwerkingtreding moet daarom, met in acht name van artikel 22 Tijdelijke referendumwet, op tenminste 6 weken na datum publicatie gesteld worden.