Regeling vervallen per 08-01-2019

Inspraakverordening Gemeente Schinnen

Geldend van 27-01-1994 t/m 07-01-2019

Intitulé

Inspraakverordening Gemeente Schinnen

De Raad van de gemeente Schinnen;

besluit:

vast te stellen de navolgende verordening inzake de wijze waarop ingezetenen en in de gemeente een belang hebbende natuurlijke en rechtspersonen bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid worden bet rokken.

Paragraaf 1 Begripsomschrijvingen

Artikel 1

De verordening verstaat onder:

  • 1.

    A. inspraak:het ten aanzien van gemeentelijke beleidsvoor‑ nemens kenbaar maken van een zienswijze en daarover van gedachten wisselen;

  • 2.

    B. inspraakprocedure: de wijze waarop de inspraak gestalte wordt gegeven.

Paragraaf 2 object van inspraak

Artikel 2

1. Inspraak is in beginsel mogelijk op alle terreinen van gemeentelijk bestuur.

2. In elk geval wordt inspraak verleend op beleidsvoornemens betreffende:

a. de voorbereiding of de herziening van ruimtelijke plannen en de voorbereiding van de toepassing van artikel 19 lid 1 juncto 19e WRO;

b. de stads- of dorpsvernieuwing;

c. de voorbereiding van het gemeentelijk milieubeleidsplan;

d. het meerjarenbeleidsplan welzijn;

e. het jaarprogramma welzijn;

3. Geen inspraak wordt verleend:

a. ten aanzien van ondergeschikte herzieningen van een eerder vastgesteld beleidsvoornemen;

b. indien inspraak bij of krachtens de wet is uitgesloten;

c. indien sprake is van uitvoering van regelingen van hogere over­heden waarbij van enige beleidsvrijheid geen sprake is.

Paragraaf 3 Subject van inspraak

Artikel 3

Inspraak wordt verleend aan ingezetenen en in de gemeente een belang hebbende natuurlijke rechtspersonen.

Paragraaf 4 Inspraakprocedure

Artikel 4

Op de in deze verordening bedoelde inspraakprocedure is afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5

  • 1.

    Burgemeester en wethouders stellen voor elk beleidsvoornemen, waarop inspraak wordt verleend, een inspraakprocedure vast.

  • 2.

    De inspraakprocedure omvat:

    a.        de wijze waarop inspraak wordt verleend;

    b.        een termijnstelling;

c. een omschrijving van de mate waarin en de voorwaarden waaronder de in artikel 3 genoemden invloed op het beleidsvoornemen kunnen uitoefenen.

d. in afwijking van de termijn als bedoeld in artikel 3:11 van de Algemene wet bestuursrecht zal deze bij het verlenen van inspraak als bedoeld in artikel 19 lid 1 WRO twee weken bedragen.

Artikel 6

Burgemeester en wethouders kunnen de inspraakprocedure wijzigen in die gevallen waarin de vaststelling van het beleidsvoornemen zulks vereist.

Zij geven hiervan kennis overeenkomstig het gestelde in artikel 3:42 van de Algemene wet bestuursrecht.

Paragraaf 5 Eindverslag

Artikel 7

  • 1.

    Ter afronding van de inspraak maken burgemeester en wethouders een eindverslag op.

  • 2.

    Het eindverslag bevat in ieder geval:

    a.        een overzicht van de gevolgde procedure;

    b.        een weergave van de zienswijzen die tijdens de inspraak mondeling of schriftelijk naar voren zijn gebracht;

c. een reactie op deze zienswijzen waarbij met redenen omkleed wordt aangegeven op welke punten al dan niet tot aanpassing van het beleidsvoornemen zou kunnen worden overgegaan.

3. Burgemeester en wethouders brengen het eindverslag onmiddellijk ter kennis van de gemeenteraad.

Paragraaf 6 Beklagrecht

Artikel 8

  • 1.

    Ingezetenen en in de gemeente een belang hebbende natuurlijke en rechtspersonen kunnen over de wijze van uitvoering van deze verordening en de inspraakprocedure bij burgemeester en wethouders een schriftelijke klacht indienen.

  • 2.

    Een klacht, als bedoeld in het eerste lid, client uiterlijk vier weken na afloop van de inspraakprocedure te worden ingediend.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders beslissen binnen vier weken na ontvangst van het klaagschrift omtrent de ingediende klacht. Zij kunnen deze termijn met ten hoogste vier weken verdagen.

  • 4.

    Burgemeester en wethouders brengen de beslissing over het klaag­schrift onmiddellijk ter kennis van de klager en de gemeenteraad.

Paragraaf 7 Slot- en overgangsbepalingen

Artikel 9

Deze verordening kan worden aangehaald als 'Inspraakverordening'.

Artikel 10

  • 1.

    De verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van haar bekendmaking, doch niet eerder dan 1 januari 1994.

  • 2.

    Op dat tijdstip vervalt de op artikel 6a van de Wet op de Ruimtelijke Ordening en artikel 8 van de Wet op de stads- en dorpsvernieuwing gebaseerde "Inspraakverordening gemeente Schinnen", vastgesteld bij raadsbesluit van 20 december 1984 (gemeentebladnr. 84/173).

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering, d.d. 16 december 1993.
De secretaris,
De voorzitter.