Regeling vervallen per 31-12-2017

Verordening raadscommissies Schouwen-Duiveland 2007

Geldend van 30-06-2016 t/m 30-12-2017

Intitulé

Verordening raadscommissies Schouwen-Duiveland 2007

De raad van de gemeente Schouwen-Duiveland;

gelezen het voorstel van het fractievoorzittersoverleg d.d. 17 januari 2008;

gelet op artikel 82 van de Gemeentewet;

gezien het advies van de commissie samenleving en bestuur d.d. 7 februari 2008;

overwegende dat het in verband met veranderingen in - en aanpassingen van de wijze van vergaderen van de raadscommissies wenselijk is daarover regels vast te stellen;

b e s l u i t :

vast te stellen de aangehechte

Verordening raadscommissies Schouwen-Duiveland

INHOUD VERORDENING RAADSCOMMISSIES SCHOUWEN-DUIVELAND 2007

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Hoofdstuk 2 Instelling, taken en samenstelling

Artikel 2 Instelling raadscommissies

Artikel 3 Taken

Artikel 4 Samenstelling

Artikel 5 Voorzitter

Artikel 6 Zittingsduur en vacatures

Artikel 7 Griffier en commissiegriffier

Hoofdstuk 3 Aanwezigheid college, burgemeester en secretaris

Artikel 8 Burgemeester, wethouders en secretaris

Hoofdstuk 4 Vergaderingen

Paragraaf 1 Tijdstip van vergaderen en voorbereidingen

Artikel 9 Vergaderfrequentie

Artikel 10 Oproep

Artikel 11 Agenda

Artikel 12 Ter inzage leggen van stukken; vergaderstukken besturen verbonden partijen

Artikel 13 Openbare kennisgeving

Paragraaf 2 Orde der vergadering

Artikel 14 Plaats aan vergadertafel en wijziging in fractievertegenwoordiging tijdens vergadering

Artikel 15 Opening vergadering; quorum; toelichting op ingekomen stukken besturen verbonden partijen

Artikel 16 Woordvoering door commissieleden en inspreek- en meespreekrecht toehoorders

Artikel 17 Besluitenlijst

Artikel 18 Spreekregels

Artikel 19 Volgorde sprekers

Artikel 20 Aantal spreektermijnen

Artikel 21 Spreektijd

Artikel 22 Voorstellen van orde

Artikel 23 Amendementen

Artikel 24 Moties

Artikel 25 Handhaving orde; schorsing

Artikel 26 Beraadslaging

Artikel 27 Deelneming aan beraadslaging door anderen

Artikel 28 Einde beraadslaging; conclusie en eventueel terugverwijzing; handelwijze met betrekking tot stukken van verbonden partijen

Hoofdstuk 5 Besloten vergadering

Artikel 29 Algemeen

Artikel 30 Verslag

Artikel 31 Geheimhouding

Artikel 32 Opheffing geheimhouding

Hoofdstuk 6 Toehoorders en pers

Artikel 33 Toehoorders en pers

Artikel 34 Geluid- en beeldregistraties

Artikel 35 Verbod gebruik mobiele telefoons

Hoofdstuk 7 Slotbepalingen

Artikel 36 Uitleg verordening

Artikel 37 Citeertitel; inwerkingtreding

HOOFDSTUK 1 BEGRIPSBEPALINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    lid: lid van een raadscommissie of diens vervanger;

  • b.

    voorzitter: voorzitter van een raadscommissie of diens vervanger;

  • c.

    commissiegriffier: secretaris van een raadscommissie of diens vervanger;

  • d.

    griffier: griffier van de raad of diens vervanger;

  • e.

    vergadering: vergadering van een raadscommissie;

  • f.

    fractie: lid of leden van de raad, verenigd in een politieke partij, voorkomend op de kandidatenlijst van de verkiezingen voor de gemeenteraad.

HOOFDSTUK 2 INSTELLING, TAKEN EN SAMENSTELLING

Artikel 2 Instelling raadscommissies

  • 1. De raad stelt de volgende raadscommissies in:

    • a.

      de commissie openbare ruimte;

    • b.

      de commissie samenleving en bestuur.

  • 2. De raadscommissie openbare ruimte adviseert en overlegt over de volgende onderwerpen:

    • -

      ruimtelijke ordening

    • -

      milieu

    • -

      openbare werken

    • -

      economische zaken.

  • 3. De raadscommissie samenleving en bestuur adviseert en overlegt over de volgende onderwerpen:

    • -

      maatschappelijke aangelegenheden

    • -

      bestuurszaken

    • -

      financiën.

  • 4. Indien een onderwerp beide raadscommissies aangaat, wordt het onderwerp in de afzonderlijke raadscommissies besproken, tenzij de voorzitters van de beide raadscommissies in overleg beslissen dat een gezamenlijke vergadering van de raadscommissies wordt belegd of de raadscommissie die het onderwerp het meest aangaat, het onderwerp behandelt.

  • 5. Indien een gezamenlijke vergadering van de raadscommissies wordt belegd, vervult de voorzitter van de raadscommissie die het onderwerp het meest aangaat, de taken van de voorzitter.

Artikel 3 Taken

Een raadscommissie heeft de volgende taken:

  • 1.

    het uitbrengen van advies, in beginsel over alle voorstellen die aan de gemeenteraad worden voorgelegd.

  • 2.

    het voeren van overleg met het college of de burgemeester over in ieder geval door het college of de burgemeester verstrekte inlichtingen en het gevoerde bestuur ten aanzien van de in artikel 2, tweede of derde lid, genoemde onderwerpen;

  • 3.

    het eigener beweging uitbrengen van advies aan de raad over de in artikel 2, tweede en derde lid genoemde onderwerpen;

  • 4.

    bij de vervulling van haar taken geldt als uitgangspunt dat het politieke debat waar mogelijk in de vergadering van de raadscommissie wordt gevoerd, in plaats van in de raadsvergadering, en dat de fracties hun standpunten over voorstellen en onderwerpen zoveel mogelijk inbrengen tijdens de vergaderingen van een raadscommissie.

Artikel 4 Samenstelling

  • 1. Een raadscommissie bestaat uit ten hoogste drie commissieleden per fractie, met dien verstande dat per fractie voor elke raadscommissie niet meer commissieleden worden aangewezen dan het aantal leden dat de betreffende fractie in de gemeenteraad telt. Het staat de fracties vrij minder personen als commissielid aan te wijzen dan waar zij aanspraak op kunnen maken.

  • 2. De in het eerste lid genoemde leden worden door de fracties aangewezen.

  • 3. Een lid kan zowel raadslid als niet-raadslid zijn. De artikelen 10, 11, 12, 13 en 15 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing op een lid van een raadscommissie. De in het eerste lid genoemde leden, niet-zijnde raadsleden, dienen daarnaast tijdens de laatste verkiezingen van de raad geplaatst te zijn op de kandidatenlijst van een fractie.

  • 4. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid kunnen commissieleden zich tijdens de vergadering, bij behandeling van een specifiek agendapunt, of bij verhindering of ontstentenis laten vervangen door een commissielid van dezelfde fractie, dat zowel raadslid als niet-raadslid kan zijn, waarbij per vergadering per commissiezetel niet meer dan twee personen deelnemen. Op dit lid is het in de voorgaande leden bepaalde van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5 Voorzitter

  • 1. De voorzitter en zijn plaatsvervanger worden door de raad uit zijn midden benoemd.

  • 2. De voorzitter is geen lid van de raadscommissie.

  • 3. De voorzitter is belast met:

    • a.

      het leiden van de vergadering;

    • b.

      het handhaven van de orde;

    • c.

      het doen naleven van deze verordening;

    • d.

      hetgeen deze verordening hem verder opdraagt.

Artikel 6 Zittingsduur en vacatures

  • 1. De zittingsperiode van een lid, de voorzitter en hun plaatsvervangers eindigt in ieder geval aan het einde van de zittingsperiode van de raad.

  • 2. Een lid en zijn plaatsvervanger houden op lid te zijn van een raadscommissie indien zij niet meer voldoen aan de in artikel 4, derde lid, gestelde eisen.

  • 3. De raad kan de voorzitter of zijn plaatsvervanger ontslaan.

  • 4. De fractie kan een lid of een plaatsvervangend lid ontslaan.

  • 5. De voorzitter en zijn plaatsvervanger kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan de raad.

  • 6. Een lid en zijn plaatsvervanger kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan hun fractie.

  • 7. Het ontslag gaat een maand na de schriftelijke mededeling in of zoveel eerder als hun opvolger door de raad is benoemd respectievelijk door de fractie is aangewezen.

  • 8. Indien door overlijden of ontslag een vacature ontstaat, beslist de raad respectievelijk de fractie zo spoedig mogelijk over de vervulling daarvan, met inachtneming van de artikelen 4 en 5.

  • 9. Indien een fractie blijkens een schriftelijke verklaring aan de voorzitter van de raad niet langer vertegenwoordigd is in de raad, vervalt het lidmaatschap van het lid dat door die fractie is aangewezen van rechtswege. Die fractie is alsdan niet langer gerechtigd een persoon die op de kandidatenlijst voorkomt aan te wijzen.

Artikel 7 Griffier en commissiegriffier

  • 1. De raad benoemt ter ondersteuning van de raadscommisie een medewerker van de griffie als commissiegriffier.

  • 2. De commissiegriffier is in elke vergadering aanwezig.

  • 3. Bij zijn verhindering of afwezigheid wordt de commissiegriffier vervangen door een daartoe door de raad aangewezen ambtenaar van de griffie.

  • 4. De griffier kan in iedere vergadering aanwezig zijn.

HOOFDSTUK 3 AANWEZIGHEID COLLEGE, BURGEMEESTER EN SECRETARIS

Artikel 8 Burgemeester, wethouders en secretaris

  • 1. De burgemeester en de wethouders zijn als regel bij de vergaderingen van de raadscommissie aanwezig. Op verzoek van de voorzitter nemen zij aan de beraadslagingen deel.

  • 2. De voorzitter kan de secretaris uitnodigen in de vergadering aanwezig te zijn en aan de beraadslagingen deel te nemen.

  • 3. De raadscommissie kan bij aanvang van de vergadering beslissen dat de burgemeester, de wethouder(s) en de secretaris niet in de vergadering aanwezig mogen zijn of aan de beraadslagingen mogen deelnemen.

HOOFDSTUK 4 VERGADERINGEN

Paragraaf 1 Tijdstip van vergaderen en voorbereidingen

Artikel 9 Vergaderfrequentie

  • 1. De raadscommissies vergaderen als regel eenmaal per maand, volgens een jaarlijks vast te stellen schema. De vergaderingen van de raadscommissies vangen aan om 19.30 uur en vinden plaats in het gemeentehuis.

  • 2. Een raadscommissie vergadert voorts indien de voorzitter het nodig oordeelt of indien ten minste twee fracties schriftelijk met opgaaf van redenen daarom verzoeken.

  • 3. De voorzitter kan in bijzondere gevallen een andere dag of aanvangsuur bepalen of een andere vergaderplaats aanwijzen. Hij voert hierover overleg met de griffier.

Artikel 10 Oproep

  • 1. De voorzitter zendt ten minste tien dagen voor een vergadering de leden een schriftelijke oproep onder vermelding van de dag, het tijdstip en de plaats van de vergadering.

  • 2. De voorlopige agenda, zoals vastgesteld door het fractievoorzittersoverleg, en de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 86, eerste en tweede lid van de Gemeentewet bedoelde stukken, worden tegelijkertijd met de schriftelijke oproep aan de leden verzonden.

  • 3. Indien een aanvullende agenda wordt vastgesteld als bedoeld in artikel 11, tweede lid, worden deze agenda en de daarop vermelde voorstellen of onderwerpen zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 48 uur voor aanvang van de vergadering aan de leden toegezonden.

Artikel 11 Agenda

  • 1. Voordat de schriftelijke oproep wordt verzonden, stelt het fractievoorzittersoverleg de agenda van de vergadering voorlopig vast.

  • 2. In spoedeisende gevallen kan de voorzitter na het verzenden van de schriftelijke oproep tot uiterlijk 48 uur voor de aanvang van de vergadering een aanvullende agenda opstellen.

  • 3. Bij aanvang van de vergadering stelt de raadscommissie de agenda vast. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie bij de vaststelling van de agenda onderwerpen aan de agenda toevoegen of van de agenda afvoeren.

  • 4. Wanneer de raadscommissie een onderwerp op voorstel onvoldoende voor de beraadslaging voorbereid acht, kan zij aan het college of de burgemeester nadere inlichtingen of advies vragen. De raadscommissie bepaalt in welke vergadering het onderwerp of voorstel opnieuw geagendeerd wordt.

  • 5. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie de volgorde van behandeling van de agendapunten wijzigen.

Artikel 12 Ter inzage leggen van stukken; vergaderstukken besturen verbonden partijen

  • 1. Stukken, die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep voor de leden van de raadscommissie in het gemeentehuis ter inzage gelegd. Indien na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden.

  • 2. Een origineel van een ter inzage gelegd stuk, wordt niet buiten het gemeentehuis gebracht.

  • 3. Indien voor stukken op grond van artikel 86, eerste en tweede lid van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid, onder berusting van de commissiegriffier en verleent de commissiegriffier een lid inzage.

  • 4. Vergaderstukken voor een algemeen bestuur van een openbaar lichaam of van een ander gemeenschappelijk orgaan, ingesteld op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen of voor een bestuur van andere organisaties, instituties of verbonden partijen, waarin de raad één van zijn leden, een wethouder, de burgemeester, de griffier of de secretaris heeft benoemd, worden op de ingekomen stukken voor de vergadering van de betreffende raadscommissie geplaatst en eveneens ter inzage gelegd. Op deze vergaderstukken zijn de voorgaande leden van overeenkomstige toepassing.

Artikel 13 Openbare kennisgeving

  • 1. De vergadering wordt op de voor afkondigingen in de gemeente gebruikelijke wijze en door plaatsing op de internetsite van de gemeente ter openbare kennis gebracht.

  • 2. De openbare kennisgeving vermeldt:

    • a.

      de datum, aanvangstijd en plaats van de vergadering;

    • b.

      de voorlopige agenda van de vergadering;

    • c.

      de mogelijkheid tot het uitoefenen van het spreekrecht als bedoeld in artikel 16.

Paragraaf 2 Orde der vergadering

Artikel 14 Plaats aan vergadertafel en wijziging in fractievertegenwoordiging tijdens vergadering

  • 1. De leden nemen bij aanvang van de vergadering plaats aan de vergadertafel indien en zolang zij aan de vergadering deelnemen. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, lid 4 kan het lid zich tijdens de vergadering bij behandeling van een specifiek agendapunt laten vervangen door een ander aanwezig lid van dezelfde fractie.

  • 2. Staande de vergadering kunnen zij elkaar desgewenst bij behandeling van een ander agendapunt over en weer vervangen. Van wijziging van de woordvoerder van de fractie, wordt vooraf door de betreffende fractie mededeling gedaan, hetzij bij vaststelling van de definitieve agenda, hetzij direct voorafgaand aan behandeling van het betreffende agendapunt.

Artikel 15 Opening vergadering; quorum; toelichting op ingekomen stukken besturen verbonden partijen.

  • 1. De voorzitter opent de vergadering op het vastgestelde uur, indien meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden als bedoeld in artikel 4, lid 1 aanwezig is.

  • 2. Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal leden aanwezig is, bepaalt de voorzitter onder verwijzing naar dit artikel, na voorlezing van de namen der afwezige leden, dag en uur van de volgende vergadering, op een tijdstip dat ten minste vierentwintig uur na het bezorgen van de schriftelijke oproep is gelegen.

  • 3. Op de vergadering, bedoeld in het tweede lid, is het eerste lid niet van toepassing. De raadscommissie kan echter over andere aangelegenheden alleen beraadslagen, besluiten of adviseren, indien meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.

  • 4. Bij behandeling van het agendapunt “ingekomen stukken en mededelingen” stelt de voorzitter de persoon die door de raad is benoemd in het bestuur van een verbonden partij in de gelegenheid een toelichting te geven op de vergaderstukken als bedoeld in artikel 12, lid 4, zijn inbreng over die stukken en de besluitvorming in de vergadering van het (algemeen) bestuur van de betreffende verbonden partij.

Artikel 16 Woordvoering door commissieleden en inspreekrecht en meespreekrecht toehoorders

  • 1. Na het geven van een toelichting op een agendapunt, stelt de voorzitter voorafgaand aan elk punt aanwezige toehoorders in de gelegenheid daarover het woord te voeren. Toehoorders die over een agendapunt het woord willen voeren nemen op verzoek van de voorzitter plaats aan de vergadertafel.

  • 2. Het woord kan door toehoorders niet gevoerd worden over:

    • a.

      een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar en beroep openstaat of heeft opengestaan;

    • b.

      benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;

    • c.

      een gedraging waarover een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend;

    • d.

      de volgende agendapunten: opening, wat verder ter tafel komt, rondvraag en sluiting.

  • 3. Ongeacht het bepaalde in artikel 4, lid 1 treedt per agendapunt per fractie slechts één lid op als woordvoerder. De leden onthouden zich ter vergadering van het stellen van vragen van louter feitelijke aard. Vragen van feitelijke aard worden buiten de vergadering om aan de griffier gesteld, die deze vragen per e-mail beantwoordt en de beantwoording zendt aan alle raadsleden.

  • 4. Nadat aanwezige toehoorders en de leden over het aan de orde zijnde agendapunt in eerste termijn het woord hebben gevoerd en daarover desgewenst vragen van politiek-bestuurlijke aard hebben gesteld, reageren de voorzitter en zonodig het collegelid op hetgeen de aanwezige toehoorders en de leden in eerste termijn hebben ingebracht. Voorzover mogelijk worden ook vragen van politiek-bestuurlijke aard beantwoord. De eerste spreektermijn wordt vervolgens door de voorzitter afgesloten.

  • 5. De voorzitter biedt de toehoorders die het woord hebben gevoerd desgewenst de mogelijkheid over het betreffende agendapunt in tweede en laatste termijn mee te spreken. De leden wordt, naar aanleiding van de reactie van de voorzitter en het collegelid, de mogelijkheid geboden desgewenst in tweede en laatste termijn het woord te voeren over het aanhangige agendapunt, tenzij de raadscommissie anders beslist.

  • 6. Nadat de leden over het aan de orde zijnde agendapunt in tweede termijn het woord hebben gevoerd, sluit de voorzitter de beraadslaging.

  • 7. De toehoorder en het lid voeren het woord, nadat de voorzitter hen dit heeft verleend. De voorzitter of een lid kan een voorstel doen voor de behandeling van de inbreng van de toehoorder.

  • 8 Per agendapunt kan de spreektijd van de toehoorder die in de gelegenheid wordt gesteld over een agendapunt het woord te voeren in eerste termijn, ten hoogste 5 minuten bedragen en in tweede termijn maximaal 1 minuut. Per agendapunt kan door toehoorders ten hoogste 36 minuten het woord worden gevoerd. Indien er meer dan 6 toehoorders zijn die over een agendapunt het woord willen voeren, worden de 36 minuten gelijkelijk onder hen verdeeld.

  • 9. De voorzitter kan in bijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van de spreektijd, als bedoeld in het vorige lid.

Artikel 17 Besluitenlijst

  • 1. De besluitenlijst van de vergadering wordt opgesteld onder de zorg van de griffier. Voor zover de aard en de inhoud van de besluitenlijst zich daartegen niet verzetten, wordt de besluitenlijst zo spoedig mogelijk na de vergadering openbaar gemaakt door plaatsing in een huis-aan-huisblad en op de gemeentelijke website.

  • 2. De besluitenlijst moet inhouden:

    • a.

      de namen van de voorzitter, de griffier, de commissiegriffier, de secretaris, de wethouders en de ter vergadering aanwezige leden, evenals van leden die afwezig waren en overige personen die het woord hebben gevoerd;

    • b.

      een vermelding van de agendapunten die aan de orde zijn geweest;

    • c.

      de door de voorzitter bij de agendapunten getrokken conclusie;

    • d.

      de ter vergadering ingediende voorstellen van orde, moties, amendementen en subamendementen.

  • 3. De besluitenlijst wordt door de voorzitter en de commissiegriffier ondertekend.

Artikel 18 Spreekregels

  • 1. Een lid, de voorzitter, de burgemeester, een wethouder, de secretaris en een toehoorder spreken vanaf hun plaats of van de spreekplaats en richten zich tot de voorzitter.

  • 2. Bij bijzondere gelegenheden kan de voorzitter bepalen dat de in het eerste lid genoemde personen vanaf een andere plaats spreken.

Artikel 19 Volgorde sprekers

  • 1. Onverminderd het bepaalde in artikel 16 voeren een lid, de burgemeester, een wethouder, de secretaris of een toehoorder het woord na het aan de voorzitter gevraagd en van hem verkregen te hebben.

  • 2. De volgorde van sprekers kan worden gewijzigd, wanneer het woord wordt gevraagd over de orde van de vergadering.

Artikel 20 Aantal spreektermijnen

  • 1. De beraadslaging over een onderwerp of voorstel geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de raadscommissie anders beslist.

  • 2. Elke spreektermijn wordt door de voorzitter afgesloten.

  • 3. Een lid mag in een termijn niet meer dan één maal het woord voeren over hetzelfde onderwerp of voorstel.

  • 4. Bij de bepaling hoeveel malen een lid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde.

Artikel 21 Spreektijd

De voorzitter of een lid kan een voorstel doen over de spreektijd van de leden en de overige aanwezigen die gerechtigd zijn het woord te voeren.

Artikel 22 Voorstellen van orde

  • 1. De voorzitter en ieder lid kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort wordt toegelicht.

  • 2. Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen.

  • 3. Over een voorstel van orde beslist de raadscommissie terstond.

Artikel 23 Amendementen

  • 1. Om recht te doen aan het uitgangspunt dat het politieke debat zoveel mogelijk in de vergadering van de raadscommissies wordt gevoerd, is ieder lid bevoegd een amendement op een voorstel in te dienen. Een amendement moet om in behandeling genomen te kunnen worden schriftelijk of per e-mail bij de commissievoorzitter worden ingediend.

  • 2. Op de behandeling van en de beraadslaging over een ingediend amendement is artikel 16 onverminderd van toepassing.

  • 3. Een lid van het college of de burgemeester geeft ter vergadering een voorlopige reactie op het amendement.

  • 4. Ieder lid behoudt zich het recht voor een tijdens de commissievergadering ingediend amendement vervolgens – al dan niet in gewijzigde vorm – in te dienen bij de voorzitter van de raad ter finale, rechtsgeldige besluitvorming door de raad, zulks onverminderd de bevoegdheid van ieder lid van de raad te allen tijde een (sub)amendement zonder tussenkomst van de raadscommissie bij de voorzitter van de raad in te dienen.

  • 5. Staande de commissievergadering kan een ingediend amendement worden ingetrokken.

Artikel 24 Moties

  • 1. Om recht te doen aan het uitgangspunt dat het politieke debat zoveel mogelijk in de vergadering van de raadscommissies moet worden gevoerd, is ieder lid bevoegd een motie over een al dan niet geagendeerd onderwerp of voorstel in te dienen. Een motie moet om in behandeling genomen te kunnen worden schriftelijk of per e-mail bij de commissievoorzitter worden ingediend.

  • 2. Op de behandeling van en de beraadslaging over een ingediende motie is artikel 16 onverminderd van toepassing, zij het dat het inspreek- en meespreekrecht voor aanwezige toehoorders niet geldt.

  • 3. Een lid van het college of de burgemeester geeft ter vergadering een voorlopige reactie op de ingediende motie.

  • 4. Ieder lid behoudt zich het recht voor een tijdens de commissievergadering ingediende motie vervolgens – al dan niet in gewijzigde vorm – in te dienen bij de voorzitter van de raad ter finale, rechtsgeldige besluitvorming door de raad, zulks onverminderd de bevoegdheid van ieder lid van de raad te allen tijde een motie zonder tussenkomst van de raadscommissie bij de voorzitter van de raad in te dienen.

  • 5. Staande de commissievergadering kan een ingediende motie worden ingetrokken.

Artikel 25 Handhaving orde; schorsing

  • 1. Een spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij:

    • a.

      de voorzitter het nodig oordeelt hem aan het opvolgen van deze verordening te herinneren;

    • b.

      een lid hem interrumpeert. De voorzitter kan bepalen dat de spreker zonder verdere interrupties zijn betoog zal afronden.

  • 2. Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering waarin zulks plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.

  • 3. De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en – indien na heropening de orde opnieuw wordt verstoord – de vergadering sluiten.

  • 4. De voorzitter kan een raadscommissie voorstellen aan een lid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen.

  • 5. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het lid de vergadering onmiddellijk. Zonodig doet de voorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het lid bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.

  • 6. Dit artikel is eveneens van toepassing op de toehoorder die gebruik maakt van het inspreek- en meespreekrecht.

Artikel 26 Beraadslaging

  • 1. De raadscommissie kan op voorstel van de voorzitter of een lid beslissen over één of meer onderdelen van een onderwerp of voorstel afzonderlijk te beraadslagen.

  • 2. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie beslissen de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen teneinde het college of de leden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.

Artikel 27 Deelneming aan beraadslagingen door anderen

  • 1. De raadscommissie kan bepalen dat andere personen dan genoemd in de voorgaande artikelen mogen deelnemen aan de beraadslaging.

  • 2. Een beslissing daartoe wordt op voorstel van de voorzitter of een lid genomen alvorens met de beraadslaging ten aanzien van het aan de orde zijnde agendapunt een aanvang wordt genomen.

Artikel 28 Einde beraadslaging; conclusie en eventueel terugverwijzing; handelwijze met betrekking tot stukken van verbonden partijen

  • 1. Wanneer de voorzitter vaststelt, dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, sluit hij de beraadslaging, waarna de commissie concludeert welk onderwerp of voorstel als hamerstuk of als bespreekstuk aan de raad ter besluitvorming wordt aangeboden, tenzij de raadscommissie anders beslist.

  • 2. De raadscommissie kan aangeven dat zij een voorstel of onderwerp nog onvoldoende voorbereid acht voor besluitvorming door de raad en het terugverwijzen naar het college of de burgemeester voor het verkrijgen van aanvullende informatie. De raadscommissie bepaalt in welke commissievergadering het vervolgdebat zal plaatsvinden.

  • 3. Als de ingekomen stukken als bedoeld in artikel 12, lid 4, of de toelichting als bedoeld in artikel 15, lid 4 daartoe aanleiding geven of geeft kan de raadscommissie aangeven dat het college er zorg voor moet dragen dat de raad tijdig een voorstel over deze stukken ter besluitvorming wordt aangeboden. Het bepaalde in dit lid geldt in ieder geval voor de begroting en voor beleidsdocumenten van de verbonden partijen.

HOOFDSTUK 5 BESLOTEN VERGADERING

Artikel 29 Algemeen

Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van deze verordening van overeenkomstige toepassing met uitzondering van het inspreek- en meespreekrecht als bedoeld in artikel 16.

Artikel 30 Verslag

  • 1. Het verslag en de besluitenlijst van de besloten vergadering worden onder de zorg van de griffier opgesteld door de commissiegriffier.

  • 2. De besluitenlijst en het verslag van een besloten vergadering worden niet rondgedeeld, maar liggen uitsluitend voor de leden ter inzage.

  • 3. De leden, de voorzitter, de griffier en de eventueel bij de besloten vergadering aanwezig geweest zijnde wethouders en / of secretaris hebben het recht, een voorstel tot verandering aan de raad te doen, indien het ontwerpverslag onjuistheden bevat of niet duidelijk weergeven hetgeen gezegd of geconcludeerd is. Een voorstel tot verandering dient voor het vaststellen van de notulen bij de commissiegriffier te worden ingediend.

  • 4. Het verslag moet inhouden:

    • a.

      de namen van de voorzitter, de griffier, de commissiegriffier, de secretaris, de wethouders en de ter vergadering aanwezige leden, allen voorzover aanwezig, evenals van leden die afwezig waren en overige personen die het woord hebben gevoerd;

    • b.

      een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;

    • c.

      een zakelijke samenvatting van het gesprokene met vermelding van de namen van de aanwezigen die het woord voerden;

    • d.

      de door de voorzitter aan het eind van de beraadslagingen getrokken conclusie;

    • e.

      de ter vergadering ingediende voorstellen van orde, moties, amendementen en subamendementen;

  • 5. Bij het desbetreffende agendapunt de naam en de hoedanigheid van die personen aan wie het op grond van het bepaalde in artikel 27 door de raadscommissie is toegestaan deel te nemen aan de beraadslagingen.

  • 6. Het verslag wordt zo spoedig mogelijk in een besloten vergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de raadscommissie een beslissing over het al dan niet openbaar maken van dit verslag.

  • 7. Het vastgestelde verslag wordt door de voorzitter en de commissiegriffier ondertekend.

Artikel 31 Geheimhouding

Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de raadscommissie overeenkomstig artikel 86, eerste lid van de Gemeentewet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. De raadscommissie kan besluiten de geheimhouding op te heffen.

Artikel 32 Opheffing geheimhouding

Indien de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt daarover, indien de raadscommissie die geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, in een besloten vergadering met de raadscommissie overleg gevoerd.

HOOFDSTUK 6 TOEHOORDERS EN PERS

Artikel 33 Toehoorders en pers

  • 1. De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen openbare vergaderingen bijwonen.

  • 2. Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden.

  • 3. De voorzitter is bevoegd, toehoorders die – al dan niet gebruikmakend van het inspreek- en meespreekrecht – op enigerlei wijze de orde van de vergadering verstoren, te doen vertrekken. Toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren, kan hij voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering ontzeggen.

Artikel 34 Geluid- en beeldregistraties

Degenen die in de vergaderzaal tijdens de vergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen maken, doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen. Deze aanwijzingen kunnen niet zover gaan dat zij de vrijheid van pers aantasten.

Artikel 35 Verbod gebruik mobiele telefoons

In de vergaderzaal, met inbegrip van de publieke tribune, is tijdens de vergadering het gebruik anders dan het standby houden van mobiele telefoons of andere communicatiemiddelen, die inbreuk kunnen maken op de orde van de vergadering, zonder toestemming van de voorzitter niet toegestaan.

HOOFDSTUK 7 SLOTBEPALINGEN

Artikel 36 Uitleg verordening

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel over de toepassing van de verordening, beslist de raadscommissie, op voorstel van de voorzitter.

Artikel 37 Citeertitel; inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening kan worden aangehaald als “verordening op de raadscommissies Schouwen-Duiveland”.

  • 2. Deze verordening treedt onmiddellijk na de vaststelling in werking.

  • 3. Op dat tijdstip vervalt de "verordening raadscommissies Schouwen-Duiveland 2003", vastgesteld op 19 december 2002.

Ondertekening

Vastgesteld door de raad van de gemeente Schouwen-Duiveland in zijn openbare vergadering van 28 februari 2008.
de griffier, de voorzitter,