Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing Schiedam 2021

Geldend van 01-12-2023 t/m heden

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing Schiedam 2021

De raad van de gemeente Schiedam;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 6 oktober 2020 (nummer 20INT00233);

gelet op artikel 228a van de Gemeentewet

besluit:

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing Schiedam 2021

Artikel 1 Definities

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    gemeentelijke riolering: een voorziening of combinatie van voorzieningen voor inzameling verwerking, zuivering of transport afvalwater, hemelwater of grondwater, in eigendom, in beheer of in onderhoud bij de gemeente;

  • b.

    water: huishoudelijk afvalwater, bedrijfsafvalwater, hemelwater, grondwater of oppervlaktewater.

Artikel 2 Aard van de belasting

Onder de naam rioolheffing wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan:

  • a.

    de inzameling en het transport van huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater, alsmede de zuivering van huishoudelijk afvalwater; en

  • b.

    de inzameling van afvloeiend hemelwater en de verwerking van het ingezamelde hemel-water, alsmede het treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken.

Artikel 3 Belastbaar feit en belastingplicht

  • 1. De belasting wordt geheven van degene die bij het begin van het belastingjaar het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van een perceel dat direct of indirect is aangesloten op de gemeentelijke riolering.

  • 2. Ingeval het perceel een onroerende zaak is, wordt als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het belas-tingjaar als zodanig in de basisregistratie kadaster is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.

Artikel 4 Voorwerp van de belasting

  • 1. Voorwerp van de belasting is een perceel.

  • 2. Als perceel wordt aangemerkt:

    • a.

      de onroerende zaak, bedoeld in hoofdstuk III van de Wet waardering onroerende zaken;

    • b.

      de roerende zaak, welke duurzaam aan een plaats gebonden is;

    • c.

      een gedeelte van een in onderdeel b bedoelde roerende zaak dat blijkens zijn indeling is bestemd om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt;

    • d.

      een samenstel van twee of meer in onderdeel b bedoelde roerende zaken of in onderdeel c bedoelde gedeelten daarvan die bij dezelfde persoon in gebruik zijn en die, naar de omstandigheden beoordeeld, bij elkaar behoren;

    • e.

      het binnen de gemeente gelegen deel van de in onderdeel b bedoelde roerende zaak, van een in onderdeel c bedoeld gedeelte daarvan of van een in onderdeel d bedoeld samenstel.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar een vast bedrag per perceel.

Artikel 6 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Tarieven

De belasting bedraagt per perceel per jaar € 268,48.

Artikel 8 Wijze van heffing

De belasting wordt geheven bij wege van aanslag.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld

De belasting is verschuldigd bij de aanvang van het belastingjaar.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet moet de rioolheffing worden betaald binnen twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2. In afwijking van het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, minder is dan € 5.000,00 en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in maximaal tien termijnen. De eerste termijn vervalt een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3. Het minimum termijnbedrag bij automatische incasso bedraagt € 15,00.

  • 4. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 11 Vrijstelling

De rioolheffing wordt niet geheven voor:

  • a.

    gebouwde eigendommen, die uitsluitend zijn bestemd voor de openbare eredienst of voor het houden van openbare bezinningsbijeenkomsten, uitgaande van rechtspersoonlijkheid bezittende genootschappen op geestelijke grondslag;

  • b.

    de op begraafplaatsen, urnentuinen en crematoria aanwezige onroerende zaken met hun gebouwde aanhorigheden, met uitzondering van woningen;

  • c.

    ongebouwde eigendommen;

  • d.

    openbare land- en waterwegen en banen voor openbaar vervoer per rail, een en ander met inbegrip van kunstwerken;

  • e.

    waterverdedigings- en waterbeheersingswerken die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen;

  • f.

    rioleringswerken en onroerende zaken die zijn bestemd voor de zuivering van riool- en ander afvalwater en die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen;

  • g.

    gebouwde eigendommen, voor zover de totale oppervlakte van de verdiepingen tezamen, van buitenmuur tot buitenmuur aan de binnenzijde gemeten, in totaal niet uitgaat boven de twintig vierkante meter dan wel vijftig kubieke meter;

  • h.

    eigendommen in aanbouw.

Artikel 12 Kwijtschelding

Bij de invordering van de rioolheffing wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 13 Overgangsrecht

De "Verordening rioolheffing 2015" vastgesteld bij raadsbesluit van 13 november 2014, laatstelijk gewijzigd op 12 november 2019, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 14 lid twee genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft ten aanzien van de periode waarvoor zij heeft gegolden.

Artikel 14 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening rioolheffing Schiedam 2021".

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Schiedam in zijn openbare vergadering van 12 november 2020.

de griffier,

J.W. Scherpenzeel

de voorzitter,

C.H.J. Lamers