Regeling vervallen per 01-01-2015

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten Schouwen-Duiveland 2014

Geldend van 01-01-2014 t/m 31-12-2014

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten Schouwen-Duiveland 2014

De raad van de gemeente Schouwen-Duiveland;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 22 oktober 2013;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

gelet op de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Schouwen-Duiveland 2011;

besluit vast te stellen de:

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten Schouwen-Duiveland 2014

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden

    tot het doen begraven van lijken voor de duur van 15 jaar.

  • b.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • c.

    begraafplaatsen: alle in de gemeente aanwezige gemeentelijke begraafplaatsen, die zijn

    bestemd voor de uitgifte van graven of ruimten ter bijzetting van asbussen en de kennelijk daarbij

    behorende gronden en voorzieningen.

  • d.

    graf: een zandgraf of grafkelder;

  • e.

    grafbedekking: gedenkteken en grafbeplanting op een graf of gedenkplaats;

  • f.

    kindergraf: voor een particulier of algemeen graf voor het begraven van een lijk van een

    persoon van één jaar of jonger, beneden 12 jaar maar ouder dan één jaar alsmede het

    onderhoud worden andere tarieven geheven volgens de tarieventabel behorende bij de

    Verordening lijkbezorgingsrechten Schouwen-Duiveland.

  • g.

    particulier graf (voorheen eigen graf): een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon ofrechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

  • 1.

    het doen begraven en begraven houden van lijken;

  • 2.

    het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • h.

    particuliere urnenruimte (voorheen eigen urnenruimte): een ruimte, urnengraf, urnennis of urnenplaats. De gemeente heeft de urnenmuur in beheer, maar geeft de gelegenheid tot het doen bijzetten en bijgezet worden van asbussen met of zonder urnen.

  • i.

    rechthebbende: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een uitsluitend recht is verleend op een particulier graf of een particuliere urnenruimte;

  • j.

    strooiveld: een plaats waarop as wordt verstrooid;

  • k.

    urn: een voorwerp ter berging van een of meer asbussen;

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Vrijstellingen

De rechten worden niet geheven voor:

a het lichten van een lijk of asbus op rechterlijk gezag;

b het begraven van doodgeboren kinderen of zuigelingen die met de overleden moeder in één kist worden begraven;

c het begraven van lijken van onvermogenden;

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Belastingjaar

  • 1. Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2. Met betrekking tot de rechten genoemd in hoofdstuk 6.4 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

Artikel 7 Wijze van heffing

  • 1. De onderhoudsrechten, bedoeld in hoofdstuk 6.2, 6.3 en 6.4 van de tarieventabel, worden geheven bij wege van aanslag.

  • 2. Andere rechten als die bedoeld in hoofdstuk 6.2, 6.3 en 6.4 van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

  • 1. De onderhoudsrechten, als bedoeld in hoofdstuk 6.2, 6.3 en 6.4 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt zijn de rechten bedoeld in 6.2 en 6.3 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten bedoeld in 6.2 en 6.3 van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 25,00.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

Andere rechten dan die bedoeld in hoofdstuk 6.2, 6.3 en 6.4 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald binnen dertig dagen na de dagtekening van het aanslagbiljet of de schriftelijke kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de lijkbezorgingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de rechten.

Artikel 13 Overgangsbepaling

De “Verordening lijkbezorgingsrechten Schouwen-Duiveland 2013” van 8 november 2012 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 14, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing. Zij blijft van toepassing op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 14 Inwerkingtreding

  • 1. De verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014.

Artikel 15 Citeertitel

De verordening wordt aangehaald als “Verordening lijkbezorgingsrechten Schouwen-Duiveland 2014”.

Ondertekening

Vastgesteld door de raad van de gemeente Schouwen-Duiveland in zijn openbare vergadering van 14 november 2013.
T.van Oostenbrugge
G.C.G.M. Rabelink
griffier
voorzitter

Bijlage 1 Tarieventabel

Tarieventabel behorende bij de Verordening lijkbezorgingsrechten Schouwen-Duiveland 2014

tarief 

tarief 

2014

2013

Hoofdstuk 1 Verlenen van rechten

 

 

 

1.1

Voor het verlenen van een uitsluitend recht op een graf, urnengraf, 

 

 

 

urnennis, urnenplaats of verstrooiingsplaats wordt geheven:

 

 

1.1.1

Voor de begraafplaatsen te Zierikzee, Bruinisse en Burgh-Haamstede

 

 

 

(Vredehof) in verband met de aankoop van één graf voor het boven elkaar

 

 

 

begraven van twee overledenen voor een periode van 30 jaar

 € 1.509,97

 € 1.484,00

1.1.2

Voor het verlengen van het recht als bedoeld in 1.1.1 met 10 jaar

 € 503,26

 € 494,60

1.1.3

Voor het verlengen van het recht als bedoeld in 1.1.1 met 1 jaar

 € 50,26

€ 49,40

1.1.4

Voor de overige begraafplaatsen in de gemeente per graf voor

 

 

 

een periode van 30 jaar

 € 754,99

 € 742,00

1.1.5

Voor het verlengen van het recht als bedoeld in 1.1.4 met 10 jaar

 € 251,63

 € 247,30

1.1.6

Voor het verlengen van het recht als bedoeld in 1.1.4 met 1 jaar

 € 25,13

€ 24,70

1.2

Voor het verlenen van een uitsluitend recht op een urnengraf wordt

 

 

 

geheven voor een periode van 30 jaar

 € 377,49

 € 371,00

1.2.1

Voor het verlengen van het recht als bedoeld in 1.2 met 10 jaar 

 € 125,76

 € 123,60

1.3

Voor het verlenen van een uitsluitend recht op een urnenplaats

 

 

 

wordt geheven voor een periode van 30 jaar

 € 377,49

 € 371,00

1.3.1

Voor het verlengen van het recht als bedoeld in 1.3 met 10 jaar

 € 125,76

 € 123,60

1.4

Voor het verlenen van een uitsluitend recht op een urnenplaats wordt

 

 

 

geheven voor een periode van 5 jaar

 € 62,88

 € 61,80

1.4.1

Voor het verlengen van het recht als bedoeld 1.4 met 5 jaar

 € 62,88

 € 61,80

1.5

Voor het verlenen van een uitsluitend recht op een urnenplaats wordt

 

 

 

geheven voor een periode van 15 jaar

 € 188,64

 € 185,40

1.5.1

Voor het verlengen van het recht als bedoeld 1.4 met 10 jaar

 € 125,76

 € 123,60

1.6

Voor de heruitgave van een bestaand graf met een uitsluitend recht per graf voor een periode van 10 jaar 

 € 251,53

 € 247,20

1.7

Voor de heruitgave van een dubbel bestaand graf met een uitsluitend recht voor een periode van 10 jaar 

 € 503,05

 € 494,40

 

 

 

 

Hoofdstuk 2 Begraven

 

 

 

2.1

Voor het begraven van een lijk van een persoon van 12 jaar of 

 

 

 

ouder wordt geheven

 € 589,13

 € 579,00

2.2

Voor het begraven van een lijk van een kind van één jaar of jonger

 

 

 

wordt geheven

 € 357,14

 € 351,00

2.3

Voor het begraven van een lijk van een kind beneden 12 jaar maar

 

 

 

ouder dan één jaar wordt geheven

 € 384,62

 € 378,00

2.4

Voor het begraven op buitengewone uren wordt het recht, bedoeld 

 

 

 

in 2.1, 2.2 en 2.3 verhoogd met 75%

 

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 3 Bijzetten van asbussen en urnen

 

 

 

3.1

Voor het bijzetten van een asbus of urn wordt geheven:

 

 

3.1.1

in een urnenplaats

 € 189,26

 € 186,00

3.1.2

in een eigen (urnen)graf

 € 237,08

 € 233,00

3.2

Voor het bijzetten op buitengewone uren wordt het recht, bedoeld 

 

 

 

in 3.1.2 en 3.1.3 verhoogd met 75%

 

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 4 Grafbedekking en onderhoud

 

 

 

4.1

Voor het afgeven van een vergunning ter zake van het plaatsen of 

 

 

 

vernieuwen van de grafbedekking, bedoeld in de Beheers-

 

 

 

verordening begraafplaatsen, wordt geheven:

 

 

4.1.1

voor de aanleg van een grafkelder

 € 599,31

 € 589,00

4.1.2

voor het plaatsen van gedenktekenen en kruisen, per gedenkteken 

 

 

 

of -kruis, het plaatsen van een zerk, het aanleggen van een graftuin, 

 

 

 

voor het planten van heesters en andere gewassen 

 € 56,88

 € 55,90

4.2

Voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van een eigen 

 

 

 

grafruimte al dan niet voorzien van een grafbedekking zoals 

 

 

 

bedoeld in 4.1.wordt geheven per jaar voor:

 

 

4.2.1

een particulier graf

 € 66,24

 € 65,10

4.2.2

particuliere graven naast elkaar (max. 2 stuks) 

 € 122,10

 € 120,00

4.2.3

particuliere graven boven elkaar 

 € 66,24

 € 65,10

4.2.4

een urnenplaats 

 € 37,24

 € 36,60

4.2.5 

een urnengraf

 € 46,50

 € 45,70

4.2.6

een kindergraf

 € 34,09

 € 33,50

4.3

Voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van een

 

 

 

grafbedekking wordt geheven per jaar voor:

 

 

4.3.1

een algemeen graf

 € 66,24

 € 65,10

4.3.2

een algemeen kindergraf

 € 34,09

 € 33,50

4.4

De rechten als bedoeld in onderdeel 4.2 en 4.3 kunnen worden 

 

 

 

afgekocht voor bepaalde tijd door voldoening van een bedrag bepaald

 

 

 

volgens onderstaande tabel. De afkoopsom bedraagt de contante waarde

 

 

 

van de op het tijdstip van afkoop nog te verschijnen belastingbedragen,

 

 

 

en wordt berekend door vermenigvuldiging van het jaarlijkse

 

 

 

belastingbedrag met de hierna te noemen factor.

 

 

 

Aantal jaren waarvoor wordt afgekocht vermenigvuldigingsfactor

 

 

 

2 2

 

 

 

3 3

 

 

 

4 4

 

 

 

5 5

 

 

 

6 6

 

 

 

7 7

 

 

 

8 8

 

 

 

10 9

 

 

 

15 13

 

 

 

20 17

 

 

 

25 21

 

 

 

30 24

 

 

 

Hoofdstuk 5 Lijkschouwing

 

 

 

5.1

Voor het schouwen van een lijk door een gemeentelijke

 

 

 

 lijkschouwer wordt geheven

 € 109,69

 € 107,80

 

 

 

 

Hoofdstuk 6 Inschrijven en overboeken van eigen graven en urnennissen

 

 

 

6.1

Voor het inschrijven en overboeken van particuliere graven in een

 

 

 

daartoe bestemd register wordt geheven per graf of urnenplaats o.i.d.

 € 8,34

 € 8,20

 

 

 

 

Hoofdstuk 7 Opgraven, ruimen, verstrooien

 

 

 

7.1

Voor het opgraven van een lijk en het na opgraven eventueel

 

 

 

opnieuw begraven in hetzelfde particuliere graf wordt geheven

 € 471,10

 € 463,00

7.2

Voor het opgraven en weer begraven in een (ander) particuliere graf wordt

 

 

 

geheven

 € 942,21

 € 926,00

7.3

Voor het opgraven of verwijderen van een asbus (met of zonder urn)

 

 

 

en het na opgraven of verwijderen eventueel opnieuw begraven of

 

 

 

bijzetten in hetzelfde particuliere urnengraf of -plaats wordt geheven

 € 283,88

 € 279,00

7.4

Voor het na opgraven of verwijderen weer begraven of bijzetten in 

 

 

 

een (ander(e)) particulier urenengraf of -plaats wordt geheven

 € 567,77

 € 558,00

7.5

Voor het ruimen/schudden van een graf op verzoek van de 

 

 

 

belanghebbende wordt geheven

 € 283,88

 € 279,00

7.6

Voor het verstrooien van as op een verstrooiingsplaats wordt per 

 

 

 

asbus geheven

 € 94,12

 € 92,50

7.7

Voor het verstrooien op buitengewone uren wordt het recht, bedoeld 

 

 

 

in 7.6 verhoogd met 75%

 

 

 

Behorend bij het raadsbesluit van 14 november 2013,

 

de griffier,

T. van Oostenbrugge