Beleidsregels Tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Schouwen-Duiveland 2017.

Geldend van 05-09-2018 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels Tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Schouwen-Duiveland 2017.

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Schouwen-Duiveland;

Gelet op artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 8a, onderdeel b van de Participatiewet;

Besluit vast te stellen de volgende beleidsregels:

Beleidsregels Tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Schouwen-Duiveland 2017.

Besluit vast te stellen ‘Beleidsregels Tegenprestatie gemeente Schouwen-Duiveland 2017’.

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

1. Doelgroep tegenprestatie: de belanghebbende van 18 jaar of ouder doch jonger dan de pensioengerechtigde leeftijd die een uitkering voor levensonderhoud ontvangt op grond van de Participatiewet, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) en de Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ), én van rechtswege is vrijgesteld op grond van artikel 9a, eerste lid, van de Participatiewet of artikel 9, tweede lid, van de Participatiewet;

2. Vrijwilligerswerk: vrijwilligerswerk is onbetaald werk met een maatschappelijk of liefdadig doel, zonder commerciële belangen;

3. Mantelzorg: langdurige zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende door personen uit diens directe omgeving, waarbij zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie en de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar overstijgt.

4. Verdringing: Er is sprake van verdringing wanneer iemand onbetaalde activiteiten uitvoert waarvoor het gebruikelijk is dat er een loonbetaling tegenover staat.

Artikel 2. Inhoud van een tegenprestatie

Het college kan onbeloonde maatschappelijk nuttige werkzaamheden, die additioneel van aard zijn, inzetten als tegenprestatie voor zover de werkzaamheden:

1. Niet zijn bedoeld als re-integratievoorziening zoals genoemd in de re-integratieverordening;

2. Worden verricht naast of in aanvulling op reguliere arbeid in de organisatie waarin ze worden

verricht; en

3. Niet leiden tot verdringing.

In bijlage 1, staan voorbeelden van onbeloonde maatschappelijk nuttige werkzaamheden.

Artikel 3. Vaststelling tegenprestatie naar vermogen

1. Het college stelt de aard, omvang en duur van de tegenprestatie vast, op basis van maatwerk waarbij individuele mogelijkheden en omstandigheden van belanghebbende in acht worden genomen;

2. Daarnaast wordt de tijdsduur van de verrichte onbeloonde maatschappelijk nuttige activiteiten, in de vorm van vrijwilligerswerk en mantelzorg, in de beoordeling van het college meegewogen;

3. Uitganspunt is dat belanghebbende per week minimaal 2 en maximaal 10 uur werkzaamheden voor de duur van minimaal 3 maanden en maximaal 5 maanden per jaar, verricht in het kader van de tegenprestatie, tenzij er, naar het oordeel van het college, redenen zijn om dit aantal lager te bepalen;

4. Indien belanghebbende slechts in beperkte mate activiteiten kan verrichten, worden specifieke afspraken gemaakt met betrekking tot de aard en de mogelijkheden van de tegenprestatie;

5. Is elke activiteit onmogelijk, dan ontheft het college belanghebbende van de verplichting tot het verrichten van een tegenprestatie naar vermogen op grond van artikel 3 lid 3 van de verordening Tegenprestatie Participatiewet IOAW en IOAZ gemeente Schouwen-Duiveland.

Artikel 4. Randvoorwaarden

De randvoorwaarden waarmee het college rekening houdt bij het opleggen van een tegenprestatie zijn:

Artikel 4.1 Kennis van de doelgroep

De tegenprestatie is beperkt in duur en omvang. Dat betekent dat niet op elk moment al de cliënten een tegenprestatie moeten verrichten. Hier kunnen keuzes in worden gemaakt. De kennis van de doelgroep heeft invloed op het type tegenprestatie dat ze doen. Het om mensen met een grote of juist een kleine afstand tot de arbeidsmarkt? Jongeren of ouderen? Mensen met een beperking, of mensen met gebrekkige kennis van de Nederlandse taal? Deze informatie wordt meegenomen om voor de individuele cliënten een passende plek te vinden.

Artikel 4.2 Het vinden van passende plekken en begeleiding.

Het moet gaan om een tegenprestatie naar vermogen. Er wordt rekening gehouden met een aantal factoren, zoals lichamelijke- en psychische beperkingen, zorgtaken, kennis en kunde, maar ook met de mogelijkheden van de begeleidende organisatie.

a. Lichamelijke en psychische beperkingen

Als er een recent arbeidsmedisch onderzoek voorhanden is dan wordt dat gebruikt om lichamelijke en psychische beperkingen vast te stellen. Aan de hand van dat onderzoek wordt door de consulent samen met de cliënt de mogelijkheden bekeken. Als er geen arbeidsmedisch onderzoek voorhanden is kan samen met de cliënt gezocht worden naar een tegenprestatie die binnen de mogelijkheden ligt.

b. Zorg voor (jonge) kinderen.

Als het gaat om een alleenstaande ouder met jonge kinderen dan kan bij schoolgaande kinderen naar werkzaamheden onder schooltijd of op school zelf worden gezocht.

Gaat het om kinderen die nog niet naar school gaan, dan moet bekeken worden of kinderopvang bij bijvoorbeeld buren of familie beschikbaar is.

c. Mantelzorg voor ouders/directe familie

Als iemand mantelzorg bij ouders of directe familie voor 16 uur per week verricht, dan wordt geen tegenprestatie opgelegd. Voor het bepalen wanneer sprake is van mantelzorg wordt aangesloten bij de criteria voor het ontvangen van een mantelzorgcompliment. Voldoet iemand niet aan de criteria maar wordt wel zorg verleent dan de tegenprestatie daarop afgestemd. Bijvoorbeeld door het aantal uren te beperken of door de tijden af te stemmen.

d. Kennis en kunde

Bij het zoeken van de juiste werkzaamheden wordt aangesloten bij de kennis en kunde van de cliënt. Een hoger opgeleide kan anderen wellicht helpen met het invullen van formulieren, of bij het schrijven van sollicitatiebrieven. En iemand die zijn Nederlandse taal slecht beheerst, kan zijn tegenprestatie niet invullen door als leesouder op een basisschool aan de slag te gaan, maar kan misschien wel helpen bij het opknappen van een speeltuin. Er wordt rekening gehouden met de capaciteiten van de cliënt.

e. Begeleiding door de organisatie

Zeker als het gaat om iemand met forse psychische beperkingen, is het belangrijk om niet alleen te kijken wat de cliënt zelf kan, maar ook wat de organisatie aan kan. Wellicht is ondersteuning van de organisatie mogelijk, door te werken met een ‘maatje’ die de begeleiding op zich neemt.

f. Vervoer

Er wordt ervan uitgegaan dat de plek waar de tegenprestatie wordt verricht, goed bereikbaar is voor de cliënt. Als dit niet het geval is dan wordt een onkostenvergoeding verstrekt door de organisatie waar de tegenprestatie wordt verricht.

Artikel 4.3 Aansluiten bij de talenten en passies

Bij het opleggen van een tegenprestatie wordt rekening gehouden met de talenten en passies van mensen. De cliënt doet iets waar hij energie van krijgt, de begeleide organisatie heeft een motiverende kracht, Op die manier zijn organisaties eerder bereid om plekken te bieden en kan de tegenprestatie een goede bijdrage leveren aan het verkrijgen van betaalde arbeid. Als een ICT’er een website bouwt voor een vereniging, dan kan dat als werkervaring op het cv gezet worden. Maar ook het versterken van eigenwaarde en competenties en het vergroten van het sociaal netwerk kunnen de afstand tot de arbeidsmarkt verkleinen. Op die manier worden meerdere doelen bereikt.

Artikel 4.4 Veiligheid

Toezien op de veiligheid is een taak van de gemeente. Voor het uitvoeren van de tegenprestatie geldt geen wettelijke regeling over arbeidsomstandigheden en veiligheid. Dat betekent dat de gemeente in het contract opneemt dat door de organisatie de geldende veiligheids- en Arbo-voorschriften in acht worden genomen.

Artikel 4.5 Verzekering

Er dient een dekkende vrijwilligersverzekering te zijn bij de organisatie waar de tegenprestatie wordt verricht. Een persoonlijke WA-verzekering dekt een ongeval tijdens de uitvoering van een tegenprestatie niet. Nagegaan wordt of de cliënt valt onder de verzekering van de organisatie waar de tegenprestatie wordt uitgevoerd. Zolang dit niet geregeld is dan kan bij de organisatie geen tegenprestatie worden verricht.

Artikel 4.6 Verklaring omtrent gedrag

Als er een verklaring omtrent gedrag voor de werkzaamheden nodig is. Bijvoorbeeld bij het werken met kinderen, of werkzaamheden waar geld voorhanden is dan de betaalt de gemeente deze kosten.

Artikel 5. Verdringing

Om te waarborgen dat er geen verdringing op de arbeidsmarkt plaatsvindt door activiteiten in het kader van de tegenprestatie, wordt bij elke op te leggen tegenprestatie vooraf getoetst of er in dat geval sprake kan zijn van verdringing. Bij deze afweging worden de volgende criteria in acht genomen:

a. Het moet gaan om activiteiten waar in deze tijd en op deze plaats geen bereidheid is om daar een geldelijke beloning voor te betalen. Deze bereidheid is plaats- en tijdgebonden. Dat betekent dat het noodzakelijk is om regelmatig te evalueren of de werkzaamheden nog steeds als additioneel kunnen worden beschouwd.

b. Het gaat om activiteiten waar evident geen betaling tegenover staat. Het mag daarom niet gaan om activiteiten waarvoor de cliënt of een ander normaal gesproken betaald wordt of eerder (minder dan 1 jaar geleden) nog betaald werd. Dit is het geval als eerder bestaande arbeidsplaatsen met vergelijkbare werkzaamheden binnen deze periode zijn wegbezuinigd bij de betreffende organisatie.

c. Er mag geen vacature openstaan voor dezelfde of bijna dezelfde activiteiten als die bij de tegenprestatie worden uitgevoerd.

d. Om vast te stellen of het gaat om een tegenprestatie kan de checklist tegenprestatie in bijlage 2 doorlopen worden.

Artikel 6. Nadere bepalingen

1. De cliënt krijgt de gelegenheid binnen twintig werkdagen een tegenprestatieplaats bij een organisatie, instelling, club of vereniging te zoeken;

2. Bij onbeloonde nuttige activiteiten kan gedacht worden aan activiteiten in bijlage 1;

3. Vrijwilligerswerk wordt beschouwd als activiteiten in het kader van een tegenprestatie. Bij de beoordeling of deze activiteiten als tegenprestatie worden beschouwd, worden de omvang van het vrijwilligerswerk en de omstandigheden en mogelijkheden van de cliënt in acht genomen;

4. De cliënt kan gebruik maken van het vrijwilligerspunt SD;

5. Als de cliënt het lastig vindt zelf een tegenprestatie te vinden dan kan contact worden gezocht met de klantmanager;

6. Mocht de cliënt al onbeloonde maatschappelijk nuttige werkzaamheden verrichten dan kunnen die op verzoek van de cliënt, indien aan de overige voorwaarden wordt voldaan, worden beschouwd als activiteiten in het kader van de tegenprestatie;

7. Wanneer de cliënt niet binnen twintig werkdagen een tegenprestatieplaats heeft weten te verkrijgen dan zal vervolgens door de klantmanager in samenspraak met de cliënt een passende plek gezocht worden;

8. De verplichting tot een tegenprestatie naar vermogen wordt middels een beschikking opgelegd, met als bijlage een plan van aanpak waarin de afspraken met de cliënt zijn vast gelegd;

9. Als de cliënt niet of in onvoldoende mate meewerkt aan de opgelegde tegenprestatie naar vermogen dan wordt deze gedraging overeenkomstig de afstemmingsverordening Participatiewet gemeente Schouwen-Duiveland gesanctioneerd;

10. Als uitganspunt voor de duur en omvang voor de invulling van de tegenprestatie geldt het aantal uren en weken als genoemd in artikel 2 van deze beleidsregel, de feitelijke invulling kan op grond van maatwerk flexibel worden vorm gegeven;

11. De verplichting tot tegenprestatie wordt niet opgelegd aan alleenstaande ouders met kinderen jonger dan 5 jaar.

Artikel 7. Werkzaamheden

Tegenprestaties zijn klussen die door verenigingen, bedrijven en maatschappelijke instellingen worden aangeboden. De regering heeft een lijst met voorbeelden voor werkzaamheden die als tegenprestatie kunnen worden ingezet. Deze zijn te vinden in bijlage 1.

Artikel 8. Hardheidsclausule

Het college kan in de gevallen waarin deze beleidsregels niet voorzien, dan wel in gevallen waarin toepassing van deze beleidsregels leiden tot een onevenredig nadelige gevolgen voor de cliënt, besluiten om op individuele gronden van de verordening of deze beleidsregels af te wijken.

Artikel 9. Citeertitel

Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als : ‘Beleidsregels Tegenprestatie gemeente Schouwen-Duiveland 2017.

Artikel 10. Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking na de dag van publicatie.

Burgemeester en wethouders van Schouwen-Duiveland,

M.K. van den Heuvel G.C.G.M. Rabelink

secretaris burgemeester

Ondertekening

Bijlage 1 Voorbeelden van maatschappelijk nuttige werkzaamheden

Voor voorbeelden van maatschappelijk nuttige werkzaamheden verwijst de regering naar het onderzoeksrapport “Voor wat hoort wat” van de inspectie SZW.

Deze zijn hierna weergegeven. De genoemde werkzaamheden mogen niet leiden tot verdringing want dan kunnen ze niet als tegenprestatie ingezet worden. De regering heeft de volgende voorbeelden voor werkzaamheden die als tegenprestatie kunnen worden ingezet:

- werkzaamheden bij een openluchtmuseum

- koffie/thee schenken in een verpleegtehuis, buurthuis of een bejaardenhuis

- sneeuwschuiven (bijvoorbeeld bij een bejaardenhuis)

- helpen bij de dierenambulance

- afval langs wegen en in wijken verwijderen

- bospaden schoonhouden

- verkeersborden reinigen/schoonmaken

- opknappen, schoonmaken, onderhouden van speeltuinen of gemeentelijke terreinen

- taalmaatje voor nieuwkomers

- beheerder van een parkeerplaats of fietsenstalling (bijv. bij een station)

- vervoer via kerken of ouderenorganisaties

- warme maaltijden bereiden en leveren

- de was doen

- strijken

- tijdelijke werkzaamheden rond een wijkcentrum

- helpen bij het oversteken van kinderen (scholen)

- praten met nabestaanden

- inzet bij (sport)evenementen

- gehandicapten begeleiden bij het zwemmen

- voorlezen op scholen

- moestuin aanleggen met leerlingen uit groep 5 of 6 basisschool

- additionele werkzaamheden bij het Leger of Leger des Heils

- schoonhouden van parkeerplaatsen bij het ziekenhuis

- boeken uitleen bij ziekenhuizen en verpleegtehuizen (met karretjes)

- Manages schoon en netjes houden

- een functie vervullen in bijvoorbeeld een cliëntenraad

- deelname aan een hulpverleningstraject bij persoonlijke en psychische problemen

- werkzaamheden in bibliotheken

- bezoek aan eenzame ouderen

- werkzaamheden in bejaardentehuizen en buurthuizen

- bezoek aan eenzame ouderen

- werkzaamheden in bejaardentehuizen en buurthuizen

- boodschappen halen voor Wmo cliënten/hulpbehoevenden/ouderen

- inzet in de groenvoorziening waar de gemeente de handen vanaf heeft getrokken

- tuinonderhoud

Bijlage 2 Tegenprestatiewijzer voor gemeenten

A. Is het wel een tegenprestatie?

Onderstaand een stappenplan waarmee vast te stellen is of er sprake is van een tegenprestatie.

1. Gaat het om iemand met een WWB-,IOAW of IOAZ- uitkering?

Nee → Kan geen tegenprestatie zijn.

Ja → Ga naar vraag 2

2. Gaat het om onbetaalde werkzaamheden Nee → Geen tegenprestatie maar regulier werk

Ja → Ga naar vraag 3

3. Gaat het om werkzaamheden die additioneel zijn op reguliere arbeid?

Nee → Geen tegenprestatie maar werken met behoud van uitkering

Ja → Ga naar vraag 4

4. Is het primaire doel arbeidsinschakeling?

Ja → Geen tegenprestatie maar een re-integratietraject of participatieplaats

Nee → Ga naar vraag 5

5. Zijn de activiteiten nauwkeurig omschreven en afgestemd op de capaciteiten en mogelijkheden van belanghebbende?

Ja → Geen tegenprestatie

Nee → Ga naar vraag 6

6. Is het beperkt in duur en omvang (zodat het re-integreren en solliciteren niet in de weg staat)?

Nee → Geen tegenprestatie

Ja → Ga naar vraag 7

7. Gaat het om maatschappelijk nuttige activiteiten?

Nee → Geen tegenprestatie maar verplichte arbeid

Ja → TEGENPRESTATIE

ad 1. Alleen aan cliënten die een uitkering ontvangen van de gemeente kan een tegenprestatie worden opgelegd. Het maakt daarbij niet uit of het gaat om bijstand om niet of in de vorm van een lening. Niet-uitkeringsgerechtigde die door de gemeente worden ondersteund bij het zoeken naar werk kan dit niet verplicht opgelegd worden. Let hierbij wel op uitzonderingen!

ad 2. Het gaat hier om werkzaamheden waar geen loon voor wordt betaald. Bovendien zijn dit werkzaamheden waar in het economisch verkeer normaal gesproken ook niet voor wordt betaald. Dit is sterk- tijd en plaats gebonden. Wordt er geen loon betaald, maar gebeurt dat normaal gesproken wel in het economisch verkeer? Dan moet de betrokkene toch loon vragen bij zijn werkgever. Gaat het alleen om een onkosten-of vrijwilligersvergoeding op basis van daadwerkelijk gemaakte kosten dan hoeft hier niets mee gedaan te worden met de uitkering. Gaat het om een vrijwilligersvergoeding, dan kan een deel worden vrijgelaten. Het gaat hier om de lage vrijlating (€ 95,- per maand en € 764,- per jaar in 2017) aangezien het geen onderdeel uitmaakt van een traject richting arbeid.

ad 3. Dit punt hangt nauw samen met punt 2.

ad 4. Het primaire doel van de tegenprestatie is dat iemand maatschappelijk nuttig bezig is. Het opdoen van sociale vaardigheden en werknemersvaardigheden om zo een stapje te kunnen doen op de participatieladder is een mooie bijkomstigheid en kan wel een secundair doel zijn. Maar als het hoofdzakelijk of uitsluitend gericht is op arbeidsinschakeling, dan is sprake van een re-integratietraject of participatieplaats.

ad 5. Individualisering is echt noodzakelijk. Waarom is deze activiteit geschikt voor deze persoon? In de beschikking moet duidelijk omschreven zijn welke activiteit iemand gaat doen, welke omvang en welke duur deze activiteit heeft en waarom dit voor deze cliënt geschikt is.

ad 6. We hebben hier alleen rechtbankuitspraken, waarin is verwoord dat gekeken moet worden naar de individuele omstandigheden van een uitkeringsgerechtigde. Het enkele stellen dat eiser niet beperkt is zodat hij alle soorten werkzaamheden kan verrichten, is dan ook onvoldoende. Verweerder zal bij het aanbod van nuttige werkzaamheden daarom ook rekening moeten houden met de individuele omstandigheden van de eiser.

ad 7. Het gaat hier feitelijk om een nieuwe burgerlijke verplichting van werkzaamheden die van nut zijn voor de maatschappij.

Bijlage 3 Overeenkomst tegenprestatie

De ondergetekenden,

1. …. (organisatie) te…adres, hierbij vertegenwoordigd door…(naam) in de functie van …., hierna te noemen…………,

en

……..(naam vrijwilliger) te…. (adres vrijwilliger),

geboren….19….(datum),

hierna te noemen ‘de vrijwilliger’,

komen als volgt overeen:

2. De werkzaamheden

1. De vrijwilliger zal ten behoeve van……….., ter uitvoering van de aan hem/haar opgelegde

tegenprestatie in het kader van de Participatiewet, met ingang van….(datum) tot …. De volgende werkzaamheden verrichten:……..(omschrijving van de werkzaamheden)

2. De partijen kunnen de werkzaamheden niet wijzigen.

3. Voor het inwerken en de begeleiding zal de heer/mevrouw…. (naam) zorg dragen.

4. De werkzaamheden vinden plaats gedurende …..uren per week.

3. Onkostenvergoeding

1. De vrijwilliger ontvangt geen beloning voor de door hem verrichte werkzaamheden.

2. De vrijwilliger ontvangt een vergoeding voor werkelijk gemaakte kosten, zoals bv reiskosten.

Vergoeding vindt alleen plaats na overlegging van een betalingsbewijs. De organisatie zal de

vergoeding maandelijks/ per kwartaal overmaken op de bank/girorekening van de vrijwilliger.

4. Verzekeren tegen aansprakelijkheid

1. De (organisatie) heeft ten behoeve van betrokkene een ongevallen verzekering afgesloten. Deze garandeert een uitkering in geval van ernstig letsel lichamelijk letsel of dood ten gevolge van een ongeval dat de vrijwilliger tijdens de werkzaamheden is overkomen.

2. De (organisatie) heeft ten behoeve van de vrijwilliger een aansprakelijkheidsverzekering afgesloten. Deze dekt de schade die betrokkene tijdens de uitoefening van de overeengekomen werkzaamheden veroorzaakte.

5. Verhindering

In geval van verhindering wegens ziekte of anderszins, dien de vrijwilliger de organisatie (contactpersoon) op de eerste dag van verhindering voor 10:00 uur hiervan in kennis te stellen.

6. Aard van de overeenkomst

1. Deze overeenkomst is geen arbeidsovereenkomst in de zin van het Burgerlijk Wetboek

2. Deze overeenkomst is geen dienstbetrekking in de zin van de Ziektewet. Betrokkene is bekend met het feit dat hij op basis van deze overeenkomst niet verzekerd is voor de gevolgen van ziekte, arbeidsongeschiktheid en werkloosheid.

3. De relatie tussen de gemeente en betrokkene is geen arbeidsverhouding in de zin van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen.

7. Duur en einde van de overeenkomst

1. De overeenkomst is aangegaan tot…..

2. De partijen kunnen de overeenkomst in onderling overleg beëindigen.

3. Zowel de vrijwilliger als de organisatie kunnen de overeenkomst door schriftelijke opzegging beëindigen, met een opzegtermijn van 4 weken.

4. Op verzoek van de vrijwilliger zal de organisatie bij het einde van de overeenkomst een getuigschrift opstellen.

De overeenkomst is in tweevoud opgemaakt te ……….(plaats)…….20….(datum).

De vrijwilliger heeft een exemplaar van de overeenkomst kosteloos ontvangen.

(Handtekening organisatie) (Handtekening vrijwilliger)