Regeling vervallen per 01-01-2018

Boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers Gemeente Schinnen

Geldend van 01-01-2005 t/m 31-12-2017

Intitulé

Boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers Gemeente Schinnen

Boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers Gemeente Schinnen

De Raad van de gemeente Schinnen;

-gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 oktober 2004;

gezien het advies van de commissie Zorg van 23 november 2004;

gezien het advies van de commissie Bestuurszaken van 25 november 2004;

gelet op artikel 18 van de Wet inburgering nieuwkomers;

Besluit:

vast te stellen de volgende verordening:

“Boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers gemeente Schinnen”

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      Wet: de Wet inburgering nieuwkomers (WIN);

    • b.

      WWB: de Wet werk en bijstand;

    • c.

      college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Schinnen;

    • d.

      bijstandsnorm: de bijstandsnorm bedoeld in artikel 5, onderdeel c, van de WWB;

    • e.

      boete: de bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 18, eerste lid, van de wet;

    • f.

      maatregel: het verlagen van de bijstand of de langdurigheidstoeslag op grond van artikel 18, tweede lid, van de WWB;

  • 2. De begripsbepalingen van de wet zijn op deze verordening van toepassing, tenzij daarvan uitdrukkelijk wordt afgeweken.

Artikel 2 Afstemming en dringende redenen

  • 1. Bij het opleggen van een boete wordt deze verordening in acht genomen, onverminderd het bepaalde in artikel 18, tweede en vierde, lid van de wet.

  • 2. Als elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt wordt geen boete opgelegd.

Artikel 3 Hoogte van de boete

  • 1. De boete bedraagt 20% van de bijstandsnorm die voor de nieuwkomer geldt of zou gelden als hij belanghebbende in de zin van de WWB zou zijn.

  • 2. Bij herhaling van een gedraging als bedoeld in artikel 18, eerste lid, van de wet, binnen twaalf maanden nadat aan de nieuwkomer terzake van die gedraging een boete is opgelegd, bedraagt de boete 40% van de in het eerste lid bedoelde bijstandsnorm.

Artikel 4 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1-1-2005.

Artikel 5 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers gemeente Schinnen.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 16 december 2004

De Griffier
De Voorzitter

Verordeningen Wet werk en bijstand

Voorstel

Voorgesteld wordt tot vaststelling van de bijgevoegde Toeslagenverordening, verordening Cliëntenparticipatie en Boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers te besluiten.

Inleiding

Op 1 januari 2004 is de Wet werk en bijstand (WWB) ingegaan ter vervanging van de Algemene bijstandswet.

Op grond van deze wet dient de gemeenteraad nog een aantal verordeningen vast te stellen:

  • -

    Toeslagenverordening

  • -

    Verordening cliëntenparticipatie

  • -

    Boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers.

Argumenten

Op grond van de WWB dient de gemeenteraad een verordening vast te stellen met betrekking tot het verhogen en verlagen van de norm, de zogenaamde toeslagenverordening. Artikel 3 invoeringswet WWB bepaalt dat de verordening bedoeld in de Algemene bijstandswet geldt als een dergelijke verordening. De invoeringswet WWB zet de Toeslagenverordening Abw derhalve van rechtswege om in een Toeslagenverordening WWB. Niettemin is in de kadernota WWB reeds aangekondigd, dat de huidige toeslagenverordening nog eens kritisch zal worden bekeken en waar nodig te actualiseren om zodoende beter aan te sluiten op de doelstelling van de WWB.

In de bijgevoegde toeslagenverordening is hieraan gevolg gegeven.

De verwijzingen naar de relevante wetsartikelen zijn in overeenstemming gebracht met de inhoud van de WWB en de verordening is geactualiseerd. In de begripsomschrijving is zoveel mogelijk verwezen naar de omschrijvingen in de wet zelf. In de Abw-verordening werd als criterium voor de verlaging c.q. beperkte toeslag het kunnen delen van “woonkosten en overige woonkosten”benoemd. In de begripsomschrijving werden beide begrippen onderscheiden en werden de kosten tot een maandelijks bedrag herleid. De hoogte van de omschreven kosten was echter voor de vaststelling van de toeslag niet van belang. De thans voorliggende verordening kent dit onderscheid niet meer. De terminologie is gewijzigd in “hoofdverblijf hebben”. Deze terminologie sluit aan bij de omschrijving gegeven in artikel 30 lid 2 WWB.

Op grond van de WWB zijn gemeentebesturen verplicht om bij verordening regels vast te stellen inzake cliëntenparticipatie met betrekking tot de Wet werk en bijstand. Een bepaling van deze strekking is opgenomen in artikel 47 van de Wet werk bijstand.

Hiervoor is de huidige verordening adviesraad sociale zaken Schinnen aangepast om in de aangepaste vorm te voldoen aan de genoemde wettelijke verplichting.

Met de invoering van de WWB wordt ook de Wet inburgering nieuwkomers (WIN) gewijzigd. In het verlengde van de hiervoor genoemde WWB-verordeningen, moet in een gemeente verordening nadere regels worden gesteld met betrekking tot het opleggen van een administratieve boete in het kader van de WIN.

Het kan daarbij bijvoorbeeld gaan om het niet of onvoldoende nakomen van de verplichting een inburgeringsprogramma te volgen.

In bijgevoegde Boeteverordening WIN is dit uitgewerkt.

Uitvoering en planning

n.v.t.

Communicatie

n.v.t.

Referendabiliteit

De verordeningen zijn op grond van artikel 8 eerste lid onder a TRW (Tijdelijke referendumwet) een referendabel besluit.

Schinnen, 12 oktober 2004

Burgemeester en wethouders,

de Secretaris

H.J. Essers

de Burgemeester

drs. F.G.J.M. Beckers

Toelichting boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers

1. Inleiding - invoering van de Wet werk en bijstand en wijziging van de Wet inburgering nieuwkomers

Op 1 januari 2004 treden de Wet werk en bijstand (WWB) en de Invoeringswet Wet werk en bijstand (Invoeringswet WWB) in werking. De WWB vervangt onder meer de Algemene bijstandswet (Abw). Met de WWB is de beleidsmatige en financiële verantwoordelijkheid voor de reïntegratie en inkomensondersteuning van mensen die daarop aanspraak kunnen maken, volledig aan de gemeenten overgedragen

Mede gelet op de rechtszekerheid en gelijke behandeling van klanten voorziet de WWB onder meer in een opdracht aan de gemeenteraad om gemeentelijke verordeningen vast te stellen ten aanzien van:

  • 1.

    Het ondersteunen van klanten bij arbeidsinschakeling en het aanbieden van daarop gerichte voorzieningen (Reïntegratieverordening WWB);

  • 2.

    Het verlagen van de bijstand of de langdurigheidstoeslag als een klant tekortschietend besef van verantwoordelijkheid betoont of verplichtingen, waaronder begrepen de inlichtingenplicht, niet of onvoldoende nakomt (Afstemmingsverordening WWB).

2. Wijziging van de Wet inburgering nieuwkomers (WIN)

Met de invoering van de WWB wordt ook de WIN gewijzigd. In het verlengde van de hiervoor genoemde WWB-verordeningen, moet het college in een gemeentelijke verordening nadere regels stellen met betrekking tot het opleggen van de administratieve boete in het kader van de WIN.

Op grond van artikel 18, eerste lid, van de WIN moet het college een boete opleggen als een nieuwkomer in strijd handelt met een uit de WIN voortvloeiende, in de betreffende bepaling nader aangeduide verplichting. Het kan daarbij bijvoorbeeld gaan om het niet of onvoldoende nakomen van de verplichting een inburgeringsprogramma te volgen.

De hoogte van de boete is, tot het moment dat de in de inleiding genoemde WWB-verordeningen in werking treden, landelijk geregeld via het Boetebesluit inburgering nieuwkomers. De boete bedraagt 20% van de voor de nieuwkomer geldende bijstandsnorm, die voor hem geldt of voor hem zou gelden als hij bijstandsgerechtigd zou zijn geweest. Ingeval van recidive binnen twaalf maanden nadat eerder een boete is opgelegd, wordt de boete verdubbeld tot 40% van de toepasselijke bijstandsnorm.

Zodra de genoemde WWB-verordeningen in werking treden vervalt, op grond van de Invoeringswet WWB en artikel 2 van de Invoeringsregeling WWB, het Boetebesluit WIN en treedt artikel 47 van de Invoeringswet WWB feitelijk in werking.

Op grond van het aldus gewijzigde artikel 18, zevende lid, van de WIN moeten vanaf dat moment, bij gemeentelijke verordening nadere regels zijn gesteld over de hoogte van de boete.

3. Geen materiële wijziging

Deze verordening beoogt geen materiële wijziging ten opzichte van het Boetebesluit WIN. De boete blijft 20% van de bijstandsnorm, alleen vormt, vanaf de datum van inwerkingtreding van de genoemde WWB-verordeningen en in het verlengde daarvan, de Verordening boete WIN de formele grondslag voor de bepaling van de hoogte van de boete.

Dat betekent dat ook geen bijzondere overgangsregelingen getroffen behoeven te worden, omdat nieuwkomers als gevolg van deze verordening materieel niet in een nadeliger positie komen te verkeren.

4. Relatie met het maatregelenbeleid WWB

Voor zover het gaat om nieuwkomers die bijstand ontvangen, blijft een boete achterwege als voor dezelfde gedraging een maatregel, in de vorm van een verlaging van de bijstand, is opgelegd. Daarbij is van belang dat het volgen van een inburgeringsprogramma als verplichting aan de bijstand kan worden verbonden. Het verwijtbaar niet-nakomen van die verplichting leidt, net als onder de Abw, op grond van de WWB en de hierboven genoemde Afstemmingsverordening WWB tot een verlaging van de bijstand met eveneens 20% van de bijstandsnorm gedurende een maand. Bij recidive binnen twaalf maanden nadat een maatregel is opgelegd, wordt percentage of de duur verdubbeld.

5. Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

De begrippen in deze verordening hebben dezelfde betekenis als in de WIN.

Het begrip bijstandsnorm, waaraan de hoogte van de boete is gerelateerd, is ontleend aan de WWB. Het is het normbedrag per maand waarop krachtens de WWB aanspraak gemaakt kan worden als men over onvoldoende middelen beschikt om te kunnen voorzien in de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan. De hoogte van het bedrag is onder meer afhankelijk van de woon- en leefsituatie. In een gemeentelijke verordening moeten nadere regels worden gesteld ten aanzien van het verhogen of verlagen van de bijstandsnorm. De Toeslagenverordening Wet werk en bijstand voorziet daar in.

Ook het begrip maatregel is aan de WWB ontleend. Een maatregel wordt toegepast als een bijstandsgerechtigde de aan de bijstand verbonden verplichtingen niet of onvoldoende nakomt.

Een maatregel bestaat uit een tijdelijke verlaging van de bijstand. Het gemeentelijk maatregelenbeleid in het kader van de WWB moet eveneens verder in een verordening worden uitgewerkt. De Afstemmingsverordening WWB voorziet daar in.

Artikel 2

Artikel 18, tweede lid, WIN bepaalt dat de hoogte van de boete wordt afgestemd op de ernst van het feit, de omstandigheden waarin de nieuwkomer verkeert en de mate van verwijtbaarheid. De boete mag met andere woorden niet disproportioneel zijn.

Verder kan het college op grond van artikel 18, vierde lid, WIN afzien van het opleggen van een boete als daarvoor dringende redenen zijn. Deze bepaling kan gezien worden als een hardheidsclausule. Gelet op de mogelijkheden om op grond van de in artikel 2, tweede lid, van deze verordening genoemde criteria al een vergaande individualisering toe te passen, in het bijzonder doordat rekening gehouden kan worden met de persoonlijke omstandigheden van de klant, zal er slechts in zeer uitzonderlijke situaties aanleiding zijn om toepassing aan deze bepaling te geven. De dringende redenen kunnen geen verband houden met de omstandigheden waaronder een verplichting niet is nagekomen, maar uitsluitend gelegen zijn in de onaanvaardbaarheid van de gevolgen die een maatregel voor een belanghebbende heeft.

In het eerste lid is bepaald dat die uitgangspunten onverkort van kracht blijven bij toepassing van deze verordening. Het maakt het mogelijk maatwerk te leveren en af te wijken van de standaardboete als de bijzondere omstandigheden van het geval daar aanleiding toe geven.

In het tweede lid is, om ieder mogelijk misverstand daarover uit te sluiten en in navolging van artikel 18, tweede lid, WWB expliciet bepaald dat geen boete wordt opgelegd als iedere vorm van verwijtbaarheid ontbreekt.

Artikel 3

Zoals in het algemeen deel van de toelichting is verwoord, beoogt deze verordening geen wijziging te brengen in het materiële recht. In deze bepaling is dan ook vastgelegd dat de hoogte van de boete 20% van de bijstandsnorm blijft.

In het tweede lid is geregeld dat bij recidive de boete 40% van de bijstandsnorm bedraagt. Ook het begrip recidive is ten opzichte van het, in het Boetebesluit WIN gehanteerde begrip, niet gewijzigd.

Artikel 4

De inwerkingtreding is voorzien op 1-1-2005, tenzij dat door de termijnstelling op grond van de Tijdelijke referendumwet niet haalbaar is. De verordening kan door het college worden aangemerkt als een raadsbesluit waarover een correctief referendum kan worden gehouden.

Daartoe is vereist dat binnen drie weken na de bekendmaking van het besluit dat een referendum kan worden gehouden, voldoende kiesgerechtigden een daartoe strekkend inleidend verzoek hebben ingediend. In verband met die mogelijkheid treedt een referendabel besluit niet eerder in werking dan zes weken na de bekendmaking van het besluit dat en waarover een referendum kan worden gehouden.

De verordening heeft, nu de wettelijke grondslag voor toepassing van het Boetebesluit WIN is komen te vervallen en in de Invoeringswet WWB geen bijzondere overgangsrecht is opgenomen, exclusieve werking. Dit betekent dat de nieuwe regels ook van toepassing zijn op gedragingen die voor de datum van inwerkingtreding van deze verordening hebben plaats gevonden. Dat spoort ook met de overwegingen van de wetgever om in het domein van de bijstand te voorzien in exclusieve werking op het terrein van verhaal en terugvordering van bijstand en de boete en de maatregel, zoals verwoord in de toelichting op het vervallen van artikel 6 van de Invoeringswet WWB (kamerstuk, 28960, nr. 7).

Omdat deze verordening, in vergelijking tot het Boetebesluit WIN, materieel geen wijzigingen tot gevolg heeft, behoeven ook in deze verordening geen bijzondere overgangsregelingen getroffen te worden, nu nieuwkomers door deze verordening niet in een nadeliger positie komen te verkeren.