Regeling vervallen per 01-01-2011

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2010

Geldend van 17-12-2009 t/m 31-12-2010

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2010

LEGES

DE RAAD VAN DE GEMEENTE SCHINNEN;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 november 2009

gehoord het advies van de beleidscommissie d.d. 30 november 2009;

gelet op de artikelen 156, tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van

de Gemeentewet;

BESLUIT:

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2010.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a

    'dag': de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b

    'week': een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c

    'maand': het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n–1)e dag in de volgende kalendermaand;

  • d

    'jaar': het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n–1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • e

    'kalenderjaar': de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam 'leges' worden rechten geheven ter zake van het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten, genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;

  • b.

    diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

  • c.

    leges worden niet geheven voor het in behandeling nemen van aanvragen van verklaringen omtrent inkomen en vermogen.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1 De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2 Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven bij wege van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur.

Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1 In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald, ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    • a

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 8 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2 De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of Teruggaaf

  • 1 Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.

  • 2 Voor de toepassing van artikel 28, derde en vierde lid van de Invorderingswet 1990 wordt de teruggaaf van belasting, bedoeld in het eerste lid, aangemerkt als een vermindering van de aanslag.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      onderdeel 1.1.3a (akten burgerlijke stand);

    • 2.

      hoofdstuk 2 (reisdocumenten);

    • 3.

      hoofdstuk 3 (rijbewijzen);

    • 4.

      onderdeel 1.4.5 (papieren verstrekking uit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens);

    • 5.

      hoofdstuk 6 (verstrekkingen op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens);

    • 6.

      onderdeel 1.9 1 (verklaring omtrent het gedrag);

    • 7.

      hoofdstuk 16 (kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

Artikel 12 Overgangsrecht

  • 1. De artikelen en tarieventabel van de legesverordening 2009 van 9 juli 2009 en de 1e wijzigingsverordening 2009 van 17 december 2009 vervallen met ingang 1 januari 2010, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. In afwijking van het eerste lid vervallen de volgende onderdelen van de tarieventabel van de in het eerste lid genoemde verordening met ingang van 28 december 2009, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan:

    • a.

      onderdelen 15.4.1, 15.4.1.1 en 15.4.2 (vergunning, melding of ontheffing als bedoeld in respectievelijk artikel 3, 30 en 35 van de Drank- en Horecawet);

    • b.

      onderdeel 13.14 (exploitatievergunning prostitutiebedrijf, wijziging daarvan als bedoeld in artikel 3.4, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening;

    • c.

      onderdeel 13.8.1 (vergunning snuffelmarkt als bedoeld in artikel 5.23 van de Algemene plaatselijke verordening);

  • 3. In afwijking in zoverre van het eerste lid vervallen:

    • hoofdstuk 5 (bouwgerelateerde leges), met uitzondering van onderdeel 5.5.11 en 5.8;

    • onderdeel 13.7 (alarminstallatie als bedoeld in artikel 2:56 van de Algemene plaatselijke verordening);

    • onderdeel 13.13.1 (kapvergunning als bedoeld in hoofdstuk 4, afdeling 3 van de Algemene plaatselijke verordening);

    • hoofdstuk 14 (monumenten);

    van de tarieventabel behorende bij de in het eerste lid genoemde verordening op het tijdstip dat de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Staatsblad 2008, 496) en het dan tot wet verheven wetsvoorstel Invoeringswet Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Kamerstukken 31953) in werking treden, met dien verstande dat:

    • a.

      deze hoofdstukken en deze onderdelen van toepassing blijven op de belastbare feiten:

      • 1.

        die zich hebben voorgedaan voor bedoeld tijdstip;

      • 2.

        waarop de wettelijke voorschriften zoals deze luidden voor inwerkingtreding van deze wetten, nog moeten worden toegepast.

    • b.

      als genoemde wetten na 1 januari 2010 in werking treden voor belastbare feiten die zich na die datum voordoen, de tarieven in deze hoofdstukken worden verhoogd met 0,5 %, waarbij de uitkomst rekenkundig wordt afgerond op twee decimalen.

  • 4. Indien de datum van inwerkingtreding van titel 1 van de tarieventabel behorende bij deze verordening ligt na de in artikel 13, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijven de op grond van het eerste lid vervallen bepalingen gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

  • 5. De op artikel 10 van de in het eerste lid genoemde verordening gebaseerde regels van het college worden geacht mede gebaseerd te zijn op artikel 11 van deze verordening.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2010.

  • 3. In afwijking in zoverre van het eerste en tweede lid, treedt titel 2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel in werking op het tijdstip waarop de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Staatsblad 2008, 496) in werking treedt en het dan tot wet verheven wetsvoorstel Invoeringswet Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Kamerstukken 31953) in werking treden. De datum waarop dit tijdstip valt is tevens de datum van ingang van de heffing voor die titel.

  • 4. In afwijking in zoverre van het eerste en tweede lid, treedt titel 3 van de bij deze verordening behorende tarieventabel in werking op 28 december 2009, welke datum tevens de datum van ingang van de heffing voor die titel is.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening 2010.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 17 december 2009.

de Griffier

W.A.J.M. Huisinga

de Voorzitter

B.H.M. Link