Speelautomatenverordening gemeente Schouwen-Duiveland 2019

Geldend van 30-12-2019 t/m heden

Intitulé

Speelautomatenverordening gemeente Schouwen-Duiveland 2019

De raad van de gemeente Schouwen-Duiveland;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 22 oktober 2019

gelet op artikel 147 en 149 van de Gemeentewet en titel Va van de Wet op de Kansspelen

overwegende

dat het wenselijk is regels te stellen omtrent de vestiging en exploitatie van speelautomatenhallen in de gemeente Schouwen-Duiveland;

dat het college van burgemeester en wethouders het wenselijk vinden om de toegang van jeugdigen tot kans-en gokspelen vanuit preventief oogpunt te verminderen om de kans op verslaving te verkleinen;

dat daarom het aantal beschikbare exploitatievergunningen voor speelautomatenhallen van drie wordt teruggebracht naar één;

dat de lopende exploitatievergunning(en)van onbepaalde duur dienen worden omgezet naar een duur van bepaalde tijd, te weten 15 jaar.

Besluit:

-De Speelautomatenverordening gemeente Schouwen Duiveland 2019 vast te stellen

-De Speelautomatenverordening gemeente Schouwen Duiveland 2010 in te trekken

HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a. de wet: de Wet op de kansspelen;

b. Speelautomatenbesluit: KB van 23 mei 2000, Stb. 224, houdende regels ter uitvoering van titel Va van de wet, zoals gewijzigd bij besluit van 14 september 2001, Stb. 2001, 415;

c. speelautomaat: een toestel, ingericht voor de beoefening van een spel, dat bestaat uit een door de speler in werking gesteld mechanisch, elektrisch of elektronisch proces, waarbij het resultaat kan leiden tot middellijke of onmiddellijke uitkering van prijzen of premies, daaronder begrepen het recht om gratis verder te spelen;

d .behendigheidsautomaat: een speelautomaat, waarvan het spelresultaat uitsluitend kan leiden tot een verlengde speelduur of het recht op gratis spellen, en het proces, ook nadat het in werking is gesteld, door de speler kan worden beïnvloed en het geheel of vrijwel geheel van zijn inzicht en behendigheid bij het gebruik van de daartoe geboden middelen afhangt of en in welke mate de speelduur verlengd of het recht op gratis spellen verkregen wordt;

e. kansspelautomaat: een speelautomaat die geen behendigheidsautomaat is als bedoeld in artikel 30, aanhef en onder c van de wet;

f. hoogdrempelige inrichting: een inrichting als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Drank- en Horecawet, waarin rechtmatig het horecabedrijf als bedoeld in dat artikellid wordt uitgeoefend, (1) waar het café en het restaurantbezoek op zichzelf staat en waar geen andere activiteiten plaatsvinden, waaraan een zelfstandige betekenis kan worden toegekend en (2) waarvan de activiteiten in belangrijke mate gericht zijn op personen van 18 jaar en ouder;

g. laagdrempelige inrichting: een inrichting waarin rechtmatig het horecabedrijf wordt uitgeoefend, die geen hoogdrempelige inrichting is;

h. speelautomatenhal: een inrichting, bestemd om het publiek de gelegenheid te geven een spel door middel van speelautomaten te beoefenen, als bedoeld in artikel 30 c, eerste lid, onder b, van de wet ;

i. exploitant: de natuurlijke of rechtspersoon die de speelautomatenhal exploiteert;

j. beheerder: de natuurlijke persoon of personen die de onmiddellijke feitelijke leiding uitoefent of uitoefenen in een speelautomatenhal;

k. weg: weg conform de Wegenverkeerswet 1994, alsmede kampeerplaatsen en de aan de wegen of paden liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen.

l. de kern Renesse: de bebouwde kom Renesse

m. de exploitatievergunning: de exploitatievergunning voor een speelautomatenhal

n. de omgevingsvergunning: de omgevingsvergunning voor planologisch strijdig gebruik op grond van artikel 2.1, eerste lid, sub c van de Wabo.

o. college:het college van burgemeester en wethouders.

p. wet Bibob: wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur.

HOOFDSTUK 2 DE SPEELAUTOMATENHAL EN DE VERGUNNINGPLICHT

Artikel 2 Vergunning, aantal speelautomatenhallen en kansspelautomaten

1. Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een speelautomatenhal te vestigen en/of te exploiteren.

2. De burgemeester kan vergunning verlenen voor maximaal één speelautomatenhal in de kern van Renesse. In deze hal zijn maximaal 100 kansspelautomaten toegestaan.

3. De vergunning wordt verleend voor een periode van 15 jaar.

4. Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing.

5. Indien op de beoogde locatie planologisch strijdigheid bestaat voor de exploitatie als speelautomatenhal dient naast een exploitatievergunning ook een omgevingsvergunning te worden aangevraagd.

Artikel 3 Beschikbaarstellen exploitatievergunning en transparantie procedure

1. Uit overwegingen van transparantie en gelijke kansen communiceert de burgemeester tijdig over de beschikbaarheid van de exploitatievergunning.

2. Vanaf 7 kalendermaanden tot uiterlijk 3 kalendermaanden voor het verstrijken van de looptijd van de vigerende exploitatievergunning kunnen gegadigden een aanvraag exploitatievergunning indienen.

3. Alleen ontvankelijke aanvragen worden in de toekenningsprocedure betrokken.

Artikel 4 Aanvraag vergunning en kwalitatieve selectie

1. De exploitant dient de vergunning aan te vragen onder overlegging van:

a. een nauwkeurige beschrijving van de inrichting waarbij is opgenomen:

b. de oppervlakte van de inrichting;

c. een plattegrond waarin op welke plaats in de speelautomatenhal en welk aantal kansspelautomaten wordt opgesteld;

d. op welke plaats leeftijdscontrole plaatsvindt en entreebewijzen worden verstrekt;

e. een verklaring waaruit blijkt dat hij gerechtigd is over de ruimte te beschikken;

f. een verklaring omtrent het gedrag van de exploitant dan wel, indien de exploitant een rechtspersoon is, van degene(n) die de onderneming krachtens de statuten vertegenwoordigt(en) en van de beheerder(s);

een beschrijving van de wijze waarop de speelautomatenhal past binnen het toetsingskader van artikel 4.

g. een volledig ingevuld Bibob-vragenformulier.

2. Indien meerdere ingediende aanvragen voor vergunningverlening voldoen aan de daartoe bij en krachtens de verordening en de Algemene wet bestuursrecht gestelde voorwaarden, zullen de aanvragen met elkaar vergeleken worden en wordt vergunning verleend aan degene die naar het oordeel van de burgemeester het best voldoet (de kwalitatieve selectie).

3. In gevallen als bedoeld in het tweede lid laat de burgemeester zich adviseren omtrent de vraag welke aanvraag voor verlening van de vergunning in aanmerking komt.

4. In het kader van de in het derde lid genoemde advisering wordt in ieder geval ingegaan op de volgende onderwerpen:

a. openbare orde en veiligheid;

b. preventie van gokverslaving;

c. verkeersveiligheid en parkeercapaciteit;

d. bedrijfsplan.

e. relevante ervaring van de exploitant

5. De burgemeester stelt beleidsregels vast om zodoende een kenbare en transparante toekenning van de vergunning te waarborgen. Voor een eventuele benodigde omgevingsvergunning is het vigerende bestemmingsplan, omgevingsplan en het relevante ruimtelijk beleid het afwegingskader.

Artikel 5 Beslistermijn

1. De burgemeester beslist binnen twaalf weken na de sluitingsdatum voor het indienen van een aanvraag voor de exploitatievergunning. De beslissing kan eenmaal voor ten hoogste twaalf weken worden verdaagd.

2. Indien een Bibob onderzoek wenselijk of noodzakelijk is kan de beslistermijn langer zijn dan de periode als in lid 1 vermeld.

Artikel 6 Vergunning

1. De vergunning is persoonsgebonden.

2. In de vergunning wordt de naam van de beheerder(s) vermeld.

3. Aan de vergunning worden voorschriften en beperkingen verbonden. Deze hebben in elk geval betrekking op:

a. de opening- en sluitingstijden van de speelautomatenhal;

b. het toezicht in de speelautomatenhal;

c. het aantal en type kansspelautomaten dat mag worden opgesteld;

d. de exploitatie van de hal.

Artikel 7 Weigeringsgronden

De vergunning wordt geweigerd, indien:

a. de vergunning voor een speelautomatenhal reeds is verleend;

b. de speelautomatenhal niet uitsluitend rechtstreeks vanaf de weg voor het publiek toegankelijk is;

c. de beheerder(s) de leeftijd van 25 jaar nog niet heeft (hebben) bereikt;

d. de exploitant of de beheerder(s) onder curatele staat (staan) of bewind is ingesteld over een of meer aan hen toebehorende goederen, als bedoeld in Boek 1, titel 19, van het Burgerlijk Wetboek;

e. door de aanwezigheid van de speelautomatenhal naar het oordeel van de burgemeester de leef- en woonsituatie in de naaste omgeving of het karakter van de winkelstraat/winkelbuurt op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed;

f. de exploitatie of vestiging van een speelautomatenhal strijd oplevert met het geldende bestemmingsplan, tenzij op het moment van aanvragen een aanvraag om omgevingsvergunning of wijziging van het bestemmingsplan is ingediend en daarop positief wordt beschikt;

g. de speelautomatenhal waarop het verzoek betrekking heeft zou worden gevestigd buiten de kern van Renesse;

h. de vrees gewettigd is dat verlening van de vergunning ernstig gevaar zou opleveren voor de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid.

i. als toepassing van de wet Bibob daar aanleiding toe geeft.

Artikel 8 Wijzigingsgronden

1. Indien een in de vergunning vermelde beheerder de hoedanigheid van beheerder heeft verloren, dient de exploitant een wijziging van de vergunning aan te vragen binnen twee weken nadat de beheerder de hoedanigheid van beheerder heeft verloren.

2. Indien de exploitant-vergunninghouder van rechtsvorm of bedrijfsnaam verandert dient de exploitant een wijziging van de vergunning aan te vragen binnen twee weken nadat deze verandering heeft plaatsgevonden.

3. Indien een exploitant komt te overlijden dient, indien voortzetting van de exploitatie wordt beoogd, door de rechtsopvolgers onder algemene titel, binnen twaalf weken een nieuwe vergunning te worden aangevraagd ter voortzetting van de exploitatie voor de nog resterende termijn zoals aan de overleden exploitant is vergund.

4. Zolang op een tijdig ingediende aanvraag niet is beslist is voortzetting van de exploitatie toegestaan, met inachtneming van de voorschriften en beperkingen, verbonden aan de van rechtswege vervallen vergunning.

5. In gevallen niet genoemd in het eerste tot en met het vierde lid geeft de burgemeester kennis van de beschikbaarheid van een exploitatievergunning.

Artikel 9 Intrekkingsgronden

De burgemeester kan de vergunning intrekken:

a. indien blijkt dat de vergunning ten gevolge van een onjuiste of onvolledige opgave is verleend;

b. indien de omstandigheden of inzichten op grond waarvan de vergunning is afgegeven zodanig zijn gewijzigd dat een situatie is ontstaan als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onder e;

c. indien gehandeld wordt in strijd met aan de vergunning verbonden voorschriften en beperkingen;

d. indien de exploitatie van een speelautomatenhal voor een periode van langer dan zes maanden wordt onderbroken, dan wel indien van een vergunning binnen zes maanden na verlening daarvan geen gebruik wordt gemaakt;

e. indien ernstig gevaar voor de openbare orde, veiligheid en/ of zedelijkheid ontstaat;

f. indien de exploitant of de beheerder niet langer voldoet aan de eisen zoals gesteld in de wet of deze verordening.

h. als toepassing van de wet Bibob daar aanleiding toe geeft.

HOOFDSTUK 3 OVERIGE BEPALINGEN

Artikel 10 Sanctie

Overtreding van artikel 2 van deze verordening en van de krachtens dat artikel gegeven voorschriften wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste 3 maanden of geldboete van de tweede categorie.

Artikel 11 Toezicht

Met het toezicht op de naleving van het bij deze verordening bepaalde zijn belast bij besluit van het college aan te wijzen personen, ieder voor zover het feiten betreft die in de aanwijzing zijn vermeld.

Artikel 12 Betreden van plaatsen

Indien de zorg voor de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde dit vereist, is artikel 5:15 Awb met betrekking tot het betreden van plaatsen van overeenkomstige toepassing.

HOOFDSTUK 4 SLOTBEPALINGEN

Artikel 13 Intrekken oude regeling

De Speelautomaten verordening gemeente Schouwen Duiveland 2010 wordt ingetrokken.

Artikel 14 Overgangsrecht

1. De op grond van de onder artikel 13 ingetrokken verordening verleende vergunningen, worden geacht verleend te zijn overeenkomstig de bepalingen van deze verordening;

2. De exploitatievergunningen voor de speelautomatenhallen in Renesse en Burgh Haamstede (voor onbepaalde tijd) die zijn verleend vóór inwerkingtreding van de verordening Speelautomaten verordening gemeente Schouwen Duiveland 2019 vervallen van rechtswege per 1 januari 2035. Daarmee is de voor onbepaalde duur verleende vergunning omgezet naar een vergunning voor bepaalde duur (15 jaar);

3. Onverminderd het bepaalde in lid 2 geldt dat de exploitatievergunning voor de speelautomatenhal in Burgh Haamstede (voor onbepaalde tijd) die is verleend vóór inwerkingtreding van de verordening Speelautomaten verordening gemeente Schouwen Duiveland 2019 vervalt op die dag zoveel eerder dan 1 januari 2035 waarop de huidige exploitant de vergunning definitief niet langer wenst te gebruiken en deze bij de burgemeester inlevert. De burgemeester zal de vergunning dan formeel intrekken.

4. De exploitatievergunning voor de speelautomatenhal in de kern Bruinisse

vervalt van rechtswege met de inwerkingtreding van de verordening Speelautomaten verordening gemeente Schouwen Duiveland 2019;

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als de Speelautomatenverordening gemeente Schouwen Duiveland 2019.

Artikel 16 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag nadat deze is bekendgemaakt.

Ondertekening

Vastgesteld door de raad van de gemeente Schouwen-Duiveland in zijn openbare vergadering van 5 december 2019.

de griffier, de voorzitter,

T. van Oostenbrugge G.C.G.M. Rabelink

Bijlage 1

A. ALGEMENE TOELICHTING

1.Wet op de Kansspelen, een korte inleiding

Het doel van de Wet op de Kansspelen, (hierna: de Wet), strekt ter regulering van het beoefenen van een kansspel door middel van speelautomaten, welke uitzicht geven op winst. Daarbij mogen enerzijds de financieel zwakkere groepen in onze samenleving niet door speelautomaten zodanige verliezen leiden dat zij daardoor worden benadeeld, terwijl anderzijds een redelijke exploitatie van de speelautomaten mogelijk moet blijven om een vlucht in de illegaliteit te voorkomen.

Sinds de inwerkingtreding van de Wet zijn diverse wijzigingen doorgevoerd. Met name de wijziging van 13 november 1985 dient in dit kader te worden genoemd, aangezien daarmee de wenselijkheid werd vastgelegd dat speelautomaten met beperkte mogelijkheden tot uitkering van prijzen of premies werden toegestaan. Met betrekking tot dit onderdeel is de omvangrijke en gecompliceerde Titel Va (speelautomaten) in de Wet opgenomen.

Titel Va van de Wet regelt tot in de finesses het systeem van toelatings-, exploitatie- en aanwezigheidsvergunningen, waardoor het legaal exploiteren van kansspelautomaten mogelijk wordt gemaakt. Grote lokale verschillen in beleid laat de regeling niet toe. In een opzicht wordt de gemeentelijke overheid echter een aanmerkelijke beleidsruimte gelaten: de raad heeft ingevolge de regeling de bevoegdheid bij verordening de exploitatie van speelautomatenhallen te regelen. De nu voorliggende verordening rust daarmee op een driedelig, onderling verbonden vergunningensysteem, waarbij alleen toegelaten speelautomaten in de handel mogen worden gebracht, geëxploiteerd en in de daartoe aangewezen inrichtingen worden opgesteld.

Op 19 februari 2019 is de Wijziging van de Wet op de kansspelen, de Wet op de kansspelbelasting en enkele andere wetten in verband met het organiseren van kansspelen op afstand (Wetsvoorstel kansspelen op afstand) dat online kansspelen mogelijk maakt voor binnen- en buitenlandse aanbieders, door de Eerste Kamer aangenomen. Als gevolg hiervan kunnen aanbieders van online kansspelen met een Nederlandse vergunning legaal in Nederland hun producten aanbieden. E.e.a. zal waarschijnlijk begin 2021 het geval zijn. Er is daarmee een stap gezet om het laagdrempelige gokken op internet enigszins te reguleren.

2. Speelautomatenverordening

2.1 inleiding

De regeling voor de exploitatie van speelautomatenhallen kan worden ondergebracht in de bestaande algemene plaatselijke verordening (hierna: APV) of als afzonderlijke verordening. De reden voor het opstellen van een aparte verordening is gelegen in het feit dat in de (model)APV veelal autonome bevoegdheden zijn opgenomen en de regeling omtrent speelautomatenhallen mogelijk bestempeld kan worden als facultatief medebewind.

Bovenal heeft het de voorkeur een aparte verordening vast te stellen omdat met de introductie van de leer der schaarse vergunningen meer regelgeving ontstaat die ook een gepaste toelichting vraagt. Een compacte regeling in de APV leent zich daar minder voor.

Op grond van artikel 30c, eerste lid, van de Wet bezit de gemeentelijke wetgever de vrijheid om bij verordening te bepalen of, en zo ja hoeveel, speelautomatenhallen krachtens een vergunning van de burgemeester zíjn toegestaan. Indien van deze bevoegdheid geen gebruik wordt gemaakt, heeft dit tot gevolg dat de burgemeester voor de vestiging en exploitatie van een speelautomatenhal geen vergunning kan verlenen en in feite een totaal verbod geldt om speelautomatenhallen te exploiteren. ln dat geval hoeft hiertoe niets geregeld te worden. Uit jurisprudentie is af te leiden dat op de gemeente geen verplichting rust om de exploitatie van één of meer speelautomatenhallen mogelijk te maken. Een beperking van het aantal vergunningen voor de vestiging van speelautomatenhallen in een gemeentelijke verordening is niet in strijd met de Wet, ook niet als de beperking inhoudt dat geen enkele speelautomatenhal in een gemeente wordt toegelaten.

De tot de dag van inwerkingtreding van de voorliggende verordening geldende Speelautomatenverordening Schouwen Duiveland 2010 (hierna: de Verordening 2010 ) geeft de burgemeester de bevoegdheid een exploitatievergunning af te geven voor maximaal 3 speelautomatenhallen in de gemeente Schouwen Duiveland:

voor de kern Renesse, maximaal 80 kansspelautomaten

voor de kern Haamstede, maximaal 20 kansspelautomaten

voor de kern Bruinisse, maximaal 10 kansspelautomaten

2.2 Verordenende bevoegdheid en historisch kader

De Wet en de gemeentelijke verordening strekken mede tot regulering van de markt voor kansspelen. De regelgeving beoogt niet alleen consumenten te beschermen en gokverslaving tegen te gaan en daartoe beperkingen te stellen aan de mogelijkheden het publiek gelegenheid tot kansspel te bieden, maar, in het verlengde daarvan, ook om ondernemingen die actief zijn op de markt voor kansspelen een gelijke uitgangspositie te bieden bij de transparante verdeling van de aldus beperkte ruimte om deel te nemen aan die markt. Dat betekent dat de verordening, alsmede de wijzigingen daarop, dient te zien op deze doelstellingen.

Met de vaststelling van de Verordening 2010 zijn vooral wetstechnische wijziging vanuit de Wet op de kansspelen doorgevoerd in de verordening waarbij de belangrijkste was dat voor behendigheidsautomaten geen aanwezigheidsvergunning meer nodig is en ook hoeft daarover in de speelautomatenhallenverordening geen kader te worden opgenomen.

Tot enkele jaren geleden werden alle (drie) speelautomatenhallen op Schouwen Duiveland geëxploiteerd.

De speelautomatenhalexploitant in Bruinisse maakt al enkele jaren geen gebruik meer van de vergunning. Voor de speelautomatenhallen in Haamstede (Noordstraat 6) en Renesse (Hogezoom 183b) is een exploitatievergunning voor onbepaalde tijd verleend aan Casino Admiral Zeeland BV. Op dit moment is alleen de speelhal in Renesse in exploitatie. Die in Haamstede is tijdelijk even niet in exploitatie.

Tot op heden heeft de exploitatie van de speelhallen door de jaren heen naar behoren plaatsgevonden en de exploitant voert een actief beleid om gokverslaving of andere gokgerelateerde prolemen te voorkomen. Voorts geldt een minimum leeftijd van 18 jaar om überhaupt te worden toegelaten in de speelhal.

2.3. Aanleiding tot herziening verordening

In het collegeprogramma van burgemeester en wethouders spreekt het college zich uit om in overleg met de ondernemers, de mogelijkheden van de toegang voor jeugdigen voor kansspelen vanuit preventief oogpunt te verminderen en naar een uitsterfbeleid voor speelautomatenhallen te streven. In december 2018 heeft het college besloten om de gemeenteraad voor te stellen om in de verordening nog slechts ruimte te bieden voor één speelautomatenhal in Renesse waarbij de mogelijkheden voor een speelautomatenhal voor Haamstede en Bruinisse verdwijnen. De 20 speelautomaten die in de hal in Haamstede staan verhuizen dan naar die in Renesse. Om dit mogelijk te maken moet de verordening worden aangepast.

Er is nog een derde reden voor aanpassing van de verordening. De exploitatievergunning voor een speelhal is een zgn. schaarse vergunning en mag niet langer voor onbepaalde tijd worden verleend. Vervolgens moeten gegadigden gelijke kansen hebben de vergunning te verkrijgen. Tot nu toe verleenden we de vergunningen voor onbepaalde tijd en was er geen procedure om eventueel geïnteresseerden in de vergunning op de hoogte te stellen van d beschikbaarheid van de vergunning(en).

2.4 Schaarse vergunning voor bepaalde tijd.

Volgens een algemeen gehanteerde definitie is sprake van schaarse publieke rechten als de som van de omvang van de aanvragen het aantal beschikbare publieke rechten overtreft. Een plafond op grond van beleidsmatige redenen is daarbij toegestaan.

Voor wat betreft exploitatievergunningen als onderhavige is sprake van een schaarse vergunning. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling) bepaalde dat naar Nederlands recht een rechtsnorm geldt die ertoe strekt dat bij de verdeling van schaarse vergunningen door het bestuur op enigerlei wijze aan (potentiële) gegadigden ruimte moet worden geboden om naar de beschikbare vergunningen mee te dingen. Deze rechtsnorm is gebaseerd op het gelijkheidsbeginsel dat in deze context strekt tot het bieden van gelijke kansen. Uit deze rechtsnorm vloeit voort dat schaarse vergunningen in beginsel niet voor onbepaalde tijd, doch alleen tijdelijk kunnen worden verleend. De vergunninghouder wordt immers bij verlening voor onbepaalde tijd onevenredig bevoordeeld, omdat het voor nieuwkomers dan nagenoeg onmogelijk is om nog toe te treden tot de markt. De looptijd van de vergunning voor bepaalde tijd is voornamelijk afhankelijk van een reële terugverdientijd van de benodigde investeringen door de exploitant en rekening houdend met lopende arbeidsovereenkomsten.

Er doet zich nog een bijzonderheid voor. Het aanwijzen van een speelhallocatie in de verordening mag niet naar slechts één adres voeren maar slechts verwijzen naar een kern of een deel daarvan. In de verordening Speelautomatenhallen Schouwen Duiveland zoals we die al jaren kennen wie die lijn ook altijd gevolgd. Eerder werd een speelautomatenhallenverordening van Sluis door het College van beroep voor het bedrijfsleven om die reden onverbindend verklaard. Het heeft tot gevolg dat, als in de toekomst voor een andere locatie dan waar nu de speelhal is gevestigd in de kern van Renesse, naast de exploitatievergunning ook een aanvraag omgevingsvergunning “wijziging gebruik” moet worden ingediend. Ook die omgevingsvergunning is dan een schaarse vergunning.

2.5 Wijze van toekenning vergunning

Zoals hiervoor reeds verwoord dient bij de verdeling van schaarse vergunningen door het bestuur op enigerlei wijze aan (potentiële) gegadigden ruimte te worden geboden om naar de beschikbare vergunningen mee te dingen. Deze rechtsnorm sluit in beginsel geen enkele verdelingsprocedure uit, zodat gekozen kan worden voor (onder meer) een verdeling op volgorde van binnenkomst, een financieel bod, een loting of een kwalitatieve selectie. De inhoudelijke criteria op basis waarvan de vergelijking plaatsvindt, dient in dat geval afhankelijk te zijn van de belangen die volgens de wettelijke voorschriften bij de verlening van het publieke recht in kwestie een rol kunnen of moeten spelen. Bij schaarse vergunningen blijken deze uit de doelen van de wet en/of de weigeringsgronden voor de vergunning zoals deze in de verordening zijn verwoord.

De verdelingscriteria moeten objectief en niet-discriminerend zijn en duidelijk, precies en ondubbelzinnig zijn geformuleerd. Aldus kunnen alle 'behoorlijk geïnformeerde en normaal oplettende inschrijvers' de juiste draagwijdte begrijpen en wordt de discretionaire bevoegdheid van de verlenende overheid afgebakend en wordt voorkomen dat criteria op willekeurige wijze worden gebruikt. Uit het oogpunt van rechtszekerheid kunnen de gekozen criteria, zowel qua procedure als qua inhoud, gaandeweg de besluitvormingsfase ook niet worden gewijzigd, hooguit verduidelijkt. In het verlengde daarvan geldt bovendien dat essentiële bepalingen van een eenmaal verleende vergunning gedurende de looptijd in beginsel niet wezenlijk mogen worden gewijzigd.

Voor wat betreft de inhoudelijke criteria is verwijzing naar een vast te stellen beleidsregel toegestaan, voor zover deze vóór de start van de gunningsprocedure bekend is gemaakt.

De overheid dient voor potentiële inschrijvers een passende mate van openbaarheid te waarborgen. De aanvraagprocedure kan pas beginnen na deze passende openbaarmaking. Bij exploitatievergunningen voor speelautomatenhallen geldt daarbij dat ook gegadigden buiten de gemeentegrenzen van de verdeelprocedure kennis moeten kunnen nemen.

Wij kiezen ervoor om de toewijzing van de schaarse vergunning te baseren op een kwalitatieve selectie en niet op bijvoorbeeld een loting. Wij vinden de algemene belangen van veiligheid en het voorkomen van gokverslaving te groot om de vergunningverlening van het lot te laten afhangen. Juist met een kwalitatieve selectie kan worden geselecteerd op ervaring in de sector, deskundigheid aangaande verslavingspreventie en veiligheid.

B. Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Begripsbepalingen

De gegeven begripsomschrijvingen zijn, waar mogelijk, uit de Wet overgenomen. Hoewel er geen kader meer in de Wet is opgenomen voor de aanwezigheid van behendigheidsautomaten, hebben we toch gemeend deze nog te moeten beschrijven. Een en ander om het onderscheid met de kansspelautomaten te benadrukken. Een behendigheidsautomaat leidt nimmer tot geldprijzen en uitsluitend tot een verlengde speelduur of het recht op gratis spellen. Het verloop van het spel wordt door de behendigheid van de speler beïnvloed. Bij een kansspelautomaat is sprake van een kans op een geldwinst en behendigheid speelt geen rol. De Wet op de kansspelen regelt alleen deze categorie van speelautomaten nog.

Kansspelautomaten mogen alleen in een hoogdrempelige inrichting of een speelautomatenhal worden geëxploiteerd. Vaak zien we een of twee automaten in een café of restaurant. Hiervoor is een aanwezigheidsvergunning voor die automaten vereist vanuit de Wet. Dit staat buiten deze verordening.

Artikel 2 Verbodsbepaling en looptijd vergunning

Het motief dat aan het vergunningvereiste ten grondslag ligt is de openbare orde, meer in het bijzonder de leef- en woonsituatie, te beschermen. Op grond van artikel 30c, eerste lid, sub b van de Wet is, naast de speelautomatenhalvergunning, tevens een aanwezigheidsvergunning vereist voor het aanwezig hebben van één of meer speelautomaten in de speelautomatenhal. In dit artikel beperken we de mogelijkheid van het exploiteren van een speelautomatenhal tot één in de kern van Renesse en benoemen het maximum aantal van 100 kansspelautomaten.

De looptijd van de exploitatievergunning voor speelautomatenhal is 15 jaar. Wij achten deze looptijd ruim voldoende om de ruime investeringen die in deze branche worden gedaan redelijkerwijs terug te kunnen verdienen. Daarnaast sluit deze looptijd de vrije mededinging niet onrechtmatig op. De branchevereniging van de kansspelsector, VAN , adviseert deze looptijd.

Artikel 3 Transparantie

In de door de burgemeester vast te stellen beleidsregels wordt onder meer nader uiteengezet op welk moment en via welke media hij de beschikbaarheid van de vergunning communiceert. Het heeft geen meerwaarde nu reeds een beleidsregel op te stellen omdat de vergunning pas in 2035 beschikbaar komt. Het voornemen is om in 2033 de beleidsregels vast te stellen. Deze is dan door toekomstige wetswijzigingen of voortschrijdende inzichten up to date.

Alleen ontvankelijke aanvragen dingen mee naar de vergunning in het proces van de kwalitatieve selectie. De aanvraag moet van alle gevraagde bescheiden zijn voorzien. Conform de Algemene Wet Bestuursrecht krijgt een gegadigde de mogelijkheid om zijn aanvraag nog compleet te maken.

Artikel 4 Rechtmatige exploitatie en kwalitatieve selectie

De verklaring waaruit blijkt dat de exploitant gerechtvaardigd over de ruimte beschikt waarin de speelautomatenhal is gevestigd hangt samen met de toetsing op grond van de Wet Bibob: wij willen kunnen beoordelen of de hele organisatie, dus ook de huisvesting, met betrekking tot het uitoefenen van een bedrijf als een speelautomatenhal, op legale wijze geschiedt. De vestigingsruimte speelt hierbij een wezenlijke rol, aangezien hieruit de financiering van de hal kan worden afgeleid.

Wij verwijzen bij dit onderdeel naar de toelichting onder 2.5. Om tot een toekenning van de exploitatievergunning te komen gebruiken wij de kwalitatieve selectie. Hierbij wegen we de kandidaten op de onderdelen openbare orde en veiligheid, preventie van gokverslaving, verkeersveiligheid en parkeercapaciteit en het bedrijfsplan. In de nog vast te stellen beleidsregels van de burgemeester wordt het proces nader uitgewerkt. We kiezen bewust niet voor een loting gezien de algemene belangen als veiligheid en verslavingszorg.

Artikel 5 Beslistermijn

Geen toelichting.

Artikel 6 De vergunning

Met de persoonsgebonden vergunning wordt bedoeld dat de vergunning uitsluitend op naam van de exploitant kan worden gesteld en dat deze niet overdraagbaar is.

Artikel 7 Weigeringsgronden

Het vereiste onder b dient om een speelautomatenhal duidelijk van de openbare weg af voor een ieder herkenbaar te maken. Tevens om te voorkomen dat in een achteraf lokaal van een gebouw, waarin bijvoorbeeld een horecabedrijf wordt uitgeoefend, een speelautomatenhal wordt geëxploiteerd en deze automatenhal mede of uitsluitend via het andere bedrijf bereikbaar zou zijn. De strekking van de verordening is het afwenden van een ontoelaatbare nadelige beïnvloeding van de leef en woonsituatie in de naaste omgeving van de hal.

In het bepaalde onder e komt tot uiting dat de vergunning dient te worden geweigerd, wanneer gevreesd moet worden dat de woon- en leefsituatie door de vestiging van (nog) een hal op ontoelaatbare wijze zal worden aangetast. Daarbij wordt rekening gehouden met het karakter van de straat, het winkelniveau aldaar en van de wijk waarin de speelautomatenhal is gelegen of zal komen te liggen. In de beoordeling van de aanvraag wordt de spanning waaraan het woonmilieu ter plaatse reeds blootstaat of bloot zal komen te staan betrokken. Het is ook mogelijk om een vergunning te weigeren, wanneer er sprake is van een op ontoelaatbare wijze aantasten van het karakter van een (deel van) winkelstraat/-buurt/-centrum. Door de vestiging van een automatenhal zal er sprake (kunnen) zijn van een ontoelaatbaar spanningsveld, waardoor een te grote inbreuk mag worden gevreesd op de bestaande functie van de winkelstraat.

Onder f is als weigeringsgrond opgenomen dat er geen sprake mag zijn van strijd met een geldend bestemmingsplan. In dit verband dient gewezen te worden op de mogelijkheden van het aanvragen van een omgevingsvergunning gewijzigd gebruik, ontheffing, wijziging of herziening die het bestemmingsplan nogal eens biedt. Deze mogelijkheden beperken de burgemeester niet in de weigeringsmogelijkheid, maar het lijkt een zaak van behoorlijk bestuur om, voordat tot weigering van de vergunning wordt overgegaan, de mogelijkheid van ontheffing, wijziging of herziening in overweging te nemen. Voor de toepassing van deze bepaling wordt handelen op grond van een ontheffing, wijziging of herziening van het geldende bestemmingsplan beschouwd als handelen in overeenstemming met het geldende bestemmingsplan. Doel van dit lid is de koppeling van de vereiste vergunning met het planologisch regime. Vereist is dus niet dat de locatie waar vergunning voor wordt gevraagd is aangewezen als speelautomatenhal in het bestemmingsplan, maar dat een bestemmingsplan de vestiging niet mag uitsluiten. Op deze wijze wordt voorkomen dat op basis van deze verordening een vergunning moet worden verleend, terwijl later op grond van strijd met het bestemmingsplan tegen de vestiging moet worden opgetreden.

Onder i is de Wet Bibob als weigeringsgrond opgenomen. Indien bij de toetsing van de aanvraag, waaronder de ingevulde Bibobformulieren, blijkt dat er reden is om een uitgebreid Bibobonderzoek aan te vragen bij Bureau Bibob kan de beslistermijn voor langere tijd worden verlengd. Een negatief advies van Bureau Bibob zal tot beperking of weigering van de vergunning leiden.

Artikel 8 Wijzigingsgronden

Als een exploitant de beheerder verliest behoeft de ondernemer de bedrijfsuitoefening niet te staken indien binnen de aangegeven termijn een aanpassing van de vergunning wordt aangevraagd. Daarnaast kunnen erfopvolgers de resterende duur van de vergunning exploiteren als de exploitant is overleden. Hiervoor dient wel een aanvraag voor vergunning te worden ingediend. In deze genoemde gevallen hoeft de exploitatie niet te worden gestaakt mits de aard van de inrichting en de wijze van exploitatie ongewijzigd blijven.

Artikel 9 Intrekkingsgronden

Onderbreking van de exploitatie voor een periode langer dan in de bepaling genoemd, behoeft niet in alle gevallen aanleiding te geven om de vergunning in te trekken. Gedacht kan bijvoorbeeld worden aan verbouwingen die langere tijd blijken te vergen. Voor de toepassing van de genoemde intrekkingsgrond “intrekking in verband met gewijzigde omstandigheden of inzichten” weegt de motivering zwaar. Het betreft immers omstandigheden waarop de betrokken ondernemer doorgaans geen invloed kan uitoefenen. Voorts mag hij er op vertrouwen dat een zwaarwegend belang wordt toegekend aan het behoud van de vergunning, gelet op de daaraan verbonden financiële consequenties.

Artikel 10 Sanctie

Op de overtreding van een verbodsbepaling in de speelautomatenhalverordening is in de Wet op de Kansspelen geen directe strafsanctie gesteld zodat de gemeenteraad op grond van artikel 154 Gemeentewet op overtreding van zijn verordening zelf een strafsanctie kan stellen. Deze strafbaarstelling kan ook worden opgenomen indien het een medebewindsverordening betreft. Artikel 154 bepaalt dat de raad op grond van zijn verordende bevoegdheid bij overtreding van hetgeen bij verordening is geregeld, geen andere of zwaardere straffen kan stellen dan een hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie, al dan niet met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 11 Toezicht

In artikel 30 w, tweede lid van de Wet wordt aan het college de bevoegdheid toegekend ambtenaren aan te wijzen die met het toezicht op de naleving van de speelautomaten-vergunningen worden belast voor zover het feiten betreft die in het aanwijzingsbesluit van de betreffende ambtenaren zijn opgenomen. Nadrukkelijk zij hier vermeld dat het college zelf geen opsporingsambtenaren aanwijst als bedoeld in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering. Dat kan en hoeft het college ook niet te doen aangezien artikel 142, lid 1, sub c van dit wetboek regelt dat bij verordening aangewezen toezichthouders ook opsporingsbevoegdheid toekomt. De in artikel 141 genoemde ambtenaren hebben een algemene opsporingsbevoegdheid. Ingevolge artikel 142 kunnen met de opsporing van strafbare feiten ook zijn belast zij aan wie bij verordening de handhaving of de zorg voor de naleving daarvan is toevertrouwd. Het ligt in de lijn aan hen ook het toezicht op de naleving van de speelautomatenhallenvergunning op te dragen.

Artikel 12 Betreden van plaatsen

In het kader van het houden van toezicht door de in het voorgaande artikel aangewezen ambtenaren, wordt artikel 5:15 van de Algemene wet bestuursrecht (het betreden van plaatsen) van overeenkomstige toepassing verklaard.

Artikel 13 Intrekken oude regeling

Geen toelichting

Artikel 14 Overgangsrecht

Vanwege de rechtszekerheid en de eerbiediging van bestaande rechten is een overgangsbepaling opgenomen. Op dit moment zijn exploitatievergunningen voor de speelautomatenhallen uitgegeven voor Haamstede en Renesse. Voor Bruinisse is geen vergunning uitgegeven. In deze verordening komt de vergunningsmogelijkheid voor Haamstede en Bruinisse te vervallen. Voor de vergunning van die in Renesse en Haamstede is een overgangsregeling getroffen. Voor Renesse omdat de looptijd van de vergunning wordt omgezet naar een looptijd van 15 jaar en voor Haamstede omdat de verordening geen ruimte meer biedt voor een speelautomatenhal in die kern. We kunnen de vergunning niet van de een op andere dag intrekken. Dat is in strijd met het beginsel van rechtszekerheid en zal de gemeente schadeplichtig maken.

Terugkijkend in de tijd blijkt dat bij de vergunningverlening, jaren geleden, op geen enkele wijze aandacht is besteed aan mededinging. Dat aspect speelde toen ook niet. Aan het ene uiterste kan het standpunt worden ingenomen dat de reeds verleende vergunning voor onbepaalde tijd, voor onbepaalde tijd dient te worden gerespecteerd. In deze situatie worden potentiële nieuwkomers op de markt belemmerd in hun mogelijkheden om toe te treden tot die markt. Immers de enige vergunning is voor onbepaalde tijd in handen van één marktpartij. Daarmee strijdt deze situatie met het formele gelijkheidsbeginsel (het recht op gelijke kansen). Aan het andere uiterste kan het standpunt worden ingenomen dat de vergunning voor onbepaalde tijd van rechtswege of middels een hiertoe strekkend besluit, moet worden ingetrokken. Daarmee kan sprake zijn van strijd met de rechtszekerheid.

Op basis van de jurisprudentie kunnen vergunningen voor onbepaalde tijd niet meer blijven voortduren. Wij zetten de vergunning voor de speelautomatenhallen in Renesse en Haamstede dan ook om naar een vergunning voor bepaalde duur. Deze termijn dient zodanig te zijn dat ondernemers een redelijke termijn wordt geboden om noodzakelijke investeringen terug te verdienen en te anticiperen op deze nieuwe omstandigheden. Daarmee mag de termijn niet te kort zijn. De termijn mag ook niet te lang zijn, omdat daarmee, evenals bij vergunningen voor onbepaalde tijd, de mogelijkheden voor nieuwe spelers om toe te treden tot de markt onevenredig worden beperkt. Het wordt opportuun geacht benadeelde partij hierbij een redelijke overgangstermijn te bieden. Gezien de grote investeringen die met de verplaatsing en verbouwing van de speelhal aan de Hogezoom in Renesse zijn gedaan en gezien de lopende arbeidscontracten is een termijn van 15 jaar redelijk en billijk. Daarom is in deze verordening geregeld dat de eerder verleende exploitatievergunningen voor onbepaalde tijd van rechtswege zullen vervallen over 15 jaar, te weten 1 januari 2035.

Voor de vergunning van de speelhal in Haamstede geldt dat de exploitant/vergunninghouder bereid is deze “in te leveren” indien de 20 kansspelautomaten aan de speelhal in Renesse mogen worden toegevoegd. Daarom is in artikel 14 opgenomen dat de vergunning voor Haamstede vervalt op de dag eerder dan 1 januari 2035 te weten de dag dat de huidige vergunning zijn rechtskracht verliest.