Regeling vervallen per 01-01-2020

Verordening op de raadscommissie Schouwen-Duiveland 2018

Geldend van 01-01-2018 t/m 31-12-2019

Intitulé

Verordening op de raadscommissie Schouwen-Duiveland 2018

De raad van de gemeente Schouwen-Duiveland;

gelezen het voorstel van de Werkgroep Participatie en Vergaderwijze van 14 november 2017;

gelet op artikel 82, eerste lid, van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de Verordening op de raadscommissie gemeente Schouwen-Duiveland 2018:

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

- commissiegriffier: griffier van de raad of diens plaatsvervanger;

- commissielid: lid van een raadscommissie of diens plaatsvervanger;

- commissievoorzitter: voorzitter van een raadscommissie of diens plaatsvervanger- griffier: griffier van de raad of diens plaatsvervanger.

Artikel 2. Instelling raadscommissies

Er is een raadscommissie gemeente Schouwen-Duiveland.

Artikel 3. Taken

1. De raadscommissie:

a. brengt advies uit aan de raad over in beginsel alle voorstellen die aan de gemeenteraad worden voorgelegd;;

b. kan advies uitbrengen aan de raad over andere onderwerpen dan bedoeld onder a;

c. voert overleg met het college of de burgemeester over in ieder geval de door hen verstrekte inlichtingen en het gevoerde bestuur.

2. De vergaderingen van de raadscommissie worden onderscheiden in een beeldvormend en oordeelsvormend deel. In beginsel worden alleen zaken in het oordeelsvormende deel behandeld, indien in een voorafgaande vergadering is vastgesteld dat de beeldvormende fase is afgerond.

Artikel 4. Samenstelling; benoeming commissievoorzitter

1. Een raadscommissie bestaat uit ten hoogste het aantal leden dat de betreffende fractie in de gemeenteraad telt, met dien verstande dat eenmansfracties twee commissieleden mogen aanwijzen. Het staat de fracties vrij minder personen als commissielid aan te wijzen dan waar zij aanspraak op kunnen maken.

2. De commissieleden worden door de fracties benoemd.

3. Zowel raadsleden als niet-raadsleden kunnen lid zijn, waarbij commissieleden, die geen raadslid zijn tijdens de laatste raadsverkiezingen op de kandidatenlijst van de desbetreffende fractie hebben gestaan. De artikelen 10, 11, 12, 13 en 15 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing op commissieleden die geen raadslid zijn.

4. De fracties wijzen desgewenst voor ieder lid van de raadscommissie een plaatsvervangend lid aan, die bij afwezigheid van het betreffende commissielid zitting heeft in de betreffende raadscommissie

5. Commissieleden kunnen zich tijdens de vergadering, bij behandeling van een specifiek agendapunt laten vervangen door een (plaatsvervangend) commissielid van dezelfde fractie.

5. De raad benoemt uit zijn midden de commissievoorzitter en een of meer plaatsvervangers, die geen lid zijn van de commissie en als onafhankelijk voorzitter optreden. Ook de commissievoorzitter kan zich tijdens de vergadering, bij behandeling van een specifiek agendapunt laten vervangen door een plaatsvervanger.

Artikel 5. Zittingsduur en vacatures

1. De zittingsperiode van een commissielid en -voorzitter eindigt in ieder geval met het einde van de zittingsperiode van de raad.

2. Een commissielid houdt op lid te zijn als niet meer voldaan wordt aan de in artikel 4, derde lid, gestelde eisen.

3. Een fractie, die een commissielid heeft aangewezen, kan deze aanwijzing intrekken.

4. De raad kan de commissievoorzitter ontslaan.

5. Een commissielid en de commissievoorzitter kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan de raad. Het ontslag gaat voor een commissielid in op de verzochte datum.

6. Als door overlijden of ontslag een vacature ontstaat, beslist de fractie respectievelijk raad zo spoedig mogelijk over de vervulling daarvan.

7. Als een fractie niet langer vertegenwoordigd is in de raad, vervalt het lidmaatschap van commissieleden die door die fractie zijn aangewezen van rechtswege.

Artikel 6. De commissiegriffier

1. De griffier van de raad of diens vervanger treedt op als commissiegriffier en laat zich desgewenst ondersteunen door een op de griffie werkzame ambtenaar of, in samenspraak met de secretaris, een niet op de griffie werkzame ambtenaar.

2. De (commissie)griffier is aanwezig in vergaderingen.

3. De (commissie)griffier kan op uitnodiging van de commissievoorzitter aan beraadslagingen in vergaderingen deelnemen.

Hoofdstuk 2. Vergaderingen

Paragraaf 1. Voorbereidingen

Artikel 7. Oproep en voorlopige agenda

1. De commissievoorzitter plaatst ten minste zes dagen voor een vergadering de voorlopige agenda met de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken, in het raadsinformatiesysteem en op de gemeentelijke website.

2. Als een aanvullende voorlopige agenda als bedoeld in artikel 8, eerste lid, wordt vastgesteld, wordt deze met de daarbij behorende stukken zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 48 uur voor aanvang van de vergadering in het raadsinformatiesysteem geplaatst .

3. Het opstellen van de voorlopige agenda gebeurt door het presidium. De instelling en taken van het presidium zijn geregeld in Reglement van orde voor de vergadering en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Schouwen-Duiveland 2018.

Artikel 8. Aanvullende voorlopige agenda; vaststellen agenda

1. In spoedeisende gevallen kan de commissievoorzitter een aanvullende voorlopige agenda opstellen. De daarbij behorende stukken worden openbaar gemaakt.

2. Als omtrent de inhoud van stukken op grond van artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid geheim en zijn deze alleen voor raads(commissie)leden beschikbaar.

3. Een agenda wordt bij aanvang van een vergadering door de raadscommissie vastgesteld.

4. Op voorstel van een commissielid of van de voorzitter kan de raadscommissie bij de vaststelling van de agenda de volgorde van behandeling van de agendapunten wijzigen, onderwerpen aan de agenda toevoegen of van de agenda afvoeren.

Artikel 9. Ter inzage leggen van stukken

1. Stukken die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op een voorlopige agenda dienen, worden op de website van de gemeente geplaatst, met uitzondering van de stukken waarvoor op grond van artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd.

Artikel 10. Openbare kennisgeving

Commissievergaderingen worden op de gemeentelijke website en voorts op de in de gemeente gebruikelijke wijze ten openbare kennis gebracht .

Paragraaf 2. Ter vergadering

Artikel 11. (gereserveerd)

Artikel 12. Opening vergadering en quorum

1. Een vergadering wordt niet geopend voordat meer dan de helft van het aantal zitting hebbende commissieleden tegenwoordig is.

2. Als ingevolge het eerste lid de vergadering niet kan worden geopend, belegt de commissievoorzitter opnieuw een vergadering tegen een tijdstip dat ten minste vierentwintig uur na plaatsing in het raadsinformatiesysteem en op de gemeentelijke website is gelegen.

3. Op een vergadering als bedoeld in het tweede lid is het eerste lid niet van toepassing. Een raadscommissie kan echter over andere aangelegenheden dan die waarvoor de ingevolge het eerste lid niet geopende vergadering was belegd alleen beraadslagen of besluiten, als blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting hebbende commissieleden tegenwoordig is.

Artikel 13. Verslag en besluitenlijst

1. De (commissie)griffier draagt zorg voor digitale verslagen en besluitenlijsten van vergaderingen.

2. De besluitenlijst bevat in ieder geval:

a. de namen van de commissievoorzitter, de (commissie)griffier, de burgemeester, de wethouders en de commissieleden, allen voor zover aanwezig, alsmede van de overige personen die het woord gevoerd hebben;

b. een aantekening van welke commissieleden afwezig waren;

c. een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;

d. een samenvatting van het advies aan de raad onder vermelding van de namen van de commissieleden / fracties die een amendement of motie hebben aangekondigd en de tijdens de vergadering gedane toezeggingen;

e. bij het desbetreffende agendapunt de naam en de hoedanigheid van die personen aan wie het op grond van het bepaalde in artikel 16 door de raadscommissie is toegestaan deel te nemen aan de beraadslagingen.

3. Vastgestelde besluitenlijsten worden ondertekend door de commissievoorzitter en commissiegriffier.

4. Als digitale verslagen elektronisch beschikbaar zijn, worden ze op de website van de gemeente geplaatst.

Artikel 14. Advies; geen stemmingen

1. Voor de onderwerpen in het beeldvormende deel van de vergadering stelt de raadscommissie vast of de beeldvormende fase kan worden afgerond, dan wel in een volgende vergadering wordt voortgezet.

2. Als de raadscommissie in het oordeelsvormende deel van de vergadering een advies aan de raad uitbrengt, beslissen de leden op voorstel van de commissievoorzitter over de inhoud van het advies.

3. In het advies wordt opgenomen of een voorstel als hamer- of als bespreekstuk aan de gemeenteraad wordt aangeboden, tenzij de commissie anders beslist.

4. In een vergadering vinden geen stemmingen plaats, met uitzondering van over geheimhouding en met betrekking tot de orde.

Artikel 15. Aantal spreektermijnen

1. Beraadslaging over onderwerpen of voorstellen geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de raadscommissie anders beslist.

2. Spreektermijnen worden door de commissievoorzitter afgesloten.

3. Commissieleden mogen in een termijn niet meer dan éénmaal het woord voeren over hetzelfde onderwerp of voorstel.

4. Bij de bepaling hoeveel malen een commissielid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde.

Artikel 16. Deelname aan de beraadslaging door anderen

Een raadscommissie kan op enig moment besluiten dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.

Artikel 17. Spreekrecht toehoorders

1. Toehoorders kunnen in een vergadering het woord voeren (spreekrecht) over onderwerpen die geagendeerd zijn. In het beeldvormende deel van de vergadering kunnen burgers ook spreken over onderwerpen die niet geagendeerd zijn.

2. Degene die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit zo mogelijk voor de aanvang van de vergadering aan de commissiegriffier onder vermelding van zijn naam, adres en telefoonnummer en het onderwerp waarover het woord gevoerd wenst te worden. Bij de inhoudelijke agendapunten stelt de commissievoorzitter burgers in de gelegenheid gebruik te maken van het spreekrecht over de betreffende agendapunten.

3. De commissievoorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding. De commissievoorzitter kan van de volgorde afwijken, als dit in het belang is van de orde van de vergadering.

4. De spreker voert het woord, nadat de commissievoorzitter hem dit heeft verleend. De commissievoorzitter kan de deelnemers aan de vergadering toestaan aan insprekers een korte, verhelderende vraag te stellen. Er vindt geen discussie plaats tussen een inspreker en deelnemers van de vergadering.

5. De commissievoorzitter of een commissielid doet een voorstel voor de behandeling van de inbreng van de burger.

6. Na de eerste spreektermijn van de commissie biedt de voorzitter de toehoorders de mogelijkheid over het betreffende agendapunt in tweede en laatste termijn mee te spreken.

7. Per agendapunt kan de spreektijd van de toehoorder die in de gelegenheid wordt

gesteld het woord te voeren in eerste termijn, ten hoogste 5 minuten bedragen en in tweede termijn maximaal 1 minuut. Per agendapunt kan door toehoorders ten hoogste 36 minuten het woord worden gevoerd. Indien er meer dan 6 toehoorders zijn die over een agendapunt het woord willen voeren, worden de 36 minuten gelijkelijk onder hen verdeeld.

8. De voorzitter kan in bijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van de spreektijd, als bedoeld in het vorige lid.

Artikel 18. Handhaving orde en schorsing

1. De commissievoorzitter zorgt voor de handhaving van de orde in de vergadering.

2. Hij kan de raadscommissie voorstellen aan een commissielid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het commissielid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de commissievoorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het commissielid bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.

3. Hij kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en, als na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord, de vergadering sluiten.

4. Hij roept sprekers tot de orde als deze zich in beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen uitlaten, afwijken van het in behandeling zijnde onderwerp, andere sprekers herhaaldelijk interrumperen, dan wel anderszins de orde verstoren. Sprekers die hieraan geen gevolg geven, kunnen door hem het woord ontnomen worden over het aanhangige onderwerp.

Artikel 19. Voorstellen van orde

De commissievoorzitter en de commissieleden kunnen tijdens een vergadering mondeling een voorstel van orde betreffende de vergadering doen. De raadscommissie beslist hier terstond over.

Paragraaf 3. Besloten vergaderingen

Artikel 20. Toepassing verordening op besloten vergaderingen

Op besloten vergaderingen is deze verordening van overeenkomstige toepassing voor zover dat niet strijdig is met het besloten karakter van de vergadering.

Artikel 21. Verslag besloten vergadering

1. Conceptverslagen van besloten vergaderingen worden niet openbaar gemaakt, maar uitsluitend ter beschikking gesteld dan wel voor de commissieleden ter inzage gelegd bij de (commissie)griffier.

2. Deze verslagen worden zo spoedig mogelijk in een besloten vergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de raadscommissie een besluit over het al dan niet openbaar maken van het verslag.

3. De vastgestelde verslagen worden door de commissievoorzitter en de commissiegriffier ondertekend.

Artikel 22. Opheffing geheimhouding

Als de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen, wordt, als de raadscommissie die geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, daarover in een besloten vergadering met de raadscommissie overleg gevoerd.

Paragraaf 4. Toehoorders en pers

Artikel 23. Toehoorders en pers

1. Toehoorders en vertegenwoordigers van de pers wonen openbare vergaderingen uitsluitend bij op de voor hen bestemde plaatsen.

2. Het blijkgeven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is hen verboden.

3. De commissievoorzitter is bevoegd, wanneer de orde in de vergadering op enigerlei wijze door toehoorders wordt verstoord, deze en zo nodig andere toehoorders te doen vertrekken.

4. Hij is bevoegd toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering te ontzeggen.

Artikel 24. Geluid- en beeldregistraties

Degenen die van een openbare vergadering geluid- of beeldregistraties willen maken, doen hiervan mededeling aan de commissievoorzitter en gedragen zich naar diens aanwijzingen.

Hoofdstuk 3. Slotbepalingen

Artikel 25. Intrekken oude verordening

De Verordening raadscommissies Schouwen-Duiveland 2007 wordt ingetrokken.

Artikel 26. Inwerkingtreding en citeertitel

1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2018.

2. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening op de raadscommissies gemeente Schouwen-Duiveland 2018.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 21 december 2017.

De griffier, De voorzitter,

T. van Oostenbrugge G.C.G.M. Rabelink